De tropische wouden verdwijnen sneller dan ooit

Civis Mundi Digitaal #99

door Jan de Boer

De beelden van in rook opgaande eeuwenoude bossen in Brazilië en Australië hebben in 2019 indruk op de hele wereld gemaakt. Gigantische branden hebben ook Siberië, het noordpoolgebied, het stroomgebied van de Congo, en Californië geteisterd. In is in 2019 niet minder dan 24 miljoen hectare bos verdwenen. Niet alleen door brand, maar ook door houtkap en natuurlijke verstoringen, volgens de jaarlijkse gegevens van het internationale Global Forest Watch, geleid door de Amerikaanse denktank World Resources Institute (WRI). Volgens deze op 2 juni gepubliceerde cijfers zijn met name de tropische wouden met een verlies van 12 miljoen hectare zwaar getroffen. Bijna 4 miljoen hectare van dit verlies betreft het primaire vochtige tropische oerwoud dat een sleutelrol speelt in de klimaatregeling, het behoud van de biodiversiteit en de vruchtbaarheid van de grond. « Dit verlies is niet te accepteren. Het jaar 2020 zou het jaar zijn waarin gestopt zou worden met de ontbossing, maar het tegengestelde is het geval. De primaire bossen zijn de meest hachelijke ter wereld, want het kost duizenden jaren voordat zij zich hersteld hebben » laat Mikaela Weisse, verantwoordelijk voor het project Global Forest Watch, mij weten.

Global Forest Watch gebruikt satellietgegevens gecompileerd door de universiteit van Maryland (Verenigde Staten), en kijkt niet naar de ontbossing (het laten verdwijnen van een bos), maar naar het verdwijnen van bomen in natuurlijke of aangeplante bossen. Vandaar dat deze gegevens sterk afwijken van die van de Wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties (FAO), die in haar laatste rapport van mei dit jaar een mondiale ontbossing van jaarlijks 10 miljoen hectare gedurende de laatste vijf jaar beschrijft. « De FAO berekent de ontbossing, dat wil zeggen de verdwijning van minimaal een halve hectare met een bebossing van tenminste 10 procent, terwijl Clobal Forest Watch iedere verwijderde boom telt op een oppervlakte van 30 bij 30 meter (0,09 hectare). Soms tast de exploitatie het bos aan, maar het blijft dan nog wel een bos », vertelt Plinio Sist, directeur van de afdeling bos en onderneming van het Centrum van Internationale samenwerking en agronomisch onderzoek voor ontwikkeling. « De cijfers van Global Forest Watch hebben het voordeel dat zij afkomstig zijn uit onafhankelijk en voor iedereen toegankelijk onderzoek, terwijl die van de FAO aangeleverd worden door de betrokken landen en dus niet altijd even betrouwbaar zijn ». Maar of het nu ontbossing of een verlies aan bomen betreft, de bossen verdwijnen om verschillende redenen: om veranderd te worden in landbouwgrond, in weiland of in industriële plantages (soja, palmolie, etc.). Zij maken ook plaats voor mijnbouw, infrastructuur en steden.

Volgens de gegevens van Global Forest Watch is alleen Brazilië al verantwoordelijk voor meer dan een derde van het mondiale verlies van primaire tropische bossen in 2019: 1,4 miljoen hectare. De houtkap voor de agricultuur is in 2019 aanzienlijk toegenomen in het Braziliaanse Amazonegebied, met name door de politiek van president Bolsonaro. In tegenstelling tot buurland Bolivia zijn branden niet de belangrijkste oorzaak van het verdwijnen van de primaire bossen in het land, volgens Global Forest Watch. Brazilië heeft weliswaar een zeer groot aantal branden geregistreerd, maar deze vonden vaak plaats in zones die al flink aangetast of deels ontbost waren.

De Democratische Republiek Congo is het tweede meest getroffen land, waar in 2019 ruim 475.000 hectare bebost gebied verdween, gevolgd door Indonesië met 324.000 hectare. Dit land kent overigens een verbetering door het permanente moratorium inzake oliepalmplantages en bosexploitatie. Ook in Ghana en Ivoorkust zijn verbeteringen te vermelden: beide landen hebben in 2019 het verlies van primaire bossen met 50 procent teruggebracht in verhouding tot het voorafgaande jaar, vooral als gevolg van het engagement van de twee landen en de grote cacao-ondernemingen om een einde te maken aan de ontbossing. Na twee jaar van grote ontbossing is in 2019 ook in Colombia een verandering gekomen door het besluit van de regering om minder te ontbossen en van nu tot 2022 een kleine 200 miljoen bomen te planten.

De branden die Australië tussen eind 2019 en begin 2020 geteisterd hebben, hebben een verlies van 1,7 miljoen hectare dicht bebost gebied tot gevolg gehad. De reële impact van deze branden is waarschijnlijk groter, want het onderzoek heeft geen rekening gehouden de branden later in 2020. Van het front in Amazonië is weinig goeds te verwachten: het droge seizoen doet vrezen « voor een nieuw recordaantal branden, terwijl de ontbossing zijn hoge tempo handhaaft », aldus Plinio Sist. Ook de Covid-19 pandemie bedreigt de bossen, door de afwezigheid van controle, met als gevolg meer illegale houtkap en mijnbouw, zoals al in een aantal landen als Guatamala en Nicaragua is geconstateerd. En op middellange termijn zouden landen hun bossen kunnen opofferen voor mijnbouwactiviteiten om hun economie te stimuleren.

Om zowel de primaire wouden, « die van onschatbare waarde zijn », alsook de geteisterde bossen, die toch nog een grote biodiversiteit kennen, te beschermen, is het nodig « om onze agricultuur te herzien en aanplantingen te ontwikkelen om aan een vraag naar hout te voldoen die van nu tot 2050 waarschijnlijk gaat verdubbelen, » aldus Plinio Sist. De ecoloog roept ook op om samen met de lokale bevolkingen programma’s voor herstel van bossen te ontwikkelen. « In het verleden zijn veel herstelprogramma’s voor bossen mislukt door gebrek aan financiën en door een beheer waarbij de lokale bevolking niet of nauwelijks betrokken was ».

« Ondanks een beter besef van ontbossing en het aanvaarden van maatregelen als de Nationale Strategie voor de strijd tegen geïmporteerde ontbossing in Frankrijk (geen invoer en gebruik van geïmporteerd tropisch hardhout), is er nog steeds een tekort aan concrete en werkelijk doeltreffende maatregelen als wettelijke verplichtingen om de economische hoofdspelers op te laten houden met het produceren of importeren van producten afkomstig uit de ontbossing », oordeelt Frédéric Amiel, een wetenschapper verbonden aan het Franse Instituut van duurzame ontwikkeling en internationale relaties. « Bovendien moet er veel meer politieke wil van regeringen komen om de verwoesting van de laatste wouden die er nog zijn tegen te gaan ».

Inderdaad, het proces van verwoesting van ecosystemen en van biodiversiteit, met name in de (half)tropische gebieden, gaat onophoudelijk door, wat met de klimaatopwarming leidt tot het onbewoonbaar worden van grote delen van onze onherbergzame planeet, tot overstromingen en verwoestijning, een steeds groter gebrek aan drinkwater en volwaardig voedsel, om over steeds meer mogelijkheden voor het ontstaan van virussen en pandemieën maar niet te spreken.

 

Geschreven op 7 juni 2020