Okinawa, Japan en de Amerikaanse bases

Civis Mundi Digitaal #69

Okinawa, ruim 1500 km ten zuidwesten van Japan in de Grote Oceaan is het belangrijkste eiland van het vroegere koninkrijk: de archipel RyuKyu, door de Japan ingelijfd in 1879. In de tweede wereldoorlog werd het eiland na hevige strijd veroverd en bezet door de Amerikanen die er in de jaren 1950 biologische wapens testten en er één grote militaire basis van maakten. Pas in 1972 gaf Amerika het eiland terug aan Japan. Het eiland telt bijna 1,5 miljoen inwoners en trekt jaarlijks een 10 miljoen toeristen waardoor het populairder is dan Hawaï.

 

De bewoners van Okinawa hebben meer dan genoeg van de talrijke militaire bases met al het daaraan verbonden lawaai en onveiligheid op hun eiland. Op 30 september van dit jaar hebben ze zich bij de verkiezing van een nieuwe gouverneur daar duidelijk voor uitgesproken door tegen de wil van de Japanse regering Abe in voor de kandidaat van de verenigde oppositiepartijen "All Okinama": Tamaki, de zoon van een Amerikaanse militair en een Japanse vrouw, te stemmen. De door Abe gesteunde kandidaat Sakima verloor de verkiezing tegen Tamaki met 44% tegen 55% van de kiezers. De inzet bij deze gouverneursverkiezing was de verhuizing van de Amerikaanse basis Futenma naar een nieuwe locatie in het noorden van Okinawa: Henoko met daarbij een noodzakelijke inpoldering. Tamaki wil dat de Amerikaanse basis Futenma ergens anders en niet op Okinawa wordt gevestigd. Maar dit project Heneko, het resultaat van een in 2006 getekende overeenkomst tussen Japan en de Verenigde Staten, is een van de prioriteiten van de regering Abe die daarmee de soliditeit en het goed functioneren van het bilaterale veiligheidsverdrag wil aantonen. Abe ziet dit project als een van de pijlers van de Japanse defensie tegen de groeiende macht van China. Abe heeft altijd geweigerd om met de oppositie op het eiland te praten en trok zelfs de jaarlijkse subsidies (2,3 miljard euro) in aan alle organisaties en partijen die zich tegen het project uitspraken.

Nu Tamaki als gouverneur is gekozen en met "All Okinawa" de macht op het eiland in handen heeft, heeft de regering Abe desondanks laten weten, dat zijn regering vasthoudt aan de realisering van het project Hendeko, belooft de economische ontwikkeling buiten de Amerikaanse bases op het eiland te steunen in de hoop dat…

 

De verkiezing van Tamaki zal zeker ook op nationaal niveau consequenties voor Abe hebben, want ondanks zijn herverkiezing als leider van zijn partij PLD op 9 september 2018, is zijn grote populariteit fors gedaald tot nauwelijks 50 procent. Zijn nederlaag op Okinawa zal zijn aanhang in het zicht op de senaatsverkiezingen in juli 2019 niet versterken. Hij zal zijn strategie moeten herzien.

 

Het succes van Tamaki die overigens voorstander is van het Japans-Amerikaanse veiligheidsverdrag, is niet alleen te danken aan het verzet tegen het project Hendeko, maar zeker ook aan het feit dat Tokyo door zijn starre houding een zekere minachting uitstraalt voor een vroeger onafhankelijk koninkrijk, waar nu maar liefst 80 procent van de Amerikaanse troepen voor Japan gelegerd is. Te veel van het goede, vinden de bewoners van Okinawa. Dat met een onvoldoende gesteunde economische ontwikkeling voedt de gevoelens voor een grotere autonomie van het eiland dat zijn commerciële middenpositie tussen Japan, China en zelfs Zuidoost-Azië terug wil krijgen.

Tamaki had na zijn overwinning daar een mooie uitdrukking voor: "Zelfs kleine mieren kunnen een olifant dwingen zijn poot te verplaatsen."