Civis Mundi Digitaal #39
Sinds de seksuele revolutie van de jaren ’60 en ’70 heeft zich op het terrein van de seksualiteit inderdaad een ware omwenteling voltrokken, met op dit terrein groeiende vrijheid zelf te bepalen hoe men zijn/haar seksualiteit beleven wil, dus loskoppeling van seksualiteit van huwelijk en voortplanting, en liberalisering van het familierecht met erkenning van het recht van eenieder naar eigen seksuele en morele voorkeur te bepalen of en zo ja hoe hij/zij een gezin wil stichten: heteroseksueel of homoseksueel, biologisch of kunstmatig[1].
Via die omwenteling zijn steeds meer seksuele taboes gesneuveld. En nu zien we dat ook lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders, tezamen bekend geworden als LGBT’s en eeuwenlang schuilgehouden en genegeerd, eindelijk erkend raken als gelijkwaardig en gelijkgerechtigd aan hetero’s, althans in de westerse wereld.
Maar er rest nog een seksueel taboe dat ook omgekegeld moet worden, betoogt de Leidse rechtsfilosoof Andreas Kinneging in een opiniebijdrage in de Volkskrant. En dat gaat om een heel grote groep mensen, vele malen groter dan de juist genoemde categorie. Het is een groep die nog steeds doodgezwegen wordt, alsof zij niet bestaat. Dat is de groep van aseksuele medemensen, mensen met niet of nauwelijks seksuele gevoelens, en dus niet in seksualiteit geïnteresseerd. Ik heb zelf zo iemand gekend, en gedacht dat dat iets uitzonderlijks was. Maar volgens Kinneging vormen zij zelfs een meerderheid van de bevolking: 50% van de vrouwen is min of meer aseksueel, en 20% van de mannen. Bovendien verliezen de meeste mensen boven de 50 hun belangstelling voor seks vrijwel volledig. Zo gezien heeft meer dan 80% van de bevolking eigenlijk maar heel weinig zin in en interesse voor seks. Afgaande op de media zouden we denken dat seks een van de voornaamste dingen is in ons leven, maar voor de grote meerderheid geldt dat niet, aldus Kinneging.
Of die cijfers kloppen, weet ik niet. Waar hij ze aan ontleent, wordt niet vermeld. Maar dat de meerderheid van de bevolking aseksueel zou zijn, lijkt me zeer onwaarschijnlijk. Feit is in ieder geval dat die aseksuele medemens niet zo onbekend is als gesuggereerd. Er is een website Werkgroep Aseksualiteit, met ruimschoots informatie over dit fenomeen. Er is ook een club genaamd AVEN, het Aseksuele Voorlichtings- en Ecudatie Netwerk. En ik lees dat de voorzitter van COC overweegt ook deze groep te gaan vertegenwoordigen.
Kinneging van pessimistische en conservatieve denker tot een optimistische vooruitgangsgelover bekeerd
Toen ik de opiniebijdrage van Kinneging las, dacht ik onwillekeurig terug aan zijn belangwekkend en veel geprezen boek uit 2003, getiteld Geografie van goed en kwaad. Daarin distantieert hij zich nadrukkelijk in de geest van de Britse conservatieve denker en filosoof John Grey van de moderne vooruitgangsgedachte. Het antieke en het christelijke erfgoed slaat hij in dat boek hoger aan dan het moderne denken, zoals dat sinds Verlichting en liberale revoluties van de 18e eeuw steeds meer de toon aangeeft. Nu leven we volgens hem in een verlichte tijd, en is dat een groot voorrecht. Het verleden is een schouwspel van onwetendheid, bijgeloof en vooroordeel. In onze tijd zijn die voor het eerst in de geschiedenis allemaal grotendeels uit de weg geruimd. In de rest van de wereld moet deze strijd nog gewonnen worden. Maar dat zal uiteindelijk ook wel gebeuren. De krachten van de vooruitgang zijn niet te stoppen. Dat is een heel ander geluid dan wat Kinneging in juist genoemd boek zo nadrukkelijk betoogde.