Civis Mundi Digitaal #38
Bespreking van: Gabriël van den Brink (red.), Een ramp die Nederland veranderde? Nadenken over vlucht MH17. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2015.
Bekering tot grote politiek ijdele hoop
De bekende schrijver A.F.Th. van der Heijden is bezig met een roman over die ramp. Eerder verscheen al een belangwekkend boek hierover, met een reflectie op de betekenis van die ramp met vlucht MH17, die plotsklaps boven het oostelijke deel van Oekraïne door een raket geraakt werd, met 298 inzittenden als dodelijke slachtoffers. De meesten waren Nederlanders. Dat boek is tevens een in memoriam aan de Tilburgse hoogleraar Willem Witteveen, een van de dodelijke slachtoffers van die ramp. Op inter- en multidisciplinaire wijze wordt nagedacht over de betekenis voor de Nederlandse samenleving, en begrepen als een forse uitdaging. Onder meer zijn de vragen of we inzichten op het gebied van internationale betrekkingen op zinvolle manier kunnen verbinden met het proces van rouwverwerking, en hoe onderzoek naar de publieke reacties op de ramp te verbinden is met vragen over eventuele vervolging van de daders.
Het boek wordt in- en uitgeleid oor Gabriël van den Brink, redacteur van dit boek en hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde. Als zodanig houdt hij zich in het bijzonder bezig met de vraag hoe maatschappelijke ontwikkelingen zich verhouden tot politieke en bestuurlijke processen. De wisselwerking tussen beide aspecten kwam bij het nadenken over die ramp op de meest uiteenlopende wijze aan bod, zoals in dit boek op treffende wijze uiteengezet wordt. Uitgaande van het open karakter van de geschiedenis, aldus de redacteur, schiet de mogelijke betekenis van die ramp allerlei kanten uit. De titel van zijn inleiding van dit boek luidt dan ook: “Een ramp met vele betekenissen”.
Zijn eerste intuïtieve reactie op de berichtgeving over de ramp is geweest dat we in Europa sinds die ramp meer macht en meer moraliteit moeten ontwikkelen. Meer macht om beter tegenwicht te kunnen bieden aan de gevaren die vanuit het oosten op Europa afkomen. Meer moraliteit om duidelijk te maken dat dit soort gebeurtenissen in strijd is met elke vorm van beschaving. In combinatie zouden deze twee stappen wellicht kunnen zorgen voor een terugkeer van de grote politiek, opgevat als een type politiek waarbij machtsvorming en moraliteit elkaar wederzijds versterken. Achteraf, zo voegt hij daaraan toe, was deze hoop ten dele ijdel. In het slothoofdstuk blijkt die hoop volledig ijdel te zijn geweest. Die hoop vindt namelijk in de andere bijdragen aan dit onderzoek geen enkele weerklank, evenals de vergelijking van deze ramp met 9/11, de terroristische aanslagen in New York en Washington.
De Nederlandse politiek heeft op die ramp op indrukwekkende wijze gereageerd. Maar van een bekering tot grote politiek was geen sprake. Het heeft de Nederlandse samenleving niet veranderd. De Nederlandse politiek blijft veelal steken in kleine politiek. Direct na de oorlog had Nederland, als oude koloniale mogendheid, een unieke gelegenheid die gebruikelijke kleine politiek te ontstijgen bij de dekolonisatie van zijn koloniale rijk. Maar die forse internationale uitdaging werd meer bepaald door kleine binnenlandse politieke overwegingen dan door grote buitenlandse politiek,[1] in tegenstelling tot Engeland, dat zijn koloniale rijk succesvol getransformeerd heeft in de Commonwealth, als voortzetting van de Britse invloed in de wereld.
Naar een tweede Spiltijd?
Al heeft de redacteur met zijn eerste vermoeden of hypothese, dus zijn verwachting van kleine naar grote politiek veel te hoog gegrepen, hij verdient zeker een compliment voor zijn initiatief tot dat onderzoek, en de brede en grondige wijze waarop dat gestalte heeft gekregen. Relevante vragen betreffen de spanningsverhouding tussen macht en moraal waarbinnen de politiek in Europa zich pleegt te bewegen, de crisis in de Oekraïne, de berichtgeving over de ramp in de landelijke dagbladen, een bijzondere bijdrage vanuit de visuele retorica, hedendaagse rouwverwerking naar aanleiding van deze ramp, politieke opinievorming na deze ramp, de rol van internationaal recht bij de ramp, en de mogelijkheid tot vervolging van daders. De rol van de internationale luchtvaart, de rol van politici, geconfronteerd met rampen, crises e.d.
Het boek wordt zoals gezegd afgerond met de vraag of die ramp naar grote politiek tendeert, evenals de voornaamste bevindingen die dit grootscheepse onderzoek heeft opgeleverd. Al vindt de hypothese van een ontwikkeling naar grote politiek geen bevestiging in dit onderzoek, het is niettemin noodzakelijk om groot te denken over politiek, luidt een van de conclusies, evenals de behoefte aan een nieuwe vorm van leiderschap. Geïntrigeerd lees ik in dat slothoofdstuk ook dat we met de opkomst van het mobiele internet, de automatisering van kenniswerk of mogelijke ingrepen op diverse niveaus van het biologisch bestaan (van DNA tot aan het brein) in de nabije toekomst voor een tweede Spiltijd komen te staan, dat wil zeggen, een tijd waarin de mensheid fundamentele veranderingen kan doorvoeren, maar zichzelf ook kan vernietigen. De motoren van de Eerste Spiltijd, die vooral filosofisch en religieus van aard waren, leidden tot een wezenlijke vernieuwing van de manier waarop de mens zichzelf ziet. In de komende tijd zullen technologische vernieuwingen een dergelijke verandering met zich meebrengen. Daar dient zich een enorme uitdaging aan voor politieke leiders. Zij zullen over andere competenties moeten beschikken dan de huidige politici. Intrigerend is dit allemaal. Maar wat is het verband van dit recente onderzoek met de ontwikkeling naar een tweede Spiltijd?
Na de uitzonderlijke gewelddadigheid en daarmee gepaard gaande morele neergang die Europa in de 20e eeuw kenmerkte,[2] is er genoegzame reden niet meer zo hoog van de morele toren te blazen als ook in dit boek gebeurt, en geschokt te reageren op de gewelddadige randen van het Europese continent. Europa heeft zelf zoveel gewelddadige randen in zijn geschiedenis gehad, niet het minst in de 20e eeuw, voordat de EU zich nu kan presenteren als model van mensenrechten, democratie en rechtsstaat. In de voorstelling en interpretatie van de ramp met MH17 valt het op dat men in dit boek geneigd is de toonaangevende voorstelling hierover van Amerika en de EU te volgen. Terwijl er in het eerste hoofdstuk door de redacteur nog probleemloos van uitgegaan wordt dat vlucht MH17 door een stel separatisten in het grensgebied van Rusland en de Oekraïne uit de lucht geschoten is, wordt door een andere medewerker aan dat onderzoek het vermoeden uitgesproken dat het hier om een vergissing gaat.
Er is echter ook een andere interpretatie plausibel, met name die van de Amerikaanse denker en politicus Henry Kissinger. Die neemt het Amerika vooral kwalijk aan te sturen op de dominantie van West-Oekraïne over Oost-Oekraïne. Door dat land op te vatten als onderdeel van de Oost-West confrontatie, dreigt de relatie tussen Rusland en het Westen, in het bijzonder tussen Rusland en Europa, opnieuw voor jaren verstoord te worden. Kissinger gaat hierbij, in lijn met zijn gangbare manier van denken over internationale politiek, kennelijk uit van de prioriteit van geopolitiek boven ideologie.
[1] Zie S.W. Couwenberg (red.), Kolonialisme en racisme: eens normaal, nu omstreden geraakt als politiek incorrect en moeizaam verwerkt Nederlands en Europees verleden, 2016, pp. 9 en 45.
[2] Zie in dit nummer Evaluerende terugblik op twee eeuwen waarin onze moderne cultuur in de westerse wereld als nieuw beschavingstype gevestigd werd.