De Verenigde Staten en het verband tussen opstand, sociale crisis en Covid-19

Civis Mundi Digitaal #99

door Jan de Boer

Van raciale mishandeling tot sociale onrechtvaardigheid jegens Afro-Amerikanen, er is snel aanleiding om een verband te leggen met de meer dan 40 miljoen Amerikanen die sinds het begin van de Covid-19 pandemie hun baan verloren hebben. « Een ondergrondse stroom van deze protesten: de Afro-Amerikanen hebben economisch meer te lijden door deze pandemie », aldus de Washington Post. Een waarheid als een koe, gegeven hun gemiddeld jaarinkomen in 2018 van 41.500 dollar tegen 51.400 voor latino’s, 68.000 voor blanken en 87.000 voor Aziaten?

De realiteit is toch wat ingewikkelder. In de eerste plaats was de recente economische dynamiek behoorlijk gunstig voor de zwarte bevolking, met juist voor de gezondheidscrisis een zeer lage werkloosheid. Volgens de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, was het percentage Afro-Amerikaanse huishoudens dat zei zich financieel zich goed te kunnen redden, tussen 2013 en 2019 gestegen van 53 naar 65 procent, tegen 65 naar 79 procent voor blanke Amerikanen.

De eerste slachtoffers van de pandemie zijn in principe de latino’s: 20 procent van hen verklaarde eind april zijn baan te hebben verloren, tegen 16 procent van de Afro-Amerikanen en 11 procent van de blanke bevolking, volgens cijfers van een onderzoek van Ipsos voor de Washington Post eind april/begin mei. Een verklaring: de latino’s werden onmiddellijk ontslagen in zwaar getroffen sectoren als de horeca, die in miljoenen banen voorzien en waarin zij oververtegenwoordigd zijn.

Hoewel de Afro-Amerikanen getroffen werden door de sluiting van autofabrieken en het schrappen van banen in scholen en de gezondheidszorg, waren zij redelijk beschermd als zij in de publieke sector werkzaam waren. In deze sector is volgens het ministerie van werkgelegenheid 17,5 procent van alle werkers Afro-Amerikaan. Het resultaat eind april: de werkloosheid onder de zwarte bevolking was gestegen van 6,7 naar 16,7 procent tegen 6 naar 18,9 procent onder latino’s en 4 naar 14,2 procent van de blanke bevolking. De cijfers van mei zijn, nu ik dit artikeltje schrijf, nog niet bekend.

In de tweede plaats was er een stevig sociaal vangnet met een cheque van de belastingdienst van 1200 dollar (plus 500 dollar per kind), alsook een federale werkloosheidsuitkering van 2400 dollar per maand tot eind juli, met als resultaat dat het gemiddelde inkomen in april met 10,5 procent steeg. Het onderzoek van de Washington Post laat zien dat iedere groep daarvan profiteerde: 63 procent van de ontslagen zwarte bevolking zei hun federale cheque te hebben ontvangen, tegen 47 procent van de latino’s en 67 procent van de blanken. Veel werklozen hebben hun uitkeringen niet kunnen ontvangen door de eindeloze rijen voor de loketten en IT-problemen. Maar 26 procent van de ontslagen Afro-Amerikanen zei deze uitgekeerd gekregen te hebben, tegen 32 procent van de blanken en 21 procent van de latino’s. De laatsten zijn zeer benadeeld omdat zij vaak illegaal zijn – hun totaal aantal wordt geschat op 7 miljoen – en in dat geval geen recht hebben op dit sociale vangnet.

In feite is het directe verband tussen de opstand en de sociale crisis van de zwarte bevolking veroorzaakt door Covid-19 nog verre van bewezen, zoals Jason Furman, professor Harvard University en raadgever van Obama, samenvat. « Nog in februari was het werkloosheidspercentage onder Afro-Amerikanen het laagste in de geschiedenis. Bovendien heeft het antwoord van de regering op de gezondheidscrisis geleid tot een tijdelijke verhoging van het beschikbare netto-inkomen. Het algemene economische nadeel waaronder de Afro-Amerikanen gebukt gaan, maakt dus wel deel uit van de verklaring van de opstanden, maar het is niet erg waarschijnlijk dat het de recente economische veranderingen betreft en zeker niet de raciale ongelijkheden in de recente economische veranderingen ».

Deze evoluties hebben de kwetsbaarheid van Afro-Amerikanen niet uitgewist. Zij hebben erg geleden onder de huisvestingsgevolgen van de grote financiële crisis van 2008. Nog maar 48 procent van de Afro-Amerikanen is vandaag de dag huiseigenaar, tegen 71 procent van de blanken. Hun vermogen is tussen 1983 en 2016 verdubbeld om… nu 6 maanden salaris, oftewel 17.600 dollar te bereiken, laat de New York Times weten. En Afro-Amerikanen zijn duidelijk harder getroffen door de pandemie, al zijn de federale cijfers nog niet verzameld. In New York vertegenwoordigen ze 28 procent van de dodelijke slachtoffers, terwijl ze 22 procent van de bevolking uitmaken. In april betreurde een peiling van de CDC, de organisatie van de Amerikaanse gezondheidszorg, dat de zwarte bevolking één derde van de in een ziekenhuis opgenomen personen vertegenwoordigt terwijl ze slechts 18 procent van de ondervraagden uitmaakte.

Logischerwijs meent 75 procent van de Afro-Amerikanen dat de pandemie meer de gekleurde bevolking teistert (tegen 31 procent van de blanken) en 70 procent beschuldigt de autoriteiten ervan een vooringenomen standpunt tegenover bepaalde etnische groepen te hebben. De over-infectie van Afro-Amerikanen heeft duidelijke verklaringen: zij vervullen vaak essentiële taken in het contact met potentiële zieken. Zij komen minder in aanmerking voor ziekteverlof, waardoor ze gedwongen zijn bij ziekte te werken en contact te hebben met hun collega’s en zo het virus verspreiden. Afro-Amerikanen hebben twee keer meer kans om geen ziektekostenverzekering te hebben blanken – latino’s drie keer meer – waardoor ze minder mogelijkheden hebben om zich te laten behandelen. En niet te vergeten wonen ze vaak in heel kleine woonruimten met meerdere generaties onder één dak, waardoor de van hun werk terugkerende ouders de grootouders besmetten.

De opstanden zijn dus niet rechtstreeks te verbinden met de sociale crisis en Covid-19. De rassendiscriminatie in de Verenigde Staten heeft een jammerlijke historische en nog nooit overwonnen achtergrond, die wederom versterkt wordt door een economische en sociale crisis waaronder alle Amerikaanse bevolkingsgroepen in meer of mindere mate lijden.

 

Geschreven op 8 juni 2020