Epidemieën en klimaatveranderingen

Civis Mundi Digitaal #98

door Jan de Boer

De pandemie van Covid-19 vindt niet zijn oorsprong in de huidige klimaatopwarming, maar in de verwoesting van ecosystemen en biodiversiteit die populaties van gastdieren van bacteriën en virussen, zoals vleermuizen, steeds dichter bij de mens brengen. Epidemische en klimatologische crises hebben beide veel ongelukkige overeenkomsten voor menselijke bevolkingen. De huidige gezondheidscrisis heeft, zoals ook het geval was bij vroegere epidemieën, een bijzonder grote impact op de armste mensen, die geen middelen hebben om zich te beschermen en te laten verzorgen, niet alleen op mondiale maar ook op nationale schaal. Er is sprake van een groot menselijk drama. Het virus zal zich zo in bepaalde regio’s handhaven en reservoirs vormen die epidemische herhalingen veroorzaken. We kunnen eenzelfde impact op bevolkingen ook zien bij de klimaatveranderingen. De klimaatopwarming en het toenemend tekort aan zoet water hebben een rampzalig effect op de meest misdeelde naties, die vaak afhankelijk zijn van een onzekere landbouw voor het voeden van bevolkingen die kwetsbaar zijn voor elke bijkomende ontregeling, zoals epidemieën.

De crisis van Covid-19 en de huidige klimaatcrisis tonen duidelijk aan dat regionale rampen mondiaal uitvergroot worden door menselijke verplaatsingen en de (economische) mondialisering. Het verband tussen klimaatverandering en epidemieën komt ook in de geschiedenis van de mensheid terug. Recente onderzoeken hebben bijvoorbeeld aangetoond dat de verspreiding van de pest is veranderd door een klimaatverandering in Centraal-Azië, die de populaties trof van grote woestijnmuizen en vlooien, dragers van de bacterie Yersinia pestis. In het midden van de zesde eeuw breidde zo vanuit India een grote epidemie zich over heel het Romeinse imperium uit door intensieve commerciële uitwisselingen. Deze zogeheten Justiniaanse pest – genoemd naar de toenmalige Romeinse keizer – werd gevolgd door een serie van vijftien andere uitbraken van deze ziekte tot aan de achtste eeuw. Deze epidemieën volgden elkaar op als direct gevolg van een klimatologische verslechtering: de « kleine ijstijd » in de verlate Grieks-Romeinse Oudheid, die het gunstige Romeinse klimaat van de derde eeuw voor Christus tot aan de derde eeuw van onze jaartelling opvolgde. Zelfs als we elk versimpelend determinisme vermijden is het duidelijk dat deze klimaatverandering ook de nodige invloed heeft gehad op andere maatschappelijke problemen in een ondergaand Romeinse imperium.

De pest, de Zwarte Dood, van 1447 en de herhaalde verschijningen van de bacterie Yersinia pestis hebben ook de klimaatontwikkelingen in Centraal-Azië gevolgd die samenhangen met de kleine ijstijd in Europa (denk aan de winterse schilderijen in de Gouden Eeuw), beide gedateerd tussen de dertiende en negentiende eeuw. We weten nu ook dat de cholera-epidemie die in 1816 ontstond in de delta van Bengalen samenhangt met de uitbarsting in 1815 van de vulkaan Tambora op het eiland Sumbawa in Indonesië. Deze geweldige uitbarsting bracht jarenlang zeer fijne zwaveldeeltjes in de stratosfeer, met als gevolg een afkoeling van de lage atmosfeer. Een daardoor veel minder krachtige moesson had slechte oogsten en hongersnood tot gevolg. De daardoor ontstane cholera-epidemie, normaliter beperkt tot een klein maar zeer druk bevolkt gebied, breidde zich vervolgens uit naar andere regio’s door commerciële activiteiten in een beginnende mondialisering. Andere terugkerende haarden van cholera veroorzaakten in de negentiende eeuw een pandemie die alle werelddelen trof, van Azië via Europa tot in Amerika.

Het huidige coronavirus en de mondiale klimaatopwarming laten duidelijk de noodzaak zien van internationaal overleg en samenwerking voor wederzijdse medische en economische bijstand om duurzame oplossingen, vaccins en curatieve behandelingen, een sterk verminderde uitstoot van broeikasgassen, de overgang naar een duurzame economie, en herstel van ecosystemen en biodiversiteit te vinden.

De geschiedenis van het klimaat en menselijke samenlevingen moet ons aan het denken zetten. Grote vroegere beschavingen zoals die van de Maya’s, de beschaving in het dal van de Indus, het imperium van Akkad, in Mesopotamië, het keizerlijke China, het koninkrijk van de Khmer… werden zwaar getroffen door klimaatwisselingen. De daardoor onstane ontregelingen werden vaak versterkt door menselijke reacties, van oorlogsvoering tot het verlaten van stedelijke, politieke en religieuze centra. We zouden mogen verwachten dat onze huidige samenlevingen wijzer zouden zijn. Onze wetenschappelijke en technische kennis is immers veel groter dan die van de veel vroegere beschavingen, waarbij de klimaatveranderingen beperkt bleven tot bepaalde gebieden. In het geval van de huidige klimaatopwarming betreft het een klimatologische verandering op mondiale schaal, voornamelijk door de toename van broeikasgassen door menselijke activiteiten. Een versterking van dit probleem vloeit voort uit de steeds toenemende (economische) verbondenheid van menselijke samenlevingen in de loop der geschiedenis, die nu zijn hoogtepunt vindt met de internationale flitshandel op de beurs.

De huidige crisis laat zien dat onze moderne samenlevingen naar alle waarschijnlijkheid niet verstandiger zijn dan die van vroeger. Afgezien van wat uiterlijke schijn, heeft ieder land zijn eigen egoïstische oplossingen met verschillende strategieën, gebaseerd op een compromis tussen de redding van zijn markteconomie en de bescherming van de volksgezondheid en zijn omgeving, waarbij de moeilijkheden en de chronische schuldpositie van arme landen als een tijdbom kunnen gaan functioneren voor de mondiale problemen. Het unilateralisme heeft zo nog een prachtige tijd voor zich, terwijl oplossingen op mondiale schaal gezocht moeten worden, met daarbij noodzakelijkerwijs een versterking van de rol van supranationale coördinerende instellingen. Kritiek leveren op internationale instituties is te gemakkelijk, want het ontbreekt hen aan voldoende financiering en aan machtsmiddelen om landen het recht of de nationale verplichtingen te laten respecteren. Men hoeft zich dus niet verwonderen over de talrijke aanvallen op het multilateralisme, zoals het verlaten van het klimaatakkoord van Parijs (2015) door de Verenigde Staten en een aantal andere landen in 2017 en de recente beslissing van Donald Trump om zijn land niet langer de Wereldgezondheidsorganisatie, ook een instituut van de Verenigde Naties, financieel te laten steunen. Het breken van deze « thermometer » is geen oplossing voor de klimaatopwarming en de huidige en toekomstige pandemieën.

Een hergroepering van een paar nucleotiden in het ribonucleïnezuur van een virus, overgebracht door een klein zoogdier, was voldoende om de zich nu ontwikkelende gezondheidsramp te veroorzaken. Wie kan zich dan werkelijk de gevolgen voor menselijke samenlevingen voorstellen van de gigantische verwoestingen van ecosystemen en biodiversiteit (de doos van Pandora voor infectieziekten), veroorzaakt door de catastrofale klimatologische opwarming en verhoging van het zeeniveau?

 

Geschreven op 30 april 2020