Civis Mundi Digitaal #33
Inleiding
Toen ik enige tijd geleden een Nederlander vertelde over de Belgische fiscale druk, de grendelgrondwet en het feit dat voor een Franstalige zetel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers minder stemmers nodig zijn dan voor een Vlaamse, keek hij verwonderd op en zei me: “ha, zit dat zo bij jullie?”
Vele Nederlanders zien België gewoon als het zuidelijke buurland, waarvoor ze vaak enige sympathie tonen. Ondanks de nabijheid hebben ze echter veelal geen weet over het feitelijke reilen en zeilen in België.
In wat volgt zal ik trachten aan te tonen dat het in België heus niet allemaal rozengeur en maneschijn is en dat België weliswaar een staat is, maar wel uit twee landen bestaat. Ik zal ook aangeven dat vooral Vlaanderen worstelt met een verziekte politieke cultuur en tot slot mijn visie geven over wat naar mijn aanvoelen de toekomst zal zijn.
Ik zal alléén ingaan op de toestanden die voor België kenmerkend zijn.
Enkele feiten en cijfers
België mag dan een rijk land heten met een BBP van 44.533 $ per hoofd van de bevolking (14 e plaats op de wereldranglijst), Nederland staat met 48.222 $ [1]op plaats zeven en dus flink op voorsprong tegenover België. Het Belgische overheidsbeslag is net geen 56%. Het totale Belgische BNP bedroeg in 2014 527 miljard $; het Nederlandse 866 miljard $[2]. Nederland heeft 16,8 miljoen inwoners, België zowat 11, waarvan 6,5 miljoen in Vlaanderen. Vlaanderen omvat met 13.502 km2 44,25% van het Belgische territorium. Alle havens ( Antwerpen, Gent, Zeebrugge) liggen in Vlaanderen. Brussel - het fameuze “derde gewest”- is 161 km2 groot, telt 1,1 miljoen inwoners en wordt volledig door Vlaanderen omsloten.
Politiek telt België 150 leden in de Kamer van Volksvertegenwoordigers (de Tweede Kamer in Nederland), waarvan 87 Nederlandstaligen en 63 Franstaligen. Van deze laatsten kan men er 9 ‘verfranste Vlamingen’ noemen. 78 % van de Nederlandstalige Kamerleden behoren tot ‘rechtse’ fracties; tegenover 37% bij de Franstalige[3].
Verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië
Hiermee kom ik bij de verschillen tussen de twee hoofddeelstaten van België.
Eerst wat cijfers. In 2014 waren er in het Vlaams Gewest 3,84% werklozen, in het Waalse 7,67%. In 1995, bijna tien jaar terug, waren de cijfers respectievelijk 4,04% en 7,55%[4].
Wallonië heeft dus al sinds langere tijd een hoger werkloosheidscijfer dan Vlaanderen. Ondanks alle optimistische verklaringen verbetert die toestand er niet, hetgeen tot Vlaams gemor leidt: met slechts 32% van de bevolking is Wallonië verantwoordelijk voor 55% van de Belgische werkloosheid. Daardoor moeten de Vlamingen naar verhouding veel meer in de sociale kas bijdragen. Deze sociale zekerheid is immers strikt Belgisch-federaal gehouden en werd niet, zoals vele materies, gedefederaliseerd.
Vaak hoort men in de discussies dat Vlamingen solidair moeten zijn, omdat die solidariteit ooit omgekeerd zou zijn geweest: van Wallonië naar Vlaanderen. Intussen is bewezen dat deze omgekeerde solidariteit nooit plaats vond[5]. Volgens Eurostat is Vlaanderen verantwoordelijk voor 55% van het Belgische BNP. Rekent men daar Brussel bij, waarvan de economie helemaal met de Vlaamse verstrengeld is en dat zelfs geen eigen luchthaven heeft, komt men uit op 78%. Wallonië levert dus slechts 22% van het Belgische BNP, met 32% van de bevolking.
De beruchte transfers
Men kan dus inderdaad vermoeden dat er grote geldstromen moeten bestaan van Vlaanderen naar Wallonië. Brussel speelt in dit verhaal geen belangrijke rol.
Er werden verschillende pogingen ondernomen om de precieze omvang van deze geldstromen te berekenen.
De cijfers lopen uiteen van 6,16 miljard EUR per jaar[6], over 7,9 miljard naar 8,028 miljard. Opvallend is dat de Waalse universiteit van Namen zelf uitkomt op 7,806 miljard[7]. Al die cijfers houden geen rekening met de overheidsrentelast ( meer dan 100% van het BNP), waarvan Vlaanderen eveneens een onevenredig groot deel ten laste neemt. Alles meegerekend komt men uit op ongeveer 12 miljard EUR per jaar die van Vlaanderen naar Wallonië vloeien[8].
Ter vergelijking: naar de hogere Nederlandse bevolkingscijfers omgerekend komen die transfers op 30,96 miljard per jaar. De Nederlandse defensiebegroting bedroeg in 2013 7,78 miljard. Vlaanderen verliest dus naar verhouding jaarlijks het equivalent van net geen 4 maal de huidige Nederlandse defensiebegroting!
Het gaat bovendien echt niet alleen om geld.
Er is geen politiek maatschappelijk debat op Belgische schaal. De kennis van het Frans in Vlaanderen is erbarmelijk: er is geen motivatie bij kinderen om die taal te leren, want ze verkiezen het Engels, dat ze immers al kennen vanuit de wereld van de “games” en de “smartphones”. In Wallonië kan men zelfs officieel kiezen voor het Engels als tweede taal. TV- programma’s uit Vlaanderen worden in Wallonië nauwelijks bekeken en omgekeerd en men leest elkaars kranten niet. In de geestelijke betekenissenwereld van de Vlaming is het Frans ver weg. Idem dito voor Wallonië.
In Vlaanderen gelden andere regels voor successierechten dan in Wallonië, het onderwijs volgt een andere ontwikkeling, regels voor de aanpak van het Islamitische offerfeest verschillen…
Men kan zo nog lang doorgaan.
Politiek, economisch en mentaal bestaat België uit twee landen, met in het midden een compleet gedenationaliseerd Brussel, waarin Walen noch Vlamingen een rol van betekenis spelen en het Frans voorlopig nog als lingua franca fungeert, maar waar de stemmen om het Engels te hanteren steeds luider klinken.
Politieke scheeftrekkingen
Bij de parlementsverkiezingen van juni 2010 ‘kostte’ een Vlaamse Kamerzetel 43.700 stemmen; een Franstalige 36.600.
Hoewel de Vlamingen 87 van de 150 Kamerzetels hebben, kunnen zij toch nooit een meerderheid vormen van Vlamingen tegen Franstaligen, omdat de grondwet zogenaamde ‘grendels’ heeft ingevoerd. Op zich is het goed dat een minderheid wettelijke bescherming krijgt, maar het wordt een beetje bespottelijk als een taalgroep een ‘politieke alarmbel’ kan luiden omdat ze haar belangen in gevaar acht, als het de kleine Duitstalige groep (70.000 mensen) blijkt te zijn die een ‘belangenconflict’ inroept tegen een Vlaamse meerderheid over een territoriaal geschil op 100 km van het Duitstalige grondgebied. Toch gebeurt zulks. Zo’n ‘alarmbelprocedure’ heeft tot gevolg dat een zaak gedurende verschillende maanden niet kan behandeld worden.
Het zal duidelijk worden dat een dergelijk systeem een verschrikkelijke rem is. Op den duur wordt vrijwel alles onbespreekbaar.
In België, zeggen velen, is alles ‘communautair’. Dat wil zeggen dat geen zaak behandeld kan worden of er zit een kantje aan dat raakt aan de verhoudingen tussen de twee nationale groepen. Een voorbeeld: politici wilden een numerus clausus invoeren bij de opleiding van artsen, maar botsten op een Waals njet. In Wallonië zijn er per 10000 inwoners 21% meer huisartsen dan in Vlaanderen. Voor de specialisten-geneesheren is dat zelfs 35%[9]. Een numerus clausus treft dus vooral Wallonië. Een ander voorbeeld is de beruchte ‘wafelijzerpolitiek’. Die bestaat eruit dat als er in Vlaanderen geld geïnvesteerd wordt, eenzelfde bedrag ook in Wallonië moet besteed worden. Door de defederalisering is deze wafelijzerpolitiek minder pregnant geworden. Doch de hele sociale zekerheid is nog steeds federaal en zoals gezegd is precies dat de plaats van enorme jaarlijkse geldtransfers naar Wallonië. Het gevolg is dat geen enkel onderwerp dat met de sociale zekerheid te maken heeft bespreekbaar is, want altijd weer steekt het geldduiveltje de kop op.
Wat meer is: de uitbetaling van de werkloosheidsuitkering gebeurt door de vakbonden[10]. Per werkloze krijgen ze een bedrag van de Belgische staat als vergoeding voor hun administratieve kosten. Vakorganisaties zijn dus niet alleen geen vragende partij voor grondige sociaaleconomische hervormingen die op termijn zouden leiden tot een drastische vermindering van de werkloosheid - vandaar hun verzet tegen de huidige “rechtse” regering -, maar verhinderen elke financiële openheid, want die zou immers hun eigen lucratieve geldbronnen droog kunnen leggen.
Spanningen
Het spreekt voor zich dat deze feiten aanleiding geven tot veel wrevel. Op dit ogenblik is de zogeheten zesde staatshervorming in volle uitvoering. Deze hervorming beoogt het overbrengen van nog meer bevoegdheden van de federale Belgische staat naar de deelstaten. Hoe meer materies door de deelstaten zelf kunnen behandeld worden, hoe minder geruzie er kan zijn tussen Vlamingen en Franstaligen. Helaas heeft de zesde staatshervorming de geldstromen ongemoeid gelaten. Vlaanderen heeft slechts zeer beperkte fiscale bevoegdheden, hoewel dat helemaal anders zou kunnen. Catalonië bijvoorbeeld doteert de Spaanse federale staat. De fiscale administratieve diensten zelf zijn overigens al vrijwel helemaal gedefederaliseerd. Er bestaat dus nauwelijks nog een technische hindernis om de taart helemaal door te snijden. Maar zoiets zou ertoe dwingen de boeken open en bloot op tafel te leggen, waardoor de geldstromen helder zouden worden. In het zuiden des lands wil men dat niet en ook vakorganisaties zijn er huiverig om.
Het gevolg is dat nu al over een zevende staatshervorming wordt gesproken. De Vlaamsnationalistische N-VA heeft aangekondigd dat na afloop van deze sociaaleconomische overgangsregering, waarvan zij deel uit maakt, deze zevende staatshervorming voluit op tafel zal komen, met als hoofddoel het omvormen van België tot een confederatie.
Verziekte politieke cultuur
Tot nog toe lijkt het erop dat het verhaal over het zuidelijke buurland van Nederland voornamelijk een kwestie is van centen.
Dat is het, doch niet alleen. Er is een problematiek die bij steeds meer Vlamingen van de middenklasse zwaar door begint te wegen en die ik samenvat met de term ‘verziekte politieke cultuur’. Wallonië voelt zich daar kennelijk minder door getroffen.
Enkele voorbeelden zullen veel duidelijk maken.
Uitgeverij Egmont wordt al sedert 2006 geweigerd als lid van de Vlaamse vereniging van uitgeverijen en dit ondanks herhaalde pogingen om daar verandering in te brengen. De uitgeverij brengt naast veelal rechtsgeoriënteerde politieke boeken ook dichtbundels, reisverhalen en streekbeschrijvingen op de markt. Voor de uitgeverij is dit geweigerd lidmaatschap een ernstige domper, omdat alleen uitgeverijen die lid zijn van de hoger genoemde vereniging mogen deelnemen aan de bekende jaarlijkse boekenbeurs in Antwerpen. Een en ander krijgt echter zijn werkelijke betekenis als men weet dat uitgeverij Egmont gelieerd is aan het Vlaams Belang. Die partij, vergelijkbaar met de Nederlandse PVV, wordt overal uit besturen, coalities en colleges geweerd, ook al vertegenwoordigt ze belangrijke aantallen kiezers. Wat een verschil met de PVV die aan een regeringskabinet gedoogsteun geeft! Het Vlaams Belang is opgesloten in een zogeheten cordon, d.w.z. dat niemand ermee mag handelen, op straffe zelf uitgesloten te worden. De uitvinder van dat cordon, Jos Geysels, destijds minister voor de uiterst linkse groene partij, werd voor zijn bemoeienissen met een staatsministerschap beloond: een mooi levenslang pensioen, dat aan andere, verdienstelijke politici geweigerd wordt. Diezelfde Geysels is voorzitter van de Vlaamse vereniging van uitgevers…
Het Vlaams belang wordt steevast extreemrechts genoemd; de communistische partij van de arbeid wordt nooit extreemlinks, doch “links” genoemd.
Wie vragen durft te stellen bij het algemeen geldende verhaal over immigratie en multiculturalisme, ook al zijn die vragen best wel gegrond, mag op algemene afkeuring in de media rekenen. De Antwerpse burgemeester Bart Dewever, die het overigens goed kan vinden met zijn Rotterdamse collega Aboutaleb, zei enige tijd geleden dat de Berbers in Antwerpen moeilijk benaderbaar zijn, omdat ze een erg gesloten gemeenschap vormen. Voor die uitspraak werd hij door de ‘Groene’ partij en de socialisten voor racist uitgescholden en werd hij zelfs voor racisme aangeklaagd, hoewel Dewever slechts een sociologisch feit aanhaalde. De Vlaamse auteur Wim van Rooy, die een erudiet boek schreef waarin hij de ideologische en sociologische grondslagen van het officieel beleden multiculturalisme kritisch benaderde, slaagde er niet meer in een boek te publiceren in Vlaanderen en moet uitwijken naar Nederland.
Ik heb zelf een literaire prijs gemist, omdat drie van de zes juryleden vonden dat ik te rechts ben. Nochtans sta ik op sociaaleconomisch vlak veeleer in het midden, iets wat men in mijn eigen blog kan nalezen.
Wie dat wil kan deze lijst van voorbeelden nog verder uitbreiden. Mijn dochter, die nogal eurokritisch is en als gemeenteraadslid zetelt, kreeg van een journalist te horen dat men inderdaad eurosceptische lezersbrieven weigert af te drukken. Zelf ken ik mensen die uitdrukkelijk de test hebben gedaan: bijdragen die niet passen in het geldende pro-migrantenverhaal of die eurokritisch zijn, verschijnen gewoon niet. Het is opvallend hoe vaak linkse ideologen in de pers worden opgevoerd om de Vlaming duidelijk te maken dat hij worstelt met een racistisch complex. Dat dit complex zou bestaan, werd me door een VRT-journalist met zoveel woorden meegedeeld. Zo werd onlangs aangetoond dat de allochtone arbeidsparticipatie in Vlaanderen naar verhouding te laag is en werd de schuld daarvan maar meteen op het racisme en de dicriminatoire houding van de Vlaming geworpen. Zelf heb ik een kleine sociologische studie uitgevoerd en ik heb dat racisme niet teruggevonden[11]. Toen ik mijn bevindingen naar de hoger genoemde VRT-journalist stuurde antwoordde die me dat ik de dingen verkeerd zag en ik geen ervaring in deze materie heb. Nochtans heb ik meer dan 20 jaar personeelswerk gedaan in het Antwerpse en veel met allochtonen te maken gehad.
Het is duidelijk dat in Vlaanderen de grote trom wordt geroffeld door een kleine, erg linkse minderheidskliek. Hoewel Vlaanderen rechts stemt is zowat de hele pers links. Er zijn echter vele signalen dat mensen deze toestand beu worden. Met regelmaat hoort men mensen verklaren dat precies dàt de reden is, waarom men geen kranten meer koopt.
Het is duidelijk dat zulks onvermijdelijk tot een botsing moet voeren.
En de toekomst?
Deze botsing zal tot een maatschappelijke herschikking leiden. Hoe die eruit zal zien en hoe de botsing zal plaatsvinden, weet niemand thans te vertellen. Maar een toestand van een volk, waarvan de elite een andere kant opkijkt en een totaal andere agenda voert, kan niet blijven duren.
Op staatkundig gebied is de toekomst misschien nog het makkelijkst te duiden.
Het ongenoegen in Vlaanderen over de transfers is groot en verspreidt zich doorheen de brede Vlaamse maatschappij.
Hetzelfde geldt voor de politieke scheeftrekkingen zoals het aantal Vlaamse stemmen dat nodig is voor een Kamerzetel versus het aantal voor een Franstalige. Ook het uitblijven van financiële openheid is in tijden van bezuinigingen onverteerbaar. De recente instroom van grote aantallen vluchtelingen zorgt nog eens voor een hoger niveau van maatschappelijke spanning. Het zijn allemaal thema’s die veel meer dan vroeger tot de normale gespreksonderwerpen behoren[12].
In 2019 komen de transfers op tafel. Het is tekenend dat Minister-President Geert Bourgeois van de Vlaamse Regering een studie laat uitvoeren om deze transfers nog eens zo duidelijk mogelijk in kaart te brengen. Het is even tekenend dat diezelfde Minister-President in de luwte van het politieke geweld werkt aan de uitbouw van een volwaardig Vlaams ministerie van buitenlandse zaken.
Voor vele Nederlanders is het misschien moeilijk te begrijpen, maar het Belgische federalisme is een concurrentieel federalisme. Dat betekent dat de federale Belgische staat niet boven de deelstaten staat, maar dat een deel van de soevereine staatsdaden door de deelstaten worden gesteld. Voor bijv. onderwijs is Vlaanderen soeverein bevoegd en moet het zich schikken naar internationale regels - niet naar Belgische. Vlaanderen kan dus verdragen sluiten en doet dat ook.
Aan de ene kant verspreidt zich dus het ongenoegen over de onvolkomenheden van de Belgische staat in de Vlaamse maatschappij, aan de andere kant wordt in de perceptie van de modale Vlaming Vlaanderen steeds meer ervaren als ‘dé staatsoverheid’: Vlaanderen wordt ‘gewoon’. Vele Vlamingen halen de begrippen België en Vlaanderen gewoon door elkaar. Tegelijk bouwt de Vlaamse regering de Vlaamse staat gestaag verder uit.
Er is nog iets anders en velen hebben dat niet in de gaten. Maar mensen als Jan Jambon en Geert Bourgeois zijn overtuigde vlaamsnationalisten, vooraanstaande leden van een partij die de onafhankelijke Vlaamse staat, lidstaat van een democratische Europese unie, als doel stelt[13]. Jan Jambon is minister van binnenlandse zaken van de Belgische federale regering en Geert Bourgeois zwaait de plak in de belangrijkste Belgische deelstaat. Steven Vandeputte, eveneens lid van de vlaamsnationalistische N-VA is minister van Belgische landsverdediging en Johan van Overtvelt, idem dito, beheert de Belgische staatsfinanciën. Zij spelen nu allen het afgesproken spel: de overheidsfinanciën in evenwicht brengen en arbeid weer lonend maken. Maar deze regering treedt in 2019 af. Wat nadien komt? Bart Dewever heeft nu al aangekondigd wat het gespreksthema in 2019 zal zijn: de confederatie. Het internationale staatsrecht staat de deelnemende staten van een confederatie toe uit te treden. Dàt is de beoogde laatste stap.
Sommigen beweren dat zonder de steun van Europa de Belgische staat nu al zou opgehouden hebben te bestaan. Voor Europa is Vlaanderen immers een onderdeel van België. Dat is echter juridisch niet helemaal correct en het is wachten op het moment dat deze fout van de Europese instanties voluit begint te spelen.
Het valt niet moeilijk in te zien dat Nederland over niet zoveel jaren aan zijn zuidgrens een nieuwe buurstaat zal begroeten. België zal, naar het woord van Bart Dewever, inmiddels verdampt zijn.
Hoe dan ook: ondanks soms reactionair verzet[14] gaat de ontwikkeling onverbiddelijk door. Het is aan de andere kant opmerkelijk dat Laurette Onckelincx, die in de machtige Franstalige Parti Socialiste een centrale rol speelt, gezegd heeft dat als de transfers wegvallen, het voortbestaan van België niet langer hoeft.
En de Vlamingen beginnen net die transfers beu te worden…
En de relatie met Nederland? Dat valt moeilijk te voorspellen, mede door een nog steeds sterke Vlaamse particularistische reflex. Toch valt overal op te vangen dat Nederland voor Vlaanderen de bevoorrechte partner bij uitstek moet zijn.
Hoever dat partnerschap zal gaan, weet ik niet te zeggen. Maar misschien groeit er toch nog iets moois in de Lage Landen bij de Noordzee.
* Jaak Peeters is psycholoog en Vlaams publicist
[1] Bron: IMF, 2009.
[2] Bron: IMF, 2014.
[3] Verkiezingsuitslagen 25 mei 2014.
[4] Bron: OESO. Alle cijfers op basis van de totale bevolking. De cijfers voor Brussel zijn niet mee ingerekend.
[5] Hannes, Juul. De mythe van de omgekeerde transfers, Roularta books, 2007.
[6] Bron: Periodiek, Tijdschrift van de Vlaamse artsenvereniging, juni 2015,
[7] Bron: Grondvest, september 2015.
[8] Berekeningen van Prof. Eric Ponette, 2015.
[9] Bron: Periodiek, o.c.
[10] Voor hun leden. Dat is wereldwijd een unieke situatie.
[11] Jaak Peeters. Vlamingen zijn fatsoenlijke mensen. Pelckmans, 2014.
[12] De doorbraak van de Nieuw-Vlaamse Alliantie als grootste Vlaamse partij heeft deze verspreiding sterk in de hand gewerkt.
[13] Bij de laatste federale regeringsvorming heeft de partij geweigerd deze doelstelling uit haar beginselverklaring te halen, ondanks zware druk.
[14] Vnl. Pavia-groep en B-Plus.