Moslimfundamentalisme en christelijk confessionalisme als keerzijde van secularisering

Civis Mundi Digitaal #16

door Wim Couwenberg

Moslimfundamentalisme en christelijk confessionalisme als keerzijde van secularisering

Wim Couwenberg

 

Islamisering is de keerzijde van secularisering, zo stelt de Franse islamoloog Olivier Roy in een interview in NRC Handelsblad (1 december jl.). Hij ziet daarin de terugkeer van meer expliciete vormen van religiositeit onder moslims als reactie tegen de seculariserende geest van de moderniteit die uiteraard haaks staat op de godsdienstige geest van de islam. Op dit punt is er een opmerkelijke parallel tussen de huidige islamiseringsbeweging onder moslims en het christelijk confessionalisme in Europa Zoals dat in de 19e eeuw ontstaan is uit principieel verzet tegen de moderne liberale geest van die eeuw en met het politieke katholicisme en protestantisme als politieke arm in eerste instantie streefde naar kerstening van de geseculariseerd rakende moderne samenleving onder leuzen als "Voorwaarts Christenstrijders", zo zet het moslimfundamentalisme zich met de radicale of politieke islam als politieke arm op zijn beurt in voor een islamisering van de moderne samenleving. En zoals christelijk confessionalisme er in de vorige eeuw naar gestreefd heeft de doorwerking van liberale en democratische beginselen af te remmen, zo doet dat op zijn beurt het moslimfundamentalisme in deze tijd. Maar desondanks is het liberale project van de moderniteit is er langs democratische weg in geslaagd dat christelijk-confessionele verzet, georganiseerd in eigen politieke en maatschappelijke organisaties, geleidelijk aan terug te dringen. Mentaal is men in oorspronkelijk christelijk-confessionele kringen om pragmatische redenen steeds meer in de pas gaan lopen van de seculariserende geest van de moderne cultuur. In feite heeft men gekozen voor zelfhandhaving en succes in die cultuur. Confessioneel-christelijke motieven dienen meestal alleen nog als middel om zich als organisatie althans uiterlijk nog te onderscheiden.

Wel is er in de christen-democratie een principiële stroming, die tegenover de toonaangevende pragmatische en machtspolitieke richting nog probeert die oorspronkelijke motieven enigszins overeind te houden als leidraad van politiek handelen. Maar veel politiek effect heeft dat niet meer. Ook christelijk confessionele maatschappelijke instellingen hebben zich in vergaande mate aangepast aan de liberale geest van de moderniteit. De oorspronkelijke christelijke inspiratie is op wat uiterlijkheden na praktisch verdampt. Dat valt in bijzondere mate op bij de universiteiten en hogescholen die op katholieke of christelijke grondslag gestart zijn. Die zijn inmiddels in vergaande mate geseculariseerd. Zal de orthodoxe moslimwereld op termijn een soortgelijke weg gaan, als blijkt dat de islam als politieke basis toch niet het antwoord is op maatschappelijk problemen en knelpunten van deze tijd? In Egypte met de Moslimbroederschap als toonaangevende politieke beweging is dat nu inzet van politieke strijd. Al houdt die stroming nog wel vast aan een goddelijke waarheid, tegelijk is er een zeker relativisme in het starre wereldbeeld van de broederschap geslopen dankzij het besef dat de inhoud van die goddelijke waarheid tenslotte afhangt van feilbare menselijke interpretaties en dat antwoorden op eigentijdse vraagstukken mede bepalend worden door de specifieke context van tijd en plaats.

Vooralsnog staat de daar heersende denk- en leefwijze op fundamentele punten nog haaks op de liberale principes van de moderniteit. In het bijzonder geldt dat voor de relatie tussen kerk/godsdienst en staat en de mensenrechten. Niettemin wordt de laatste tijd gewag gemaakt van post-islamistische bewegingen onder moslims die hun geloof niet langer beleven als een belemmering voor het aanvaarden van democratische vrijheden en waarden, zoals ook het principe van de scheiding van religie en staat, en zich zodoende in meer liberale richting bewegen.