Antisemitisme

Civis Mundi Digitaal #85

door Jan de Boer

De wederopkomst van het antisemitisme in de wereld in de laatste jaren wordt vaak toegeschreven aan ideologische motivaties. Toch is het een vergissing te denken dat het antisemitisme alleen hoogtij viert in het kader van propaganda of dat haar wortels alleen een culturele achtergrond hebben. Een fascinerend artikel deze maand verschenen in de prestigieuze American Economic Review: « Religion, Division of Labor, and Conflict: Anti-Semitism in Germany over 600 Years » van Sacha O. Becker en Luigi Pascalia, analyseert zes eeuwen antisemitisme en toont aan dat ondanks zijn ideologische lading, het antisemitisme ook economische wortels heeft.

Het uitgangspunt is, dat in de XIV en XV eeuw het verbod van de katholieke kerk betreffende rente bij geldleningen de economische activiteiten van joden en christenen vooral aanvullend waren: de één had de ander nodig en omgekeerd. Te meer omdat het gemiddelde opleidingsniveau van katholieken heel wat minder was dan dat van de joden want het katholicisme spoorde het volk niet erg aan om zich verder te ontwikkelen.

De Hervorming in het begin van de XVI-de eeuw, gaf protestanten niet alleen de mogelijkheid zich volledig te wijden aan het verstrekken van geldleningen met rente, maar spoorde ook aan om zich verder te ontwikkelen: een geletterde protestant kon de bijbel lezen in zijn eigen taal zonder zich het latijn eigen te hoeven maken. Het resultaat: De economische activiteiten van protestanten en joden waren niet meer complementair, maar werden concurrerend. En tussen concurrenten waren smerige streken te voorzien. Na de Hervorming vermenigvuldigden zich de antisemitische manifestaties in de protestantse regio’s van Duitsland in verhouding tot die in de katholieke regio’s. Het betreft hier zowel daden: pogroms, bloedbaden, het uitwijzen van joodse gemeenschappen…, als woorden: boeken met een antisemitische strekking. Deze observaties zijn verenigbaar met een puur culturele verklaring van het toenemen van het antisemitisme: de prediking van protestante predikanten zoals bijvoorbeeld door Maarten Luther die op het einde van zijn leven zich te buiten ging aan gewelddadige antisemitische aanvallen.

De auteurs van genoemd artikel gaan nog verder. Zij tonen aan dat het weer op kop stekend antisemitisme na de Hervorming in de protestante regio’s heviger was in de steden waar in de XV eeuw sprake was van belangrijke activiteiten, en nog heviger in de steden waar joden leningen met rente verstrekten. Niet de verknochtheid aan de theologie van het protestantisme maar deze economische activiteit verklaart de in geweld toenemende stijging van antisemitische daden en geschriften.

Waar de theologie eerder dan de economische competitie in het spel was, waren de door de volgelingen van Luther geregeerde steden meer antisemitisch dan die geregeerd door discipelen van Calvijn, want Luther was een veel grotere antisemiet dan Calvijn die ook toleranter was inzake financiële activiteiten op basis van leningen met rente. Juist in de steden geregeerd door Calvinisten waar protestantse ondernemers hun financiële activiteiten die tot dusverre in handen waren van joden, uitoefenden, was de toename van antisemitisme het grootst.

De lessen van het een en ander voor onze tijd zijn duidelijk. Als antisemitische uitspraken, zoals veel racistische uitspraken, zich vaak in een ideologische taal hullen die de prachtige principes van bescherming van religies, nationale identiteiten aan de orde stelt, doen deze uitspraken in realiteit veelal een beroep op de meest lage instincten van economische jaloezie. In Frankrijk waar het aantal antisemitische daden ook schrikbarend toeneemt en joden bedreigd of vermoord worden ligt daaraan maar al te vaak de onzinnige gedachte ten grondslag dat alle joden rijk zijn.