Civis Mundi Digitaal #100
De Zwitserse schrijver Friedrich Dürrenmatt staat bekend om zijn maatschappij-kritische werk met veelal cynische, sarcastische ondertoon, maar ook met hilarische wendingen en absurdistische elementen. Of het nu gaat om zijn columns, zijn detectiveverhalen, de korte verhalen, romans of toneelstukken, zijn luisterspelen, altijd is er die kritisch-sociale component, vaak ook een duistere component, en de verrassingscomponent. Zijn hoofdrolspelers overkomt iets, het noodlot slaat toe en het einde is voorspelbaar, wat ze verder ook doen. Maar, er zijn steeds weer verassende momenten. Hij levert op onverwachte wijze kritiek op de samenleving. Hij ontregelt de lezer, de toeschouwer, de luisteraar. Hij wil aanzetten tot zelfstandig nadenken.
Veel van zijn werk is niet in het Nederlands vertaald. Uitzonderingen zijn bekende titels als ‘Der Richter und sein Henker’ (De rechter en zijn beul), ‘Der Besuch der alten Dame‘ (Het bezoek van de oude dame), ‘Die Physiker’ (De fysici), ‘Das Versprechen. Requiem auf der Kriminalroman’ (De belofte), “Der Auftrag” (De opdracht’), “Der Verdacht’ (De verdenking), ‘Es geschah am hellichten Tag’ (Het gebeurde op klaarlichte dag), maar ook minder bekende als ‘Der Sturz/die Panne, eine noch mögliche Geschichte/Smithy’ (De val/pech/Smithy), ‘Durcheinandertal’ (Doorelkanderdal), ‘Ein Engel kommt nach Babylon‘ (Er komt een engel naar Babylon), ‘Justiz‘ (Gerechtstheater), ‘Grieche sucht Griechin‘ (Griekse gezocht), ‘Die Ehe des Herrn Mississipi’ (Het huwelijk van de heer Mississipi). Verschillende werken zijn zowel als proza en als toneelstuk of luisterspel verschenen, waarbij hij soms zelf de regie voerde. Enkele producties zijn verfilmd.
Dürrenmatt behoort tot een selecte groep van internationaal bekende Zwitserse schrijvers. Veel van zijn werk is nog steeds in omloop en wordt gelezen; niet alleen verplicht voor een leeslijst. Verschillende toneelstukken van hem worden ook vandaag nog steeds gespeeld.
Parabel
Eind juni verscheen in de wekelijkse bijlage ‘Das Magazin’, behorend bij diverse kranten van het Zwitserse Tamedia-concern, een vrijwel in de vergetelheid geraakt kort verhaal, een parabel, van Dürrenmatt. Het verhaal is zeer kort. Het werd een klein jaar voor zijn dood geschreven. Bij het schrijven in het najaar van 1989 kreeg het de werktitel ‘Anti-Apartheid’. De uiteindelijke publicatie in 1994 in de ‘Tages-Anzeiger’ droeg de titel ‘Die Virusepidemie in Südafrika’.
Het wordt nu in het najaar - het was al in voorbereiding voor de Corona-crisis - herdrukt in een bundel met meer weinig bekende verhalen. Er is in Zwitserland nu veel aandacht voor de schrijver in het licht van zijn geboortedag, begin 2021 honderd jaar geleden.
De redactie vond het passend in deze tijd van de huidige pandemie met het SARS-CoV-2 virus en de wereldwijde protesten tegen het politiegeweld in de Verenigde Staten tegen mensen met een donkere huid, ‘Black Lives Matter’, de parabel opnieuw te publiceren[1].
Wit-zwart
Het verhaal speelt zich af in het Zuid-Afrika van de tachtiger jaren van de vorige eeuw. Er waart een virusaandoening rond; mensen worden verkouden, gaan niezen en krijgen koorts. Het meest opmerkelijke fenomeen van deze ‘griep’ is dat uitsluitend blanke inwoners besmet raken. Zodra ze deze ziekteverschijnselen vertonen, ondergaan ze kort erna een verandering van huidskleur. Hun blanke huid wordt in de kortste keren zwart. Gevolgen blijven niet uit.
Door deze virusepidemie zijn er steeds minder witte mensen in het land; geleidelijk aan wordt iedereen zwart. De nasleep werpt huizenhoge golven. Er ontstaat naast onbegrip over de ziekte tevens een ander tumult in het land. Immers er heerst apartheid. De positie van blanken en niet-blanken is geheel verschillend. Plotseling zijn er op alle mogelijk aan ‘witmensen’ voorbehouden posities in de samenleving ‘zwartmensen’ aan het werk en aan de macht. Omdat hun macht berust op hun oorspronkelijke huidskleur wordt er met man en macht krampachtig geprobeerd onderscheid te blijven maken. Het kabinet, intussen geheel zwart, bepaalt unaniem dat het verschil tussen ‘witmensen’ en ‘zwartmensen’ moet blijven bestaan; de Apartheid moet gehandhaafd blijven. Men besluit nu op een andere manier dan voorheen de twee groepen in de samenleving te onderscheiden. De bestaande regels blijven voor hen gelden. Zo is er nu de groep ‘zwarte witten’ en de groep ‘zwarte zwarten’. Om deze twee uit elkaar te houden wordt, na enig tumult en gedoe over vorm en kleur, besloten dat iedereen een email schildje moet dragen dat duidelijk maakt tot welke groep men behoort. Het zal niet verbazen dat er een levendige handel in schildjes ontstaat, waardoor de chaos eerder toe- dan afneemt. Ook dit moet dan worden bestreden.
Men neemt vervolgens zijn toevlucht tot een andere methode, een geneeskundige verklaring omtrent de oorspronkelijke huidskleur, alleen bedoeld voor ‘witte zwarten’. Het gevolg is dat de artsen overbelast raken en ook hier weer corruptie en gedoe.
De volgende stap is, en ondanks de cynische toon is het haast hilarisch te noemen, dat iedereen die ‘zwarte witte’ zegt te zijn, dat moet aantonen door een ‘zwarte zwarte’ mee te nemen, die verklaart dat de ander een ‘witte zwarte’, een oorspronkelijk ‘witmens’ is. De meest verstokte apartheidsvoorvechters gaan er uiteindelijk toe over zich te laten vergezellen door drie ‘zwarte witten’ en drie ‘zwarte zwarten’ om er zeker van te zijn dat ze als ‘witmens’ door het leven kunnen blijven gaan en als zodanig herkend worden. Het mag allemaal niet baten. De virusepidemie leidt zo tot het einde van de Apartheid.
Friedrich Dürrenmatts parabel eindigt ermee dat hij dit verhaal gehoord heeft van een Zwitserse bankier. Het moet dus wel waar zijn. Het zijn immers, zo suggereert hij cynisch, integere mensen. Die deden graag zaken met Zuid-Afrika onder het welbekende motto dat de positie van niet-blanken aldaar door zaken te doen verbeterd zou worden. Een boycot zou slechter uitpakken. De bankier, net teruggekeerd uit Zuid-Afrika, was overigens getroffen door het virus en dus ook een ‘zwarte witte’ geworden die daardoor moeite had gehad de grenscontrole bij thuiskomst te passeren, schrijft de auteur, die zelf “von einem plötzlichen Schnupfen befallen und vom Fieber geschüttelt” is.
Discriminatie
In deze parabel, noodzakelijkerwijs ten dele tijdgebonden, zijn elementen terug te vinden uit perioden daarvoor, maar ook elementen die nu actueel zijn.
De virusepidemie die zich razendsnel verspreidt past ook in onze tijd. Nu wel zonder onderscheid van huidskleur. Iedereen kan worden getroffen. Echter, in het nu zijn in vele landen vooral degenen aan de onderkant van de samenleving, degenen die dicht op elkaar verblijven of wonen de dupe; dit geldt par excellence voor de bewoners van armere wijken, van sloppenwijken, vooral in landen met een groot verschil in inkomen, landen met een veelal gekleurde bevolking, de oorspronkelijk inheemse bevolking of de er door slavenhandelaren heen versleepte bevolking. Landen waar grote delen van de bevolking ongezond (moeten) leven, geen mogelijkheden hebben, geen recht hebben op fatsoenlijke en betaalbare zorg, waar ook soms geheel geen zorg is. In recente artikelen[2] in de JAMA worden racisme, ongelijkheid in zorgvoorzieningen en gezondheid en de huidige pandemie besproken.
Het onderscheid waarop Dürrenmatt wijst als het gaat om huidskleur, is bij hem ook op een geheel andere manier belangrijk; een onderscheid dat vandaag de dag nog steeds op veel plaatsen in de wereld speelt; een onderscheid dat een bevolkingsgroep op alle fronten benadeelt. Een onderscheid dat de een met de macht in de hand heeft ingevoerd en daarmee eeuwen later nog steeds bepalend is voor gedrag van grote groepen in de bevolking, onderwijl lippendienst bewijzend aan de gelijkheid als mens. Macht op grond van uiterlijke kenmerken.
Het gedoe dat in de parabel ontstaat om het onderscheid te handhaven nu het uiterlijke onderscheidende teken, de huidskleur, is weggevallen, de introductie van de email schildjes, opnieuw een uiterlijk teken, doet denken aan de Jodenster uit de Nazitijd, maar ook aan een minder zichtbare uiting van die tijd, de Ariërverklaring, de “Ariernachweis” voor bepaalde beroepsgroepen; zonder deze verklaring geen baan.
Ook in de huidige tijd, de ‘Coronatijd’, kennen we deze ‘oplossing’. Nu (nog) niet met een uiterlijk teken, maar wel met een verklaring, een medische dit keer, zoals ook geprobeerd in de parabel. Het idee van een soort immuniteitsbewijs als paspoort om in de openbare ruimte te mogen zijn, aan het werk te kunnen, inkopen te kunnen doen, was voor velen interessant genoeg om het voor te stellen. Het discriminatoire karakter ervan kwam nauwelijks aan de orde. Of deze discussie nu echt van tafel is?
De parabel, hoewel met gedateerde elementen, laat zien dat een virusepidemie tot sociale veranderingen kan leiden met vergaande gevolgen. We beleven dat in deze periode nadrukkelijk. Daarnaast is het een aanklacht tegen discriminatie op grond van (uiterlijke) kenmerken, een discriminatie die tot op de dag van vandaag bestaat en tot sociale onrust leidt. Dürrenmatts oplossing, een revolutie, hangt ook nu nog een beetje in de lucht. En ‘en passant’ wijst hij op het hypocriete gedrag met bijpassende argumentatie van machthebbers, waarmee ze deze situatie – zowel de ongelijkheid als de manier van protesteren ertegen - afwijzen en tegelijk paradoxaal de status quo stevig bevestigen.
[2] Abbasi J: Taking a closer look at COVID-19, health inequities, and racism. JAMA online June 29, 2020. (doi:10.1001/jama.2020.11672)
Galea SW., Abdalla S.M: COVID-19 Pandemic, Unemployment, and Civil Unrest. Underlying Deep Racial and Socioeconomic Divides. JAMA 2020, 324(3):227-228. (doi:10.1001/jama.2020.11132)