De vergeten Hongkong-griep

Civis Mundi Digitaal #98

door Jan de Boer

Tussen 1968 en 1970 teisterde een epidemie uit Azië een deel van onze planeet. Wereldwijd kostte zij aan een miljoen mensen het leven. Alleen al in Frankrijk veroorzaakte deze Hongkong-griep meer dan 30.000 doden. Deze periode trok weinig aandacht in de media, leeft niet in onze herinnering, is gewoon vergeten. In dit artikeltje wat meer « oud nieuws » over deze dodelijke griep en over het waarom van dit vergeten.

In tegenstelling tot de zogeheten Spaanse griep (1918), die wereldwijd 50 tot 150 miljoen slachtoffers eiste, had de Hongkong-griep een duidelijke voorkeur voor oudere mensen: 90 procent waren personen van 65 jaar en ouder. Frankrijk had in die jaren – net als andere Europese landen – een veel jongere bevolking dan nu, en men kan zich indenken wat het zou hebben betekend als de Franse bevolking toen eenzelfde bevolkingsopbouw had gehad als nu. Er zouden dan ten minste twee tot drie keer zoveel dodelijke slachtoffers geweest zijn. De statistieken laten zien dat het virus twee keer West-Europa trof. Na een eerste keer in de winter van 1968/1969 met weinig gevolgen, sloeg het virus in de volgende winter in alle hevigheid toe. Ondertussen had het virus een verandering ondergaan, van een H2N2-virus naar een H3N3-virus, waardoor griepinjecties geen succes hadden. Het virus had zo vrij spel. Op 17 december 1969 liet de algemeen directeur van het Franse ministerie van volksgezondheid weten dat bijvoorbeeld het Zuid-Franse departement van de Tarn 25 procent ziektegevallen in gezinnen had geregistreerd, 30 procent afwezigen in de scholen, 17 procent in de industrie en 18 procent in andere sectoren. Een week eerder viel in de krant France-Soir te lezen dat 15 procent van het spoorwegpersoneel ziek was. Maar toch werd deze griep in de pers niet serieus genomen. Meestal hield het op met een kort stukje, met praktische adviezen of wat humor. In « Le Monde » van 18 december las men: « De griepepidemie die zich net als ieder jaar in Europa verbreidt, is niet nieuw en ook niet ernstig ». In die jaren kende niemand het aantal slachtoffers door gebrek aan goede statistieken, en er was ook geen speciaal systeem van ziektesignalering. Zelfs de Aziatische griep van 1957-1958, die wereldwijd 2 miljoen doden veroorzaakte, was geen aanleiding geweest om een dergelijk systeem te ontwikkelen.

In september werd een internationaal congres van epidemiologen in Teheran gehouden. Van de 900 congresgangers werd 70 procent ziek. Waarschijnlijk brachten Japanse wetenschappers het virus mee. De daaropvolgende winter teisterde de epidemie de Verenigde Staten, maar aanvankelijk nauwelijks Europa. Het lijkt onmogelijk te verklaren dat de Europese wetenschappers bij hun terugkomst uit Teheran het virus niet verspreid hebben. Een jaar later slaagde het virus daar wel in. De Franse staat ondernam niets om de epidemie af te remmen, net als de andere Europese landen. Als het de pest was geweest, had men zeker anders gereageerd, maar een griep…? In tegenstelling tot andere ziekten veroorzaakte deze pathologie geen angst of bijzondere afschuw. De grote griepepidemieën hebben de neiging om gauw vergeten te worden; zelfs de Spaanse griep, hoewel die vrijwel alle families trof. Vandaag de dag spreekt men al bij de geringste verkoudheid van een griep. De overeenkomsten die sommigen bij het begin van de huidige pandemie zagen tussen Covid-19 en een « griepje », bevestigen dit alledaags-maken in de loop der tijd. Maar in 1968 was dat nog veel sterker het geval. Claude Hannoun, de pionier van het antigriepvaccin en destijds professor bij het Pasteur Instituut in Parijs: « Veel mensen vonden toen dat sterven aan deze ziekte de normaalste zaak van de wereld was ». Het moet gezegd worden dat verkeersongelukken en tabak eind jaren ‘60 veel doden tot gevolg hadden, zonder dat men zich ook daarover bijzonder opwond. Volksgezondheid was toen nog niet echt een item.

In perspectief gezien zit de Hongkong-griep op het wendingspunt van twee werelden: de ene wereld werd gevormd door catastrofes en oorlogen die het beeld van risico’s relativeerde, de andere met een zekere moderniteit, waarin de wetenschappelijke vooruitgang de dood steeds minder acceptabel maakte. In deze tweede wereld werd de dood als taboe weggedrukt, en dacht iedereen een absoluut recht op geluk te hebben. Het was een wereld waarin een deel van de ernstige ziekten overwonnen werd: tuberculose, pokken, hondsdolheid, mazelen… Infectieziekten leken zo op een plaag gereserveerd voor de Derde Wereld. Pas in het begin van de jaren ‘80 werd de griep niet meer beschouwd als een goedaardig kwaad. De antropoloog Frédéric Keck: « De neoliberale revolutie veronderstelt dat de mensen de hele tijd werken. Zelfs in haar etymologie is de griep iets geworden wat een systeem lamlegt. Net als de staking heeft zij een natuurlijke functie en een sociale functie: zij legt de economie plat ». Sinds de fameuze winter 1969-1970 is men erin gaan geloven dat geen enkele pandemie ooit nog « het raderwerk van de economie » dwars zou kunnen zitten. Er is geen rekening gehouden met Covid-19, dat zich de luxe heeft veroorloofd de hele wereld te « gripper », oftewel te blokkeren. Dit in afwachting van het onvermijdelijke volgende virus, wellicht veel dodelijker, veroorzaakt door menselijke overbevolking, verwoesting van ecosystemen en biodiversiteit, en versterkt door klimaatopwarming.

 

Geschreven op 14 mei 2020