Civis Mundi Digitaal #98
De Europese Commissie heeft op 20 mei twee belangrijke en complementaire milieu-strategieën gepubliceerd: de één betreffende de bescherming van de biodiversiteit, de ander over de noodzakelijke verandering van de Europese landbouw. De Europese Commisie erkent hiermee impliciet het echec van de milieu-politiek, zowel van Europa als van de lidstaten. Dertig jaar lang richtlijnen voor de bescherming van de natuur hebben in feite niets veranderd: de fanatieke verwoesting van natuurlijke ruimten gaat gewoon door, de rijkdom en de diversiteit van de meest algemene soorten verdwijnen in een angstwekkend tempo, de gronden raken uitgeput, evenals de natuurlijke hulpbronnen van de zeeën die het Oude Continent omgeven. Het zijn niet meer ecolo’s, wetenschappers en journalisten die zich daarover ongerust maken, maar nu ook de Europese Commisie zelf, die overigens niet kan ontkennen mede verantwoordelijk te zijn voor deze alarmerende situatie.
«Het verlies van biodiversiteit en de ineenstorting van ecosystemen zijn één van de ernstigste bedreigingen die de mensheid in het komende decennium het hoofd moet bieden», aldus Brussel. «Beide zaken bedreigen ook het fundament van onze economie. De kosten van niets-doen zijn hoog en zullen nog verder toenemen». Met de ambitie van de Europese Commmissie is niets mis. Zij wil dwingende doelen inzake herstel van natuurlijke ecosystemen invoeren, het verval van insecten die planten bestuiven van nu tot 2030 ombuigen, in dezelfde tijd het gebruik van pesticiden met 50 procent terugbrengen, 25 procent van landbouwgronden in biologische landbouw omturnen, 25.000 km waterlopen herstellen, 3 miljard bomen planten, het gebruik van kunstmest met tenminste 25 procent terugbrengen, stedelijke ruimten vergroenen, etc.
Maar naar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wordt het merendeel van deze doelen niet gehaald, niet in 2030 en ook later niet. Want de Europese Commissie beschikt niet over middelen om haar wil op te leggen aan de weerspannige lidstaten en de industriële reuzen die alles te verliezen hebben bij de bescherming van het milieu. De institutionele cultuur in Brussel is die om met de «stakeholders», de belanghebbenden, samen normen op te stellen. De belanghebbenden zijn hier de grote landbouwcoöperaties, de grote ondernemingen van publieke werken, van winning van kolen, gas en delfstoffen, transport, landbouwchemie, voedselvoorziening… Samenwerken met dit soort partners, het samen opstellen van technische details van toe te passen maatregelen, van toe te passen normen en van indicatoren om de doelmatigheid van het een en ander te meten, lijkt mij op het ontwerpen van een kippenhok samen met een vos…
Deze aanpak werkt voor geen meter. Frankrijk biedt wat dat betreft een opmerkelijke illustratie. Ik heb geen gegevens van andere landen maar ik maak mij sterk dat overal hetzelfde speelt. Het beschreven Europese doel om het gebruik van pesticiden in tien jaar tijds met 50 procent terug te brengen was hier al één van de officieel vastgestelde doelen in het plan Ecophyto van de «Grenelle Environnement» in 2009 dat berustte op de goede wil van de landbouwindustrie en de publieke machten. Geen dwang, maar samenwerking.
Afgezien van het geknoei met de indicator voor het volgen van de doeltreffendheid van het plan (er werd bijvoorbeeld geen rekening gehouden met chemische behandeling van zaaigoed) was het resultaat een totaal fiasco. In mei dit jaar werd in een rapport van het Franse ministerie van ecologische transitie en solidariteit meegedeeld, dat de verkoop van pesticiden in Frankrijk sinds 2009 niet met 50 procent gedaald is, maar: «Tussen 2009 en 2018 zijn de verkopen van insecticiden (met inbegrip van de acariciden) met 3,5 keer verveelvoudigd, die van fongiciden (met inbegrip van bactericiden ) zijn met 41 procent toegenomen en die van herbiciden met 23 procent». En volgens de nationale Rekenkamer kostte dit gigantische fiasco aan de overheid jaarlijks ook nog eens 400 miljoen euro die in dit plan Ecophyto geïnvesteerd werden. Puur verlies !
In de gepubliceerde teksten van de Europese Commissie zien we een zelfde soort echec aangekondigd. Eén van de naar voren gebrachte praktijken is de toevlucht tot «landbouwprecisie». Surveillering van percelen door satellieten, drones, «big data», en kunstmatige intelligentie zouden in staat zijn te optimaliseren, dus het gebruik van agrarische productiemiddelen terug te brengen. Maar deze diensten worden door de economische belanghebbenden, die floreren dank zij de verkoop van produktiemiddelen, ontwikkeld en toegepast. En wie is zo onnozel om te denken dat deze ondernemingen diensten aanbieden die hun winsten doen dalen en hun financieel in moeilijkheden brengen ?
De Europese Commissie heeft ook aangekondigd de teruggang van insecten die planten bestuiven tegen te gaan en deze in positieve zin om te buigen. Prachtig, maar zij is er nooit in geslaagd bij de lidstaten de hervorming van evaluatie van de risicio’s van pesticiden voor deze zelfde insecten-bestuivers door te drukken, die door haar eigen bureau voor sanitaire veiligheid is geredigeerd. Dit gids-document bestaat al sinds 2013 en is nog nooit door de lidstaten aanvaard. Om het milieu te beschermen hebben we geen nieuwe strategieën nodig, maar moet de politiek haar tanden laten zien! Om het met Feyenoord te zeggen: geen woorden maar daden !
Geschreven op 25 mei 2020