Civis Mundi Digitaal #61
Bespreking van: Cees Buisman, De mens is geen plaag. Over het gevaar van een onttoverde wereld. Uitgeverij Bornmeer. Gorredijk, 2018.
Cees Buisman is directeur van Wetsus, Europees centrum voor duurzame watertechnologie, en hoogleraar biologische kringlooptechnologie aan Wageningen Universiteit. Hij heeft onlangs het essay De mens is geen plaag. Over het gevaar van een onttoverde wereld geschreven. Hij benadrukt dat voor de ontwikkeling van een duurzame en rechtvaardige samenleving een groei naar meer bewustzijn nodig is. Het is, voor zover ik weet, voor het eerst dat een hoogleraar in Wageningen bewustzijnsontwikkeling als prioriteit benoemd. Hieronder maak ik een aantal opmerkingen naar aanleiding van enkele interessante tekstfragmenten uit zijn essay.[1]
1. We hebben geen idee waar ons heelal vandaan komt … ook het ontstaan van het leven op aarde is nog een groot mysterie (p.10).
Hier ben ik het volledig mee eens. Ik denk dat ‘het leven’ een emergente (ontstijgende) eigenschap is, die voor het dominante positivistisch wetenschappelijk paradigma, dat reductionistisch-materialistisch van aard is, hoogstwaarschijnlijk ook onverklaarbaar zal blijven. Het zou de Wageningse academische gemeenschap in the city of life sciences sieren als het emergente karakter van ‘leven’ onderkend zou worden. Dit jaar bestaat Wageningen Universiteit 100 jaar ter gelegenheid waarvan het seminar What is life plaatsvond van 12-14 maart. Het uiteindelijke antwoord gedurende het seminar op de vraag ‘what is life’ kwam neer op ‘life is an emergent property’. Op de logische vervolgvraag ‘what is emergent’ was het eerlijke antwoord ‘we have no clue’.[2] Het onderscheid tussen biologisch en artificieel leven dat op het seminar werd gemaakt roept de vraag op hoe artificieel leven te definiëren als we eigenlijk geen ‘clue’ hebben wat biologisch leven is.
Het seminar vond plaats in het ‘Wisdom & Wonder Pavilion’. Wijsheid is iets anders dan het verzamelen van steeds meer academische kennis. Zou het mogelijk zijn dat ‘leven’ (en ook ‘bewustzijn’) emergente eigenschappen zijn in de zin van behorend tot een ander domein dan het domein van de werkelijkheid dat bestreken wordt door het dominante positivistisch wetenschappelijk paradigma? Wat als ‘leven’ inderdaad een ‘wonder’ of ‘mysterie’ is en misschien wel altijd een mysterie blijft? Zou het niet logischer geweest zijn om op de eerste dag van het seminar eerst die mogelijkheid te overdenken, alvorens over te gaan tot presentaties van allerlei nieuwe chemische, fysische en biologische technologieën?
2. Bewustzijn [is] doorslaggevend voor het gedrag van een beschaving (p.11).
Ook in mijn proefschrift (Van Eijk 1998) en boek over Spinoza’s filosofie (Van Eijk 2017) staat bewustzijn centraal als doorslaggevende factor in het maatschappelijke ontwikkelingsproces.[3]
3. We worden minder egocentrisch en in mijn ogen daardoor betere mensen (p.11).
Het worden van een ‘beter mens’ roept al gauw connotaties op met social engineering en dat ligt vooral in academische gemeenschappen gevoelig. Voor mij persoonlijk is Transcendente Meditatie (TM) een effectieve en efficiënte techniek voor bewustzijnsontwikkeling, met wetenschappelijk geverifieerde praktische effecten in het persoonlijke en maatschappelijke leven.[4] De keuze voor een specifieke techniek van bewustzijnsontwikkeling hangt echter af van iemands persoonlijkheid, cultuur, levenservaringen, etc. De vraag is hoeveel mensen daadwerkelijk een tijdsinvestering in een of andere techniek voor bewustzijnsontwikkeling willen doen.
4. Met natuurlijke technologie bedoel ik een aanpak die erkent dat we niet alles kunnen begrijpen en die daarom met meer voorzichtigheid en zorg omgaat met de natuur en met onszelf (p.12).
We kunnen met ons beperkte verstand de oneindige ketens van oorzaak en gevolg inderdaad niet volledig begrijpen. Ik noem dit de ‘illusie van het intellectuele holisme’.[5]
5. Wij kunnen niets dat niet-levend is levend maken … [een geloof in de wetenschap] is vergelijkbaar met het geloof in een schepper (p.49/50).
Hoofdstuk 8 in mijn proefschrift luidt: Analysis of the metaphysical background of modern science. Op pagina 155 schrijf ik: The positivist paradigm is characterized by a belief in instrumental and strategic rationality, but many (agricultural) scientists do not even realize that they are true believers in ‘the cathedral of science’, and that this non-awareness is due to the continuous identification with the rational-empirical consciousness.[6]
6. Als iemand meer bewustzijn bereikt, ziet de wereld er in zijn ogen anders uit (p.61).
Maharishi Mahesh Yogi, de grondlegger van de TM techniek, zei altijd: kennis is gestructureerd in bewustzijn. Op verschillende bewustzijnsniveaus ziet de wereld er inderdaad anders uit. In Tabel 1 geef ik de drie fases in de menselijke ontwikkeling schematisch weer: kind, volwassene en verlichte volwassene.[7] Tabel 1 is een ideaaltypische beschrijving, dus in werkelijkheid zijn de drie fases minder scherp van elkaar te onderscheiden.
Tabel 1: Menselijke ontwikkeling in drie fases
Kind |
Volwassene |
Verlichte volwassene |
pre-persoonlijk |
persoonlijk |
trans-persoonlijk |
onder-bewust |
zelf-bewust |
trans(boven)-bewust |
pre-rationeel |
rationeel |
trans-rationeel |
zintuiglijk: pre-conceptuele gevoelens |
symbolisch: conceptuele argumenten |
spiritueel-intuïtief: trans-conceptuele inzichten |
instinct |
rede |
intuïtie |
ongedifferentieerde eenheid: geen onderscheid en scheiding tussen subject en object |
emancipatie: onderscheid en scheiding tussen subject en object |
gedifferentieerde eenheid: onderscheid zonder scheiding tussen subject en object |
Uiteraard is de staat van verlichte volwassene een ideaalbeeld, maar in principe kunnen gewone stervelingen de staat van verlichting bereiken. Het vraagt wel een tijdsinvestering in bewustzijnsontwikkeling. Wat verlichting wordt genoemd in oosterse filosofieën is op dit moment een levende realiteit voor slechts heel weinig mensen. Maar ook het op weg zijn in de richting van het ideaal van verlichting levert al veel op in termen van persoonlijk en maatschappelijk welzijn. De 80 gulden die ik in 1972 heb betaald om de TM techniek te leren is voor mij de beste investering die ik ooit in mijn leven gedaan heb. Ik ken geen andere techniek voor bewustzijnsontwikkeling waar zoveel goed gedocumenteerd onderzoek naar gedaan is (dat wil zeggen gepubliceerd in peer reviewed wetenschappelijke tijdschriften).[8]
7. Schumacher vatte dit samen in vier niveaus: levenloos (mineralen), leven (planten), bewustzijn (dieren) en hoger bewustzijn (mensen) (p.65).
Volgens Schumacher zijn er differences in kind en differences in degree. Tussen mineralen, planten, dieren en mensen zijn er volgens hem differences in kind, dus fundamentele verschillen.[9] Met betrekking tot bewustzijn is er mijns inziens sprake van transcendentie én immanentie. Daarom spreek ik graag van het transcendent/immanent bewustzijn. Of zoals Ken Wilber het uitdrukt: het bewustzijn is de hoogste sport van de ladder (het transcendente aspect) én het hout waarvan de ladder is gemaakt (het immanente aspect).[10]
8. … ons steeds groter wordende consumentisme, waarin onze hebzucht en afgunst continu opgezweept worden door de reclames … (p.71).
Zie mijn artikel uit 2010 in Civis Mundi over Economie, statuswedloop en zelfregulering.[11] Het fenomeen van de mimesis of nabootsing heeft vergaande maatschappelijke gevolgen, die maatschappelijke elites en economen vaak niet onderkennen. De statuswedloop kan worden afgeremd en de zelfregulering bevorderd door technieken voor bewustzijnsontwikkeling.
9. Het integreren van paradoxen, het verbinden van twee ogenschijnlijk tegengestelde meningen, het rationele of/of vervangen door een existentieel en/en, is belangrijk (p.73).
Het integreren van paradoxen is inderdaad essentieel. Koestler benadrukt de betrekkelijkheid en dubbelzinnigheid van de termen deel en geheel en introduceert het begrip holon: een geheel dat ook deel van een groter geheel is.[12] Het onderstaande diagram met het Janus gezicht symboliseert het concept holon.[13]
Het Janus gezicht: tegelijkertijd naar boven en beneden kijkend (naar hogere en lagere holons), en naar buiten en binnen kijkend (rede en technieken voor bewustzijnsontwikkeling tegelijk gebruikend)
Het Janus gezicht kijkt tegelijkertijd naar boven en beneden, naar hoger- en lager-gesitueerde holons in een waarlijk systeemperspectief. Het Janus gezicht kijkt ook tegelijkertijd naar buiten en binnen, uitdrukkend dat de rede en technieken voor bewustzijnsontwikkeling beide gebruikt kunnen worden in een enkel holistisch pad naar kennis. Het Janus gezicht symboliseert dat gelijktijdig gebruik van de rede (naar buiten kijkend) en ervaringsspiritualiteit (naar binnen kijkend) wijsheid creëert. Deze wijsheid resulteert in ecologisch en maatschappelijk verantwoord gedrag. Volgens Koestler zou dit de onbewuste reden kunnen zijn waarom de Romeinen de god Janus zo’n prominente plaats gaven in het Pantheon als de bewaker van de in/uitgangen, een toezichthouder die zowel naar binnen als naar buiten keek.
Met betrekking tot de problemen van milieuvervuiling en klimaatverandering kunnen mensen op een gegeven moment besluiten dat collectieve actie niet langer achterwege kan blijven daar anders hun fysieke voortbestaan op het spel komt te staan. In dat geval is samenwerking het gevolg van het kiezen van de minste van twee kwaden. Dat is een re-actieve bereidheid om te handelen. Het is rationeel maar onvrij gedrag. Het is gedrag dat gebaseerd is op - door onderhandelingen tot stand gekomen - overeenstemming tussen talrijke actoren: het Nederlandse poldermodel. Dit poldermodel zou aangevuld dienen te worden met een pro-actieve bereidheid om te handelen, met vrij gedrag. Technieken voor bewustzijnsontwikkeling bevorderen pro-actief gedrag.[14]
Koestler onderscheidt zelf-assertieve en zelf-transcenderende tendensen, die overeenkomen met het streven van individuen naar integriteit (autonomie, zelf-assertiviteit) en het streven naar integratie in grotere gehelen (zelf-transcendentie). Individuele integriteit en sociale integratie zijn beide nodig. De rede alleen kan het simultaan optreden van integriteit en integratie niet bewerkstelligen. Schumacher merkt op dat het integreren van zulke ogenschijnlijk tegengestelde tendensen the fabric of life vormt. Het vereist volgens hem een transcenderen van zulke tendensen op een hoger niveau van bewustzijn. De en/en situatie kan alleen maar ‘geleefd’ worden.[15]
10. We kunnen steeds beter zien dat de natuur deel van ons uitmaakt en we zullen wat we vroeger God noemden steeds beter begrijpen (p.76).
Spinoza’s Deus sive Natura (God oftewel Natuur), zijn concept van een immanente God-Natuur, is hier van toepassing.[16]
11. … hergebruik van dierlijke en menselijke uitwerpselen … is natuurlijke technologie. Het is technologie die zich karakteriseert door mee te werken met de natuur in plaats van ertegenin te gaan (p.88).
Op onze kleine boerderij op de arme zandgrond in Z.O.-Brabant werden in mijn jeugd dierlijke en menselijke uitwerpselen nog met paard en gierton naar de akkers gebracht. Met betrekking tot de recente mestfraude schandalen in mijn geboortestreek is het onderscheid tussen de geest en de letter van de wet (mest en nutriënten regelgeving) en het daarmee verbonden belang van ethisch handelen belangrijk.[17] Het is in de Wageningse academische gemeenschap al decennia bekend dat de intensieve bio-industrie per definitie niet duurzaam is, maar ongelukkigerwijs zwijgt Wageningen (op een paar uitzonderingen na) daar al te lang over. Maharishi sprak vaak over support of Nature wat meewerken met de natuur omvat. Volgens hem krijgen mensen spontaan meer steun van de Natuur bij een toename in bewustzijn.
12. Het genetisch manipuleren is een geweldig staaltje van technologie. Maar kan de wereld nu echt niet verder zonder deze technologie? (p.106).
Er wordt vaak beweerd dat zonder GMOs (genetically modified organisms) mensen in arme landen honger zullen lijden. Dat is echt flauwekul. In Tanzania bijvoorbeeld zijn al decennia vele verbeterde (traditioneel veredelde) maisvariëteiten beschikbaar, maar het adoptiepercentage onder kleine boeren is heel gering.[18] Tegelijkertijd is de kloof tussen de gemiddelde opbrengsten van boeren en experimentele opbrengsten nog steeds heel groot. De talrijke factoren die maken dat boeren de beschikbare verbeterde variëteiten niet adopteren gelden ook voor GMOs, misschien nog wel in versterkte mate. Dus om honger te bestrijden hebben we echt geen GMOs nodig.
13. We kunnen de wereld alleen zien en interpreteren op ons eigen bewustzijnsniveau (p.109).
Inderdaad, kennis is gestructureerd in bewustzijn, zoals Maharishi zegt (zie paragraaf 6).
14. Dit innerlijke bewustzijn kan echter ook waargenomen worden via vastgelegde meditatieprocedures, maar dit kan alleen individueel en telt daarom niet als wetenschappelijk (p.113).
Het is waar dat het transcendent/immanent bewustzijn alleen individueel ervaren kan worden, maar naast deze persoonlijke, subjectieve ervaring is intersubjectieve verificatie van zulke ervaringen mogelijk in samenspraak met anderen die ook technieken voor bewustzijnsontwikkeling beoefenen. Het bestaan van het transcendent/immanent bewustzijn als zodanig kan niet op een positivistisch ‘objectieve’ manier aangetoond worden. Echter de praktische effecten in het dagelijks leven van regelmatige toegang tot dit bewustzijn zijn wel objectief-wetenschappelijk aan te tonen (zoals gedaan in het vele onderzoek naar de persoonlijke en maatschappelijke effecten van de TM techniek).[19]
15. Er is in ieder geval ruimte voor het omarmen van de verborgen logica achter dingen en verschijnselen. Deze verborgen logica kan, afhankelijk van de persoonlijke visie, komen van de natuur, god, het lot, het ontoegankelijke etc. (p.114).
Spinoza zou zeggen dat deze verborgen logica inherent is aan de immanente God-Natuur. Maharishi spreekt van een ‘veld van creatieve intelligentie’. Dit immanente veld van creatieve intelligentie is het immanente aspect van bewustzijn (Wilber’s hout waarvan de ladder is gemaakt, zie paragraaf 7) dat ieder mens met een normaal functionerend zenuwstelsel tevens persoonlijk kan ervaren als het transcendent bewustzijn.
16. Rationeel bewustzijn is een voorwaarde voor het streven naar hoger mystiek en spiritueel bewustzijn (p.114).
Inderdaad, zie in Tabel 1 de overgang van volwassene naar verlichte volwassene.
17. … deze vorm van hoger bewustzijn [is] nog erg schaars. De mystici van het verleden kunnen volgens Wilber onze gids zijn … Dit pad van innerlijke groei is uitgebreid beschreven. Zo zijn er voorschriften uit de christelijke mystiek, het hindoeïsme en het zenboeddhisme (p.115).
De mystici uit het verleden zijn inderdaad belangrijk als inspiratiebron om mensen aan te zetten tot groei van bewustzijn. In hoeverre deze mystici duidelijke en praktische voorschriften voor bewustzijnsontwikkeling hebben achtergelaten, die bruikbaar zijn in de huidige context, vind ik moeilijk te beoordelen. Welk pad van innerlijke groei men ook kiest, het is raadzaam de effectiviteit en efficiëntie van methoden voor bewustzijnsgroei wetenschappelijk te verifiëren.
18. Het principe van de ‘tragedy of the commons’ waarbij de ‘commons’ de gemeenschappelijke weide was van dorpen in de middeleeuwen (p.123).
Gelukkig geldt de tragedy of the commons niet voor de meest fundamentele commons in ons bestaan, namelijk het transcendent/immanent bewustzijn. Individuele en collectieve overbegrazing, resulterend in overschrijding van de draagkracht, is hier niet mogelijk. In principe hoeven we slechts deze altijd al aanwezige bron te ont-hullen, ont-bergen of ont-sluieren door middel van technieken voor bewustzijnsontwikkeling.
19. De meerderheid van de mensen beweegt…mee met de geldende opinies … Door hun uitstraling nemen [de bewuste zonnen] de meerderheid mee … Het blijkt dat er maar 10% goede leiders nodig zijn om de wereld te veranderen, dus dat moet makkelijk kunnen (p.124).
De meerderheid van de mensen lijken inderdaad ‘kuddedieren’ te zijn. De uitstraling van ‘zonnen’ of mensen met een hoog ontwikkeld bewustzijn resulteert in positieve beïnvloeding van vele anderen. Of slechts 10% goede leiders voldoende is, weet ik niet.
20. Ken Wilber zegt: laten we groeien in bewustzijn, zodat we een sterk ego krijgen, waarmee we bestand zijn tegen de verslaving aan bezit, aanzien en macht (p.138).
Een groei in bewustzijn is inderdaad de meest belangrijke taak die ieder van ons te doen staat. Dat vergt wel een tijdsinvestering in bewustzijnsontwikkeling, alleen de zon komt voor niets op.
Eindnoten
[1] Uitgebreider commentaar is te vinden op mijn website: Commentaar op: Cees Buisman 2018. De mens is geen plaag. Over het gevaar van een onttoverde wereld. Bornmeer. cees-buisman-essay-commentaar-toon
[2] Artikel van Toon van Eijk op website van Resource, 24 maart 2018. WUR moet meer aandacht besteden aan wetenschapsfilosofie.
[3] Van Eijk, T., 1998. Farming Systems Research and Spirituality. An analysis of the foundations of professionalism in developing sustainable farming systems. PhD thesis, Wageningen Agricultural University, The Netherlands.
Van Eijk T., 2017. Spinoza in het licht van bewustzijnsontwikkeling. Lulu
[4] Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat grootschalige gedragsveranderingen mogelijk zijn via het beïnvloeden van het collectief bewustzijn. Zie subhoofdstuk 9.4 in Van Eijk 1998. Zie ook Box 3 (Is wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van meditatie überhaupt mogelijk?) in Van Eijk 2017 (p.88). En hoofdstuk 9 (Wetenschappelijk onderzoek naar een techniek voor bewustzijnsontwikkeling) in Van Eijk 2010: Van Eijk, T., 2010. Economie, statuswedloop en zelfregulering. Civis Mundi digitaal # 1, september 2010.
[5] Van Eijk, T. 2018. De illusie van holistisch denken. Civis Mundi digitaal # 55, februari 2018.
[6] Van Eijk 1998. Zie Eindnoot 3.
[7] Van Eijk 2017: p.186. Zie Eindnoot 3.
[8] Zie Eindnoot 4.
[9] Zie ook Van Eijk 2017 (p.136-7, inclusief Box 4: Stones en stones).
[10] Wilber K. (Ed.). (1985:p.254). The holographic paradigm and other paradoxes. Exploring the leading edge of science. New Science Library, Shambhala Publications, Boston.
[11] Van Eijk, T., 2010, Economie, statuswedloop en zelfregulering. Civis Mundi digitaal # 1, september 2010.
[12] Koestler, A., 1989: p.48. The ghost in the machine. Arkana Books, London [First published by Hutchinson & Co in 1967].
[13] Zie ook hoofdstuk 6.4 - Het welbegrepen eigenbelang van holons - in Van Eijk 2017 (op p.193-4 gebruik ik het Janus symbool).
[14] Zie Eindnoot 4.
[15] Van Eijk, T. 2015. Eenvoudig leven in een complexe wereld oftewel de paradox van eenheid-in-verscheidenheid. Civis Mundi digitaal # 33, oktober 2015 [de referenties naar Koestler en Schumacher zijn te vinden in dit artikel].
[16] Zie Van Eijk 2017.
[18] Zie p.61-71 in mijn proefschrift: Van Eijk 1998.
[19] Zie Eindnoot 4.