Civis Mundi Digitaal #98
Pandemie of niet, de Amerikaanse president vergeet zijn bevliegingen niet, vooral als ze gezien worden als een krachtproef tegen China. In augustus 2019 stelde Donald Trump serieus voor aan Denemarken om Groenland te kopen. Denemarken beoordeelde dit Trumpiaanse verzoek als « absurd » en sloeg het beleefd af. Maar dat weerhield Donald Trump er onlangs niet van om aan deze autonome Deense provincie met 56.000 inwoners een genereuze financiële gift over te maken voor haar ontwikkeling. De Deense regering ontdekte dat door een lang artikel, op 20 april jongstleden gepubliceerd op de politieke informatiewebsite Altinget, en geschreven door de zeer omstreden Amerikaanse ambassadrice Carla Sands in Kopenhagen. Deze vertrouwelinge van Donald Trump schetste het belang van ontwikkeling van het Noordpoolgebied en Groenland, zolang dat dat niet « ten koste gaat van de veiligheid en duurzame ontwikkeling ». De laatste twee woorden lijken mij op zijn zachtst gezegd schijnheilig, gezien Trumps ideeën op dit gebied.
Behalve de herbewapening in deze regio door Moskou, wees Carla Sands ook op de « eetlust » van China, dat betrokken is bij verscheidene grote mijnbouwprojecten op Groenland. Regelrechte bedreigingen in de ogen van Washington, dat de Deense provincie als een trouwe bondgenoot ziet en er zelfs een consulaat wil vestigen. Carla Sands: « Wij willen Groenland helpen al zijn mogelijkheden te ontwikkelen, nieuwe markten te openen, het toerisme te bevorderen en nieuwe ontwikkelingsmodellen voor de regio vast te stellen ».
Op 23 april bevestigde de regering van de autonome Deense provincie dat de Verenigde Staten Groenland een bedrag van 83 miljoen Deense kronen (ongeveer 11 miljoen euro) wilden schenken, hetgeen de provincie « met vreugde » had geaccepteerd. Op 22 april had Nuuk, de hoofdstad en regeringszetel van Groenland, voorzichtigheidshalve laten weten dat de samenwerking met Washington plaatsvond « in een legaal en toepasselijk contractueel kader », wetende dat diplomatie en defensie tot het exclusieve rechtsgebied van Kopenhagen behoren. De hulp zal hoofdzakelijk gegeven worden « in de vorm van raad en hulp door Amerikaanse experts, alsook via bestaande programma’s afhankelijk van het departement van de Amerikaanse staat », aldus de Groenlandse regering.
In Kopenhagen zijn de meningen verdeeld. Om de onafhankelijkheidsgevoelens van de provincie niet op te laten laaien, zorgde de Deense minister van buitenlandse zaken, de sociaal-democraat Jeppe Kofod, voor een goede indruk: « Onze prioriteit is dat de toenemende Amerikaanse interesse ten goede komt aan de Groenlandse bevolking ». Anderen verbergen hun irritatie niet, zoals de conservatieve parlementariër Rasmus Jarlov, die de Amerikaanse ambassadrice beschuldigt van het willen « ondermijnen » van het Deense koninkrijk. Soren Espersen, woordvoerder van buitenlandse aangelegenheden voor de rechtse populistische partij, vreest dat « de Verenigde Staten in één hap Groenland opschrokken ». In het blad Politiken spoort Aaja Chemnitz Larsen, een van de twee Groenlandse vertegenwoordigers in het Deense parlement, Kopenhagen aan om meer vaart te maken en ervoor te zorgen dat de Deense invloed « niet gaat verbleken bij het ingezette Amerikaanse charme-offensief ».
Geschreven op 12 mei 2020