De democratie op de proef gesteld door de pluriforme massa

Civis Mundi Digitaal #74

door Jan de Boer

Onze democratische instituties zijn geboren in de zeventiende eeuw als gevolg van een debat tussen twee filosofen met verschillende visies. De Italiaanse filosoof Paolo Virno beschrijft deze confrontatie. Enerzijds Thomas Hobbes (1588 -1697) die de individuen als een volk zag, een soort eenheid met één wil, anderzijds Baruch Spinoza (1632 -1677) die zei dat de individuen een veelsoortige massa vormen, een pluriformiteit die zich ook op het publieke toneel blijft manifesteren.

De praktijk van onze democratie heeft lange tijd de ideeën van Hobbes gevolgd.              Eerst werd het stemrecht voorbehouden aan een geprivilegieerde minderheid met het achterliggende idee dat de

uniformiteit van de electorale groep kiezers een absolute voorwaarde was voor een goed functioneren van de democratie. Veel later en niet zonder angst en beven en strijd werd formeel aan een ieder, aan de vrouwen het laatst, het stemrecht toegekend. Met dat universele stemrecht werd het democratische leven ingekaderd in instituties die op één lijn zaten met het techno-economische paradigma van die tijd. Naar het voorbeeld van de grote ondernemingen kreeg onze democratie een piramidale structuur. De individuen werden uitgenodigd om in de rij te gaan staan - een soort taylorsysteem - om hun stemrecht te laten gelden op een gestandaardiseerde en in tijd vastgestelde manier: het in de urn laten glijden van een stembiljet om de zoveel jaren.

De media hebben aan de bevestiging van deze visie van Hobbes: de eenheid van het volk, flink meegewerkt. De barrières om binnen te komen in sectoren als de pers, de radio en de televisie waren van dien aard dat alleen enkele grote organisaties de informatiemarkt onderling verdeelden. De grote media bevestigden door zich uit principe of uit economisch belang tot de meerderheid te richten, een op consensus berustende visie van de samenleving, die de eenheid van het volk versterkte.

 

Maar vandaag de dag heeft de digitale revolutie alles veranderd en geeft individuen de gelegenheid om hun verschillen te bevestigen door zich onderling aan te sluiten op het net met als gevolg, zo schrijft de wetenschapper Nicolas Colin in Le Monde, dat de visie van Hobbes steeds verder afwijkt van de realiteit van het leven in de samenleving. Het is de pluriforme massa van Spinoza die haar ritme en pluraliteit aan de organisaties opdringt. De digitale ondernemingen hebben dat al heel lang begrepen en zo de macht van de gebruikers ingepalmd. Ook de werknemers zijn dit nieuwe paradigma binnengestapt. Zij hebben de grote organisaties verlaten, hebben hun vrijheid herwonnen om zich via het net te organiseren, hebben nieuwe vormen van collectieve actie ontdekt en onderwijl de vakbeweging opnieuw uitgevonden.

Wat de beweging van de ’gilets jaunes’, de gele hesjes, laat zien, is dat zelfs de democratie niet bestand is tegen deze verandering van het paradigma. Als de publieke machten en de ’ gilets jaunes’ er niet in slagen zich wederzijds te beïnvloeden, ligt dat aan het feit dat zij in twee aparte werelden leven met niet dezelfde verplichtingen. De Staat zit nog vast in instituties gevormd om het volk te regeren, terwijl de ’ gilets jaunes’ zich via het net organiseren en al een pluriforme massa vormen.

De digitale economie toont zo de toekomst van de democratie. De productie en de consumptie zijn al veranderd om rekening te houden met de macht van de op het net aangesloten individuen. Ook de media hebben veranderingen ondergaan: zij deconcentreren zich en laten alle soorten zelfs de meest extreme meningen zich uiten, veeleer dan bij te dragen aan de vorming van een consensus. Zal deze digitale revolutie ook nieuwe vormen geven aan onze democratische instituties? Het is nog te vroeg om daarop een antwoord te geven, maar je mag het wel hopen, want de actualiteit geeft in Frankrijk en - straks ook elders - in Europa een voorproefje van de spanningen die onvermijdelijk in de toekomst komen.