Einde Amerikaanse hegemonie in zicht?

Civis Mundi Digitaal #4

door Wim Couwenberg

Einde Amerikaanse hegemonie in zicht?

Wim Couwenberg

 

Met het tempo waarin het maatschappelijke leven sinds het einde van de Koude Oorlog onder invloed van voortgaande technologische innovatieprocessen verandert, krijgt de versnelling van het historische proces een nieuwe krachtige impuls. Dat zien we ook in de wereldpolitiek, in het bijzonder in de versnelling van economische en politieke machtsverschuivingen op mondiaal niveau. De snelle afbrokkeling van Amerika’s unieke machtspositie is daarvan het meest in het oog springende effect. De versnelde wijze waarop de globalisering van het westers-liberale moderniseringsproces na de Koude Oorlog onder leiding van Amerika zich doorzet, stuit spoedig op gewelddadig verzet van islamitisch geïnspireerde tegenkrachten met de terroristische aanslagen op 11 september 2001 (9/11) in het hart van het Amerikaanse wereldkapitalisme als meest spectaculaire verzetsdaad. Qua historische betekenis is die daad op één lijn gesteld met het begin van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 in die zin dat zij evenals die oorlog een nieuwe periode van instabiliteit inluidt. De Eerste Wereldoorlog loopt op termijn uit op het einde van de hegemonie van Europa in de wereld; de terroristische aanslagen van 9/11 naar het zich laat aanzien op het einde van de Amerikaanse hegemonie als wereldmacht.

Als reactie op 9/11 is een nieuwe Amerikaanse veiligheidsstrategie geïntroduceerd met preventieve oorlogvoering als nieuw instrument ter veiligstelling van de bedreigd rakende Amerikaanse hegemonie, de Irak-oorlog als eerste toepassing ervan en verbreiding van de westerse democratie in het Midden-Oosten als een van de doelstellingen. Voor veel mensen over de hele wereld, stelt Francis Fukuyama in een terugblik op die oorlog, klinkt de Amerikaanse retoriek over verbreiding van democratie sterk als een voorwendsel voor handhaving van de Amerikaanse hegemonie in de wereld.[1]

 Belangrijkste motief voor die veiligheidsstrategie was het neo-conservatieve streven naar de vestiging van de Pax Americana in de 21e eeuw. Dat streven is echter al spoedig ter discussie gesteld.[2] Critici zagen daarin een nieuwe uiting van ‘imperial overstretch’ in de zin van de Britse historicus Paul Kennedy,[3] dat wil zeggen het koesteren van politieke en militaire ambities die de economische draagkracht teboven gaan. Niet alleen in militair, maar vooral in financieel-economisch opzicht is die ‘overstretch’ van meerdere kanten opgemerkt. Sinds jaren kampt Amerika met snel oplopende tekorten op de Amerikaanse handels- en betalingsbalans met als keerzijde snel aanzwellende overschotten op de handels- en betalingsbalans van China, Japan en olieproducerende landen in het Midden-Oosten, resulterend in mondiale financieel-economische onevenwichtigheden (global inbalances) die de financieel-economische stabiliteit in gevaar brengen. Het zijn buitenlandse, in het bijzonder Chinese en andere Aziatische banken die zich bereid tonen de Amerikaanse economie draaiende te houden door de financiële tekorten van de Amerikaanse handels- en betalingsbalans te financieren en daardoor de beschikking krijgen over gigantische dollarreserves. Door dit alles is China de grootste schuldeiser van de VS geworden en is Amerika in vergaande mate afhankelijk geraakt van buitenlands kapitaal en daardoor structureel verzwakt.

            De Amerikaanse kredietcrisis van de afgelopen jaren die aanvankelijk betrekking had op risicovolle Amerikaanse hypotheekleningen, is spoedig geëscaleerd in een beurscrisis, een koersval van de dollar, opdroging van de kredietverlening, bedreiging van de stabiliteit van het financiële stelsel, wereldwijde economische neergang en een versnelde economische machtsverschuiving in oostelijke richting ten koste van Amerika. In Azië wordt dat uiteraard gaarne beaamd. Het wordt zelfs geïnterpreteerd als een zich onweerstaanbaar voltrekkend proces. Het einde van de westerse overheersing van de wereld is nakende, meldt een vooraanstaande Aziatische intellectueel.[4] Ook op het terrein van de mensenrechten is er een verschuiving gaande. Blijkens een recent rapport van de European Council on Foreign Relations (ECFR) lijkt de morele en politieke invloed van Europese landen op dat terrein te verzwakken.[5] En door de wijze waarop Amerika het internationale terrorisme bestrijdt, heeft het als voorvechter van de mensenrechten in de wereld sterk aan moreel gezag ingeboet.

            Als gevolg van de kredietcrisis moesten Amerikaanse banken eerst een beroep doen op de financiële steun van staatsinvesteringsfondsen in het Midden- en Verre-Oosten, wat aanvankelijk zekere vrees opriep voor ongewenste politieke invloed van dergelijke fondsen;[6] en vervolgens op de Amerikaanse overheid die met gigantische financiële reddingsoperaties moest bijspringen om de stabiliteit van het financiële stelsel in stand te houden, een overheidsingrijpen dat uiteraard indruist tegen de zogenaamde Washington-consensus, de neoliberale doctrine van IMF, Wereldbank en het Amerikaanse Ministerie van Financiën. De harde kern daarvan is immers terugdringing van de rol van de overheid in de economie via liberalisering, deregulering en privatisering als economische prioriteiten. Door de kredietcrisis heeft die doctrine sterk aan gezag ingeboet.

            Die crisis is zelf ook een treffende illustratie van eerder gesignaleerde versnellingstendens van de moderniteit, uitvloeisel namelijk van een zich versnellend proces van financiële transacties en verdiensten als vrucht daarvan en een daardoor op hol geslagen financieel stelsel dat onverhoeds geïmplodeerd is in een kredietcrisis in Amerika die op zijn beurt razendsnel geëscaleerd is in een wereldwijde financiële crisis en economische recessie.

            Naar veler verwachting lijkt dit alles te duiden op het begin van de terugtocht van de VS als economisch dominerende wereldmacht die vooralsnog steunt op de dominante positie van de dollar als internationale reservemunt en de grote aantrekkingskracht van Amerikaanse financiële markten. De vraag is echter of deze twee pijlers van de VS als economisch dominerende wereldmacht in de toekomst in stand zullen blijven.[7] Vooral de positie van de dollar als internationale reservemunt staat steeds meer ter discussie. Ter bestrijding van een zware recessie ziet Amerika onder president Obama zich genoopt zijn kolossale schuldenlast nog verder op te voeren met verzwakking van de positie van de dollar als gevolg. Die recessie raakt ook China. Dat kan het ontstane gat in de export naar de VS echter opvangen door stimulering van een gigantische binnenlandse vraag en beschikt daarbij over grote valutareserves. Het heeft haar economische machtspositie inmiddels verder versterkt door in Afrika en Zuid-Amerika bilaterale overeenkomsten te sluiten ter verzekering van de nodige grondstoffen en energie en nieuwe afzetmarkten voor zijn industriële producten. Een snelle neergang van de VS als economische wereldmacht is overigens niet in het belang van China. Het voorkomen daarvan ziet men daar zelfs als de belangrijkste buitenlands politieke uitdaging in de komende jaren. Wel streeft men van Chinese zijde naar het einde van de Amerikaanse hegemonie in internationale financiële instituties als het Internationale Monetaire Fonds.

 

Naar een nieuwe multipolaire wereldconstellatie

Dat de dominerende Amerikaanse machtspositie steeds meer stuit op nieuwe uitdagers als Aziatische en andere grootmachten, in eerste instantie in economisch, maar op termijn ook in politiek opzicht, is in de optiek van het politieke realisme een normaal gebeuren en gaat tevens gepaard met een opvallende tendens, een reveil namelijk van modern autoritarisme in grote delen van de wereld en dat van neoconservatieve zijde geïnterpreteerd wordt als een nieuwe bron van ideologische rivaliteit[8]. Naar het zich laat aanzien, tekent zich langzamerhand een nieuwe multipolaire machtsconstellatie af, waarin het oude beginsel van internationaal machtsevenwicht weer meer nadruk krijgt als waarborg van vrede en veiligheid in de wereld[9]. Als in het licht van juist gereleveerde machtsverschuivingen en gevoegd bij het verlies van gezag, invloed en prestige van Amerika door ernstige miscalculaties in zijn Midden-Oosten politiek critici als bijvoorbeeld de Britse filosoof John Gray[10] van oordeel zijn dat Amerika nu al afgezakt is tot niet meer dan een normale grootmacht, lijkt me dat voorbarig. Amerika beschikt vooralsnog over een ongeëvenaard militair, economisch en politiek potentieel, al is dat de laatste jaren wel ondergraven door de niet voorziene effecten van de kredietcrisis. Dat die crisis zal leiden tot ineenstorting van de Amerikaanse machtspositie in de wereld en als zodanig te vergelijken valt met die van de Sovjet-Unie in 1991, zoals Gray verwacht,[11] is een zienswijze die historisch gezien zeer aanvechtbaar is. De afstand tot aspirant-grootmachten is niettemin onmiskenbaar slinkende. Dit is ook het oordeel van de zestien Amerikaanse inlichtingendiensten in 2008 gepresenteerde rapport Global Trends 2025: A Transformed World.

 


 

[1] Zie F. Fukuyama, Zonder vernieuwing zal het merk Amerika bezoedeld blijven na Irak en de kredietcrisis, NRC-Handelsblad, oktober 2008

[2] Zie onder andere I. Wallerstein, Het einde van de Amerikaanse hegemonie, Essay Vrij Nederland, 21 september 2002; en Ch. Kupcham, The End of American Era, 2002

[3] Zie P. Kennedy, The Rise and Fall of the Great Powers: Economic Change and Military Conflict from 1500-2000, 1987

[4] Zie o.a. K. Mahbubani, The Irresistible Shift of Global Power to the East, 2008

[5] Zie R. Gowan en F. Branter, A Global Force for Human Rights? An Audit of European Power at the UN, London, ECFR, 2008, p2

[6] Dat zijn grote staatsbeleggingsfondsen, zogenaamde Souvereign Wealth Funds, die hun miljarden steeds vaker in westerse economische sectoren en bedrijven investeren.

[7] Zie M. Vermeiren, Wereld uit balans - Het einde van Amerika’s financiële overmacht?, Internationale Spectator, 4, 2008

[8] Zie R. Kagan, The Return of History and the End of Dreams, 2008. Die rivaliteit noopt zijns inziens tot de vorming van een Liga of Verbond van Democratieën.

[9] Zie o.a. J.J. Mearsheimer, The Tragedy of Power Politics, 2002

[10] Zie J. Gray, Zwarte Mis, 2007

[11] J. Gray, 1991: Val Sovjet-Unie. 2008 : Val Verenigde Staten, NRC-Handelsblad, 1 oktober 2008