Civis Mundi Digitaal #16
Wim Couwenberg
Historische achtergrond
Europees Federalisme betekent voor ons niet, dat het nationalisme der afzonderlijke landen wordt samengetrokken tot een Europees nationalistisch besef. Europees Federalisme betekent evenmin, dat wij ons gezamenlijk - in plaats van stuk voor stuk - laten gebruiken door anderen. Europees Federalisme betekent voor ons juist, dat Europa eindelijk weer de kracht vindt om zijn eigen lot in eigen handen te nemen en een vredes- en verzoeningspolitiek te voeren, waartoe wij in de huidige bedeling niet bij machte zijn.
Dit citaat is ontleend aan het voorwoord dat de Nederlandse Europeaan Henk Brugmans (later de eerste rector van het Europa College te Brugge), schreef voor het congresverslag van het grote congres van de Unie van Europese Federalisten, dat eind augustus 1947 in Montreux (Zwitserland) gehouden is. In dat verslag zijn de inleidingen, rapporten en resoluties van dat congres opgenomen. Onder de inleiders bevonden zich ook twee Nederlanders, de juist genoemde Henk Brugmans, die de politieke grondslagen van het Europese federalisme uiteenzette en prof. Gerard van der Leeuw, prominent exponent van de na-oorlogse Doorbraakgedachte in Nederland en minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in het kabinet-Schermerhorn.
Gepresenteerd onder het motto Europa één in een verenigde wereld, biedt dit verslag een goed idee van het idealisme en optimisme dat velen in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog bezielden. Het federalisme is gebaseerd op de volgende vier beginselen: subsidiariteit, corporatieve participatie (lagere corporaties hebben deel aan de samenstelling en activiteiten van meer omvattende verbanden), coöperatie en complementariteit (kleinere en grotere verbanden vullen elkaar aan). Als deze beginselen consequent worden toegepast en nageleefd impliceert een federatie helemaal niet het ontstaan van een superstaat. In die geest heeft de Duitse regering in 2001 al een voorstel gedaan voor wat Europa betreft, namelijk een federaal Europa met een nevenschikking en dus een gelijkwaardige positie van het centrale gezag (de bond) en de deelstaten die ieder in hun respectievelijke bevoegdheidssferen soeverein zijn (‘competitive federalism’). In plaats van een superstaat ontstaat zodoende een federatie van natiestaten, die gebaseerd is op gedeelde soevereiniteit en een heldere ‘Kompetentz-Katalog’, zoals die tot op zekere hoogte ook in de afgewezen Europese Grondwet valt aan te treffen, dat wil zeggen een duidelijke bepaling van exclusief-Europese, nationale en gedeelde bevoegdheden. Pas in een federaal verband kan het democratisch tekort van de EU effectief opgeheven worden.
Het federalisme belichaamde zich in die jaren zowel in het Europese federalisme als belangrijkste ideologische inspiratiebron van het Europese eenheidsstreven en in de beweging voor wereldfederalisme waarin aanvankelijk grote verwachtingen leefden over de oprichting van de VN. Zoals de naoorlogse geschiedenis leert, is dat idealisme/optimisme vrij spoedig verzwakt geraakt door de harde realiteit van gevestigde machtsverhoudingen in Europa en in de wereld. Het Europese federalisme heeft niettemin het meeste succes gehad en zich ten dele gerealiseerd in de Europese Gemeenschap/Unie. Als antwoord op de eurocrisis wordt nu stap voor stap heel voorzichtig gewerkt aan een verdere versterking van het federale karakter van de EU. Uiteindelijk zal dat, naar we hopen, uitmonden in een Europees federaal samenwerkingsverband, al zal dat in eerste instantie wel in twee snelheden moeten verlopen zoals in een eerder nummer van Civis Mundi al uiteengezet is.
Geen Europees volk en geen Europese cultuur?
In een recent interview met hem verklaarde de oud Eurocommissaris Frits Bolkestein opnieuw dat hij principieel tegen een dergelijke ontwikkeling is. Want, zo betoogt hij, er is geen Europees volk en er is geen Europese cultuur. En zonder dat is zo’n ontwikkeling geen reële optie. Zijn al die Europese federalisten die een ontwikkeling in federale richting niettemin al zolang beogen dan zulke sufferds dat ze dat maar niet kunnen inzien? In etnisch-culturele zin is er inderdaad geen Europees volk. Maar in die zin steunen andere federaties zoals Zwitserland, Rusland, India, de Verenigde Staten van Amerika enz. evenmin op een volk in etnisch-culturele zin. Voor staatsvorming en democratie is alleen een staatsvolk nodig dat verbonden is door gemeenschappelijk burgerschap en daarmee samenhangende rechten en plichten. Historisch gezien is staatsvorming in Europa trouwens in de regel vooraf gegaan aan natievorming, ook in politieke zin. Het ontstaan van staatsnaties is met andere woorden het resultaat van staatsvorming[1] geweest. En er is voorts wel degelijk een Europese cultuur met een gemeenschappelijke geschiedenis die gekenmerkt wordt door veel strijd en conflicten. Maar dat is inherent aan de vrijheden en rechten die Europese volkeren zich in de loop der eeuwen als gemeenschappelijk kenmerk verworven hebben. Ik verwijs in dit verband ook naar de prachtige serie in NRC Handelsblad over het culturele DNA van Europa.
De VS als uitvinders van federalisme en een federale staatsvorming
Het streven naar een Europese federale structuur wordt nu ondersteund door een initiatief waarop we graag de aandacht vestigen. In navolging van de Federalist Papers die aan het einde van de 18e eeuw de grondslag van de federale structuur van de VS van Amerika formuleerden, is nu een reeks European Federalist Papers geëntameerd over het grote belang van een ontwikkeling naar een Europese Federatie. Dat zij daarbij de Amerikaanse Federalist Papers als inspiratiebron genomen hebben is historisch gezien een prima idee. De VS zijn als het ware de uitvinders geweest van staatsvorming in federale zin als alternatief van de gecentraliseerde eenheidsstaat van het ancien regime. Federale staatsvorming onderscheidt zich daarvan in tweeërlei opzicht: door een bijzondere spanning en dynamiek, de permanente spanning namelijk tussen centripetale en centrifugale krachten; en door een bijzondere juridisch-technische structuur. Met die spanning hebben de VS van stonde af aan geworsteld. Die is daar zelfs, zoals bekend, uitgemond in de burgeroorlog van 1861 - 1864 waarin de zuidelijke staten getracht hebben zich af te scheiden van de Unie. Die spanning zal ook een Europese Federatie permanent beheersen. Overal waar machtsdeling in het geding is, is er spanning. Dat is all in the game.
Het entameren van een reeks European Federalist Papers is gedaan op initiatief van de bestuurskundige Leo Klinkers samen met Herbert Tombeur en gastauteur Fernand Jadoul. Aan het bericht dat wij hierover ontvingen, ontlenen we de volgende passages:
Wij leggen uit waarom Europa-sceptici gelijk hebben waar het de huidige manier van Europees besturen betreft. Maar dat ze ongelijk hebben in de veronderstelling dat een federaal Europa als superstaat de soevereiniteit van de lidstaten zou doen verdampen. Niets is minder waar. Wij ondersteunen dit met best practices en mislukkingen uit het verleden, in en buiten Europa. Zij bevatten voldoende argumenten om de zogeheten intergouvernementele Europese Unie om te zetten in een Europese Federatie.
Is dat onmogelijk? Einstein zei: "Keine Idee ist gut, die nicht zu Beginn als unmöglich galt."
De 25 European Federalist Papers publiceren wij in een periode van drie-vier maanden één voor één, of in kleine groepjes, op de website www.europeanfederalistpapers.eu. In het Nederlands en in het Engels. De Papers 0 en 1 staan er al op. Ook een Vooruitblik op de Papers 2-10.
Met dit laagdrempelig platform proberen wij zoveel mogelijk Europese burgers te bereiken en hun inbreng te activeren voor een Federale Conventie in de aanloop naar de Europese verkiezingen in 2014.
Misschien is het interessant om de Papers te volgen, erop te reageren en deze informatie door te sturen aan voor- of tegenstanders van een federaal Europa. Voor relaties die geen Nederlands spreken staat dit bericht hieronder in het Engels.
Reacties aan info@europeanfederalistpapers.eu. Of via Twitter @europafederatie.
[1] Zie nader S.W. Couwenberg, Moderniteit als nieuw beschavingstype, Civis Mundi Jaarboek 2009, p. 125 e.v.