Populisme en de politieke beleidsontwikkeling van de PvdA

Civis Mundi Digitaal #42

door Frits Bosch

Afscheid van traditionele achterban

Minister Jeroen Dijsselbloem wijt in Het Financieele Dagblad (15/12/16) de opkomst van het populisme aan financiële crises. Aha! Veel dank dat hij ons dit inzicht verschaft. Even dachten we dat de teloorgang van de traditionele partijen met die partijen zelf te maken had, maar nu weten we dat het een externe oorzaak heeft. Het ligt niettemin toch anders. Het heeft in feite weinig met financiële crises te maken en nog minder met de bekende onderbuik van populisten. Het heeft alles met het beleid van die partijen zelf te maken. Om dat in te zien vormt de PvdA, de partij van Dijsselbloem, een goed voorbeeld. Daarvoor moeten we even terug in de tijd. Begin jaren zestig van de vorige eeuw raakte de verzorgingsstaat goeddeels klaar. Het werk was af. Het imago van de arbeidersklasse als zielige underdog was verdwenen. De arbeiders hadden zich opgewerkt, vooral ook in de dienstensector. Er ontstond zodoende een bloeiende middenklasse van nieuwe ondernemers.

En met hen had ook het partijkader van de Partij van de Arbeid zich verder opgewerkt, gestudeerd en soms zelfs een leerstoel aan een universiteit verworven. Het partijkader ontwikkelde zich tot een elite, een ‘regentenklasse’. Een bekend voorbeeld was de PvdA-coryfee uit die tijd Arie van der Zwan, wiens vader visboer was. Arie zelf was opgeklommen tot hoogleraar commerciële economie en bedrijfsstatistiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In het PvdA-partijkader groeide een zeker dedain en afkeer ten opzichte van de patat etende en sportkleding dragende voormalige arbeidersklasse. “Klootjesvolk” werd het genoemd. De beoogde lotsverbetering van het proletariaat was bereikt. Die verbetering vond mede plaats dankzij de economische groei van onze kapitalistische economie. Het kapitalisme floreerde vooral in de tweede helft van de jaren tachtig en in de jaren negentig.

 

Op zoek naar nieuwe onderdrukten

De socialisten gingen op zoek naar andere onderdrukten: Nieuw Links. Een aantal prominente PvdA-leden kwamen daartoe bijeen. Zij vonden al ras nieuwe onderdrukten in ontwikkelingslanden; landen die volgens hen onderontwikkeld waren gebleven door het kolonialisme. Marxistische filosofie gaf de nodige theoretische onderbouwing aan dat gedachtegoed. De CPN was toen binnen het Nederlandse politieke bestel een vaste waarde, met onder meer huidige PvdA’ers als leden, zoals Paul Scheffer.

Onder de naam Nieuw Links smeedde een groepje PvdA’ers binnen de partij een vernieuwingsbeweging die van 1966 tot 1971 opgeld deed. Initiatiefnemers waren de journalist Han Lammers en de econoom Hans van den Doel. In september 1966 werd het manifest ‘Tien over Rood’ gepubliceerd. De tekst werd geschreven door Hans van den Doel, Arie van der HekReinier Krooshof, Han Lammers, André van der LouwTom PaukaRob de Rooi en Arie van der Zwan.  Een belangrijk programmapunt was de ‘onvoorwaardelijke erkenning van de DDR’. Toen dat ideaal in duigen viel kwam de onvoorwaardelijke steun aan Europese integratie daarvoor in de plaats. De nationale grenzen konden volgens Nieuw Links worden opgeheven, Europese grenzen zouden daarvoor in de plaats komen.

Een ander programmapunt was de PvdA niet te laten deelnemen aan een regering, tenzij vaststaat dat de ontwikkelingshulp twee procent van het nationale inkomen bedraagt. Er moest geld naar de arme mensen daar, vooral ook omdat wij mede schuldig zijn aan hun achterstelling vanuit ons koloniale verleden. De hongerende kindertjes in Biafra verschenen veelvuldig op onze tv-schermen. Nieuw Links sloeg aan: de optiek van de PvdA verschoof van ‘benauwde en kortzichtige’ binnenlandse belangen naar de belangen van onze medemensen in het buitenland: “wij hebben het immers hier zo goed en zij zo slecht”. Voortaan was de rode kleur van de PvdA gekoppeld aan de ontwikkelingsproblematiek, de onvoorwaardelijke steun aan de armen aldaar en steun aan de Europese integratie. De kiem was hiermee gelegd voor het afscheid van de PvdA van haar traditionele achterban.

 

Verzet tegen nieuwe ideologische oriëntatie

Opvallend is dat vele prominente (ex)PvdA’ers zich tegen de nieuwe ideologische oriëntatie keerden. Willem Drees, premier van vier kabinetten, was de eerste. Hij zag tot zijn afgrijzen dat de PvdA een volgens hem volslagen verkeerde richting insloeg. Hij brak met de partij en stierf miskend. Anderen zijn Hans Janmaat, Pim Fortuijn en Jan Nagel. PvdA icoon Joop de Uyl was een uitgesproken nationalist en kon in feite niet mee met Nieuw Links. Hij werd gedoogd op basis van zijn statuur.

Ondertussen weigert het partijkader, inclusief Jeroen Dijsselbloem, nog steeds deze feiten onder ogen te zien en bij te sturen. De partij kalft af tot een te verwaarlozen omvang. De PvdA zal dit nooit zelf erkennen. Het doet me denken aan het prachtige werk van Daniel Kahneman, de invloedrijke psycholoog en Nobelprijswinnaar, met zijn verklaring van dit verschijnsel: "de ideologie vertroebelt en vertekent de waarneming. Het kán niet waar zijn en dus besluit men dat het niet waar is. Liever de werkelijkheid ontkennen dan haar onder ogen te zien." En zodoende is de PvdA op weg naar een nieuwe electorale tegenslag.

 

Frits Bosch is samensteller en medeauteur van “Waarom haten ze ons eigenlijk?” (dec. 2016)