Civis Mundi Digitaal #54
Bespreking van: Faucon Raphaël de Klyn, Dorpssprookjes uit Ellecom. Oosterbeek, Uitgeverij Kontrast, 2017.
Ellecom is een dorpje aan de bosrijke Veluwezoom, gelegen tussen Dieren, Doesburg en Rheden. Er staan nog eeuwenoude bomen in rijke variatie, monumentale kastelen en kerkjes. Er stromen nog pittoreske beken uit de Veluwe naar beneden in de IJsselvallei. Een ideale plek voor sprookjes. Ik heb er 22 jaar gewoond en ken de sfeer, die in de sprookjes tot leven komt.
Sprookjes en verhalen vormen een vanouds belangrijk element van onze (volks)cultuur. Het is passend ook hieraan aandacht te besteden in dit tijdschrift voor politiek en cultuur. Politiek is een onderdeel van de cultuur. Niet andersom, afgezien van de politieke cultuur. Als politiek de cultuur domineert in plaats van omgekeerd, wijken culturele waarden achter de coulissen van de Tweede Kamer en lijken machtsspelletjes op de voorgrond te komen. Maar dit is een ander verhaal. Sprookjes zijn verhalen uit een oude mondeling overgeleverde cultuur met een bepaalde (volks)moraal, die door machthebbers vaak wordt geschonden. Een cultuur waarin sprookjes, archetypische beelden en geestelijke waarden weer tot leven komen, lijkt mij een verrijking van ons bestaan.
Het gebied bij de Posbank, één van de bekendste en schilderachtigste plekken van de Veluwezoom www.gelderlander.nl/arnhem-e-o/posbank-op-voor-zonsopkomst-negen-bekeuringen~a4569474/ Dan mag je er namelijk niet komen
Bezielde natuur
In deze sprookjes voor volwassenen is de natuur bezield. Bomen fluisteren en praten. Mensen veranderen in bomen, al of niet door toedoen van heksen. Elfjes dansen in het maanlicht. Kabouters werken in het bos. Feeën en engelen beschermen de levende wezens, die door sommige mensen worden bedreigd. In de sprookjes komen menselijke tekortkomingen aan het licht en komen mensen tot bezinning en inzicht. De verhaaltjes zijn sprookjesachtig en worden niet moralistisch. Veeleer komen algemene natuurwetten aan het licht, zoals: wie goed doet, goed ontmoet. De natuur blijkt een groot goed, dat vraagt om te worden behoed.
De sprookjes brengen een meerdimensionale fantasiewereld tot leven in beeldende gestalten. Diverse mensentypen uit een tijdloos verleden treden op in de gestalten van ridders en prinsen. Maar ook boeren en knechten, die het er vaak beter vanaf brengen dan de vaak veeleisende adellijke lieden. In de meeste sprookjes zijn grote bomen de hoofdpersonen. Alsof de wereld bekeken wordt vanuit het gezichtspunt van een boom met menselijke vermogens. De schrijver woont in Ellecom. “Omdat je daar de sterren nog kan zien en de bomen nog kan horen fluisteren.” In de sprookjes heeft hij als het ware opgetekend wat hij de bomen hoorde zeggen.
Over een boer, een fee en een koe als beste vriendin van zijn dochtertje
Het laatste sprookje gaat over de oude gewoonte in een klein dorp om het zomerfeest in het naburige grote dorp te vieren en daarvoor een en ander mee te nemen om te eten. Als wordt gevraagd om de mooiste koe van het dorp mee te nemen om te slachten, verhindert een fee de tocht naar het grote dorp. Zodra de fee tussenbeide komt vragen mannen zich af: “Waarom gaan we erheen als we er een koe voor moeten meenemen?... Overmand door het gevoel dat het een veel beter idee was rustig terug naar huis te keren”.
De koe komt weer in de wei en wordt omarmd door het dochtertje van de boer. De koe is haar beste vriendin en de fee haar overleden moeder, die ook de koe omarmd had toen zij nog leefde. Daarom verhinderde zij dat het dier werd geslacht. Misschien spreekt dit sprookje mij temeer aan, omdat ik als boerenzoon tussen kinderen en koeien ben opgegroeid en deze goedige rustgevende dieren als jongen soms ook omarmde en het betreurde als ze naar de veemarkt en de slachterij werden afgevoerd.
Dansende nimfen
Over dansende nimfen en kabouters
Veelzeggend is ook het sprookje Ven getiteld, over nimfen die bij volle maan bij een vennetje dansen. “Dat nimfen alleen maar dansen en zwieren... zo’n edele vertoning van een nachtelijke dans, dat is voor de kabouters afschuwelijk om te zien.” Want kabouters werken in het bos met al hun ijver en rusten de hele lange dag niet. Na diverse verwikkelingen, waarbij de kabouters onder meer in woeste dansen met bijlen en messen de nimfen proberen af te schrikken, eindigt het sprookje met kabouters dansen in hun donkere holen naar het voorbeeld van de nimfen. “Niet meer met hun voeten stampend en met hun bijlen zwaaiend. Niet krijsend en woedend. Neen: Zij dansten op hun mooist”.
Over ontmoetingen en afscheid nemen van een verliefde prins en prinses
Het sprookje Eikenlaantje gaat over een verliefde prins en een prinses die elkaar zo vaak mogelijk willen bezoeken. Hun kastelen zijn echter van elkaar gescheiden door een wildernis met een kolkende rivier, diepe ravijnen en moerassen. Daardoor duurt de reis van de prins naar prinses langer dan zij wensen. De prins heeft zijn verplichtingen. Zij kunnen niet elke dag samen blijven. Hoe gelukkig zij ook samen waren, “elke keer dat zij afscheid namen viel hen zo zwaar als de dood. Al konden zij elkaar spoedig weer treffen en was niemand verloren, leek het hen alsof het leven geen enkele betekenis meer had zodra zij afscheid van elkaar namen.”
Hoe zij hun koninklijkheid verloren
Daarom vragen zij een visser die zij elke keer passeren, of hij de weg kan verkorten. Dat kan als zij ets van hun koninklijkheid en hun prinselijkheid inleveren. Hoewel “alle mensen in feite koninklijk zijn, van boeren tot bakkers, van molenaars tot schippers, is het enige verschil met prinsen en prinsessen is, dat zij nòg prinselijker zijn.”
Toen de weg naar elkaar zo begaanbaar was geworden dat ze elkaar niet meer hoefden te verlaten waren zij hun koninklijkheid kwijt geraakt en net als normale mensen geworden. “Zelfs normale mensen hebben allemaal een zekere koninklijkheid.” Toen een prachtig pad door een moeras was aangelegd, “kwamen de prins en de prinses die dag niet huis en ook de volgende dag niet... Zij waren waarschijnlijk voor altijd verdwenen. Maar men moest zich erin troosten dat zij zonder enige twijfel samen waren.”
“En ook vandaag nog, nu er allang geen koninkrijken meer zijn, nu rivieren verlegd, bergen afgesleten, bossen beheerd, en het moeraspad allang niet meer door een moeras gaat... Ook vandaag nog zien sommige mensen de twee gelieven daar voortgaan, arm in arm, maar bijna onzichtbaar, schimmig in de verte. Maar vandaag worden zij door niemand meer herkend.”
Wij zijn de voeling kwijt met die subtiele werkelijkheid. Ook dit sprookje resoneert met mijn herinneringen en vindt een klankbord in mijn hart.
Een sprookjesachtige sfeer in een ’onttoverde wereld’
Er is inderdaad een pad, een eikenlaantje van kasteel Middachten in De Steeg naar het naburige Ellecom, dat door een moerassig gebied gaat. Onze kinderen noemden dit gebeid het moerasbos, waar wellicht kwelwater uit de IJssel omhoog komt onder de dijk en de uiterwaarden door. Het prachtige gebied waar ik 22 jaar heb gewoond, komt in de sprookjes bezield en inspirerend tot leven. Zoals gezegd gaan de meeste over bomen en mensen, omgeven door de prachtige natuur.
Ik heb drie van de vijftien sprookjes samengevat met de archetypische beelden en herinneringen erin, die mij aanspreken. Tijdens het lezen met mijn kleinzoon op schoot heb ik mij ondergedompeld in de feeërieke sfeer, die de schrijver in stijlvolle bewoordingen treffend weet te schetsen. De sprookjes worden zo levensecht beschreven, dat je erin zou kunnen gaan geloven. Het is geen kinderlijke wereld. Het is een wereld waarin volwassenen de dienst uitmaken in een mooiere, rijkere en meer verfijnde omgeving dan de ’onttoverde wereld’ [1] welke we gewoonlijk waarnemen.
De wereld die in de Romantiek onthuld werd bij sprookjesschrijvers als Novalis [2], Achim von Arnau, Clemens von Brentano [3] en de gebroeders Grimm, vindt hier weer een eigentijdse expressie. De Dorpssprookjes uit Ellecom zijn echter aan de rijke fantasie van de schrijver ontsproten, zoals ook de sprookjes van Andersen. Het zijn dus literaire en geen overgeleverde sprookjes, zoals die van Grimm.
Van Faucon Raphaëlde Klyn verscheen eerder bij dezelfde uitgeverij Slaap maar, verhalen voor volwassenen, eveneens besproken in Civius Mundi.