Civis Mundi Digitaal #42
Bespreking van: Faucon Raphaël de Klyn, Slaap maar. Uitgeverij Kontrast, Oosterbeek, 2016.
In zijn ’verhaaltjes-voor-het-slapengaan’ voor volwassenen neemt Faucon Raphaël de Klyn (1985) de lezer mee in een andere dimensie: de nacht. Daar is geen plaats voor de zorgen van alledag. In deze verborgen wereld verkent hij met gepaste lichtheid filosofische thema’s. Slaap maar, want de sterren houden de wacht. Slaap maar.
"Gedurende de dag worden wij geacht meningen te hebben, ons druk te maken over wat verkeerd gaat en ons best te doen om daar verandering in te brengen. Gedurende de dag zijn onze hoofden gevuld met tobberijen en onze harten met zorgen. En hoe wij ook zwoegen, nooit wordt recht wat krom is. Maar gedurende de nacht treft ons gelukkig niets van dit al, want dan liggen wij in onze bedden, en slapen ... "
De titel van dit boekje roept associaties op met de Hymnen aan de nacht van de Duitse romantische dichter Novalis. Zie mijn nieuwe vertaling in nr 35. Het is echter een heel ander boekje, eveneens heel dichterlijk en romantisch geschreven. Het beschrijft op een sprookjesachtige wijze gebeurtenissen in de nacht en kenmerkt zich door virtuoos, verhalend lyrisch taalgebruik. Een andere overeenkomst is dat de hele natuur en alle dingen bezield zijn. Ze praten met elkaar zoals in sprookjesverhalen. Bijvoorbeeld in Belle en het Beest, mijn favoriete Disneyfilm, praten de kopjes, de theepot en is het hele kasteel bezield.
De rijp zocht een bruid
Het eerste verhaaltje heet bijvoorbeeld Want de rijp zocht een bruid. Het gaat over de rijp die alle planten en dingen bedekt met een witte laag rijp. Het geeft enigszins een kerstsfeer. De rijp zoekt iets of iemand om verliefd op te worden en mee in het huwelijk te treden. Maar koel als hij is, wordt hij niet gauw verliefd. Niet op het gazon, niet op de majestueuze beuk, niet op de late roos. Ook de rododendron kon de rijp niet genoeg bekoren om mee te gaan trouwen. Zelfs bij de maan en de sterren voelde hij niet wat hij wilde voelen: een hartstochtelijke liefde. Tot hij een onbereikbaar schijnsel in de verte ontwaarde, dat heel anders was dan al het andere in de natuur. Hij vroeg aan de beuk en het gazon wat dat schijnsel te betekenen had.
“Het is de zon,” legden zij uit. “Ik wil haar tooien,” zei de rijp, met een sluier van rijp. “Hij tuurde uit alle macht naar het westen, maar meer dan een zwak schitteren, een heel ver weg afnemen van haar gestalte, kon hij niet zien.”
De grote gouden glans die de zon naar iedereen reikt en strooit in overvloed werd in alle toonaarden geprezen en opgehemeld door de rode roos, de rododendron, de beuk en de maan. De rijp kreeg het gevoel waarop hij al zo lang had gewacht: “een verliefdheid die alles lichtvoetig maakt en tegelijk doorpriemt met hopeloze pijn. ’Zon kom terug. Kom naar mij’, riep hij. Maar in plaats van dat de zon naderbij kwam, bleef zij zich maar meer van hem verwijderen...’Zon, een moment! Ik smeek je, een moment!’”
“En terwijl de mensen in hun bedden lagen en sliepen, gebeurde er iets onzichtbaars... De zon glom op, en voor een moment was het helderder in de nacht... met een sier die de maan nooit bezeten had... Toen voelde de rijp hoe pijnlijk ware verliefdheid is. Onmogelijk kon hij haar de sluier geven... Alles in de tuin verloor haar witte glans weer. Diep in de nacht kon hij de rijp weer over alles uitspreiden... Want de rijp zocht een bruid. Slaap maar.”
Dit voorbeeld geeft een voorproefje van 25 verhaaltjes, die uitblinken in ’natuurgevoel’ en alles bezield maken. In dit opzicht doen ze mij denken aan Novalis, maar eenvoudiger en toegankelijker geschreven. Niet zozeer om aan de kinderen voor te lezen, maar zelf te lezen en dan te gaan slapen en te dromen van de prachtige, sfeervolle natuurbeelden die Faucon beschrijft. Slaap maar.
De schrijver
Faucon de Klyn schreef al verhaaltjes toen hij op school zat. Zijn eerste verhaaltje las ik in de schoolkrant van onze kinderen. Het sprong er uit tussen alle ’ongein’ in zo’n schoolkrant. Faucon heeft zich naast schrijven en musiceren – hij is een bevlogen pianist – intensief bezig gehouden met literatuur, filosofie en wat al niet. En niet te vergeten antroposofie en esoterie, zonder dat hij ergens bij is aangesloten. Op zijn Engels zou men zeggen: ’He is very much his own man’. Een autodidact die een onderwijzersopleiding heeft gevolgd, maar vooral pianoles geeft.