Civis Mundi Digitaal #29
Ik hoorde u zeggen dat de kerk ‘ziek’is en kampt met een ‘identiteitscrisis’. Anderzijds ziet u in de samenleving van onderop een ‘authentiek nieuw bewustzijn’ opkomen. In de vorm van wat u noemt de ‘postmoderne spiritualiteit’. Hebt/had u trouwens zelf iets met de kerk?
De postmoderne spiritualiteit is de laatste jaren een onderzoeksthema van me als antropoloog, mede via de methode van participerende observatie. En wat de kerk betreft, daar ben ik in geboren en wel in het bruisende Drentse dorpje Nieuwlande. Geboren en getogen in de calvinistische A.R.-zuil van ‘kerk, school, en staat’, allen zoals dat heette ‘onder de banier van Christus’. Het Lyceum in Hoogeveen dat ik volgde, was zo ook op christelijke grondslag. En het lag in de lijn, dat ik niet in Groningen, maar in Amsterdam aan de VU ging studeren. Maar de kerk als instituut en qua leerstellingen boeide me niet. Dat was wel het geval met de Jezusgestalte en met spiritualiteit, ook al noemden we dat toen nog niet zo. Al in m’n studententijd kwam ik mede daarom regelmatig in Benedictijner kloosters. Vanuit die spiritualiteit sloot ik me aan bij de christen-radicale beweging en speelde, toen tevens universitair docent a/d VU, er later een leidende rol in. Dit omdat behoudzucht en macht troef bleken in het confessionele partijwezen. Voor onderzoek was ik veel in Afrika. Eerst bij ‘tribale’ Tswana’s in Transvaal en bij de meer urbane in een ‘slum’ in het naburige Botswana, waardoor ik tevens periodiek in dialoogcontact kwam met blanke Zuid-Afrikanen, uitvoerders of ondersteuners van het apartheidsbewind. Het raakte me, dat zij hun repressie jegens zwarte landgenoten probleemloos verenigden met het elke zondag vroom ter kerke gaan. Daardoor en ook omdat ik me later inzette voor een christelijk-progressieve politieke partij, ging ik nadenken over wat Jezus bedoelde met z’n oproep aan ons om te leven vanuit ‘het koningschap van God’. In de kerk werd dat vaak politiek geduid, maar dat Jezus bedoelde om net als hij te gaan leven vanuit Godbewustzijn, begreep ik al snel. Hij zei immers steeds dat dit koningschap ‘in u’ is, in ons binnenste. Simon Vestdijk onderscheidde in z’n boek ‘De Toekomst van Religie’ (1945) , bijna evolutionair drie typen van christendom nl 1) de traditioneel-dogmatische, 2) de ethische en 3) de mystieke, - de enige authentieke vorm volgens hem. Zelf nam ik al gauw steeds meer afstand van die eerste vorm, zij het dat ik het lidmaatschap van de kerk niet opzegde. Het ethische type in termen van Vestdijk raakte in de PPR-en EVP-tijd ‘in’, reden dat ik het geen straf vond toen internationaal kleine rollen voor mijn kerk te vervullen. Later evolueerde ik mede onder invloed van Carl Gustav Jung, Thich Nhat Hanh, Inayat Khan, Eckhart Tolle, Deepak Chopra, Roemi en Marianne Williamson meer naar de derde vorm van Vestdijk, dus het leven van binnenuit, vanuit je Bron jezelf en de ander lief hebben.
Hoe verklaart u de kerkverlating in het westen?
De leegloop is vooral zichtbaar in westerse kerken, waarin ‘het verstandelijk geloof’ domineert. Ook met een theologie of (rationele) Gods-leer die nauwelijks uitstijgt boven het ‘stellen van begrippen en doen van redeneringen’. In zulke kerken gaat het te weinig om innerlijk beleven en voelen, waardoor de uitstraling miniem is. Het is ook in Nederland nog te veel van: ‘Ons geloof en dus onze groep is de juiste’. Vroeger leidde dat In Europa wel tot oorlogen – denk aan de bloedige 30-jarige oorlog in Duitsland tussen katholieken en protestanten (1618-1648) - , zoals nu nog in het Midden-Oosten. In de R.K.-kerk zijn macht, hiërarchie en moralisme, evenals de recent aan het licht gekomen misstanden reden, dat mensen zich van de kerk afkeren. En de laatste tijd in NL ook het autocratisch opereren van de bisschoppen, de nieuwe paus in Rome ten spijt. In de protestantse kerk maakte ‘vooral de leer de dienst uit’, zoals theoloog Harry Kuitert onderstreept in Kerk als constructiefout (2014: 85). Rondom de Heidelberger Catechismus ontstond een soort ideologisch bouwwerk met overtuigingen die volgens de vermaarde linkse predikant dr. J. J. Buskes de neiging hadden ‘gestolde lava’ te worden. Calvijn en Luther verzetten zich tegen katholieke misstanden, maar waren qua mens- en godsvisie, erfzondeleer en andere dogma’s uit de tijd van Augustinus, zo mogelijk nog behoudender dan de katholieken.
Wat maakt het westerse christendom volgens u ‘ziek’?
Die term is niet van mij. Zo formuleert Kuitert het. Ik meen dat kerken ‘in een identiteitscrisis verkeren’, overigens zonder dat veel kerkleiders dat (willen) beseffen. Kerken weten niet meer wie ze zijn, nu ook veel van hun sleetse dogma’s niet passen bij het levensgevoel van nu . Ze wringen zich in allerlei bochten om de kerkverlating te stoppen. Dat zal niet lukken, tenzij ze hun denken en doctrines hervormen, zodat ‘weggelopen kinderen’ zich weer herkennen. En tenzij er weer bezieling is, ook vanuit focus op mystiek en op de (persoonlijke) innerlijke reis, beide het verbindende element tussen religies. Kortom meer focus op: ‘spiritualiteit als beleving van de verbinding en/of eenheid met het Mysterie’, zoals Jezus ons dat voorhield. Focus op: ‘spiritualiteit als tocht naar bewustzijn, dat er heel wat meer is tussen hemel en aarde dan we denkend weten en dat die tocht in ons binnenste begint’, zoals ik graag zeg. In contacten met de voorzitter van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), dominee Karin van den Broeke en ook met Leidse kerken, merkte ik overigens dat zulk hervormen een moeizaam proces is. Als de kerk al in de eerste eeuwen in strijd met de leer van Jezus en vanuit het wegzetten van de progressieve bisschop Chrysostomus en idem van de grote Pelagius, - die voor z’n positief mensbeeld en dito vrijheidsvisie rond 400 nog tijdelijk paus Zosimus meekreeg - met een negatieve mensvisie is gekomen, dan nestelt zich dat door de eeuwen heen in ons onbewuste. Het elke zondag ‘mijn grote schuld’ moeten zeggen of je ‘zondig’ (moeten) voelen dan wel horen ‘niet in staat te zijn tot enig goed’, maakt de mens klein. Je klein voelen veroorzaakt een laag zelfbeeld, met alle gevolgen van dien. Het is vooral het denken van de kerk, waardoor de moderne mens zich er niet meer thuis voelt, merkte ik ook in m’n onderzoek. Als VU-theoloog Gijs Dingemans in deze tijd van pluriformiteit om een ‘fundamentele bezinning op de geloofsleer van de kerk’ vraagt (C.W.12-12-14), dan zeg ik er ja op. Vooral ook op hervorming Maar betogen dat alles ‘projectie van beneden’ is, zoals de theoloog Kuitert doet, is niet wat ik beaam, ook omdat dit mensen in de kou laat staan. Na 20 eeuwen christendom is het religieus gezien niet zinnig louter af te breken zonder tevens te vernieuwen. Evenmin zonder er op te wijzen dat we hoe dan ook subtiel (be)geleidworden door de Geestelijke Wereld. Doe je dat niet, dan komen mensen tot iets bizars als een ‘atheïstische kerk’ of het bepleiten van een ‘Religie zonder God’, zoals de filosofen Theo de Boer en Ger Groot doen. En dat terwijl velen juist blij zijn zich weer verbonden te kunnen voelen met het Mysterie dichtbij in de wereld en ook in onszelf, de ons dragende Oer-werkelijkheid als Kracht en Liefde.
U spreekt over de opkomst van ‘nieuwe spiritualiteit’ waarin we een ‘groter bewustzijn’ hebben. Hoe moet ik dat zien? En hoe dan met de kerken?
Religies verwezen in hun ‘religare’, of ’terug-verbinden naar God’, met name naar een weg buiten onszelf. Daar lijkt een einde aan te komen. De weg is nu meer naar binnen, dus als reis in onszelf. Er is een ‘shift’ gaande van geloof naar ervaren, van religie naar religiositeit, van schuld naar genegenheid, van angst naar liefde en van dogma’s naar waarden en bewustzijn. Kortom de oproep onszelf te bewegen om zo de wereld in beweging te brengen. Of in de woorden van Gandhi: ’Zelf de verandering te zijn, die we voorstaan’. Daarbij stoppen we tevens met het te veel in tegenstellingen denken: licht versus donker, goed versus kwaad, man versus vrouw. Het ‘dualiteits-bewustzijn’ maakt plaats voor ‘eenheidsbewustzijn’. We worden zo echt mens, wel individu maar tegelijk deel van het geheel. Lange tijd hebben kerken de ontwaking van de goddelijkheid in ons miskend. Denk ook aan weer opkomende bovennatuurlijk lijkende zielsgaven als ‘kracht van de gedachte’, ‘innerlijk weten’, helderziendheid, ‘witte magie’, (zelf)-heling etc. Dingen waarmee we ons ego overstijgen. Socioloog Paul Heelas spreekt inzake dit nieuwe bewustzijn voor West- Engeland van een ‘spirituele revolutie’, die hij vooral buiten maar ook ietsje binnen de kerken signa-leert. VU-onderzoekster Joantine Berghuis ontdekte recent dat laatste ook voor ons land. En Marianne Williamson ziet zelfs ‘een spirituele renaissance door de wereld gaan die sommigen belachelijk maken, velen omarmen, maar door niemand tot stil-stand is te brengen’. Zweverig? Nee. Dan zouden Paulus, alle mystici en ook Jezus ‘zweverig’ zijn. Ik bepleit een dialoog van kerken met kopstukken uit deze beweging.
Religies zijn trouwens onderhevig aan de kosmisch wet, dat alles ‘vergankelijk en een voortzetting’ is. Religies vervulden behalve het maken van de nodige fouten een nuttige functie om de mens te helpen na zijn incarnatie als ziel op aarde. Maar nu het accent komt te liggen op spiritualiteit en mystiek, lijkt een middelaarsfunctie van een instituut minder nodig. Men kan nu rechtstreeks contact hebben en beleven met de Oerbron. Zijn kerken ‘vergankelijk’? Ja, maar dan tegelijk ook ‘voortzetting’, zij het wellicht in een andere vorm. Individualisering is een proces, dat bij deze evolutie lijkt te passen. Kortom een evolutie, waarbij de mens, zich bewust van zijn goddelijke kern, al tastend en struikelend autonoom wordt. Menswording impliceert, behalve vrijheid, de moed te hebben om het religieuze en de wijsheid in jezelf te zoeken. Niet alleen om troost te vinden, maar vooral om te leven vanuit de innerlijke Bron. Dus in plaats van geloven, veeleer gaan leven vanuit innerlijk weten. En zo ontdekken dat we al meerdere keren op aarde waren. En vooral dat we vrij worden als mens via het gaan van onze innerlijke weg, zonder dat een externe autoriteit ons daarvan afhoudt, een weg waarbij zelfkennis, mystiek, liefde en zielenkracht hoge ogen gooien.
Bent u niet te optimistisch als het gaat om de ‘betere’ mens van nu?
Bij een ‘geestelijke evolutie’ gaan processen van vernieuwing en al of niet tijdelijke regressies soms hand in hand. Als ik zeg, dat de moderne mens de goddelijke vonk in zich gaat ontdekken, hij als ziel ook meer werkt aan ‘ik-overstijgen’ of als een soort mysticus meer te rade gaat/zal gaan bij de Bron in z’n hart, dan schets ik een trend. Een trend, die hoopvol maakt, ook al kan ‘oud denken’ er nog lang gelijke tred mee houden. Dat we vandaag minder spreken over de mens als ‘zondig’ en klein, maar meer over diens zielskracht, authenticiteit en individualiteit, vind ik positief. Maar als ik in de media hoor van oorlogsgeweld of van de wreedheden, die in Syrië en Irak worden begaan, dan maakt mij dat niet blij. Ook, als ik de context van de Arabische Lente als verlate Democratische Revolutie, die bij ons in 1795 begon, meeweeg. Maar ik word er niet angstig door. Dit omdat een negatief bewustzijn het negatieve aantrekt, en ook omdat processen soms regionaal verschillen. Als historicus en socioloog en vanuit de perceptie dat de Geestelijke Wereld – de ‘Impliciete Orde’ volgens kwantumfysicus David Bohm (‘tweede Einstein’) -, ‘ons draagt’, is het goed de evolutie van de mens te bezien vanuit macro perspectief. Hoe het heel vroeger was weet ik niet, maar ontdekte wel dat mensen in de tijd van de mysteriescholen, reeds psychologische lessen kregen, hoe met zichzelf en de ander om te gaan. Daarna lijken de grote religies wat minder te hebben gefocust op het coachen van mensen in hun innerlijke transformatie. Het christendom ook niet zo voor een deel, lijkt het, mede door het dogma van het ‘bloed van Jezus’ als delging van menselijke schuld. We zien niettemin een minder gewelddadig menstype ontstaan, mogelijk als gevolg van de reïncarnatie, dat onder ons een steeds groter aantal (al meer innerlijke gegroeide?) ‘oude zielen’ geeft. Hoe dit ook zij, een Harvard-onderzoek van Steven Pinker toonde in 2014 aan dat wij in het bestaan van onze soort vandaag in de ‘meest vreedzame tijd ooit, leven. Hij onderzocht het geweld in de wereld, inclusief dat van oorlog en van moorden in grote steden en kwam tot de conclusie, dat dit vanaf de Middeleeuwen bijna elke eeuw en recent ook elke 25 jaar minder is geworden. Hans Achterhuis zegt in zijn boek ‘De kunst van vreedzaam vechten’ hetzelfde. Pinker deed ook nog atti-tudeonderzoek en concludeert, dat empathie en zelfbeheersing hoog scoren en zeker hoger dan sadisme en wraak. Gaan we dus toch in de richting van een ‘beter’ mens?
Merkt u van die ‘nieuwe spiritualiteit’ iets in Afrika en Azië?
In Afrika, waar de mens meer vanuit z’n hart leeft dan bij ons, is de geloofsbeleving minder verstandelijk. Die spiritualiteit, dus als ‘ervaren en toepassen van religie’, zoals ik het wel definieer, was er in wezen altijd al. Ik herinner me dat een Afrikaanse pastor van de zwarte Nederduits-gereformeerde kerk in Z.A. tegen me zei: “In onze blanke zusterkerk hebben ze het altijd over Woord en Belijdenis, terwijl wij in de diensten proberen God te voelen, ook via het zingen en soms ook via het dansen. Beleven is bij ons waar het om gaat”. Zodra de religie te institutioneel en te veel van bovenaf bestuurd wordt, loopt men weg. Ook in Afrika. Tevens in Sri Lanka zie ik dat, ook al is daar bij boeddhisme de institutionalisering minder sterk.
Komt ‘nieuwe spiritualiteit’ ook bij andere religies op?
Ja, je ziet dat ook bij andere religies, maar dan meer in de vorm van mystiek, zoals het soefisme en kabbala en ook via o.a. mindfulness, yoga, qigung en meditatie als nieuwe meer ‘Aziatische vormen’ van spiritualiteit bij ons.
U gelooft in reïncarnatie?
Ja vanuit innerlijk weten. Reïncarnatie was 2000 jaar terug trouwens vrij universeel. Ook Jezus dacht met zijn leer of visie in die termen, dus dat de mens een goddelijke kern in zich heeft en dat wij hier als ziel tijdelijk zijn om te leren en om innerlijk te groeien in dit en in volgende levens. Hij verwees bijvoorbeeld Nicodemus naar zijn innerlijke reis via de term ‘wedergeboorte’. Hij bedoelde dit als concept voor inner-lijke groei. Maar dat is vooral functioneel, als je, wat wel wordt vergeten, daarin de visie van de rol van de ziel betrekt, diens rol in het lichaam als zijn tijdelijk voertuig. Later werd reïncarnatie voor de kerk een onderwerp van discussie, met als gevolg, dat dit op een concilie door het misverstand, als zou dit idee in de joodse religie weinig voorkomen, helaas in de ban is gedaan. Het paste niet bij de kerkelijke, de mens klein makende, erfzondeleer. Zowel reïncarnatie als het positieve mensbeeld van Pelagius zijn vandaag weer terug. Volgens de postmoderne spiritualiteit maakt de mens zeker fouten en vergissingen maar is hij niet per definitie slecht en zondig. In of via zijn hogere Zelf is de mens goed. Hij kan kiezen: luisteren naar zijn ego-stem of naar zijn (goddelijke) innerlijke stem. Als we dat laatste meer doen, zien we in dat de ziel in het lichaam op ons wacht en wij op de ziel in ons wachten.
Dr. Hans Feddema is oud-universitair docent antropologie, publicist, kenner van Gandhi en initiatiefnemer van het Filosofisch Café Leiden.