Civis Mundi Digitaal #101
Ja, de oude wereld herstelt zich. Natuurlijk, duurzame energie wordt (vooral met de mond) bevorderd maar allerwegen worden ecologische maatregelen versoepeld of bij wet afgeschaft om oliewinning te bevorderen en olie-industrieën te ondersteunen. In dit artikeltje wordt slechts het voorbeeld van twee landen geschetst: de Verenigde Staten en Griekenland, maar dat kan gemakkelijk uitgebreid worden: Rusland, Brazilië, een aantal Afrikaanse landen…
« De regering heeft een wet aangenomen die het milieu als een hindernis voor economische groei beschouwt, » zegt Takis Grigoriou, verantwoordelijk voor zaken betreffende energie en klimaat bij Greenpeace-Griekenland. Deze op 5 mei aangenomen wet, genaamd « de modernisering van de milieuwetgeving » heeft tussen zijn 136 wetsartikelen twee artikelen die de milieuorganisaties te hoop doen lopen. Artikel 44, dat exploratie en olie- en gaswinning toestaat in de Natura 2000-zones, een Europees label toegekend aan regio’s rijk aan een dieren- en plantenwereld, en artikel 110, dat het lokale autoriteiten onmogelijk maakt zich tegen deze projecten te beschermen. Milieuorganisaties onderstrepen met name de mogelijkheid voor een oliemaatschappij om exploratieactiviteiten te beginnen zonder onderzoek vooraf naar de impact ervan. Een eenvoudig presidentieel decreet geeft het betreffende bedrijf de mogelijkheid direct met zijn operatie te beginnen.
Het in meerderheid conservatieve Griekse parlement heeft de nieuwe wetgeving op een achterbakse manier op die bewuste vrijdagavond om middernacht na een totale lockdown aangenomen. De 158 conservatieve parlementariërs stemden voor, 132 parlementariërs van de linkse en centrumoppositie stemden tegen. De dag ervoor werd een door 30.000 mensen – binnen een week – getekende petitie aangeboden aan het ministerie van milieu, waarin de intrekking van beide wetsartikelen werd gevraagd, uiteraard zonder succes… Voor de premier, Kyriakos Mitsotakis, is het doel van deze wetgeving « een snelle en duurzame ontwikkeling te bevorderen » en « de barrières van de bureaucratie, de vijand van economische groei en milieubescherming, op te heffen ».
Lange tijd was Griekenland niet echt geïnteresseerd in zijn olie- en gas reserves, maar de economische crisis van 2009 heeft daarin verandering gebracht. De ontdekking van enorme voorraden in haar territoriaal zeegebied bij Cyprus heeft ook grote interesse gewekt. Turkije betwist deze territoriale zeegebieden, indertijd bij verdrag vastgesteld, en heeft ook meer dan grote belangstelling voor deze olie- en gasvoorraden, met als gevolg dreigende oorlogshandelingen tussen de beide NAVO-leden… Met grote oliemaatschappijen als ExxonMobil, Total en Edison heeft de Griekse regering contracten voor exploratie en exploitatie in het bergachtige gebied van Epirus en in de Ionische zee bij Kreta afgesloten. Behalve het gevaar voor de belangrijke zeefauna (schildpadden, dolfijnen, zeehonden…) zijn de lokale gemeenschappen ongerust over de impact op het toerisme. Gevreesd wordt ook voor watervervuiling in gebieden waar leisteengas gewonnen gaat worden.
Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze wet ook een betere afvalverwerking en het einde van plastic zakken afkondigt. In 2018 was Griekenland volgens gegevens van Eurostat een van de betere lidstaten van de Europese Unie wat betreft duurzame energie (18 procent). Het land wil dit van nu tot 2030 opvoeren tot 35 procent van de totale energieproductie van het land om zo ook haar afhankelijkheid van steenkool, overigens een eis in het kader van de financiële hulpprogramma’s (2010-2018), terug te brengen. Sinds verscheidene maanden probeert de regering grote windmolenparken te installeren op met name de zeer winderige Cycladen-eilanden, maar heeft daar met grote weerstand te maken. In mei werd een manifestatie tegen de installatie van windmolens op het eiland Tinos met groot geweld onderdrukt. Takis Grigoriou: « Voor de zoveelste keer heeft de regering de lokale autoriteiten en de milieuverenigingen niet om advies gevraagd. De beslissingen worden centraal in Athene genomen zonder enige uitleg aan de bewoners over de bijdrage die groene energie aan lokale ontwikkeling kan leveren ».
Ten slotte het Wereld Natuur Fonds: « 72 procent van de Griekse wateren en 13 procent van het Griekse vasteland wordt getroffen door exploratie- en exploitatievergunningen van olie- en gasvoorraden als gevolg van deze nieuwe wetgeving ». En dat is niet niks!
En dan de Verenigde Staten met de onvermijdelijke Donald Trump die de Amerikaanse olie-industrie te hulp komt. Op minder dan drie maanden voor de presidentiële verkiezingen op 3 november gaat Donald Trump de sector van fossiele energie steunen. Volgens de Wall Street Journal gaat Trump in de komende dagen een deel van de in 2016 door Obama geadopteerde milieuregels inzake de uitstoot van methaan (CH4) afschaffen. Daardoor wordt de totale uitstoot van broeikasgassen met 10 procent verhoogd, maar het effect daarvan is veel groter, doordat methaan in vergelijking met CO2 met maar liefst 25 keer meer aan de klimaatopwarming bijdraagt. De grote oliereuzen Shell, BP en ExxonMobil zijn tegen deze versoepeling omdat zij zeggen dat deze hun inspanningen om aan het publiek aardgas als « onschuldig product » te presenteren teniet doet na het verlaten van steenkool (niet competitief) en leisteengas (geruïneerd door de crisis en transportkosten). Maar de kleine producenten die doorgaans op Trump stemmen en gebukt gaan onder een door Covid-19 en de ineenstorting van de oliemarkt versnelde enorme schuldenlast zeggen niet « nee ». Integendeel.
Volgens de Wall Street Journal laat de olie-industrie 2,3 procent van het door haar geproduceerde CH4 ontsnappen door verlaten, door slecht gecontroleerde boorgaten van leisteengas of door het te verbranden. Toen er zwaar aan werd verdiend waren de producenten eerder geneigd nieuwe gaten te boren dan veiligheidsmaatregelen te treffen voor de verlaten boorgaten. En nu, in de tijd van faillissementen, hebben ze onvoldoende middelen om de verlaten boorgaten te beveiligen of om nog ontsnappend gas, dat weinig of niets meer opbrengt, tegen te houden.
Om deze veranderingen voor november bekend te maken zou Trump besloten hebben om de inspecties van de boorgaten terug te brengen van twee tot één keer per jaar. Onverdedigbaar, zegt het Agentschap van milieubescherming (EPA). De komende regels zijn minder streng, omdat zij niet meer specifiek methaan betreffen, en vooral ook omdat het niet mogelijk is zonder mandaat van het Congres een versnelde controle van voor 2016 aangelegde boorgaten te eisen. Het is erg moeilijk de door de regering-Trump genomen maatregelen te analyseren. De president verkondigt anti-milieumaatregelen die door de ecologische organisaties heftig worden bestreden. Maar de realiteit op het terrein is vaak heel wat genuanceerder. Voorbeeld: Trump kondigde in 2018 aan dat er weer in zee naar olie en gas geboord zou worden. Probleem: niemand in Californië en langs de kust van de Grote Oceaan die dat wil, en ook niet bij zijn republikeinse vrienden in Florida of Maine, want de exploitatie is op dit moment weinig rendabel. Als dat verandert – en dat gaat in de toekomst zeker gebeuren – ja, dan… Ander voorbeeld: de aanleg van de oliepijpleiding XL Keystone die de leisteenolie van Alberta in Canada naar de Golf van Mexico moet leiden. Op dit moment verrijkt hij met name advocaten, dankzij allerlei processen. Ten slotte nog dit: waar de president beschermde gebieden met name in Utah heeft gedeclasseerd, hij heeft geen goedkeuring gehecht aan boringen in het immense beschermde fauna -gebied van Alaska. Een aantal republikeinen zijn daarvan voorstander, maar de affaire is op dit moment niet of nauwelijks rendabel en in hoge mate impopulair. Maar als dat verandert en de rentabiliteit omhoog gaat… ja, dan…
Op korte termijn doet Trump er alles aan om de oliemaatschappijen en hun werknemers te steunen, zoals hij de mijnwerkers in de steenkoolmijnen tijdens zijn campagne van 2016 naar de mond heeft gepraat, omdat zij geldschieters waren. Zo ging hij eind juli naar de olievelden in Midland-Odessa in Texas voor een diner met geldschieters. De president die er trots op ging dat in 2018 de Verenigde Staten de eerste mondiale olieproducent werd, vertelde er dat hij een opleving van deze industrie voorzag. Maar volgens de firma Baker Hughes zijn er nu slechts 127 Amerikaanse boorgaten in bedrijf tegen 909 een jaar geleden, terwijl er in het tweede trimester 2020 ook maar liefst 18 ondernemingen failliet gingen: een record sinds de oliecrisis van 2016. In werkelijkheid moet je wat financiële steun betreft niet naar de Amerikaanse schatkist kijken, maar naar de Fed. Een onderzoek door Influencemap, een NGO over het klimaat, toonde aan dat de Centrale Amerikaanse Bank half juli ongeveer 750 miljoen dollar in de energie investeerde op een totaal van 9,4 miljard. Zij trekt daaruit de conclusie dat de Fed in deze sector overinvesteert. In een aan president Trump gerichte brief op 30 juli van 69 organisaties waaronder Amazon Watch, Greenpeace en Oxfam wordt geprotesteerd tegen de voortdurende en groeiende steun aan fossiele energie en het risico voor de Fed om forse financiële verliezen te lijden.
Geschreven op 16 augustus 2020