Ingrijpende sociale veranderingen
Deel 2: Mogelijke veranderingen bij de coronacrisis

Civis Mundi Digitaal #97

door Piet Ransijn

Een crisis vraagt ‘out of the box’-denken.

https://mediatorsvereniging.nl/week-van-de-mediation-2019/pr-toolkit/cartoons/

 

Aan het begin van deel 1 werd gesteld dat de coronacrisis veranderingen aanmoedigt die al in gang zijn gezet. Wat valt er te zeggen over de factoren die in deel 1 naar voren kwamen?

 

Leiderschap

Punt 1: Het belang van adequaat leiderschap komt naar voren, van leiders die gedragen worden door de bevolking. Zal de bevolking in staat zijn adequate leiders te kiezen? Zonder namen te noemen valt wat betreft (de keuze van) leiders ogenschijnlijk nog veel te verbeteren. Auguste Comte en anderen zeiden dat het volk de leiders krijgt die het verdient. Er komen leiders boven drijven die uiting geven aan wat er leeft bij de bevolking. Zij belichamen als het ware het collectieve bewustzijn. Als daarin polarisatie plaatsvindt of spanningen en tegenstellingen heersen, zal dat in de leiders tot uitdrukking komen. Het vervangen van een leider lijkt vaak op symptoombestrijding, tenzij dit een uiting is van meer substantiële veranderingen die door het volk gedragen worden, als dat bijv. wanbeleid beu is. Vervanging van een leider hoeft geen verbetering te betekenen. Dat hangt af van diverse factoren wat betreft de leider, de bevolking en de omstandigheden.

Behalve over solidariteit wordt er in het kader van de crisis en daarna meer nagedacht over (het belang van) leiderschap. In de Volkskrant van 25 april verscheen een speciale bijlage over leiderschap in crisistijd. Het begint met een bijdrage over zelfsturing, die de verantwoordelijkheid decentraliseert in zelfsturende teams en uiteindelijk baseert het leiderschap over jezelf in plaats van over anderen, zoals bij managers vaak het geval is. Verder is er veel aandacht voor deskundigheid die gepaard gaat met gezond verstand, daadkracht en besluitvaardigheid. Het gaat minder om de personen dan om de kwaliteiten die zij belichamen. In Nederland valt dwingend leiderschap niet goed. Mensen woren aangesproken op hun eigen veiligheid en verantwoordelijkheid. Elders liggen echter “verkapte autocraten op de loer die hun kans grijpen. ‘Een goede leider dient juist’, luidt een kop. De aanpak van regeringsleiders verschilt nogal. De algemene tendens bij een crisis is aanvankelijk meer directief leiderschap, “de teugels aantrekken”.

Mensen hebben behoefte aan duidelijkheid. Daarna komt er meer ruimte voor overleg, visie, creativiteit, innovatie en alternatieve oplossingen. Maar ook de neiging tot herstel van oude zekerheden. Opvallend is dat vrouwelijke regeringsleiders in tegenstelling tot autoritaire populistische leiders bovengemiddeld presteren bij de coronacrisis. Mogelijk omdat ze meer dienend leiding zouden geven, meer sensitief en empathisch en meer gericht op samenwerking dan op macht en ego. Bovendien hadden ze sneller dan autoritaire leiders door dat het ernst was, met de woorden van Angela Merkel. Genoemde eigenschappen passen bij de behoefte aan solidariteit en empathie die nu overal wordt gehoord en de waarden die veel mensen belangrijk vinden.

De roep om solidariteit en samenwerking wordt nu overal gehoord, maar met name internationaal gezien lijkt er vaak nog niet genoeg gehoor aan te worden gegeven. Landen zijn vooral bezig met de noden van hun eigen bevolking, die echter een mondiaal karakter hebben. Er lijkt meer behoefte te zijn aan verbindend leiderschap dan aan polariserend leiderschap. Het nationalistische populisme lijkt een toontje lager te zijn gaan zingen, terwijl de nationale solidariteit lijkt gegroeid. Dit hoeft niet ten koste te gaan van internationale samenwerking, maar kan deze juist ondersteunen. Internationale operaties van bovenaf die ten koste gaan van de naties en de nationale integriteit missen uiteindelijk nationale draagkracht.

De coronacrisis noopt tot internationale samenwerking, maar ook tot een krachtige nationale aanpak. Hoe deze ogenschijnlijk tegenstrijdige tendensen worden verbonden in de EU is nog niet in kannen en kruiken. ‘Dit kan het einde van Europa betekenen’ kopte de Volkskrant een interview met de Italiaanse schrijver Paolo Giordano (18 april). Het is al vaker gezegd dat het avondland zou ondergaan. Dat leek er veel op, maar leidde daarna tot meer samenwerking, die ook volgens Giordano structureel gezien hard nodig is, omdat het virus geen grenzen kent. Gezien de onvoorspelbaarheid en complexiteit van de veranderingen, weten we niet hoe het gaat lopen. Het zal wellicht anders lopen dan verwacht, voor zover er uitgesproken verwachtingen zijn.

 

Coronacrisis en de landbouw: doorbraak voor lokaal voedselsysteem?

https://www.duurzaambedrijfsleven.nl/agri-food/33597/coronacrisis-landbouw

 

Economie in sociaal verband

Punt 2: De economie blijkt nu even niet meer het allerbelangrijkste doel waarnaar we streven. Gezondheid en welzijn gaan voor zolang het economisch te dragen is. Primaire relaties het sociale vangnet en zelfvoorziening winnen aan belang in crisistijd. Afkalvende familieverbanden lijken sterker te worden. Gezinnen komen dichter op elkaar te zitten door de lockdown. Gezinsrelaties worden intenser en kunnen daardoor vaker botsen. Deze trend was allang aan de gang, zie nr 88.

Een algehele innerlijke verbondenheid en gevoel van solidariteit lijkt bij velen toe te nemen. Een gemeenschappelijke vijand versterkt vaak de groepscohesie en solidariteit. Omdat de hele wereld wordt bedreigd, is er een neiging tot wereldwijde solidariteit, die onderlinge tegenstellingen niet wegpoetst, maar vaak accentueert als obstakels die overwonnen dienen te worden. De zorg voor anderen lijkt sinds kort hoger in het vaandel te staan, met name ook de waardering voor zorgberoepen, terwijl uitgaan en kopen minder urgent en minder prominent worden. Veel mensen komen meer tot zichzelf en worden meer gericht op veelbetekende anderen. Mensen komen op afstand dichter bij elkaar. Arbeidsovereenkomsten sneuvelen echter in grote getalen. Veel mensen hebben minder te besteden. De noodzaak van eerlijk delen lijkt meer door te dringen en het besef dat alle mensen in hun levensonderhoud dienen te kunnen voorzien, zo nodig vanuit publieke middelen. Men merkt dat kortzichtig eigenbelang wel even lijkt te werken, maar geen structurele oplossing biedt, bijv. bij de run op mondkapjes, beademingsapparaten en andere schaarse goederen. Eerlijk delen lijkt een effectiever alternatief.

 

Lege straten. Het sociale leven speelt zich meer binnenshuis af achter de schermen

 

Worden menselijke waarden en onderlinge verbondenheid meer richtinggevend?

Punt 3, 4 en 5: waarden, onderlinge afhankelijkheid en integrale verandering. Worden solidariteit en samenwerking de komende tijd meer leidende principes? Wordt onderlinge verbondenheid of other-directedness meer verdiept in samenhang met inner-directedness? Gaan er integrale veranderingen plaatvinden waarbij de economie meer in dienst komt te staan van de samenleving in plaats van andersom? Gaan menselijke waarden meer richtinggevend worden in plaats van marktwerking en winst maken en meer gedefinieerd worden in termen van kwaliteit van leven dan in geld? Zal er in de economie, die de dominante rol van de religie heeft overgenomen met geld als God, een herwaardering van waarden optreden?

Er verschijnen veel artikelen over hervorming zie het nieuwsoverzicht in nr 96. Deze stroom gaat door. ‘Dit is het moment om te kiezen’ kopt de NRC bijv. op 25 april. “Dat alles overhoop ligt biedt ook mogelijkheden voor fundamentele verandering.” Een hervormingsstrategie ontbreekt voor alsnog. Zal er net als na de bankencrisis in 2008 weinig veranderen? Grote veranderingen blijken plaats te vinden als de politieke orde destabiliseert, bij wijdverbreide armoede en ellende. “Die wordt nu voorkomen door het ingrijpen van overheden en centrale banken èn de capaciteit van de wetenschap om heel veel levens te redden... Dat houdt hervorming tegen,” aldus hoogleraar geschiedenis aan Stanford University Walter Scheidel, auteur van The Great Leveler over schokken en rampen die de sociale ongelijkheid hebben verkleind.

Deze crisis kan echter ook als een katalysator werken bij het voorgekookte cumulatieve effect van diverse crises. Hervormingsgezinde ideeën winnen terrein. Het hangt af van wat elites, regeringen, ondernemers en wetenschappers ermee gaan doen, aldus Gabriël van den Brink, hoogleraar bestuurskunde te Tilburg. Ook draagvlak bij de bevolking is van belang op de krachtsverhoudingen. “Belangengroepen moeten de ideeën naar voren duwen,” aldus hoogleraar geschiedenis Bas van Bavel van de Universiteit Utrecht. “Wat vindt het publiek belangrijk? Keuzes moeten nu gemaakt worden... omdat alles nu overhoop gehaald wordt.” De impact van de coronacrisis is nog een open vraag. Naar welke kant gaat de balans van behoudende en hervormende krachten doorslaan? Ieder van ons kan een gewicht in de schaal leggen.

 

De grote graaiers.https://www.mt.nl/management-team/publiek-geld-niet-voor-bazen/9486

 

De morele en sociale rol van rijkdom en kapitaal

Komt rijkdom in dienst te staan van de samenleving in plaats van middelen te onttrekken aan de samenleving? Staat de belastingbetaler garant als banken en bedrijven omvallen, terwijl zij ook de rente betalen voor staatsleningen bij banken en financiële instellingen? Wordt ‘jan met de pet’ zo niet dubbel gepakt terwijl ‘het grootkapitaal’, de superrijken, vrijuit gaan? Is dit niet de omgekeerde wereld, dat de gemiddelde burger via zijn loon en werk de superrijken spekt in plaats van dat het kapitaal ten dienste staat van het algemeen belang?

Hebben de kapitaalkrachtigen geen morele en maatschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de noodlijdende bevolking? Volgens sommige historici, zoals Peter Turchin en eerdergenoemde Walter Scheidel, nemen ze deze verantwoordelijkheid meestal pas als er oproer en opstanden dreigen en de samenleving door algehele ontwrichting wordt bedreigd. Ongelijkheid, kapitaalconcentratie en topinkomens krijgen de laatste tijd meer algemene aandacht. Wordt het geen tijd dat mensen meer naar draagkracht worden belast en worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid? Kapitaalvlucht naar belastingparadijzen vraagt een internationale aanpak, waaruit dan de crisisbestrijding mogelijk mede gefinancierd kan worden. Naast het virus zijn er ook andere parasieten. Vooral nu de staat met miljarden over de brug komt.

Aan overheidsteun dienen eisen en maatstaven verbonden te worden. ‘Help bedrijven alleen als zij er iets voor terugdoen’ (NRC 23 april), bijv. verduurzaming van een product of de overheid of de medewerkers mee laten profiteren met de winst. Hoe is het te verantwoorden als de de overheid ervoor opdraait als het slecht gaat en niet meeprofiteeert als het goed gaat? Zo worden risico’s afgewenteld op de belastingbetaler, terwijl de bedrijven de winst opstrijken met hoge bonussen voor directeuren en dividenden voor aandeelhouders. De beschikbaar gestelde miljarden worden nu vooral gebruikt om beursval van grote bedrijven te voorkomen en beurskoersen te ondersteunen via het opkopen van aandelen en obligaties door centrale banken, met name bij bedrijven die te weinig buffers hebben opgebouwd en dividend en bonussen lieten prevaleren. De miljarden gaan niet naar zzp’ers en kleine bedrijven. Gaan de ‘haaien’ en de ‘grote graaiers’ ermee aan de haal?

 

Criteria voor overheidssteun

“Het grootbedrijf wordt gered als het tegenzit, terwijl gewone werknemers nu op grote schaal werkloos worden. En daarbij betalen ze met enig uitstel ook nog eens voor de bailout [borgtocht] van het grootbedrijf via belastingen... Op dit moment worden met publiek geld... in grote mate de gevestigde belangen behartigd,... Die lopen echter lang niet altijd synchroon met maatschappelijke belangen. Waarom moeten obligaties van oliebedrijven worden opgekocht?... We moeten er als maatschappij iets voor terugkrijgen... Ten tweede... ook zeggenschap. Mede de strategie bepalen, maar ook als maatschappij profiteren van als het weer beter gaat,” aldus Hans Stegeman Head Investment Analysis&Economics Triodos (NRC 23 april). Hij is niet de enige die voorziet dat de staatssteun onterecht bij investeerders en aandeelhouders terecht kan komen, als er geen duidelijke voorwaarden worden gesteld.

Bas Jacobs, hoogleraar economie aan de Erasmus School of Economics vindt dat een bedrijf en de aandeelhouders eerst zelf de verliezen dienen te dragen voor de overheid bijspringt. En als ze steun krijgen, mogen ze in Denemarken de eerste twee jaar geen dividend uitkeren en in Polen geen ingewikkelde fiscale constructies hebben. Financieel geograaf Ewald Engelen wil de overheid eerst laten bepalen wat een essentieel onderdeel van de economie is en vervolgens voorwaarden laten stellen en laten meedelen in toekomstige winsten. Dus geen steun voor niet-essentiële bedrijven. Wel zo nodig voor de werknemers als deze worden ontslagen. “Niet voor het redden van aandeelhouders, maar voor de burgers.” (Volkskrant 23 april ‘Bedrijf zou deel verlies zelf moeten nemen’). De burgers ontkomen als belastingbetalers niet aan de rekening van de stijgende staatsschuld, terwijl banken en financiële instellingen daarvoor de rente opstrijken. De belangen van de burgers zijn niet helemaal af te dekken ten opzichte van de kapitaalbezitters. Dat vraagt wellicht meer ingrijpende maatregelen. Het functioneren en het aanzien van rijkdom en macht dient te worden bijgesteld volgens morele waarden uitgewerkt in hanteerbare criteria.

Volgens Engelen e.a. in een vervolgartikel hierover in de Volkskrant van 25 april met een hele schare bekende ondertekenaars zouden alleen bedrijven die primair een gemeenschappelijk belang dienen aanspraak kunnen maken op belastinggeld. ‘Winstziek bedrijf heeft geen bestaansrecht’. Zeker niet als het algemeen belang wordt geschaad door bijv. belasting te ontwijken. “Dit is het moment om de economie duurzaam en sociaal te maken.” Dus alleen bedrijven steunen die 1. belasting betalen en niet ontwijken, 2. blijk geven van sociale rechtvaardigheid en behartigen van belangen van stakeholders, 3. bijdragen aan veilige en duurzame groei, dus geen kortetermijn opportunisme ten koste van de leefomgeving. De vraag is hoe vast te stellen welke bedrijven aan de voorwaarden voldoen, zodat niet-duurzame en niet-sociaal rechtvaardige bedrijven buiten de boot vallen als het geldschip over de brug komt. Dat vraagt een klassificatie en een beoordelingsmechanisme, opdat burgers en hun (klein)kinderen niet opdraaien voor de schulden en het spekken van vermogenden.

 

Investeringen in medicijnontwikkeling met publiek geld

Peter Götzsche betitelde in zijn boek Dodelijke medicijnen en georganiseerd misdaad sommige farmaceutische bedrijven als criminele organisaties. Geldt dat ook niet voor andere bedrijven die mensen en milieu exploiteren? Bijv. door kinderarbeid, bedroevende arbeidsomstandigheden en milieuvervuiling. Consumenten mogen hier meer alert op zijn.

De staatsruif en staatssteun is niet bestemd voor roofdieren, maar om burgers te voorzien in hun levensonderhoud en alleen voor bedrijven die de maatschappij iets te bieden hebben en niet meer belasten met vervuiling en andere ‘ongeprijsde lasten’ dan dat zij aan meerwaarde leveren, hoewel dat moeilijk te becijferen is en verstrengeld is. Juist door noodzakelijke producten zoals olie en medicijnen te produceren, kunnen bedrijven de overheid chanteren, zoals in het volgende zal blijken.

Er werd in het nieuwsoverzicht in nr 96 gewag gemaakt van een schifting in bedrijven met toegevoegde waarde en betrekkelijk nutteloze en ongezonde bedrijven, die voornamelijk dienen om geld te verdienen zonder mensen iets van waarde te bieden. Dat laatste geldt bijv. voor de sigarettenindustrie, de snoepindustrie, de drank- en drugsindustrie. Maar ook voor de voedingsindustrie die ongezond voedsel produceert en distribueert, dat werkt in het voordeel van de farmaceutische industrie, die daardoor meer medicijnen kan afzetten om symptomen te bestrijden, die door een gezonde voeding en leefstijl voor een belangrijk deel te voorkomen zijn. Bij de coronacrisis wordt in verhouding tot wat anderen kunnen en moeten doen weinig aandacht besteed aan wat we zelf kunnen doen om onze gezondheid en weerstand te bevorderen, afgezien van afstand houden. Uiterlijke dingen zoals gebrek aan mondkapjes, medicijnen, IC bedden en beademingsapparaten domineren het debat.

De farmaceutische industrie staat weer in de aandacht wat betreft het ontwikkelen van een coronavaccin, waarin veel wordt geïnvesteerd met publiek geld. Er wordt gepleit voor een eerlijke verdeling van kosten en baten. “We moeten voorkomen dat alle publieke investeringen in corona-onderzoek leiden tot een serie patenten waarvan vooral de industrie profiteert en deze jarenlang naar eigen inzicht kan uitbuiten.” Big Pharma“ is steeds meer gericht op het aangaan en exploiteren van lucratieve financiële constructies,” en verdient nu veel meer aan het monopoliseren van patenten en intellectueel eigendom rond medicijnen dan aan het ontwikkelen van nieuwe en betere medicijnen, waar dringend behoefte aan is, bijv. tegen ebola, malaria en tbc. Het gaat meer om financieel gewin dan om de noden van de mensheid. “Financiële overwegingen sturen medicijnonderzoek... Financiering van onderzoek naar vaccins en medicijnen rond de uitbraak van SARS en ebola... droogde op, omdat de uitbraken (en daarmee de potentiële winsten) uitdoofden... Ze kopen liever een start-up-bedrijfje en brengen jaren later een kankermedicijn op de markt dat een paar ton per behandeling kost.”

Aan ziekte is meer te verdienen dan aan gezondheid. “Het gebeurt dat een nieuw medicijn dat met veel overheidsgeld is ontwikkeld, zo excessief wordt geprijsd door de farmaceut die uiteindelijke het patent in handen heeft gekregen, dat diezelfde overheid die prijs niet kan vergoeden.” (NRC 14 april, ‘Vaccins zijn geen verdienmodel meer’). Zo wordt de overheid en de belastingbetalende burger twee keer gepakt door Big Pharma. De coronacrisis dwingt ons ook om dergelijke excessen te beëindigen, die patiënten en hun regering in gijzeling nemen en een losgeld voor medicijnen vragen. Zie NRC 27 april ‘Farmalobby chanteert minister in coronatijd’. Ze dreigden medicijnen niet meer te leveren als wetswijzigingen zouden doorgaan inzake medicijnprijzen, waardoor zij prijzen niet meer konden opdrijven. Zo bewijst de farmalobby dat zij haar eigen belangen dient.

Onze hoop in bange tijden is gevestigd op een vaccin als reddingsboei. Daar dienen we echter geen wonderen van te verwachten. Na tientallen jaren is er nog steeds geen goed werkzaam vaccin tegen griep. De voor ouderen sterk aanbevolen griepprik verhinderd niet dat een heel groot aantal van de gevaccineerden toch griep krijgt en een noemenswaardig aantal overlijdt. Virussen muteren razendsnel, sneller dan vaccins kunnen volgen. Het is de vraag of een gevonden vaccin ook tegen gemuteerde virussen werkt. Daarnaast heeft vaccinatie bijwerkingen die breed worden uitgemeten door antivaccinatiegroeperingen, maar door reguliere instanties liefst worden verzwegen en volgens holistische artsen zijn te compenseren of door een beter vaccin te vervangen. Een gezond lichaam maakt voortdurend antistoffen, veel sneller en adequater dan de farmaceutische industrie dat kan. Daarom verdient het prioriteit in optimale gezondheid te investeren.

 

https://www.mkb.nl/forum/ondernemers-tijdens-de-coronacrisis-nu-gaat-het-om-een-ander

 

Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid

Het besef dat we met zijn allen verantwoordelijk zijn voor elkaar en voor de natuur begint bij velen steeds meer door te dringen als richtinggevend principe. “Mankind will either now have to get along with mankind or else all will lose… Since people have entered the new world of increased contact and knowledge about each other, norms of life are becoming universalized.” Zonder samenwerking verliezen we allemaal. De onderlinge afhankelijkheid is toegenomen. Dit vraagt verbinding in verscheidenheid, naast nationale saamhorigheid ook internationale samenwerking met gemeenschappelijke maatstaven en verantwoordelijkheden. “In these new sovereignities [dwz samenwerkingsverbanden] will be the need for certain common responsibilities shared equally by all citizens”, schrijft Carle Zimmerman in Sociocultural Theory, Values and Sociocultural Change: Essays in honor of Pitirim A. Sorokin (p 250, 258). Bijv. de verantwoordelijkheid om belasting te betalen en niet te ontduiken en geen misbruik te maken van publieke middelen.

De miljarden van overheden en centrale banken zijn vooral bestemd voor de eigen economie en lijken vooral terecht te komen bij grote bedrijven. “Onze naasten wonen ook elders in de wereld,” kopt de NRC (25 april) en wijst op de dreigende hongersnood elders in de wereld. Solidariteit geldt eerst in eigen kring. In een onderling verbonden wereld dient deze ook naar elders te gaan, wil de ellende in andere landen niet als een ook ons niet bedreigen en verontrusten, niet alleen in televisiebeelden en vluchtelingenstromen, maar ook in een algehele crisis in de wereldeconomie en precaire mondiale organisatie, die alleen gered kan worden door gezamenlijk handelen, waarbij ook de kapitaalkrachtigen moge worden aangesproken op hun morele en maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Ook in het bedrijfsleven en de politiek en andere instituties begint het door te dringen dat bedrijven en politici niet meer naar believen mensen en de natuur kunnen en mogen exploiteren, de ongeprijsde lasten op onze kinderen kunnen afwentelen en hun hand kunnen ophouden bij de belastingbetalers als ze het zwaar hebben. Dit vraagt waardegedragen ondernemerschap in plaats van winstbejag, integratie van de economie met menselijke waarden. Het krijgt gestalte als steeds meer mensen dergelijke waarden respecteren en nastreven in hun leven en werk en ze in hun bewustzijn integreren, zowel individueel als collectief, door ervan bewust te zijn wat we met alle mensen gemeen hebben.

Evolutiewetenschapper Peter Turchin ziet op de lange termijn een progressieve ontwikkeling naar meer samenwerking en de daarop gebaseerde grotere sociale verbanden in zijn boek Megasociety: How 10.000 years of war made humans the greatest coöperators on earth. Mogelijk gaat het nu wat sneller. In zijn eerdere boeken Secular Cycles en War Peace and War: The Rise and Fall of Empires laat hij zien hoe crises en oorlogen ook kenteringen met zich meebrengen van toenemende en afnemende ongelijkheid en samenwerking van bevolking en elites. Gaan we nu een fase in van meer samenwerking en minder ongelijkheid na een fase van toename sinds de val van het Sovjet-imperium en de triomf van het neoliberalisme?

 

Literatuur

Over sociale verandering is veel literatuur. Over de hier genoemde personen verschenen boeiende beschrijvingen in Masters of Sociological Thought door Lewis Coser; in Grootmeesters van de sociologie door Mart-Jan de Jong en in Hoofdfiguren van de sociologie, red. L. Rademaker, naast vele monografieën en biografieën. In genoemde Essays in Honor of Pitirim Sorokin worden diens theorieën besproken met name door Talcott Parsons en Charles Loomis, ‘Social Change and Social Systems’. Zie ook Neil Smelser, ed. Sociology: An Introduction, Part IV Social Change, (p 712 e.v.). Daar worden ook andere theorieën besproken, die hier niet aan bod zijn gekomen, omdat ze minder van toepassing leken, zoals de diffusie van cultuurelementen, functionalisme, de ‘cultural lag’ theorie en evolutieleer, met als representant het sociaal darwinisme van Herbert Spencer (zie nr 96). Vrijwel iedere sociologische stroming heeft zijn eigen veranderingstheorie. Zie Sociologische stromingen, red. L. Rademaker en H. Bergman.

Vermeldenswaard is de bundel Human values & Sociale Change: Essays in honour of Professor TKN Unnithan (mijn Indiase promotor) met 34 bijdragen uit de hele wereld hierover. De bundel Human Values Through Education, TKN Unnithan ed., gaat over het belang van onderwijs bij de overdracht en de vorming van waarden. In het onderwijsprogramma Leefstijl voor jongeren heb ik me daar ook 20 jaar voor beijverd. Mede daardoor hebben sociaal-emotionele vaardigheden een plaats gekregen in het huidige onderwijs.

Verder zijn er benaderingen van ‘geplande reconstructie’, die zich voor alsnog niet goed laat plannen wat betreft de coronacrisis vanwege het onberekenbare virus. Vermeldenswaard is het klassieke werk van de Hongaars-Joodse, Duitse en daarna Engelse socioloog Karl Mannheim, Man and Society in an Age of Reconstruction. Het Duitse origineel verscheen in 1937 in dezelfde tijd als eerdergenoemde Social and Cultural Dynamics van Sorokin. Het gaat in het voetspoor van Weber over functionele en substantiële rationaliteit. Het laatste heeft het in de moderne maatschappij zwaar te verduren. Bij maatschappelijke planning rijst de vraag: ‘wie plant de planner’? Bij de huidige tendens in de richting van een ‘deskundo-cratie’ van virologen en hun companen, een nieuw soort technocratie, blijft dit een relevante vraag, nog meer in het centraal geregeerde China.

Mannheim streefde naar ‘ordenende democratische controle’. Hij wees ook op het gevaar van irrationale angsten en emoties, waarvan hij in Nazi-Duitsland de dupe was. Daarom vond hij educatie en ontwikkeling van de bevolking van groot belang voor een redelijk democratisch functionerende samenleving. Onafhankelijk en interdependent denkende, ‘vrij zwevende’ intellectuelen en deskundige planners spelen in zijn werk een belangrijke rol. Evenals Weber en Sorokin had hij behalve voor materieel welzijn ook oog voor geestelijk welzijn en de verbindende waarde daarvan. Kortom, een belangrijk klassiek socioloog, die zich met thema’s en vraagstukken bezighield die actueel blijven, ook na de crisis. Zie ‘Karl Mannheim’ en ‘The sociology of planned reconstruction’ in bovengenoemd boek van Lewis Coser (vooral p 437 e.v. en p 461 e.v.).

Eind jaren ’60 raakte ‘planned change’ meer in zwang in het kader van de maakbare samenleving en de andragogische wetenschap van T.T. ten Have, die geen blijvend vakgebied bleek. The Planning of Change, red. Bennis Benne en Chin, is een voorbeeld van literatuur daarover. Het virus leert ons echter hoe ongeplande veranderingen planningen kunnen doorkruisen en alles op zijn kop kunnen zetten.