Niet alle moslims zijn radicaal. Reactie op het artikel van Goukens over radicalisering

Civis Mundi Digitaal #50

door Piet Ransijn

Deze reactie sluit aan bij mijn artikel over de botsing van moderne en premoderne culturen over de culturele benadering van Pinto en anderen. Enkele daar behandelde thema’s passeren de revue, die niet genoeg benadrukt kunnen worden gezien de recidiverende stereotypering en negatieve beeldvorming van de islam onder invloed van radicale fundamentalisten.

 

Aversie tegen de islam treft ook in het Westen wonende onschuldige burgers

Iemand vertelde mij over een Marokkaanse moeder die zich steeds minder veilig en minder op haar gemak voelde, vanwege de anti-islam stemming en hetze. Misschien heeft ze een paar kinderen op te voeden. Geen gemakkelijke taak. Aversie tegen Marokkanen en moslims maakt deze taak niet gemakkelijk voor zo’n moeder. Zijn er niet meer moslims zoals deze vrouw dan er fanaten zijn? Probeert de meerderheid van de moslims hier niet een vredig bestaan op te bouwen? Hebben ze zelf niet het meeste last van ontspoorde fanaten? Ook al baseren deze zich op de eigen religie waarbij teksten uit de koran letterlijk worden geïnterpreteerd.

De islam kent onmiskenbaar gewelddadige kanten en teksten. Maar er zijn ook goedwillende, hardwerkende mensen, bij wie het stereotype van de radicale moslim niet past. Juist deze mensen zijn nodig voor de vreedzame aanpassing, ontwikkeling en modernisering van de islam. De radicale kant van de islam is in strijd met de moderniteit. Dit betekent niet dat alle moslims onaangepast zijn en zich niet willen of kunnen aanpassen aan de moderne tijd. Radicaliteit en radicalisering is een kenmerk van de dogmatische en letterlijke interpretatie van de islam. Dat geldt ook voor andere religies, zoals Goukens schrijft, en ook voor (politieke) ideologieën. Zie onderaan in Amy-Jane Gielen, Radicalisering en identiteit. Radicale rechtse en moslimjongeren vergeleken.

 

Moslima’s protesteren tegen het radicale terrorisme op grond van universele menselijke waarden

www.volkskrant.nl/binnenland/-migranten-hier-hebben-geen-enkel-excuus-voor-radicalisering~a3703667 Harriet Duurvoort over Poldermoslims

 

In hoeverre is de islam radicaal?

Zoals gezegd in het artikel over Pinto brengt de islam radicaliteit gepaard met geweld meer in praktijk dan andere religies. Gewelddadige teksten worden gebruikt als legitimering van (politieke) terroristische acties en aanslagen door extremisten en labiele figuren. Goukens beschrijft ze met bittere ironie. De motivering voor hun aanslagen heeft weinig te maken met de (kosmische) essentie van religie. Veel meer met een combinatie van politieke aberraties, culturele ontwrichting, psychopathologie e.d. Volgens Pinto gaat het vooral om de botsing van premoderne en moderne culturen en gedragswijzen. Mensen die aanpassingsproblemen hebben met de moderne cultuur en samenleving, raken ontspoord en zoeken houvast  in een star fundamentalisme.

Is de islam radicaal omdat er radicale teksten in de koran staan? Die staan ook in andere ’heilige boeken’ zoals de bijbel. Maar bij de islam lijken meer mensen deze teksten serieus nemen om geweld te legitimeren. Dat geldt echter niet voor alle moslims. Het artikel van Goukens over radicalisering generaliseert de radicalisering naar de hele islam. Niet alleen fanatici, maar alle moslims zouden zijn geradicaliseerd, omdat de islam radicaal is vanuit een strikte interpretatie van de koran bezien. Maar wat is de islam? Omvat de islam alle praktiserende moslims of is de islam wat in koran staat en in andere geschriften? Is het christendom de bijbel of bestaat het uit de praktiserende christenen?

 

Vergelijking met de RK leer: de kloof tussen de officiële leer en de dagelijkse geloofspraktijk

Goukens geeft een illustratief voorbeeld van een RK standpunt, dat algemeen als extreem wordt verworpen. Bij de islam daarentegen worden extreme standpunten nog wijd en zijd aangehangen. Het gaat echter te ver te suggereren dat dit voor alle moslims zou gelden. De stelling dat de islam radicaal is, is moeilijk te verdedigen voor de hele islam in de zin van alle praktiserende moslims. Stel dat ik een spiritueel gerichte soefi of soefist zou zijn, ben ik dan ook een radicale moslim? De vergelijking met de officiële leer van de RK Kerk, die hier nauwelijks meer wordt beleden, ontkracht deels het radicale verhaal, omdat dat niet praktiseren van geweld ook geldt voor het gros van de moslims.

De achterhaalde premoderne RK leerstellingen die in het Westen door weinigen serieus worden genomen zijn een voorbeeld van een ’cultural lag’ of culturele achterstand van de RK leer ten opzichte van de moderne cultuur. Dit geeft problemen als mensen de leer letterlijk volgen zoals bij fundamentalistische moslims. De geloofspraktijk is bepalend voor het ontstaan van problemen en niet zozeer het bestaan van een  officiële leer. Dat geldt als deze letterlijk wordt gevolgd en leidt tot excessen en geweld.

Goukens geeft te kennen dat radicalisme een kenmerk is van de islam en in principe ook van andere godsdiensten. Zou dat dan gelden voor 1,6 miljard moslims? Veel moslims maken een aangepaste, geïntegreerde,  gemoderniseerde en aangepaste indruk, zoals ook in de oplossingsgerichte culturele benadering van Pinto naar voren komt. Net als bij christenen en betrokkenen bij andere godsdiensten zijn er bij de islam vele schakeringen, al lijkt zich onder moslims meer radicalisme te manifesteren in diverse gradaties. Het islamisme is echter een bonte spraakmakende en bepaald niet alleen gewelddadige politieke stroming, die niet representatief is voor de islam in het algemeen. Zie mijn artikel, gebaseerd op het boek van Leen den Besten, De moslimbroederschap en de utopie van de islamisten.

Bij de islam treden echter wel veel meer bedenkelijke lieden naar voren, die de geweldteksten uit hun historische verband halen en agressief in plaats van defensief praktiseren tegen onschuldige mensen, zoals er vroeger in de RK Kerk  ketterjagers en kruisridders gewelddadig optraden. Een verschil is dat de extreme RK geestelijke nu wordt uitgerangeerd en de islamitische fanaten niet. Bij de toenmalige ketterjagers was dat echter ook niet het geval. De gewelddadige geschiedenis van het christendom met zijn gedwongen bekeringen en ketterjachten kan zich meten met de islam. Zie bijv. het onheilspellende boek de Heksenhamer,Malleus Maleficarum uit 1486, en de massale heksenverbrandingen, die mij niet bekend zijn bij de islam, hoewel daar de onderdrukking en ondergeschikte rol van vrouwen een punt van zorg en aandacht is. Zie ook de boeken over godsdienstgeschiedenis van Karen Armstrong. Goukens verwijst niet naar haar boeken over De islam en Mohammed, die juist in dit verband de moeite waard zijn om kennis van te nemen.

Samuel Huntington schrijft als reactie op zijn boek Botsende beschavingen over de botsing van het Westen en de islam: “Ik geloof niet dat de islam gewelddadiger is dan andere religies en ik vermoed dat er, als je het allemaal zou optellen, door de eeuwen heen meer mensen afgeslacht zijn door christenen dan door moslims. Maar het belangrijkste is de demografische factor. Over het algemeen genomen zijn de mensen die erop uit gaan en andere mensen vermoorden, mannen tussen de 16 en de 30.”(Wikipedia onder Botsing van culturen).

“Fundamentalisme schijnt juist in de islamitische wereld algemeen voor te komen [mede] vanwege de bevolkingsexplosie... De radicale islam... is een geloof van jonge mensen. De meeste westerlingen weten te weinig van de traditionele islam om dit nieuwe streven te beoordelen en in het juiste perspectief te plaatsen... Soms lijkt het dat men absoluut het geloof zelf de schuld wil geven van iedere wantoestand in de islamitische wereld... Aspecten van de islamitische wereld die in het Westen veroordeeld worden, zijn karakteristiek voor de meeste premoderne samenlevingen.” schrijft Karen Armstrong in Mohammed: Een westerse poging tot begrip van de islam, p 13. Zie ook www.nieuwwij.nl/interview/karen-armstrong-niets-in-islam-gewelddadiger-christendom; www.nieuwwij.nl/interview/karen-armstrong-onze-wereld-gaat-niet-overleven-als-zo-doorgaan.

De demografische factor is cruciaal bij migratie en de veelbesproken Botsing van culturen en de Untergang des Abendlandes. Ook in het werk van ecoloog en historicus Peter Turchin, War, Peace and War: The Rise and Fall of Empires en Secular Cycles is de demografische factor cruciaal, naast de rol van elites, religieuze bezieling en fanatisme, gebundelde collectieve actie (asabiya) en andere factoren. (Zie mijn artikel over Turchin in nr 33).

 

Komt overlast door radicalisering?

De overlast van relatief veel islamitische allochtonen, bijv. op scholen, die Goukens noemt, heeft volgens Pinto meer te maken met de botsing van fijnmazige premoderne F-culturen met moderne G-culturen dan met radicaliteit en radicalisering. Bij radicalisering en andere vormen van overlast en cultuurconflict zoekt men vaak een fundamentalistisch houvast en rechtvaardiging in religie. Het is echter de vraag in hoeverre de genoemde Marokkaanse jongeren de koran lezen en de islam praktiseren en in hoeverre dit bij veel ’geradicaliseerde’ moslims het geval is.

Bij de introductie van sociaal-emotionele vaardigheden (Leefstijl voor jongeren) op honderden scholen in het Nederlandse en het Vlaamse onderwijs heb ik te maken gehad met de allochtonenproblematiek op scholen en daarbuiten. Mijn indruk was dat die minder met religie in religieuze zin te maken heeft dan met cultuurverschillen, (cultuur)conflicten en identiteitskwesties, die met de religie kunnen zijn geassocieerd. Zoals Pinto laat zien, vraagt dit een grondiger analyse dan religie aan te wijzen als bron van ’misstanden’ met generaliserende conclusies voor moslims in het algemeen.

Moslims kunnen zich aangepast gedragen, ook al staan er in de koran gewelddadige teksten die door fanatici worden uitgevoerd. Zoals christenen en joden zich distantiëren van dergelijke teksten in de bijbel en deze niet meer lezen, laat staan onderschrijven, belijden en praktiseren, zo kunnen zich door andere teksten laten leiden. Het probleem is dat radicale moslims niet (meer) passende teksten wel in praktijk brengen en dat de islam niet is aangepast aan de moderne cultuur en samenleving. Modernisering is echter niet onmogelijk volgens Pinto. Hij geeft aan welke stappen nodig zijn.

In zijn stuk over ’Godsdienst en politiek in islam en christendom’ in Van Tongeren red. Vreemde verwanten? Schrijft Ruud Peters dat modernisering al eeuwen aan de gang is. Nadat het Ottomaanse rijk over zijn hoogtepunt heen was, ging het Westen domineren mede door de industriële revolutie. Toen groeide de culturele en maatschappelijke achterstand van islamistische landen. Tot en met het Ottomaanse rijk konden zij met het Westen concurreren. Naar toenmalige maatstaven waren ze toen moderner dan nu. Waarom zou de islam geen inhaalslag kunnen maken, zoals het christendom en met name de RK Kerk dat heeft gedaan?

 

Religie omvat meer dan teksten die niet algemeen worden gepraktiseerd

Is de islam identiek met de koran? Is het christendom hetzelfde als de bijbel? Of wordt een religie in de dagelijkse praktijk niet veeleer bepaald door de meerderheid van degenen die de religie praktiseren en niet door een kleine, zij het vaak spraakmakende gewelddadige minderheid?

Kun je een religie eenzijdig ophangen aan selectief gekozen teksten? Doen extremisten eigenlijk niet hetzelfde? Zij het met een tegengestelde waarde-oriëntatie en gemotiveerd door politieke oogmerken met een uiterst bedenkelijk religieus gehalte. Ze komen uit een tijd van stammenstrijd en zijn uit de tijd. (Zie het boek Islam and the Future of Tolerance in onderstaand literatuuroverzicht.)

Koranteksten hebben net als bepaalde bijbel teksten een religieus en politiek gehalte, dat weinig te maken heeft met religie, in de zin van de menselijke (ver)houding met het kosmische (beginsel), volgens de definities van godsdienstwetenschappers als Rudolf Otto, Das Heilige, Micea Eliade, Emile Durkheim, Max Weber en Peter Berger e.a. Zie mijn eerste artikel over de islam in nr 38.

Extremisten zeggen dat de islam radicaal en fundamentalistisch is en het geweld predikt van een heilige oorlog, zoals vroeger Israël oorlog voerde tegen de Filistijnen en de Christelijke ketterjagers en inquisiteurs tegen wie het niet met hun leerstellige interpretatie eens was. De religieuze legitimering van fanatici is aanvechtbaar, ook op grond van andere teksten uit de koran, de bijbel en andere gezaghebbende leringen. Als je uitgaat van de letter en de wet, zoals de Farizeeërs in de tijd van Jezus, in plaats van de dagelijkse levenspraktijk van het gros van de moslims, die hier wonen en werken zonder veel problemen, dan kun je tot radicale conclusies komen. Die lossen de problemen echter niet op maar maken ze veeleer erger. Ze bevorderen niet de aanpassing en modernisering van de moslimgemeenschap.

 

Ook Turkse moslims blijken niet zo radicaal

Dat niet alle moslims radicaal zijn bleek bijv. bij de gematigde en milde herdenking van de Turkse (nep)coup in Apeldoorn. De aanwezigen werden opgeroepen om de wetten van "ons moederland Nederland" te eerbiedigen, aldus het 8 uur Nieuws. Dit terwijl Turkse nationalisten op gespannen voet staan met hun oppositie en met democratische waarden en mensenrechten.

De relatie tussen religie en politiek is complex. Beide domeinen gaan in elkaar over en worden vaak niet goed onderscheiden, maar hebben verschillende religieuze en politieke functies en functionarissen. Religie werd vaak gebruikt en misbruikt door machthebbers. Ook andersom zochten religieuze leiders en gelovigen steun bij machthebbers.

Kernpunt is het onderscheid tussen radicale extremisten en het gros van de westerse moslims, Beide vinden vinden een voedingsbodem in de islam en de koran. Zoals je met bijbel teksten vele kanten op kunt, zo kun je dat ook met de koran, die mogelijk nog meer gewelddadige teksten bevat. In wezen gaat het bij religie om de geest, niet om de letter, om de beleving en de levenspraktijk van de meerderheid, die mogelijk een aanknopingspunt biedt om excessen binnen de perken te houden en problemen op te lossen met medewerking van de moslimgemeenschap die onontbeerlijk lijkt.

 

Bij modernisering dienen tolerante kanten van religies meer nadruk te krijgen

Het verketteren van de islam tot radicaal gevaar maakt het eerder erger dan beter. We kunnen ook de tolerante kant van de islam naar voren halen en tot voorbeeld stellen. Deze wordt door vele moslims  beleefd en beleden, maar dreigt in de verdrukking te raken in (media)geweld en politieke strijd. Daarbij worden over en weer verwijten en kritiek geuit, die het niet gemakkelijker maken om samen aan een oplossing te werken. Zoals het christendom kan ook de islam zich moderniseren, al gaat dat met weerstand, conflicten en geweld gepaard.

Bij het hindoeïsme en het boeddhisme lijken zich minder problemen voor te doen wat betreft de modernisering en aanpassing aan de moderne cultuur. De leer van oosterse religies lijkt in beginsel toleranter en minder dogmatisch dan die van het jodendom, christendom en de islam. De bijbel en de koran beschouwen andere godsdiensten als heidendom en andere goden dan de ene ware God als afgoden, anders dan bijv. in de Rig Veda. Daar staat: ’Het zijn is één; de wijzen geven er verschillende namen aan’ (Ekam sat vipra bahudha vadanti).

Samuel Huntington beschrijft ze als missionerende ‘alles-of-niets-religies’, in de zin dat zij pretenderen de enige juiste religie te zijn met een teleologische, lineaire visie op de geschiedenis, die uitloopt op een Laatste Oordeel. Alleen haar waarden en geloofspunten vertegenwoordigen de zin van het bestaan. Oosterse religies lijken wat dat betreft toleranter. De moderniteit en het (neo)liberalisme lijken eveneens universele pretenties te hebben als je Couwenberg leest.

Zolang er ruimte, respect en vrijheid is voor andere waarden, religies en culturen en algemeen menselijke welzijn, is voor universalisme iets te zeggen. Als deze in het gedrang komt of als de universele pretenties van de moderniteit en het neoliberalisme botsen met die van de islam en andere religies geeft dit problemen. Bij grondiger en vrijzinniger bestudering blijken de wereldreligies Vreemde verwanten. Hetlijkt  mogelijk tot onderlinge overeenstemming te komen op grond van gemeenschappelijke universele waarden en maatstaven voor ’het goede leven’, met een term van een universeel denker als Aristoteles.

Dat religies net als veel ’heilige boeken’ radicaal, fanatiek en dogmatisch enz. kunnen zijn, lijkt een open deur. Het probleem zit hem m.i. minder in die boeken, maar in het gegeven dat zoveel mensen een voorkeur lijken te hebben voor fundamentalisme in plaats van modernisme, tolerantie en humaniteit, en daarin houvast menen te vinden. Collega Patricia van Bosse is hierop eerder ingegaan in haar artikel Orthodox versus open: De islam en de moderniteit (nr 43). Daarin komen  ook sociaal-culturele achtergronden van fundamentalisme en radicalisme aan de orde, die niet alleen religieus zijn..

 

Politieke motieven bij het gebruik van de term radicalisering

In de politiek wordt volgens Goukens de term ’radicalisering’ gebruikt als verklaring die andere oorzaken verdoezelt, om de ’gewone’ islam niet in diskrediet te brengen. Volgens Goukens, ’beweren en doen de radicalen hetzelfde als de ’gewone moslims’. Zoals gezegd lijkt deze generalisatie moeilijk houdbaar. Het is wel mogelijk dat de term radicalisering als verklaring voor politieke doeleinden wordt gebruikt. Politici bedienen zich immers van allerlei niet kloppende verklaringen als deze in hun kraam te pas komen en in hun denkraam passen. Zo modelleren zij en wij de werkelijkheid naar onze wensen.

Het klassieke theorema van de socioloog W. I. Thomas zegt: ’When men define their situation als real it will be real in its consequences’. Als we de islam definiëren als radicaal, wordt deze daar eerder radicaler dan toleranter en moderner van. Daarmee bevestigen we een vijandbeeld van de islam, dat radicale moslims overigens vooral zelf creëren en benadrukken. Het wij-zij, of ingroup-outgroup denken is vooral typerend voor Fijnmazige premoderne culturen, maar blijkt niet verdwenen in de meer universalistisch ingestelde moderne cultuur. De islam krijgt als ’het rijk van het kwaad’ voor politieke doeleinden en wapenhandel vaak disproportionele gegeneraliseerde contouren.

Etnocentrisme en het superieur achten van de eigen cultuur is een algemeen kenmerk en een valkuil die sociale wetenschappers dienen te traceren en te vermijden. Het dubbelperspectief van Pinto biedt daartoe een handreiking, zie mijn artikel daarover.

 

Wreedheid van godsdiensten en culturen

Hoe kun je de wreedheid van godsdiensten meten en vergelijken? Beschrijvingen zijn vaak van christenen, die andere religies vaak inferieur vinden en eigen wreedheden verdoezelen. Het christendom werd ook met geweld opgedrongen door onder meer de Franken onder Karel de Grote: de doop of de dood. Mogelijk al door de eerste christelijke keizer Constantijn.

In het artikel op zoek naar mijn identiteit in nr 46 werd ik getroffen door de christelijke vooroordelen in het eerste jongensboek dat ik las: Hoe Koning Karel de Saksen overwon). In dezelfde periode dat Karel Martel de Moren versloeg bij Poitiers in 732 en hun expansie tegenhield, werden de Friezen en een deel van de Saksen overwonnen, die door zijn kleinzoon Karel de Grote met veel geweld tot bekering werden gedwongen. Dat leek gepaard te gaan met minstens zoveel geweld als bij de Arabieren. Tijdens de kruistochten hebben de Franken nog erger huisgehouden volgens het boek Rovers, christenhonden, vrouwenschenners: Arabische kronieken van Amin Maalouf

Gedwongen bekering leek aanvankelijk in mindere mate het geval bij de islam, maar ging ook vaak gepaard met veel geweld. Op geloofsafval staat de doodstraf volgens de koran, die bepaald niet karig is met geweld. Volgens godsdiensthistorici als Armstrong, Bleeker en Aletrino in mijn artikel over de islam in nr 38 tolereerden moslims (aanvankelijk) christenen en joden. “Christenen en joden kregen in islamrijken een speciale plaats: zij mochten hun religie blijven uitoefenen.., moesten wel een speciale belasting betalen.” (Van Tongeren red, Vreemde verwanten, p 25, zie ook Armstrong, Mohammed, p 385 e.a. bronnen).

Deze belasting in ruil voor bescherming was niet bijzonder hoog en geldt in vrijwel ieder feodaal en politiek systeem. Verder zijn er bij de islam fasen van gewelddadige expansie en meer vreedzame consolidatie. De geschiedenis van de islam lijkt een voortdurende ingewikkelde strijd tussen orthodoxe schriftgeleerden en machthebbers en meer tolerante leiders die overeenstemming en verschillen vertoont met het christendom, aldus van Van Tongeren e.a. in hun meer genuanceerde beeld van islam en christendom.

 

Zeerovers en slavenhandelaars

De door Goukens genoemde wrede Ottomaanse Turkse zeerovers en slavenhandelaars, die de Middellandse zee beheersten rond de 16e eeuw, waren criminelen. Zij kunnen net zomin als representatief voor de islam  worden beschouwd als de Britse en Hollandse slavenhandelaars voor het christendom, die samenwerkten met de Turkse piraten als het hen uitkwam. De biografie van Miquel de Cervantes, De schepper van Don Quichote door Peter van der Molen geeft een verbijsterend verslag van wreedheden tijdens zijn gevangenschap(bijv p 61). De Spanjaarden waren ook niet zachtzinnig, leert de Tachtigjarige Oorlog met Alva c.s. en de Raad van Beroerdten. Lezende over de gruweldaden in het verleden, dringt zich het beeld op dat de tijden toen wreder waren.

De betrekkelijk recente slachtingen in de Eerste en Tweede Wereldoorlog telden echter mede door de moderne technologie veel meer slachtoffers dan alle eerdere oorlogen bij elkaar, resp. 15 en 50 miljoen, inclusief de Holocaust, die plaatsvond in de moderne tijd van de moderne westerse beschaving. Het wrede fascisme en nationaal-socialisme waren gewelddadige reacties op de modernisering, net als de radicalisering van moslims. De moderne koe in het Westen lijkt vergeten dat zij een venijnig kalfje is geweest.

 

Oorzaken van wreedheid agressie en geweld

Antropologen vonden verschillen tussen culturen wat betreft agressiviteit. De Noordamerikaanse Hopi indianen waren bijv. vreedzaam en de Kwakiutl indianen agressief. Het vermogen tot agressie is aangeboren en zit in onze genen. Het gebruik en de beheersing van agressie is echter aangeleerd, gesocialiseerd en geciviliseerd, aldus Wilterdink, Samenlevingen, 4.2 ’Affectieve bindingen en de menselijke soort”. Opvoeding en beschaving of civilisering houdt onder meer in dat we agressie leren beheersen en sublimeren, met een term van Freud (Zie mijn artikelen in nr 32)

Wat is de oorzaak of achtergrond van wreedheid, geweld en agressie in ruimere zin? Erich Fromm heeft er een van zijn laatste boeken over geschreven: Anatomy of Human Destructiveness. Hij eindigt met het ’Nirvana principe van spanningsreductie’ van Freud dat de omvorming van agressie impliceert. Bekend is ook Konrad Lorentz, Agressie bij mens en dier. Hij neigde meer naar biologische dan sociale oorzaken, net als de Nazi’s, waarmee hij sympathiseerde. Er zijn genetische factoren bij geweld en criminaliteit, die criminoloog Buikhuizen niet mocht onderzoeken eind jaren 60. Dat was niet in alle opzichten zo’n tolerante tijd als vaak wordt gedacht. Zijn oratie en zijn onderzoek werden hem onmogelijk gemaakt. Tegenwoordig mag je haast alles weer zeggen, zelfs vooroordelen verspreiden onder de vlag van de vrije meningsuiting. Zoals onder de vlag van van vrijheid van religie praktijken worden toegestaan waar achtenswaardige burgers moeite mee kunnen hebben. zoals ritueel slachten en hoofdbedekking, terwijl deze ogenschijnlijk weinig met religie maar meer met cultuur, voeding en kleding te maken hebben.

Er zijn gevallen van berovingen en geweldsmisdrijven naar het voorbeeld in films, net als mensen daartoe door een boek geïnspireerd kunnen worden. Anderen beweren dat er geen verband is met het zien van geweld op TV en en het plegen van geweld. Mogelijk worden zij beïnvloed door ’wishful thinking’ of de macht van de media. Hoe eenzijdiger de gewelddadige kant van de islam benadrukt wordt, des te meer deze aandacht krijgt en wordt bevestigd en verlevendigd. Verdoezeling is geen correct alternatief. Vroeger werden katholieken niet aangemoedigd de bijbel te lezen. Was dat om ze dom en volgzaam te houden? Het lezen van de bijbel, evenals van de koran, is niet altijd verheffend en heeft een eigentijdse uitleg nodig. Geen geschikte lectuur voor cultureel ontwortelde adolescenten die het moeilijk hebben met hun aanvechtingen.

 

Terug naar de hoofdpunten

1. Enerzijds is er het gebruik van het begrip radicalisering met al of niet bewuste politieke oogmerken.

2. Anderzijds is er de generalisatie dat radicalisering geldt voor de hele islam en alle (niet radicale) moslims. Dit kan leiden tot misverstanden, vooroordelen en stereotypering en leidt niet tot een oplossing in samenwerking met de mensen die een belangrijke bijdrage tot een oplossing kunnen bieden.

Zijn er dan geen niet-radicale moslims meer? En Rumi dan, Hafiz of Al Ghazali? Waren deze radicale mystici wellicht uitzonderingen?

 

Islamitische sympathieën van Goethe en Hegel

Overigens waren Goethe en Hegel vroege bewonderaars van Perzische islamitische mystieke poëzie, resp. van de soefi mystici Hafiz en Rumi, die vanaf toen in het Westen reeds veel gelezen worden. In Hafiz “leerde Goethe zijn geestverwant kennen, zijn geestelijke ’tweelingbroer’” aldus Werner Sundermann red, Lob der Geliebten: Klassische Persische Dichtungen, p 217. “Volgens sommigen was Goethe eigenlijk een ’crypto-moslim’ in zijn West-östliche Divan. Goethe wordt ook in de islamistische wereld gewaardeerd, zoals in het Westen de Perzische dichters. Grote geesten overstijgen cultuurverschillen. Zie Van Tongeren, red. Vreemde verwanten?(p. 81-86).

In de pantheïstische en devotionele gedichten van beroemde Rumi wordt “de islam verlicht tot een positieve religie en wereldbeschouwing van tolerantie en alomvattende mensenliefde,” (Sundermann red, p 241). Een totaal andere universele menslievende kant van de islam dan het intolerante fundamentalisme dat een overheersende rol speelt in de beeldvorming, die andere kanten verdringt, terwijl deze prachtige poëzie juist nu als het ware ’van de daken gedeclameerd dient te worden’.  

Gewelddadige en intolerante kanten van de islam, die in strijd waren met Verlichtingsidealen, bleven ook toen niet onopgemerkt. Deze keerzijde werd door Voltaire aan de kaak gesteld in een toneelstuk over Mohammed, die al veel langer werd opgevoerd als ’vijand van de westerse beschaving’, aldus Karen  Armstrong, Mohammed, p 11 ’over de geschiedenis van de westerse haat jegens de profeet... van een van nature gewelddadige religie’. Ze schreef drie boeken over de islam en de profeet om deze misvatting recht te zetten.

 

Het islamisme en het vijandbeeld van de islam

Dat vraagt wel de bereidheid kennis van te nemen de islam en dit te onderscheiden van de fundamentalistische moderne politieke ideologie van het islamisme. Volgens godsdienstfilosoof en historicus Leen den Besten, in zijn studie De moslimbroederschap en de utopie van de islamisten “ziet het overgrote deel van de moslims terrorisme als onislamitisch... Sommige politici hebben de neiging alle moslims aan de schandpaal te nagelen vanwege het optreden van door het jihadisme geïnspireerde groeperingen... en voeden met hun retoriek angst voor de islam in het algemeen.”

“Veel mensen willen beslist niet alle moslims aan de schandpaal nagelen. Toch hebben ze meermalen een op vooroordelen berustend beeld van de islam dat donker gekleurd is: het zou een totalitaire godsdienst zijn die hartstocht, irrationaliteit en hysterie zou produceren en christelijke en andere religieuze minderheden zou onderdrukken... Het zou een gewelddadige godsdienst zijn die heilige oorlogen voert en op veroveringen  van de wereld uit is. Het zou een starre godsdienst zijn die verkrampt aan de middeleeuwen vasthoudt.”

Deze typering is echter wel van toepassing op gewelddadige richtingen van het islamisme, die bepalend voor de beeldvorming van de islam in het algemeen. Deze richtingen hebben op hun beurt een vijandbeeld van het Westen, zodat er een wederzijds vijandbeeld is, waarvan vooral de meerderheid van de ’gewone moslims’ de dupe zijn. Ze zitten vaak letterlijk tussen twee vuren en hun zoons staan in dit (cultuur)conflict bloot aan de verleiding van het jihadisme.

“Het ongelukkige is evenwel dat wie een dergelijk stereotiep vijandbeeld heeft, de werkelijkheid alleen nog maar selectief waarneemt en alles wat van dit beeld afwijkt weglaat of anders interpreteert. Het vijandbeeld roept vijandelijke reacties op, verscherpt conflicten, wekt escalatie in de hand, bemoeilijkt een realistisch genuanceerde waarneming, doet de onderlinge goede verstandhouding onmogelijk lijken.”

Dit komt overeen met wat de Marokkaans-Joodse hoogleraar interculturele communicatie David Pinto schrijft over het conflict van de islam als premoderne cultuur met de moderne westerse cultuur in zijn boek De piramide van Pinto, zie mijn artikel daarover: “Ideologie vertroebelt en vertekent de waarneming... Liever de werkelijkheid ontkennen dan hem onder ogen zien” (p 210). Dat gebeurt van beide kanten.

“Het stereotiepe beeld klopt niet. Een onderzoek uit 2013 onder meer dan 38.000 moslims uit 39 landen geeft een veel genuanceerder beeld: 72% van de moslims zegt dat het geweld tegen burgers nooit te rechtvaardigen is... 93% van alle moslims vindt vrijheid van godsdienst een goede zaak..,” aldus Leen den Besten, De moslimbroederschap en de utopie van islamisten, p 207-08. ref. Pew Research Center. Van de andere kant zijn er terroristische aanslagen te over om dit vijandbeeld te voeden, dat echter niet naar alle moslims gegeneraliseerd kan worden. Den Besten pleit voor democratische en humanitaire waarden, mensenrechten, openheid, vrijheid en verdraagzaamheid en geeft zelf een genuanceerd en onderbouwd inzicht in het islamisme, zonder dit te generaliseren voor de islam in het algemeen zoals vaak gebeurd.

 


Kabul, Afghanistan 1970 en 2012: De modernisering die gaande was is teruggedraaid door de Taliban. Dergelijke foto’s tonen dat een moderne variant van de islam in ook islamitische landen mogelijk is. Bron: thecommentator.com. Zie ook www.amnesty.org.uk/womens-rights-afghanistan-history. Met dank aan collega-auteur, politicoloog en islamdeskundige Hans Komen

 

Een geweldloze tolerante variant van de islam?

Een tolerante variant van de islam is nu nog meer dan vroeger nodig als alternatief voor het gewelddadige radicale fundamentalisme. De geschiedenis van de islam biedt voldoende perspectieven. Den Besten noemt onder meer de geweldloze anti-autoritaire soefisten, Ze hadden grote invloed op de volksreligie, werden als heiligen en mystici beschouwd, maar ook vaak vervolgd, onder meer door de gedwongen secularisatiepolitiek van Atatürk. “Ze hadden weinig op met plichten, dogma’s en geboden van de islam. Het ging hen om de geest van de regels niet om de letter. Ze keerden zich altijd tegen radicale agressieve of radicale politieke [programma’s en tegen geweld van welke aard ook” (p 203, 323-24).

Karen Armstrong raakte als uitgetreden religieuze RK zuster onder de indruk van de waardering van de soefi’s voor andere religies, die ze niet bij het christendom was tegengekomen. Ze begon te twijfelen aan alles wat ze over de islam meende te weten en ging zich er meer in verdiepen, waardoor zich andere kanten en perspectieven van de islam openden. Ze behoort tot de meest invloedrijke schrijvers over religie als universeel en gevarieerd gegeven, dat de mensheid kan verbinden in een zingevend perspectief.

Welk perspectief biedt het benadrukken van de fundamentalistische gewelddadige kant? Uitroeien? Niet tolereren Verbieden? Bestrijden? Hoe dan? Met meer geweld? Wat valt er als weldenkend mens aan te doen?

Polemiseren en denigreren van anderen helpt niet echt. Verbreden en vergroten van inzicht, zoals bij Pinto en anderen, biedt meer perspectief. Discussie en het uitwisselen van gedachten is daarvoor een vreedzaam middel. Het verketteren van andere religies is eeuwenlang een bron en vorm van geweld geweest. Laten we daar eens mee ophouden, ook als andere religies ons verketteren. We dienen daar doorheen te zien, achtergronden te verduidelijken, meer inzicht te krijgen om effectief te kunnen handelen en wijzer te zijn.

 

In het 8 uur nieuws op 21 aug. werd verteld over radicalisering bij Belgische kleuters. Nieuwspaal maakte een persiflage over radicaliserende baby’s en de generalisatie van de radicalisering van alle moslims en hun kinderen. http://nieuwspaal.nl/radicalisering-belgische-zuigelingen.

 

Bijlage: literatuuroverzicht

De volgende literatuur, die met vele titels kan worden aangevuld, geeft een nuancering en deels een weerlegging van wat Goukens beweert. Tijdens en na dit schrijven heb ik op internet een aantal boekbesprekingen bekeken uit de oeverloze aanzwellende stroom over de islam, waarbij ik afweek van mijn voorkeur voor klassieke werken van deskundige auteurs. Daaruit blijkt onder meer dat de situatie in België, dat door aanslagen is getroffen, ernstiger lijkt in de zin van meer geradicaliseerd en gepolariseerd dan in Nederland, aldus het boek De weg naar radicale verzoening, Jan Lippens in gesprek met Montasser Alde’emeh. http://www.boekenstrijd.nl/politiek/de-weg-naar-radicale-verzoening-jan-lippens-in-gesprek-met-montasser-aldeemeh:

“België – en niet alleen België – stevent op een burgeroorlog af. Zijn verwijten zijn grotendeels geadresseerd aan de moslimgemeenschap en met name aan de geestelijke voormannen die met een beroep op de Koran onzin beweren over allerlei zaken en de gelovigen dom houden. In mindere mate bekritiseert hij de Vlaamse samenleving waar moslimjongeren bijvoorbeeld op scholen te snel afgeschreven worden en partijen die vinden dat er voor islam geen plek is. Hij legt ook een verband met de toenemende druk op jongeren om te presteren in een economie waar voor lageropgeleiden minder werkgelegenheid is.
Maar het zijn vooral de ouders van moslimjongeren en hun omgeving die een intellectuele ontwikkeling van de moslimjongeren verhinderen. Ze leven in een wereld waarin de Koran het belangrijkste, zo niet enige boek is, waar in de koffiehuizen zenders uit het Midden-Oosten aanstaan, waar antisemitisme normaal is. Eigenlijk is het verwonderlijk dat ‘slechts’ vijfhonderd Belgische jongeren naar Syrië zijn vertrokken om zich aan te sluiten bij jihadistische organisaties, merkt Alde’emeh zelf op. Jammer genoeg geeft hij daar geen verklaring voor.
Toch is er naast de scherpte en de polemische opmerkingen – ‘Wat hebben ze ( bedoeld zijn moslims) hier al die jaren gedaan buiten groente en kebab verkopen en aan de zijlijn staan klagen(..)? – plaats voor meer genuanceerde analyses, bijvoorbeeld van het verschijnsel radicalisering. Daarin komen vier componenten samen: internationale politiek, sociaaleconomische omstandigheden, de islam en de identiteitsvorming van moslimjongeren. Met twijfels over identiteit begint het proces van radicalisering, waar de radicale ideologie een trefzeker antwoord op lijkt te geven...Het boek bevestigt dat de polarisatie in België op sommige vlakken groter is, er waren ook veel meer Syrië gangers dan in Nederland. De gepredikte verzoening bevat vooral veel confrontatie. Nu hoeft het een het ander niet uit te sluiten, maar die verzoening komt minder uit de verf.
Stevenen we op een burgeroorlog als we nu niet doen wat Alde’emeh voorstelt? Uiteraard weet niemand dat. Een relativering kan zijn dat het aantal mensen aan radicale islamitische en aan extreem-rechtse kant dat geweld wil gebruiken gelukkig beperkt is. Maar het is tekenend dat twee invloedrijke stemmen in het Belgische radicaliserings- en integratiedebat de suggestie van burgeroorlog serieus nemen. In zijn boek De stad is van onsging Dyab Abou Jahjah daar op in als mogelijk toekomstig scenario voor een stad als Brussel. Geweld zit in ieder geval in de hoofden, als een mogelijkheid. Niet dat deze twee zelf uit zijn op geweld, maar het is significant dat ze dit opsnuiven.”

 

Islam and the Future of Tolerance

Dit boek is een vrij genuanceerde dialoog tussen Maajad Nawaz en Sam Harris, die mogelijkheden en moeilijkheden niet uit de weg gaan.

http://www.boekenstrijd.nl/politiek/islam-and-the-future-of-tolerance-maajid-nawaz-en-sam-harris.

“Gesprekken tussen gelovigen en ongelovigen leiden vaak nergens toe, hooguit kunnen ze tonen hoe ver hun werelden uit elkaar liggen. De discussie tussen de uitgesproken atheïst Sam Harris en de liberale moslim Maajid Nawaz, weergegeven in een door Harvard University Press uitgegeven boekje van 132 pagina’s, is daar een uitzondering op.”
De Amerikaan Harris is een felle criticus van religie in het algemeen en dus ook van de islam, “Nawaz is een Brit van Pakistaanse afkomst. Hij was aanhanger van de islamistische beweging Hizb ut Tahrir en belandde vanwege zijn opvattingen in een Egyptische cel. (Zijn levensverhaal is te lezen in het indrukwekkende Radical). Na zijn vrijlating en terugkeer naar Groot-Brittannië heeft hij een radicale ommezwaai gemaakt. Hij werd mede-oprichter van de anti-extremistische denktank Quilliam Foundation, was (verliezend) kandidaat voor de Liberaal-Democraten in de laatste parlementsverkiezingen en heeft een aanzienlijke invloed gehad op het anti-extremismebeleid van de Britse premier David Cameron.”

“Nawaz is een bekende deelnemer aan Engelstalige debatten over de islam, terrorisme en radicalisering. In 2010 ging hij met Ayaan Hirsi Ali de strijd aan over de stelling of islam een religie van oorlog of van vrede was. Nawaz verdedigde dat laatste. Harris betwijfelde of hij wel eerlijk was, en dat was de aanleiding tot het gesprek tussen de twee.
“Bij nader inzien blijkt Nawaz genuanceerder te denken over de stelling of islam oorlog óf vrede betekent. Praktisch gezien zijn de meeste van de 1,3 miljard moslims geen oorlog aan het voeren, dus heeft vrede de overhand, redeneert Nawaz. Maar theologisch gezien is het een kwestie van interpretatie van de heilige tekst,  zegt hij. Ieder geschrift, of het nu de Koran is of een toneelstuk van Shakespeare, moet geïnterpreteerd worden. De uitleg is cruciaal, aldus Nawaz.
“Harris brengt daar herhaaldelijk tegen in dat de agressieve uitleg van de Koran meer voor de hand ligt dan de ‘liberale’ visie die Nawaz propageert. Er zijn tal van passages in de Koran waarin ongelovigen en afvalligen weinig fraais in het vooruitzicht wordt gesteld. De fundamentalisten hebben eigenlijk gelijk met hun interpretatie, aldus de atheïst. Hier is het fenomeen zichtbaar dat sommige islamcritici teksten uit de Koran letterlijker nemen dan vele moslims. De fundamentalist en de criticus lijken een zelfde ontzag voor de tekst te hebben, die gebruikt wordt als voorschrift voor het gedrag in de werkelijke wereld. Uiteraard is de waardering daarvan tegenovergesteld. Maar het duidt op een overeenkomst in het denken. ‘Het staat er toch,’ roepen ze. Er is maar één interpretatie mogelijk, dat moeten anderen ook inzien. Wie de islam wil bekritiseren of die als leidraad voor het gehele leven wil gebruiken, kan makkelijker uit de voeten met een lekker eenduidige interpretatie.
Het effect ervan is polarisatie en versimpeling: de islam is een geloof van oorlog óf vrede. Een beweging als IS is ‘islamitisch’ of ‘on-islamitisch’. Die versimpeling leidt niet tot groter inzicht, maar kan wel leiden tot een zichzelf waarmakende analyse.

“Nawaz stelt dat ook in de islamitische traditie uiteenlopende interpretaties schering en inslag waren. Hij citeert spitsvondige Koran-uitleggers die beredeneren dat wijn van druiven verboden is voor moslims, maar dat alcoholische dranken van andere aard niet genoemd worden. Er is niet één correcte uitleg van de geschriften. Pluralisme is het antwoord. Proost!
Het gesprek krijgt het karakter van een college als Nawaz aan Harris de verschillen uitlegt tussen conservatieve moslims, islamisten en jihadisten. Veel conservatieve moslims zijn tegen het islamisme, het streven om islam via politieke kanalen op te leggen aan de samenleving. Jihadisten willen hun versie van de islam met geweld opleggen. Eigenlijk is het bizar dat zoiets veertien jaar na de aanslagen van 11 september nog moet worden uitgelegd. [Dat er verschillen zijn en dat niet iedere moslim een islamist of jihadist is. PR]
Harris meent aanvankelijk dat religieuze ideologie een voldoende verklaring is voor radicalisering, een opvatting die ook in Nederland regelmatig wordt verkondigd. Nawaz is ook hier genuanceerder, hij noemt vier factoren die nodig zijn voor radicalisering, waarbij hij uit eigen ervaring kan putten: een gevoel van achterstand, een identiteitscrisis, rekrutering door een charismatisch persoon en een ideologisch dogma om je aan vast te klampen...”
“In de ideale wereld van de liberale democraat is geen plek voor het islamisme of andere onverdraagzame ideologieën. In de werkelijke wereld is het islamisme wijdverbreid en neemt dat vele vormen aan: van Hamas tot de AK-partij in Turkije en Ennahda in Tunesië tot de meest gewelddadige vormen zoals gepraktiseerd door Boko Haram en IS. Het verlangen om de religieuze leer in maatschappelijke en politieke regels om te zetten is wijd verbreid. Zoals Shadi Hamid laat zien in zijn boek Tempations of Power is het streven om islamisme en liberale democratie met elkaar te verenigen futiel. De tegenstelling is te fundamenteel om overbrugd te worden. Volgens Hamid zijn de islamisten hooguit tolerant en gematigd als ze niet aan de macht zijn. Eenmaal aan de macht laten ze het masker van gematigdheid vallen...”
“Aan het einde van het boek lijkt Harris deels bekeerd. In het verleden wilde hij van de politieke motieven van de daders van terroristische aanslagen in de VS, Pakistan en Groot-Brittannië niets weten: hun motief was religie. In zijn boek The end of faith stelde hij dat de islamitische leer een gevaar ‘voor ons allen’ is. Nawaz weet hem te overtuigen dat die verklaring onvolledig of te generaliserend is. Een opmerkelijke prestatie van Nawaz die niet in de val trapt om Harris als islamofoob neer te zetten en zo een gesprek onmogelijk te maken en van Harris om zich zo open op te stellen.”

Onbehagen en Beschaving

Een exposé van de Pakistaanse schrijver Mohsin Hamid, auteur van van het boek De val van een fundamentalist. http://www.boekenstrijd.nl/politiek/onbehagen-en-beschaving-mohsin-hamid:

“Hamid verzet zich tegen de analyse van de botsende beschavingen. Want tot welke beschaving hoort hij, die geboren werd in Pakistan, opgroeide in de VS, terugkeerde naar Pakistan, in de VS ging studeren en jaren in Londen woonde? Het thema dat mensen niet één omlijnde identiteit hebben, maar uit tal van identiteiten zijn samengesteld, keert regelmatig terug in de stukken van Hamid. Dat strijkt uiteraard tegen de haren van al diegenen die bepalende identiteiten als basis voor hun wereldbeeld en politiek willen gebruiken.
De islam’ biedt ook niet die alomvattende identiteit, iedere moslim moet er zijn eigen verhouding mee vinden, schrijft Hamid. Er zijn meer dan 1 miljard variaties van de islam. Of is dat al te vroom? Al die moslims moeten toch ook wat gemeenschappelijk hebben, iets wat de kern van het geloof is, zou je denken. Maar in een Nederlands onderzoek naar de beleving van religie bleek dat ook  veel gelovigen niet meer geloven in kerndogma’s. Ze geven hun eigen invulling aan het geloof.
Islamofoben negeren dat, ze scheren alle moslims over een kam en daarom lijkt islamofobie volgens hem op racisme. De identiteit van buitenaf opgelegd is sterker dan de diversiteit van binnenuit.Hetzelfde is volgens Hamid het geval bij de botsende beschavingen. De botsingen, bijvoorbeeld in de vorm van aanslagen, zijn reëel, en daardoor kunnen we ‘doen alsof we deel uitmaken van een bepaalde beschaving.’
Dat doet denken aan de ideeën over naties als ingebeelde gemeenschappen. Ze bestaan niet [alleen] als een tastbaar iets, maar zitten [ook] in de hoofden van mensen. Dat is een terechte relativering, al zijn ook de consequenties van het nationalisme wel degelijk reëel.

Ayaan Hirsi Ali, Ketters:  Pleidooivoor de hervorming van de islam

Dit is haar laatste boek waarin ze de relatie van de islam met geweld onderzoekt. http://www.boekenstrijd.nl/politiek/islam/ketters-ayaan-hirsi-ali/

Door een aantal geloofsovertuigingen te schrappen of te veranderen kan de islam in overeenstemming worden gebracht met de moderne tijd en aanvaardbaar worden. Daarbij moeten dissidenten het voortouw en de middengroepen overtuigen... Ze was overtuigd van het idee dat de islam niet te hervormen is, terwijl ze nu de (voor)tekenen van een islamitische reformatie ziet.Strong opinions, weakly held, zoals een fraaie Engelse uitdrukking luidt...

Ali is er redelijk optimistisch over, omdat volgens haar de islam in de huidige vorm niet te verenigen is met de moderniteit... met de sociale, technologische, economische en politieke ontwikkelingen die de mensheid doormaakt. De radicale en extreem-behoudende islam die we nu zien, is dan een stuiptrekking van een gedoemd systeem.
Dat is een manier om naar de zaak te kijken, een waarin het liberale en seculiere vooruitgangsdenken uitblinkt. Een andere manier is die van islamoloog Giles Kepel om het islamisme, de politieke islam, te zien als een reactie op ontwikkelingen in het Midden-Oosten en daarbuiten en niet perse als een archaïsch verschijnsel.

Ze onderscheidt ze drie soorten moslims: de ‘Mekka-moslims’ hangen een soort gematigde islam aan, de ‘Medina-moslims’ die de strikte leer prediken en de dissidenten die de islam willen hervormen... De islam kan volgens haar wel veranderen.”

“Volgens Ali, en in die opvatting heeft ze vele medestanders, komt de rechtvaardiging voor islamitisch geïnspireerd geweld voort uit de religieuze doctrine zelf. Die is belangrijker dan sociaaleconomische of politieke grieven. Moslims gaan niet tot geweld over omdat ze arm, achtergesteld of gediscrimineerd zijn, maar door de invloed van de doctrine, waarin het belang van de jihad wordt ingeprent en het leven na de dood wordt verkozen boven dat hier op aarde.
In juli 2015 was het de Britse premier David Camerondie deze zienswijze onder woorden bracht. “We moeten beginnen met het begrijpen van de dreiging waarmee we worden geconfronteerd en  waarom dat zo is. Wat wij bestrijden, is islamistisch extremisme, is een ideologie,” zei hij. Om een paar zinnen verder te concluderen: “De grondoorzaak van de dreiging waarmee we te maken hebben, is de extreme ideologie zelf.”

“Dit toont duidelijk het probleem van deze verklaring, of beter gezegd, het gebrek aan verklarende kracht van deze redenering. Als de dreiging een ideologie is en de oorzaak van de dreiging is diezelfde ideologie, wat wordt er dan gezegd? Waarom is er tegenwoordig een golf van jihadistisch geweld en trekken er nu honderden, duizenden jongeren uit Europa naar het Midden-Oosten? Een verklaring die zich alleen op, deels eeuwenoude, teksten beroept, schiet te kort. Ali wijst in haar boek in het voorbijgaan wel op allerlei andere verklaringen, zoals het verlangen naar erkenning (195), de zoektocht naar identiteit (215) en zelfs de afkeer van corruptie (205).”

“Een vulgairmaterialistische benadering faalt dus net zo goed als de benadering dat het allemaal voortvloeit uit de religieuze geschriften en de extremistische opvattingen die daaruit door denkers als Sayid Qutb zijn gedistilleerd. Een ééndimensionale verklaring voldoet niet. Ook de benadering waarbij ‘de islam’ wordt vrijgepleit met stellingen als ‘IS is niet islamitisch’ is niet houdbaar. Ali verzet zich daar terecht tegen...”

“Maar als het probleem niet alleen wordt gevormd door de teksten of de ideeën maar als het zo is dat de toename van islamitisch geïnspireerd geweld voortkomt uit een mix van sociologische, politieke  omstandigheden waarbij ideologie als een katalysator werkt, dan is ook duidelijk dat een ‘tekstueel’ antwoord alleen niet voldoende is. Het is wel wat complexer dan dat. Conflicten zoals in Nigeria, Irak en Syrië zullen niet ophouden als opeens de imams het idee van jihad in de ban doen. En die conflicten zijn minder dan vroeger aan grenzen gebonden. Wat in Irak en Syrië gebeurt, heeft weerklank in Delft en Den Haag. Ali lijkt zelf te twijfelen of haar wens dat moslims volledig afstand nemen van de jihad als idee, wel haalbaar is.

“In haar streven om de hervorming binnen de islam te bevorderen, is Ali op zoek naar bondgenoten. Die heeft ze onder andere gevonden in Majaad Nawaz [zie boven]. en de Pakistaanse Nobelprijswinnares Malala. Daar kan ik in komen. Ze zijn beiden moedige strijders tegen extremisme...”

“In Europa zoekt Ali het ook bij de verzoeners en niet meer bij de polarisatie, zoals die door Front National en andere populistische partijen wordt bedreven. Ze neemt dus, al is het indirect, afstand van haar vroegere geestverwant. Haar idee dat dissidenten in de islam juist gesteund moeten worden, doet zelfs denken aan de opvattingen van de man waar  ze het in het verleden zo hartgrondig mee oneens was: Job Cohen. Er is dus veel om het mee eens te zijn in dit boek, en veel om het mee oneens te zijn.”

 Amy-Jane Gielen, Radicalisering en identiteit. Radicale rechtse en moslimjongeren vergeleken.
http://www.boekenstrijd.nl/terrorisme/al-qaida-en-aanverwanten/radicalisering-amy-jane-gielen

“Radicalisering is hot. Het barst van de boeken en rapporten die vrijwel allemaal veel aandacht krijgen. De angst dat er misschien ergens een tweede Mohammed B. rondloopt is groot. Dus alles wat er aan bij kan dragen om dat te voorkomen is welkom.
Maar hoe werkt radicalisering? Is het altijd erg en kan de overheid er wel iets tegen doen? Politicoloog Amy-Jane Gielen probeert op die vragen antwoord te geven in haar boek over radicalisering bij moslimjongeren en bij rechtsradicalen.”

“De rol van identiteit wordt altijd genoemd, maar nooit toegelicht,” is haar stelling. Nooit is misschien wat te stellig: zie bijvoorbeeld dit artikel van de Amerikaanse hoogleraar Michael Mazzar. Gielen licht die rol wel toe, maar het probleem is dat identiteit bij haar erg veelomvattend wordt. Identiteit is persoonlijk, existentieel, interpersoonlijk, maar ook collectief, dynamisch, reflexief en multiple: in vertaling: het is wat je bent, hoe je omgaat met anderen en functioneert in een groep, maar dat kan ook veranderen in de loop van de tijd en een mens heeft over het algemeen meerdere identiteiten. Daarmee is identiteit zo breed geworden, dat bijna alles er onder valt. En dan is de conclusie dat bij radicalisering de rol van identiteit erg groot is, niet meer verbazingwekkend. De vraag is natuurlijk hoeveel dat dan nog zegt.”

“Deze benadering levert wel een groot voordeel op. Want de redenering dat radicalisering een gevolg is van bepaalde teksten, incidenten of omstandigheden wordt ermee ondermijnd of op zijn minst aangevuld. Radicalisering ontstaat niet door lezing van de Koran of Mein Kampf, de aanwezigheid van buitenlanders, of de aanslagen van 11 september. Die zaken kunnen de aanleiding zijn, een breekpunt in iemands biografie, maar moeten nog wel in vruchtbare aarde vallen om tot radicalisering te leiden...”

“Haar conclusie dat radicalisering in islamitische of in rechts-radicale kring gelijkenis vertoont klinkt op het eerste gezicht opzienbarend, maar is dat eigenlijk niet. Er wordt immers hetzelfde woord voor gebruikt. Ook tussen het koken van witte en rode kool bestaan overeenkomsten, al is het eindresultaat niet hetzelfde.
Bij beide groepen gaat het om een proces van uitsluiting en binding. Uitsluiting, deels gekozen, deels opgedrongen, uit de mainstream samenleving, en insluiting in een kleine groep die een geborgen gevoel geeft. Als familie, zoals een van de rechts-radicalen zegt. Moslim radicalen spreken over ‘broeders’ en ‘zusters’.”

“Ook ideologisch zijn er overeenkomsten. Ook van deze constatering hoeven we niet van onze stoel te vallen. De gelijkenis tussen diverse stromingen die het liberale wereldbeeld afwijzen is natuurlijk niet onopgemerkt gebleven. Kijk bijvoorbeeld naar het werk van John Gray of Ian Buruma. Enkele kenmerken zijn: het verwerpen van kapitalisme, afkeer van de vermeende leegheid van het moderne bestaan en de verleidingen van de grote stad als prostitutie en homoseksualiteit, voorkeur voor strijd, zo nodig tot de nood erop volgt, een gevoel van bedreiging en een heilig geloof in het eigen doel, en vaak ook antisemitisme. Binnen dit brede raamwerk kunnen er allerlei varianten bestaan en zelfs keiharde onderlinge strijd tussen aanhangers van diverse antiliberale stromingen.”

“De waarde van dit boek ligt wat mij betreft meer in het empirische gedeelte, waaronder de gesprekken met de radicale rechtse jongeren uit Almere die een aantal gewelddadige acties pleegden. Onomwonden verwoordt een van de leden van de groep zijn droom: “Een groot blank rijk zonder joodse invloeden en joodse macht, volgens de architectuur van het Derde Rijk, islamvrij, zonder zigeuners en homo’s.” Hun ouders bevestigden hen in een groot deel van hun ideeën, maar wijzen het overtreden van de wet met gewelddadige acties af. Op school werden hun opvattingen niet serieus genomen.”

“Daarnaast beschrijft Gielen de eerste ervaringen met anti-radicaliseringsactiviteiten in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Ze is daarover vrij positief. Bij de ‘interreligieuze dialoog’ spraken gelovigen met verschillende achtergronden met elkaar. De jongere islamitische deelnemers zouden hierdoor hun bekeringsdrang hebben opgegeven en daarmee misschien het idee dat de islam per definitie het beste is voor alle mensen. Of ze radicaal waren, was overigens zeer de vraag. Maar ze zijn het in ieder geval niet geworden. Haar conclusie is dat dit soort preventie werkt. Maar er moet volgens haar meer gebeuren.”