Een moleculaire burgeroorlog? (54)

Civis Mundi Digitaal #54

door Wim Couwenberg

Een vreedzame wereld betekent niet zozeer een vermindering, maar slechts een verplaatsing van de gewelddadigheid en agressie die we in iedere samenleving aantreffen, stelt de Amerikaanse journalist R.D. Kaplan[1].

 

In plaats van in militaire kaders en activiteiten op georganiseerde wijze gekanaliseerd en gereguleerd te worden uit die agressie zich in een vreedzame wereld op andere manieren zoals gewelddadige criminaliteit en allerlei uitingen van vandalistisch geweld, in onze tijd met name in de zgn. moleculaire burgeroorlog zoals beschreven door Hans Magnus Enzensberger in zijn essay Aussichten auf dem Bürgerkrieg (1993). Hij doelt hiermee op de epidemie van negativiteit van een nieuw lompenproletariaat dat zich uitleeft in haat tegen alles wat functioneert, een wrok tegen de bestaande orde die intrinsiek verweven is met gevoelens van zelfhaat, verveling en zinloosheid van maatschappelijke randfiguren die zich sociaal overbodig voelen en door de Duitse filosoof Peter Sloterdijk[2] gerekend worden tot een amorfe internationale van mensenhaters.

Kaplan gaat er kennelijk vanuit dat er in samenlevingen een constante hoeveelheid geweld in potentie aanwezig is die hetzij in militair verband gekanaliseerd wordt, hetzij zich uitleeft in niet-militaire gewelddadigheid. Het is een veronderstelling waarop hij van verschillende kanten scherp is aangevallen vanwege de normalisatie van geweld die eruit spreekt.

Het lijkt er niettemin op dat er zoiets als een moleculaire burgeroorlog gaande is, zoals door de bekende Duitse publicist Enzensberger al eerder gesignaleerd. Een epidemie van negativiteit in een tijd, waarin de zinloosheid van ons bestaan een breed gedeelde en uitgedragen overtuiging is. Ondanks allerlei overheidsmaatregelen neemt het aantal geweldsincidenten, met name tegen hulpverleners, jaarlijks toe, ook weer bij de laatste jaarwisseling, evenals het aantal vernielingen. Psychologische deskundigen stellen dat het geen geweldsincidenten zijn, maar dat er sprake is van een geweldsklimaat, dat ze in verband brengen met afkalvend respect voor gezag, het wegvallen van traditionele steunpilaren van dat gezag, als kerk en verzuiling en groeiend narcisme. Maar heeft Kaplan helemaal ongelijk als hij stelt dat er in onze samenleving een blijven potentieel is aan agressie en gewelddadigheid?

Hoe dit zij, het eerste slachtoffer van een oorlog is de waarheid, zo luidt een bekend gezegde. De Amerikaanse politiek wordt nu al enige tijd beleefd als een politieke vorm van moleculaire burgeroorlog, die op zijn beurt de weg vrijmaakt voor het stoppen van het traditionele begrip ‘waarheid’.



[1] Zie R.D. Kaplan, Het anarchistisch pandemonium, 2000; idem, Warrior politics, 2002; en M. Ledeen, The War against the Terrormasters, 2003

[2] Zie P. Sloterdijk, Woede en Tijd, 2007, pp. 265-278