Civis Mundi Digitaal #80
« Ik wil dat iedere landman in mijn koninkrijk op zondag een kip in de pan kan doen » aldus de Franse koning Henri IV (1553-1610). Deze wens betekende dat hij Frankrijk na verscheidene decennia verwoestende godsdienstoorlogen naar voorspoed wilde leiden. Vandaag de dag kent de kip een fenomenaal succes. Frédéric Joignot laat mij in het Franse dagblad Le Monde weten, dat Frankrijk ieder jaar 500 miljoen vleeskippen en 47 miljoen legkippen opkweekt. « Fransen », zegt hij: « eten gemiddeld 26 kilo kip per jaar ».
De kip, de ’gallus gallus domesticus’, is de meest verbreide vogel ter wereld geworden. Ter vergelijking beperken de eenden zich in aantal tot1,1 miljard en de kalkoenen tot 0,3 miljard. In 2016 waren van de 70 miljard geslachte dieren om ons te voeden 66 miljard kippen. Je kunt je de vraag stellen of de kippenpopulatie niet de grootste vogelpopulatie van de ons bekende geschiedenis is. Deze cijfers in december 2018 gepubliceerd in een uitgebreid onderzoek door de Engelse ‘Royal Society’ laten ons zien hoe zeer wij leven in een verandering zonder precedent van de aardse biosfeer. In Europa is het aantal kippen groter dan de 114 soorten van de meest voorkomende wilde vogels, die overigens de laatste tientallen jaren wat betreft hun aantal een vrije val doormaken. Mensen en slachtdieren zijn in aantallen zodanig toegenomen dat « hun biomassa groter is dan alle wilde gewervelde dieren op aarde », aldus de ‘Royal Society’.
Dit eerbiedwaardige Engelse instituut waarschuwt ons: de pijlsnelle groei van het industrieel opkweken van de kip is een potentieel teken van een nieuw biologisch – en geologisch – tijdvak vormgegeven door menselijke activiteiten: het antropoceen. Zo is het lijf van de kip volledig veranderd in de twintigste eeuw door het moderne fokken en genetische selectie. « De kip van vandaag is twee keer zo groot als in de middeleeuwen en haar gewicht is nu vijf keer zo groot ». Het betreft nu een nieuw soort kip die niet meer vliegt, kort leeft, industrieel geëxploiteerd wordt (zoals 97 procent in de Verenigde Staten), overal ter wereld massaal opgesloten in batterijen (in 2017 verbleef in Frankrijk 68 procent van de 47 miljoen legkippen in kooien, 56 procent in legbaterijen).
Andere directe consequenties: de mondiale productie van kippen gaat ten koste van te cultiveren gronden. Het onderzoek ‘Poultry and Environnent’ uit 2007 van de Verenigde Naties, de FAO, geeft aan dat het massaal opkweken en slachten van gevogelte buitengewoon vervuilend is: forse toename van insecten, vervuiling van grond en water door uitwerpselen, mest, gebruikt water en begraven karkassen, enzovoort, enzovoort. Bovendien draagt zij bij aan de menselijke weerstand tegen antibiotica, laat ons het onderzoek ‘Big Chicken’ van de wetenschapsjournaliste Maryn Mckenna gepubliceerd in de National Geographic‘ (2017), weten.
In hun boek Comment notre monde est devenu cheap (2018) geven de econoom Raj Patel en de historicus Jason W. Moore de voorkeur aan te spreken over onze enorme consumptie van kippen als een teken van het nu door ons binnen getreden tijdvak van het goedkope kapitalisme. Zij zien in de veralgemening van de in de grote ‘low cost’ supermarkten verkochte goedkope ’nuggets’ gemaakt van miljarden goedkope kippen, geslacht door onderbetaalde arbeiders en gevoed met gesubsidieerde soja, het merkteken van het ‘capitaloceen’: een systeem voortdurend op zoek naar profijt dat de natuur aan het werk heeft gezet en onze planeet veranderd heeft in een grote fabriek van goedkope bioproducten.
Nog zin in een kippenboutje?