Orthodox versus open: De islam en de moderniteit

Civis Mundi Digitaal #43

door Patricia van Bosse

Reactie op de bespreking van het laatste boek van Paul Cliteur door Folkert Jensma.  

Is er werkelijk een culturele oorlog aan de gang met de securalisatieresistente islam vergelijkbaar met de strijd tegen het communisme en fascisme? Dit stond in de kop boven de bespreking van het laatste boek van Cliteur in het vorige nummer van CM.

De islamdiscussie is al enige jaren aan de gang. In Nederland vanaf de tijd van Pim Fortuyn. Als ik nog steeds niet bang ben geworden voor islamisering, is dat dan omdat ik wegkijk en deze kwestie niet wil benoemen? Of omdat ik politiek correct denk en bang ben gematigde moslims te discrimineren? Of hebben de argumenten dat wij de westerse waarden van de moderniteit moeten inleveren door de aanwezigheid van moslims mij misschien niet overtuigd?

Laat dit duidelijk zijn: tegen radicale moslims die bereid zijn terroristische aanslagen te plegen moeten maatregelen genomen worden. Daar zijn uiteenlopende politieke stromingen het over eens. Het is waar dat Geert Wilders beveiligd wordt omdat hij kritiek op de islam heeft geuit, dat cartoonisten aangevallen zijn. Het is ook duidelijk dat een grote instroom van vluchtelingen en migranten die vaak uit islamitische landen komen, ons voor praktische problemen stelt.

Een realistische en open blik staat bij mij hoog in het vaandel. Standpunten wil ik kritisch bekijken en nieuwe informatie op zijn merites beoordelen. Ik ben me bewust hoe filters werken. Maar een dergelijke kop doet mij steigeren! 

 

Generalisering

Ten eerste de generalisering ’de islam’. In het artikel van Folkert Jensma en de inleiding van Couwenberg wordt gesproken over het gewelddadige islamisme. Daarbij denk ik aan groepen als IS, Al Quaida, de Taliban en andere die minder bekend zijn.  Als we ons tot deze groepen beperken kan ik me iets voorstellen bij het gebruik van het woord oorlog in de titel van de bespreking.

Echter als de schrijvers deze groepen laten overgaan in ’de islam’ en daarmee kennelijk de 1,6  miljard mensen (Wikipedia) bedoelen die zich moslims noemen, dan heb ik daar grote moeite mee. Er zijn nogal wat verschillen onder deze mensen van allerlei etnische achtergronden, die in zeer verschillende streken leven.

De islam kent bovendien geen centraal gezag. Vanuit een centrum is er geen ’juiste interpretatie’ gegeven. Er zijn aan de ene kant van het spectrum de gewelddadige extremistische moslims. Aan de  andere kant is er de mystieke, universeel ingestelde Soefi beweging. En er zit van alles tussenin, zeer vrijzinnige tot zeer strenge vormen van de islam. (zie eerdere artikelen in CM van P. Ransijn en van H. Komen )

 

Taalmanipulatie

Wat ik kwalijk vind is de associatie van ’de islam’ met iets negatiefs zoals fascisme. Dit is een voorbeeld van taalmanipulatie. Het is niet door wegkijken of uit politieke correctheid dat ik dit geen manier van doen vindt.  Het is inspelen op angst en dat bevordert de redelijkheid in de discussie in de maatschappij niet. Daar wordt, denk ik, terecht veel waarde aan gehecht in de moderniteit, waarvan Civis Mundi toch een pleitbezorger is. 

 

Theoterrorisme

Paul Cliteur gebruikt de term theoterrorisme en lijkt daarmee te willen zeggen dat de belangrijkste motivatie van de terroristen voortkomt uit hun godsdienst, de islam. Dat de islam een rol speelt, is buiten kijf. Hij heeft echter weinig oog voor de sociale en culturele aspecten die ook de motivatie van de geradicaliseerden bepalen.

Een kenmerk van de islam dat vaak als bezwaar wordt genoemd, is dat er geen scheiding is tussen religie en politiek. Daarom zou je evengoed een ander frame kunnen gebruiken en benadrukken dat de geradicaliseerde aanslagplegers politiek actief zijn. Volgens sommigen is dat in veel gevallen dichter bij de waarheid.

Een internationale hulpverlener die ik goed ken en die drie jaar in Afghanistan heeft gewerkt en de lokale situatie van nabij heeft meegemaakt, stelt dat de motivatie van de Talibangroepen sterk nationalistisch is en dat tribale machtsverhoudingen een belangrijke rol spelen.

Ook spelen voor deze en andere terroristische groepen financiele zaken een rol. De Taliban en ook IS betalen hun vechters gewoon meer dan het reguliere leger. Dat er een causale relatie zou zijn tussen islam en terrorisme is als je iets preciezer kijkt een vertekenende simplificatie.

 

Fundamentalisme

Een diepere en meer realistische analyse van de motivatie van de terroristische groepen lijkt mij dat fundamentalisme een reactie is omdat de oude houvasten wankelen en men zich daardoor meer vastklampt aan een extreme uitleg van een ideologie. Men zit zo knel dat men ook bereid is tot geweldadige reacties.

Volgens Armstrong [1] is fundamentalisme een tegenreactie op snelle verandering, bedreiging van secularisatie en modernisering die het oude houvast doet wankelen, waardoor men geneigd is zich daar mee aan vast te klampen met alle gevolgen van dien, inclusief geweldadige reacties.

Ook de socioloog Wilterdink, Samenlevingen (2007, p 153) e.a. veronderstellen een verband tussen moderniseringprocessen en islamitisch fundamentalisme. Dit wordt bovendien gevoed door het Israelisch-Palestijnse conflict, waarin het Westen een dubieuze rol speelt, zoals door Civis Mundi eerder uitvoerig is toegelicht. Dit impliceert dat het oplossen of in minder gewelddadige banen leiden van dit conflict  noodzakelijk zou kunnen zijn om dit fundamentalisme een halt toe te roepen of te mitigeren.

“Maar dit conflict is daar voor nog niet de verklaring. In het algemeen kunnen deze [fundamentalistische] bewegingen begrepen worden als verzet tegen westerse economische en politieke en vooral ook culturele dominantie. Ook hangen ze waarschijnlijk samen met de verzwakking van traditionele lokale bindingen ten gevolge van moderniseringprocessen – verstedelijking, industrialisering, toenemende mobiliteit – die niet gepaard gaan met duidelijke economische verbeteringen. Bij zulke ingrijpende, vaak desoriënterende veranderingen kan strikte godsdienstigheid  een nieuw houvast geven. De groei van strenge en militante vormen van islam onder sommige migrantengroepen in europa kan eveneens in dit licht worden begrepen,”

aldus Wilterdink c.s. (p 153). Dit geeft een meer genuanceerde sociologische onderbouwde visie van deze zogenaamde culturele oorlog, waarbij meer adequate verbanden worden gelegd en veklaringsgronden worden gegeven.

 

Universele kenmerken van de islam

Moslims beroepen zich op de Koran als het woord van God. Net als in het Oude Testament staan er gewelddadige verzen in. Veel van wat als bezwaar tegen de islam genoemd wordt, is er te vinden. Het staat vol tegenstrijdigheden. De meerderheid van de verzen roepen echter op tot het goede. Vrijwel alle verzen beginnen met het stellen dat Allah een God is van barmhartigheid en compassie.

De ontstaansgeschiedenis van de islam is anders dan van het christendom. Mohammed was naast profeet ook een staatsman die de verschillende stammen heeft verenigd in de 7e eeuw. Dat ging gepaard met strijd. Van deze ontstaansgeschiedenis zijn sporen terug te vinden in de Koran. Het maakt begrijpelijk dat de islam behalve voorschriften voor het gewone leven er ook een aantal kent voor het politieke leven.

De Afghaanse familie voor wie ik taalcoach ben, heeft een vers uit de koran aan de muur hangen. De betekenis is dat mensen opgeroepen worden liefdevol en goed te zijn zonder onderscheid des persoons, voor alle levende wezens, de hele aarde, ook voor vrouwen, homosexuelen en niet moslims. Dit is voor hen waar de islam over gaat. De Taliban, waardoor zij hun land en familie hebben moeten achterlaten, vinden zij niet islamitisch. Zij verklaren het gedrag van de Taliban als politiek en cultureel bepaald.

Zij zijn niet de enige moslims met dergelijke opvattingen die ik heb ontmoet, naast geseculariseerde mensen uit een moslimomgeving. Het is geen representatieve steekproef, dus we kunnen dit niet generaliseren. Maar er blijkt uit dat het mogelijk is dat moslims seculariseren, dat ze heel open kunnen zijn en universele waarden aanhangen die niet in conflict zijn met onze moderne waarden.

 

De Gouden Eeuw van de islam

Nogmaals wil ik het al vaak genoemde argument noemen tegen het reduceren van de islam tot  een premoderne en tot gewelddadigheid neigende religie, zoals ook al eerder is gedaan in Civis Mundi. In de vroege Middeleeuwen was de islamitische wereld een open, kosmopolitische beschaving met Bagdad en Cordoba als bloeiende centra van kunst, filosofie en wetenschap.

Opmerkelijke resultaten werden geboekt in de geneeskunde, geografie, astronomie en wiskunde. De term algebra is bijv. van arabische herkomst. Het woord algoritme is afgeleid van de naam van een perzische wiskundige. Tot in de 15e eeuw stonden  Europese wetenschappers in de schaduw van hun islamitische collega’s, van wie ze veel hebben overgenomen. Vanaf de 11e eeuw wordt de islambeschaving geplaagd door een lange reeks invasies, van Mongolen, Berbers, Seltsjoeken en niet te vergeten Europese kruisvaarders, die met buitensporig geweld in het Heilige Land hebben huisgehouden. Als gevolg daarvan keerde de islambeschaving zich naar binnen en richtte zich meer op spirituele waarden, stelt Floris Cohen in De herschepping van de wereld. Daarin onderzoekt hij waarom de wetenschap zich in Europa verder heeft ontwikkeld en niet in islamitische of Aziatische culturen.

Cohen denkt dat zonder genoemde invasies een wetenschappelijke revolutie in de islamculturen mogelijk was geweest. Er is geen reden waarom de moderne wetenschap onverenigbaar zou zijn met de islam. Cohen: ‘Het is wel degelijk mogelijk de Koran niet letterlijk te interpreteren, in de geschiedenis zijn er talloze mensen die dat hebben gedaan.’ [2]

Secularisatieresistent?

Is secularisatie het uiteindelijke doel of resultaat van de ontwikkeling van een cultuur?  Dat sommigen in hun leven het proces van zich losmaken van een benauwende religieuze opvoeding hebben doorgemaakt (religieuze dwingelandij) maakt het in hun geval begrijpelijk dat ze veel affiniteit hebben met een geseculariseerde samenleving. Dat geldt niet voor iedereen. Voor anderen was religie eigenlijk iets moois, verbonden met gezamenlijkheid, een positieve sfeer die inspireerde tot goed leven. Voor hen heeft de geseculariseerde samenleving geen goed alternatief kunnen bieden.

Dat er mensen zijn die een voorkeur hebben voor het atheisme kan ik mij goed voorstellen. Maar mensen verschillen en bij velen bestaat de behoefte om zich te verbinden met iets dat de direct waarneembare werkelijkheid overstijgt, om te verhelderen waar men van binnen een intuitief gevoel van heeft. In de huidige tijd is spiritualiteit zeker niet verdwenen en in bepaalde opzichten zelfs groeiend. Het neemt een andere vorm aan dan vroeger, meer persoonlijk en minder gebonden aan kerken of godsdiensten.

 

Orthodox versus open

Waar ik en degenen die zich atheist noemen elkaar vinden, is dat bevrijding van dwang waardevol is, dat openheid en meer universele waarden te prefereren zijn. De tegenstelling die ik zie is niet zozeer tussen religie en moderniteit, maar meer tussen een dogmatische versus een open instelling. Dit onderscheid pakt de tegenstellingen die er zijn op een andere manier op. Het maakt de vraag zinvol of er geen andere routes in de ontwikkeling van een beschaving zijn dan hoe het in de westerse cultuur is gegaan. Het lijkt me heel goed mogelijk dat er ook via de weg van religie, door zich te richten op het goede, een cultuur met universele waarden kan ontstaan. Alle wereldreligies geven daar rekenschap van.

Het is een lang proces geweest voor in het Westen de moderniteit voet aan de grond kreeg. Veel factoren hebben een rol hebben gespeeld, zoals bij alle sociale ontwikkelingen. Er zijn veel oorlogen gevoerd. Ontwikkelingen nemen tijd: er wordt  bijvoorbeeld gesproken over een eerste feministische golf rond de eeuwwisseling van 1900, een tweede in de jaren 60 en 70 van de twintigste eeuw en een derde in de jaren 90. In Engeland is de wet die homosexualiteit strafbaar maakte in 1967 afgeschaft en pas in 1973 werd homosexualiteit geschrapt uit de DSM, het handboek voor psychische afwijkingen, en werd het niet meer als een psychische afwijking beschouwd.

 

Waarden van de moderniteit

De instroom van vluchtelingen en migranten uit premoderne culturen brengt problemen met zich mee. Onder hen zijn veel moslims. Het lijkt me evident dat het niet bijdraagt tot een oplossing van de problemen als er zo negatief op de islam gereageerd wordt. Voor de genoemde groepen is het vaak iets positiefs in hun leven, een houvast, een verbinding met vroeger en met anderen. Religie in het algemeen kan heel positieve functies hebben. Dat geldt zeker voor de nieuwkomers voor wie het leven zo overhoop is gehaald.

Het lijkt me ook in tegenspraak met een houding waarin universele waarden gekoesterd worden om zo generaliserend te spreken over groepen mensen. Universele waarden betreffen toch ook universele menselijkheid? Het in zijn waarde laten van mensen is toch bij uitstek een waarde van de moderniteit? Inderdaad hoeft daar niet de conclusie uit getrokken te worden om probemen toe te dekken. Dit is vaak het verwijt aan links, aan de Gutmenschen. Een reactie die de moderniteit volgens mij meer recht doet is om reele problemen onder ogen te zien en niet de hogere waarden in een cultuur te verloochenen

 

Tot slot

Er is in de sociale werkelijkheid nooit één oorzaak voor een ontwikkeling of een verschijnsel. Het getuigt  van ’intellectuele luiheid’ om te doen alsof dat wel zo is. Het lijkt vruchtbaarder om de problemen met migratie en de islam zoals die ervaren worden, vanuit meer standpunten te bekijken.

De identiteit van mensen is gelaagd. Ze zijn ook altijd meer dan hun religie. Hen vastpinnen op één aspect gaat meer in de richting van een orthodox standpunt dan van openheid. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat het leven sterker is dan de leer. Moslims die hier zijn of komen wonen, willen net als ’de autochtonen’ een goed leven. Ze kunnen veranderen door de omgeving waarin ze zich bevinden. Van zeer velen die hier al enige tijd zijn kunnen we zeggen dat ze geintegreerd zijn.

Is het niet het verloochenen van de waarden van de moderniteit om zo te generaliseren, om een sociaal verschijnsel zo te simplificeren zoals sommigen de islam beschouwen ? We kunnen beter niet met angst en vrees reageren, maar onze creativiteit en scherpzinnigheid inzetten om de integratie van nieuwkomers goed te laten verlopen. Laten we bij onszelf te rade gaan en ons richten op de sterke kanten van onze gemoderniseerde cultuur: redelijkheid, openheid en ook pluriformiteit zijn daarvan essentiele elementen.

 

Noten

 

  1. Karen Armstrong,  Fields of Blood: Religion and the History of Violence 
  1. Zie Floris Cohen, De herschepping van de wereld, pag 75-77