Civis Mundi Digitaal #16
Wim Couwenberg
Sluitstuk Europees dekolonisatiedrama
Zoals eerder uiteengezet herinnert het Israelisch-Palestijnse conflict, evenals de anti-apartheidsstrijd in Zuid-Afrika aan het na-oorlogse dekolonisatie drama. In beide gevallen is er sprake van intern kolonialisme en dat herinnert onmiskenbaar aan het Europese kolonialisme, waarvan ontstaan en ontwikkeling van de staat Israël een laatste restant is. Het gaat hier namelijk om een koloniaal project, dat na de eerste wereldoorlog van zionistische zijde met steun van Engeland als koloniale mogendheid in Palestina in gang gezet is. De zogenaamde terugkeer van Joden uit Europa en andere delen van de wereld naar Israël is in de literatuur geïnterpreteerd als een specifieke - i.c. interne - vorm van kolonialisme en als zodanig vergelijkbaar met het interne kolonialisme in Zuid-Afrika onder het apartheidsbewind.[1]
Het ziet eruit als apartheid, het riekt naar apartheid, het voelt als apartheid, maar op de een of andere manier wil de wereld dat niet zien, constateert Arjan El Fassed, een Nederlander met een Palestijnse achtergrond.[2] Bij een onbevangen beoordeling toont de oprichting van de exclusief joodse staat Israël op een aantal punten, lijkt mij, onmiskenbaar verwantschap met het streven van Afrikaner nationalisten naar een zuiver blanke (apartheids)staat zoals dat in Zuid-Afrika sinds 1948 operationeel gemaakt is.
Alleszins reden dat conflict eveneens te situeren in het perspectief van dat Europese dekolonisatiedrama en wel als sluitstuk ervan.[3] Dat stuit in de officiële Nederlandse politiek nog op grote weerstand. Die politiek heeft grote moeite de koloniale achtergrond van dit conflict onder ogen te zien en daarmee samenhangende apartheid. Een verwijzing daarnaar wekt nogal wat irritatie. Die irritatie valt te begrijpen.
Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog koestert Nederland immers een bijzondere emotionele band met Israël vanwege het extreme geweld dat Joden in die oorlog is aangedaan en vanwege de bijzondere religieuze en historische relatie tussen joden- en christendom. Ook schaamte over het wegkijken bij de Jodenvervolging in eigen land speelt daarbij een rol. In het licht hiervan is het niet verwonderlijk dat de Nederlandse media over het algemeen pro-Israël zijn[4] evenals het buitenlandse beleid van dit land dat zich krachtens onze grondwet in dienst stelt van bevordering van de internationale rechtsorde, maar desondanks de ogen sluit voor de talrijke schendingen van internationaal recht door Israël.[5]
Bij dit alles komt nog, dat apartheid in Nederland een heel kwalijke betekenis gekregen heeft sinds de anti-apartheidsstrijd in de jaren ‘70 en ’80, toen kolonialisme een groot taboe was geworden evenals het daarmee verbonden apartheidsverleden; een verleden, dat Nederland ook gekend heeft, toen het Nederlands-Indië als koloniale mogendheid bestuurde. Het is moeilijk in deze kwestie objectief te blijven. Toch nopen de regels van wetenschappelijke integriteit waaraan wetenschappers zich dienen te houden, tot een reflectie op dit conflict, waarin zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de feiten, zoals zij zich bij dat onderzoek voordoen, ook al botst dat op gevestigde en emotioneel verankerde vooroordelen.
Vredesproces als fraaie façade
Ter wille van de lieve vrede, zo wordt in Elsevier van 8 december gesteld, had Nederland in de VN moeten stemmen tegen opwaardering van de Palestijnse VN status. De Palestijnen kunnen slechts een eigen staat krijgen via bilaterale onderhandelingen met Israel. En door eenzijdig een opwaardering van die status uit te lokken, raakt een vredesakkoord met Israel nog verder uit zicht. Maar een tegenstem van Nederland had die eenzijdige Palestijnse stap niet ongedaan kunnen maken. Afgezien hiervan is de vraag gewettigd, of Israel nog wel geïnteresseerd is een vredesproces, gericht op een twee-staten oplossing, zoals de internationale gemeenschap beoogt. Dient dat zogenaamde vredesproces niet als een fraaie façade waarachter de realiteit schuil gaat van een slimme Israëlische politiek van voldongen feiten? Geeft de Israëlische regering niet onmiskenbaar de voorkeur aan handhaving van de nu bereikte status quo, inclusief de nederzettingen politiek boven de uitkomst van welk vredesproces dan ook.
Dat zou immers steeds moeten uitmonden in pijnlijke concessies van Israël die ongetwijfeld op hevige binnenlandse tegenstand zullen stuiten. Aan de vorming van een levensvatbare Palestijnse staat lijken voor Israël zoveel haken en ogen vast te zitten dat een oplossing in die zin niet in zicht lijkt, tenzij Amerika dat zou afdwingen. Maar daar lijkt het niet op. Amerika heeft trouwens slechts marginale invloed op het Israëlische beleid in fundamentele kwesties. Een van de Nobelprijswinnaars voor economie in 2005, Robert Aumann die zowel Israëlisch als Amerikaans staatsburger is, verwacht dat aan dit conflict helemaal geen einde komt. De Israëlische econoom Eran Yashiv deelt dat treurige inzicht. Diepgewortelde krachten belemmeren dat, constateerde hij bij het zestig jarig bestaan van Israël.[6]
Slechts weinig Israëliërs zijn bereid de gevestigde nederzettingen in bezet gebied, nu al meer dan 160 in getal, op te geven, zeker niet de grotere steden. De Israëlische beweging Vrede Nu, spreekbuis van gematigd Israël, raakt steeds meer gemarginaliseerd. Zij is geen factor van betekenis meer in de Israëlische politiek, te links voor de gemiddelde Israëliër. Daartegenover groeit de invloed van het religieuze zionisme en daarmee de Groot-Israël ideologie, de ideologische motor achter de kolonistenbeweging en haar streven naar voortgaande territoriale expansie via die nederzettingenpolitiek. Het voortduren van dit conflict is voor de binnenlandse politiek van Israël in zoverre ook positief dat interne spanningen en tegenstellingen, in het bijzonder de polarisatie tussen religieus en seculier Israël, daardoor beheersbaar blijven.
Via een effectieve machtspolitiek van voldongen feiten is Israël stap voor stap bezig dit conflict in zijn voordeel te beslechten. Intern steunt het daarbij op zijn nucleair onderbouwde militaire superioriteit en extern op een ijzersterke Israëlische lobby die er van uitgaat dat Israël altijd moet worden verdedigd ondanks de feiten, omdat het in de ogen van die lobby het morele gelijk aan zijn kant heeft. Het is een lobby die in het Westen, in het bijzonder in Amerika buitengewoon doeltreffend opereert. En dat is ook wel nodig. Want Israëlische machtspolitiek blijft alleen effectief en succesvol, zolang zij zeker is van westerse, in het bijzonder Amerikaanse steun.
[1] Zie o.a. C.A.O. van Nieuwenhuijze en L.A.V. Metzemaekers, Dekolonisatie en intern kolonialisme in: Kolonisatie en dekolonisatie: een evaluatie in historisch en mondiaal perspectief, Civis Mundi 2, 1989; en S.W. Couwenberg, De staat Israël als voorbeeld van intern kolonialisme, Civis Mundi 4, 1998.
[2] Zie A. El Fassed, Niet iedereen kan stenen gooien, 2008.
[3] Zie discussiethema 8 van Civis Mundi Digitaal.
[4] Zie Krantenberichten in voordeel Israël, NRC Handelsblad 26 september 2011.
[5] Zie Sleutel tot vrede in het Midden-Oosten, Civis Mundi, 4, 2008.
[6] Zie E. Yashiv, Israelisch palestijns conflict is onoplosbaar, NRC Handelsblad, 8 mei 2008.