Herfst- en wintergedichten

Civis Mundi Digitaal #42

door Piet Ransijn

Opgedragen aan de inmiddels 91-jarige Wim Couwenberg

 

 

Een licht in de winter                   2017 02 02 Na kerstmis en nieuwjaar

                                                     na lezing van Marten Toonder, Een heer vertelt

Een wonderlijke ziel

die op de aarde viel

Verlangend naar het licht

het hoofd omhoog gericht

maar in verbinding met de aarde

op zoek naar blijvende waarden

 

Alsof hij hier niet thuishoort

beweegt hij zich soms voort

al is er niemand die dit ziet

Hij verlaat zijn post nog niet

wil een tijd op aarde blijven

en zich aan de aarde wijden

 

Zolang we nog van waarde zijn

als wij op deze aarde zijn

en aan de mensen die er leven

zorg en inzicht willen geven

is het de tijd niet om te gaan

en naar een lichter land te gaan

 

Opgeslokt door de materie

lijken weinigen geraakt

door wonder en mysterie

die een ieders leven raakt

Ieder heeft zijn weg te gaan

door dit belaagd bestaan

 

 

Velen gaan door het leven

als een geestloos wezen*                               *Zie Marten Toonder, Een heer vertelt

Van vele kanten belaagd

door taken uitgedaagd

Het wereldse bestaan

kent zo zijn eigen waan

 

Er is een innerlijk weten

dat in zijn diepste wezen

niemand is vergeten

Het is slechts afgesneden

door een laag van stof

die ons op aarde trof

 

Het is geen leeg bewustzijn

maar een diepe grond van Zijn

die ieder mens en ding verbindt

waar alles steeds opnieuw begint

die scheppend zich verheft

en zijn werkzaamheid beseft

 

Levenstaken zijn gerijpt

in een bewustzijn dat begrijpt

zich kent als onderdeel

van een veel groter geheel

Door dit geheel gedragen

laat het zich niet belagen

 

Verbonden met het hemelgewelf

staat het niet slechts op zichzelf

Een nooit vergeten innerlijk weten

heeft zich van zijn taak gekweten

en wordt in ons weer aangeboord

in woord en beeld gehoord

 

Er is een licht dat in ons daagt

steun geeft als je erom vraagt

veelal nog verduisterd en verhuld

in enkelen verguld, met goud omhuld

als bij het pasgeboren kind

dat heel de mensheid bemint

 

We gaan samen naar dit licht

dat ieder mens verlicht*                                 *Johannes 1:9

en voorbij leed en droefenis

in ieder mens aanwezig is

als liefderijk gegeven

dat een mens doet leven

 

Een zachte liefdeskracht

die licht en vreugde bracht

en in de winter van het leven

licht zal blijven geven

   

Het geheim                2016 12 14

 

Ieder mens heeft een geheim

Het is ons diepste zijn

Dat wat je eigenlijk bent

wat niemand kent

 

Het is als een wonder

niet te doorgronden

Het mysterie ligt

buiten ons gewone zicht

 

Wij kunnen niet komen

waar goden wonen

in hun eigen licht

dat ieder mens verlicht

 

Waar wijzen wonen

en ook wij ooit komen

in ons eigen licht

op de hemel gericht

 

Het blijft bestaan

als wij vergaan

Hetzij dood of levend

wij zijn ermee gezegend

 

Andreas Schelfhout (1787-1870), Winterlandschap (detail); Echte Winters, Teylers Museum, zie onder

 

In de winter van het leven   2016 12 30 Oud jaar-gedicht: donkere, mistige dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar

 

Het leven heeft zijn toppen en dalen

Een gure wind waait door de donkere dalen

Er lijkt geen leven meer aanwezig

Mensen houden zich met overleven bezig

 

Het is donker, eenzaam kil en koud

alsof geen mens meer van je houdt

Het lijkt alsof de dood je al komt halen

zoals hij een paar dierbaren kwam halen

 

We zitten in de winter van het leven

Je vraagt je af: waar is de zin gebleven?

Op veel plekken heerst de dreiging van de dood

Veel mensen vluchten weg in hoge nood

 

In alle streken waar ze zijn geweest

heerst stress en vijandschap en vrees

Overal zijn bange en bedreigde mensen

die voor zichzelf het beste wensen

 

Er zijn ook mensen die dit overstijgen

en zich naar een ander laten neigen

in het besef dat wij de aarde delen

met wensen en behoeften van heel velen

 

Geleidelijk komt er hopelijk meer licht

Wordt het leven weer meer positief gericht

Blijft het niet steken op een dieptepunt

Blijkt een nieuwe cyclus nog gegund

 

Een nieuw begin, een nieuwe fase in het leven

waarbij weer nieuwe kansen zijn gegeven

Het prille voorjaar komt er weldra aan

Er daagt weer licht in het bestaan

 

Het donkere dieptepunt is tijdelijk

De troosteloze dagen lengen geleidelijk

Aan de verre horizon gloort nieuwe hoop

Het nieuwe jaar neemt weldra zijn beloop

 

Het oude wordt gelouterd achter ons gelaten

Wij bezinnen ons op nieuwe goede daden

Talloze problemen zijn nog levensgroot

Nog vele medemensen zijn in grote nood

 

Onwetendheid heerst levensgroot

Overal hangt nog de dreiging van de dood

Zelfzuchtigheid gevoed door angst regeert

Haast iedereen denkt aan zichzelf het eerst

 

Een enkeling denkt inclusief

en heeft een ander lief*

zoals hij ook zichzelf liefheeft

vanuit de bron die leven geeft*

 

*Naar Matteüs 22:36-40; Marcus 12, 28b-34: De Farizeeën vroegen Jezus wat het hoogste gebod in de Wet was om Jezus op de proef te stellen, was zijn antwoord: "Heb God, lief met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat".

*Fons vivus, ignis, caritas: Bron van leven, vuur en liefde: Veni Creator Spiritus, regel 7.

Latijns gezang van Gregorius de Grote, paus van 590 tot 604

 

Andreas Schelfhout (1787-1870), Winterlandschap

 

Door een donker dal               2017 01 05

 

Veel mensen zijn nog te beklagen

geschopt, gescholden en geslagen

zodat het nauwelijks was te dragen

 

Velen werden op hun hart getrapt

werden door beproevingen getart

maar telkens toch weer opgelapt

 

Lopend langs een steile rand

door leed en spanning overmand

in een onafzienbaar eenzaam land

 

Door een leeg en donker tranendal

in een onmetelijk leeg heelal

gevangen in een soort van zondeval

 

 

Soms kwamen zonder het te vragen

anderen hun lasten helpen dragen

Ze zagen hoe zij waren aangeslagen

 

Dat het zo niet langer verder kon

Er kwam dan weer een sprankje zon

waardoor er weer iets nieuws begon

 

Nieuwe kracht en nieuwe liefde

welde op uit stille diepten

die open wonden helen lieten

 

Donkere dagen zullen wijken

mist en nevel gaan verdwijnen

wanneer de zon gaat schijnen

 

 

Achter zwarte bergen gloort een licht

Warme stralen treffen ons gezicht

Het ’Licht dat ieder mens verlicht’

 

Soms dreigt een mens de aarde te verlaten

Al het strijdgewoel daar maar te laten

en al het pogen om er nog iets van te maken

 

Het is de tijd nog niet om weg te gaan

Een nieuwe morgenstond breekt aan

Wellicht het einde van de waan?

 

En het begin van nieuwe liefde

die opwelt uit een eindeloze diepte

voor een blijvende en eeuwige geliefde

 

Na lezing van de autobiografie van Marten Toonder tijdens de donkere dagen

 

 

Het stille wonder                  2016 12 12

 

In de donder en de regen

als de wolken zich ontladen

en stormen geselen de aarde

dan valt het leven even tegen

Wat heeft het nog voor waarde?

Je gaat dan bij jezelf te rade

 

Als de zon ons weer verwarmt

lopen mensen weer gearmd

Het leven is weer pais en vree

en het valt eigenlijk wel mee

 

Door geroffel en gedonder

raakt ons oor verstoord

Wordt het stille wonder

nauwelijks meer gehoord

dat wij in ons hart bewaren

in ons trilt met tere snaren

en in liefde wordt geboren

 

Jammer dat we dat niet horen

Is het dan geen wonder

als je van een ander houdt

en in regen, bliksem, donder

dat ook toevertrouwt?

 

Marten Toonder Sr.

 

De kapitein              2016 12 13 Geïnspireerd op mijn vader en de vader van Marten Toonder*

                                   Saevis tranquilis in undis: rustig te midden van woeden golven, Willem van Oranje

Als zware dagen

hem belagen

blijft de kapitein

gevestigd in zijn Zijn

 

Als de zee verbolgen

is, woedende golven

slaan over het dek

in het ruim is een lek

 

Er dreigt muiterij

Het schip maakt averij

Wordt het verzwolgen

door kolkende golven?

 

Het hangt overzij

bij kerend getij

Toch blijft de kapitein

gevestigd in zijn Zijn

 

Hij lijkt onbewogen

en blijft erin geloven

Hij staat op de brug

en kan niet meer terug

 

Hij buigt zijn hoofd

Er is nog hoop

Hij slaat een kruis

en denkt aan thuis

 

Het wordt rustiger weer

Golven gaan minder tekeer

De bemanning doet zijn werk

Het schip blijkt erg sterk

 

Het kan ertegen

op hoop van zegen

Gaat weer naar huis

Het veilige thuis

 

*De zee is vrouwelijk: mare, mater, Maria: de Sterre der zee

en symbool voor het onbewuste met alles wat erin rondzwemt

Het schip is het lichaam, het voertuig van de ziel

De kapitein is de leider, het Zelf, de innerlijke bestuurder

 

 

God heeft allen lief                2016 12 12

 

Het leven is een evenwicht*              *Zie bijv. Marten Toonder, Een heer vertelt over  Taoïsme, Yang en Yin

van duisternis en licht

van negatief en positief

en God heeft allen lief

 

Ook het ongerijmde

is deel van het zijnde

Is het evenwicht verstoord

dan wordt er gemoord

 

Een goddelijke kern

ligt diep in ieder mens:

een zachte vlam

die in ons kwam

toen wij op aarde kwamen                 *Zie Bloem en Komen, Ziel en geest. De weg van de zonnevonk

en een lichaam namen

 

Mondaine aardse zaken

kunnen onze kern niet raken

Wat men doet en zegt

het oordeel goed of slecht

het is allemaal relatief

en God heeft allen lief