De Verenigde Staten: geen land dat 'overvloeit van melk en honing'

Civis Mundi Digitaal #98

door Jan de Boer

De Verenigde Staten, het land van onbegrensde mogelijkheden. Ook in negatieve zin qua sociale wetgeving en een voor de meeste Amerikanen onbetaalbare gezondheidszorg. Toen de burgemeester van New York, Bill de Blasio, talmde met het uiteindelijk halverwege maart aankondigen van de sluiting van de scholen in verband met het Covid-19, was dat omdat hij grote zorgen had: de voeding van kinderen uit de achtergebleven stadswijken die vaak maar één keer per dag een warme maaltijd krijgen, namelijk de maaltijd die op publieke scholen opgediend wordt.

Iedere dag delen rond de 9000 werknemers van de gemeente 600.000 warme maaltijden en 250.000 onbijten uit in bijna 2000 scholen. Daar kwam bij het sluiten van de scholen een systeem voor in de plaats, dat het afhalen van een warme maaltijd voor ieder kind jonger dan 18 jaar op alle scholen tussen 7.30 uur en 13.30 uur garandeerde. De week daarop ging het stadhuis over op een vergelijkbare organisatie als in de zomervakantie: 450 distributieplekken in doelgroep gerichte scholen waar de vraag naar voedselhulp groot is en in de belangrijkste achterstandswijken. De diensten van de stad New York distribueren daar een warme maaltijd met de mogelijkheid van een vegetarisch, halal, kosjer of ander menu dat afgehaald kan worden door de kinderen of hun ouder(s).

De stad New-York en de Staat New York doen er van alles aan om voedselhulp te geven. De gouverneur van de Staat New York, Andrew Cuomo, heeft ook de hulp van filantropische verenigingen ingeroepen. Zeker, de federale Staat heeft gestemd voor een nog nooit vertoonde werkloosheiduitkering van 600 dollar per week, maar de bureaucratische administratie heeft deze uitkering nog niet uitbetaald.

Tienduizenden werkers in restaurants, bars, etc., kappers, taxi-chauffeurs,enz. hebben nu zij geen fooien meer krijgen het grootste deel van hun inkomen verloren. De vraag naar voedsel is daardoor sinds het begin van het Covid-19 in de stad verdubbeld, verklaarde  de gouverneur Cuomo. Van de 8,5 miljoen inwoners van New York hebben 1,1 miljoen een onveilige voedselsituatie, waaraan nu tenminste 500.000 mensen die hun baan verloren hebben, toegevoegd kunnen worden.

Voor het uitbreken van de crisis schatte het departement van landbouw in dat 11,1 miljoen huishoudens in een onveilige voedsel situatie verkeerde: 6,8 procent heeft  een kwalitatief slecht voedselregime en moet  de uitgaven aan voedsel opofferen aan rekeningen van de gezondheidszorg, aan huur, enz., terwijl 4,3 procent echt honger lijdt. De onveilige voedselsituatie betreft voor 28 procent alleenstaande vrouwen met kinderen,  voor 21 procent Afro-Amerikanen  en voor 16 procent Spaanstaligen. Kinderen zijn beter beschermd dan volwassenen dankzij de scholen.

Amerika is gewend aan deze beelden die bij elke crisis terugkeren. Het symbool van de jaren 1930, het uitdelen van soep, vond al in 1870 plaats, toen het land door een economische recessie werd getroffen en de eerste   weldadigheidsverenigingen het licht zagen. Voedselbanken verschenen eind jaren 1960 en keerden terug tijdens de financiële crisis van 2008.  

Meer dan 30 miljoen Amerikanen hebben sinds half maart hun baan verloren. De rijen voor de voedselbanken zijn steeds langer geworden. De vraag is verdubbeld, verdrievoudigd, zelfs in sommige gevallen verzevenvoudigd. Tezelfdertijd  vermindert het aantal voedselgiften, de ketens van voedselproductie zijn verstoord, eieren worden vernietigd en melk wordt in Wisconsin in de rivier gestort om de prijs vast te houden, tomaten en groenten in Florida verrotten omdat ze niet geoogst worden. Het antwoord daarop leidt tot felle debatten. De regering Trump heeft 3 miljard dollar ter beschikking gesteld voor voedselaankopen bij boeren en landbouwbedrijven om deze rechtstreeks over te dragen  aan «voedselbanken, aan lokale en religieuze organisaties en andere niet-winstgevende organisaties die de Amerikanen in hun behoeften voorzien».

Een open brief in de New York Times, mede-ondertekend door Beto O’Rourke, een vroegere kandidaat voor de democratische verkiezingssstrijd in aanloop van de presidentsverkiezingen in 2020, ziet dit als een slechte politiek, en zegt dat de voedselbanken niet toegerust zijn voor een dergelijke toeloop en dat deze de kleine winkels en restaurantjes beconcurreren die nu bij duizenden failliet gaan. In de open brief wordt gepleit voor de versterking van de vroegere voedselbonnen die de gezinnen direct in staat stellen hun inkopen te doen in de winkels naar hun keuze. Op die manier worden twee vliegen in één klap geslagen: het overeind houden en weer laten functioneren van kleine winkels en in dat kader de Amerikanen in hun behoeften te laten voorzien. Maar helaas, de regering Trump wil daar niets van weten, weigert elke vorm van creatie van Staatsuitkeringen.

 

Geschreven op  20 mei 2020