Civis Mundi Digitaal #18
Wim Couwenberg
De liberale triomf in de Koude Oorlog resulteert in een neoliberale euforie die de maatschappelijke en politieke ontwikkeling van deze tijd jarenlang kleurt evenals de denk- en leefwijze van de nieuwe generatie die dan opgroeit. Die wordt kort gekarakteriseerd als egocentrisch, narcistisch, hedonistisch en maatschappelijk weinig betrokken, hoogstens incidenteel en vrijblijvend. In Amerika wordt zij wel de Generation Me genoemd.
Op technisch-wetenschappelijk gebied is het vooral de digitale revolutie die op het gezicht van deze tijd en van de daarin opgroeiende nieuwe generatie -de zogenaamde digital natives- een opvallend stempel drukt.[1] Het is een generatie wier intellectuele ontwikkeling (informatieverwerking) zich steeds meer online voltrekt, zoals ook hun vrijetijdsbesteding (vooral gamen, waar de game-industrie in voorziet) en hun sociale ontplooiing. Naast fysieke contacten en verbanden ontstaan steeds meer virtuele netwerken via sociale sites als vooral facebook met nieuwe mogelijkheden tot zelf-etalering. Bij online contact, zo leert de ervaring, voelt men zich minder geremd dan bij face-to-face contact, omdat men immers fysiek niet geraakt of gezien kan worden. Probleem is wel dat emotionele effecten via het beeldscherm minder goed ingeschat kunnen worden. Het is een generatie die een voorheen ongekende vrijheid geniet en van jongs af aan in alle uithoeken van de digitale wereld rondzwerft. In de literatuur wordt als reactie hierop een nieuw type mens aangekondigd, de homo interneticus die anders dan voorgaande generaties in het leven staat, een andere denkwijze ontwikkelt, meer associatief dan lineair, minder geconcentreerd, oppervlakkiger en makkelijker afgeleid.
De laatste vijf jaar zien we echter een trend die in zekere mate in een andere richting wijst. Het zijn jongeren die zich als collectief bundelen rondom online opiniemagazines. Geen posts met reclame en links naar kattenfilmpjes op YouTube, maar cultuurkritiek en filosofische essays. De oprichters van die magazines keren zich daarin tegen een gebrek aan intellectuele verdieping onder twintigers. Het gefragmenteerde en oppervlakkige media-aanbod zijn zij zat. In manifesten op hun websites houden zij zich bezig met de tijdgeest en daarmee samenhangende problemen. Dat gebeurt in stukken over allerlei maatschappelijk betrokken onderwerpen en tips voor culturele evenementen in de Randstad. Hierbij tot slot de namen van een aantal van die online opiniemagazines:
www.hardhoofd.com (2009): Tijdschrift voor kunst en journalistiek.
www.overdose.am (2010): Online magazine over cultuur en nachtleven in Amsterdam.
www.defusie.net (2011): Elke dag een opiniestuk van een student of jonge wetenschapper.
www.cultuurbewust.nl (2009): Online tijdschrift uit Utrecht met stukken over kunst, film en literatuur.
www.thoughtcatalog.com (VS, 2009): Met stukken over twintigersdillema’s en populaire cultuur.
www.thenewinquiry.org (VS, 2009): Met onder andere cultuurkritiek door afgestudeerden die zich presenteren als ‘’overeducated, but underemployed’’.
Die tegenbeweging is te meer interessant omdat hedendaagse studenten in een recente publicatie over studentenacties van weleer getypeerd worden als nog slechts klanten van diploma verstrekkende instellingen als universiteiten en dus niet langer als collectief geëngageerde jongeren.
[1] Zie J. Palfray en U. Gasser, Born Digital. Understanding the First Generation of Digital Natives, 2008