Christendom en islam in het licht van moderne religiekritiek

Civis Mundi Digitaal #29

door Wim Couwenberg

Religieuze identiteitscrisis

Aan de geest van de Verlichting is een stroom van religiekritiek ontsproten, die zich in eerste instantie concentreerde op de religieuze pretenties en geloofsvoorstellingen van het christendom. Dat heeft daardoor veel van zijn eeuwenlange onaantastbaar lijkende geloofwaardigheid verloren, en is als uitvloeisel daarvan, althans in Europa, sterk in het defensief geraakt. Het heeft daar geleid tot een saillante religieuze identiteitscrisis. In Nederland was het met name een bekende theoloog van de Vrije Universiteit, te weten Harry Kuitert, die daarin een opvallende rol gespeeld heeft, sinds hij in zijn in 1974 verschenen boek Zonder geloof vaart niemand wel de klassiek geworden en veel geciteerde uitspraak deed: “Alle spreken over Boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van Boven komt.” In zijn nadien verschenen reeks van boeken over religie heeft hij die uitspraak nader toegelicht en uitgewerkt, opnieuw in zijn laatste boek, op 90-jarige leeftijd gepubliceerd, en getiteld Kerk als constructiefout (2014).

 

Religie-/islamkritiek gekaapt door populistisch rechts

De nieuwe agressief geheten atheïsten, onder aanvoering van de vermaarde neodarwinistische bioloog R. Dawkins, hebben op hun beurt een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan die verlichte religiekritiek. In zijn bekende boek The God Delusion (2006) hekelt Dawkins religie zelfs als de belangrijkste bedreiging van een vreedzame wereld. Nu we in Europa steeds meer geconfronteerd worden met een groeiende stroom van moslimmigranten, wordt tegenover die religie echter sterk de nadruk gelegd op religieuze tolerantie. Er is nog wel religiekritiek, maar die is nu door radicaal-rechtse populisten gekaapt, en exclusief gericht tegen de islam, en met ridicule, want volstrekt antiliberale voorstellen als een Koranverbod en moskeesluiting tot gelding gebracht, waardoor religiekritiek alleen maar een verdachte klank krijgt.

Dit wordt de laatste tijd in Duitsland ondersteund met grote Pegida-demonstraties tegen de islamisering van het Avondland. Opvallend is dat die tegen islamisering gerichte beweging vooral sterk is in de deelstaat Saksen, een sterk atheïstisch georiënteerde regio van de voormalige DDR, waar nauwelijks buitenlanders wonen. Maar, zo antwoordde een aanhanger van die demonstraties, wij strijden tegen de opkomst van de Islam, niet alleen in Saksen, maar in heel Duitsland, ja, in heel Europa. Daarbij wordt gerefereerd naar het hoge geboortecijfer onder moslims, waardoor zij op termijn een meerderheid van de bevolking zouden gaan uitmaken. Dit was tot de jaren ’50 van de vorige eeuw ook het motief van het toenmalige antipapisme in Nederland. Zo werd in de jaren vijftig vanwege de snelle groei van het katholieke volksdeel gewaarschuwd tegen het dreigende roomse gevaar en was antipapisme (liever Turks dan paaps!) in niet-katholieke kringen een bekend fenomeen. Een geprononceerde literaire expressie hiervan is nog altijd te vinden in de omstreden roman van W.F. Hermans Ik heb altijd gelijk.

Met deze anti-islamprotesten komt men echter in strijd met een van de fundamentele waarden van het Avondland, te weten de vrijheid van godsdienst. Ook moslims genieten uiteraard die vrijheid. Maar hun religie mag uiteraard wel ter discussie gesteld worden in verlichte religiekritiek, zoals dat eerder gebeurd is met betrekking tot het traditionele christendom, beide uitingen van premoderne geloofsovertuigingen.

 

Gemoderniseerde religie als nieuwe bron van zingeving

De verlichte en serieuze religiecritici zouden hun pijlen niet alleen op het christelijk geloof moeten richten, zoals in Nederland veelal gebeurt, maar met dezelfde overtuiging ook tegen de islam. Met de uitspraak van Kuitert zoals hierboven geciteerd wordt de geloofwaardigheid van de islam evenzeer onderuitgehaald als die van het traditionele christendom. Het is een religiekritiek die niet religie op zichzelf tot een gepasseerd station maakt, maar de premoderne traditionele uitingen ervan. Waar dringend behoefte aan is, is een moedige modernisering van de religie, en daarmee dus ook de erkenning dat wat als religie van Boven gepresenteerd wordt, mensenwerk is, door creatieve en religieus begaafde geesten. Maar ook in die zin is religie nog steeds onmiskenbaar een bron van zingeving en verdiept levensbesef. In dit nummer wordt daartoe onder thema 1 een nieuwe poging gedaan.