De Europese industriële veehouderij, een mondiale ecologische ramp

Civis Mundi Digitaal #87

door Jan de Boer

Op jongstleden maandag 11 juni kreeg ik een rapport van Greenpeace-Frankrijk toegestuurd: een studie over de impact van onze voeding op de ontbossing in Zuid-Amerika. Cécile Leuba, auteur van dit rapport, liet mij daarbij weten dat « Soja is de tweede oorzaak van de ontbossing in de wereld, maar op Europese schaal is het de eerste oorzaak van geïmporteerde ontbossing (ontbossing veroorzaakt door import van grondstoffen). Dit is bij het grote publiek niet altijd even bekend en met dit rapport hebben wij het verband tussen overconsumptie van vlees en melkproducten en ontbossing aan willen tonen « 

In de laatste twintig jaar is de productie van soja meer dan verdubbeld: van 114 miljoen ton in 1997 naar 352 miljoen ton in 2017.Deze proteïne is in de vorm van koeken in hoofdzaak bestemd voor de voeding voor de veeteelt. Met jaarlijks 33 miljoen ton geïmporteerde soja (tegen slechts 2,5 miljoen ton soja binnen Europa geproduceerd), is de Europese Unie de tweede importeur ter wereld. Volgens Greenpeace is 87 procent van de in Europa gebruikte soja bestemd voor de voeding van dieren: bijna 50 procent voor gevogelte, 24 procent voor varkens, 16 procent voor melkkoeien en 7 procent voor rundvee. « Voor de productie van 100 gram kip is 109 gram soja nodig » heeft Greenpeace berekend. Aan het hoofd van de soja-producenten staan de Verenigde Staten, Brazilië en Argentinië; het Amerikaanse continent levert alleen al 88 procent van de op onze planeet geproduceerde soja.

Drie gebieden worden in het bijzonder door deze soja-productie bedreigd. Allereerst het Amazonegebied dat sinds 2006 gedeeltelijk beschermd wordt door een moratorium betreffende ontbossing in verband met soja-productie. Deze productie knabbelt niet meer direct aan de vegetatie van het Amazonegebied, maar breidt zich nog wel gestadig uit op de niet beboste delen of de net voor het ingestelde moratorium ontboste gronden. De soja-verbouw heeft steeds meer bouwgrond nodig en verplaatst zo de veeteelt steeds verder het beboste Amazonegebied in. Greenpeace maakt zich terecht zorgen over de huidige politiek in Brazilië met sinds begin 2019 als president de extreemrechtse Bolsonaro die weinig op heeft met de bescherming van het milieu en de opwarming van de aarde naar het rijk der fabelen verwijst.

Ook de ‘Cerrado’, het gebied in Brazilië dat grenst aan Amazonië, het grootste moerasgebied ter wereld Pantanal op de grens met Bolivia en Paraguay en de Atlantische wouden, verkeert in gevaar. » Deze immense savanne herbergt de grootste biodiversiteit op onze aarde » laat Cécile Leuba weten. Daar vindt men duizenden inheemse diersoorten: tapirs, jaguars, gordeldieren… » Deze regio heeft al de helft van haar oorspronkelijk plantendek verloren: 88 miljoen hectare is verwoest met name voor soja-verbouw en runderteelt ».

Ook het ecosysteem van de ‘Gran Chaco’, het grootste droge tropische bos van Zuid-Amerika op de grens van Argentinië, Bolivia en Paraguay verkeert in groot gevaar, kent de snelste ontbossing ter wereld. Behalve de uitstoot van CO2 door de bodemverandering veroorzaakt de monocultuur van de soja-verbouw ook andere sociale en milieuproblemen. In Brazilië en Argentinië is 95 procent van de gecultiveerde soja genetisch gemanipuleerd en dat brengt een grootschalig gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen en pesticiden met zich mee met alle consequenties van dien voor het verlies van de biodiversiteit van deze ecosystemen en met rampzalige sociale gevolgen: gedwongen grondonteigening, verkrachting van arbeidswetgeving, etc. zoals aangetoond in een rapport van de NGO ‘Mighty Earth’ in maart 2018.

Greenpeace roept de autoriteiten op nu maatregelen te nemen. » De ondernemingen die risicodragende grondstoffen zoals soja, palmolie, rundvlees… gebruiken, kunnen niet garanderen dat hun producten niet bijdragen aan de ontbossing . De regering moet dus dwingende maatregelen treffen » aldus Cécile Leuba.

Frankrijk heeft sinds november 2018 een nationale strategie in de strijd tegen geïmporteerde ontbossing (SNDI) ontwikkelt met als doel uiterlijk in 2030 een einde te maken aan de ontbossing veroorzaakt door de import van bos- of agrarische producten met in 2020 te gebruiken labels ‘product zonder ontbossing’, etc. Maar de SNDI heeft niet de macht om het niveau van soja-import terug te brengen. Greenpeace waarschuwt ons dat het onmogelijk is de totaliteit van de soja-productie naar Europa over te brengen en daarbij het huidige volume van veeteelt te behouden. Greenpeace is dan ook van oordeel dat begonnen moet worden met een mindere consumptie van vlees en vleesproducten, en met lokale plantaardige alternatieven voor de voeding van dieren. Cécile Leuba: »Als we even goed nadenken kunnen we er niet onderuit om minder vlees te eten en moet de veehouderij meer ecologisch en autonoom worden, willen we onze aarde leefbaar houden. »