Beter rijk dan arm te zijn bij ziekten

Civis Mundi Digitaal #101

door Jan de Boer

Inderdaad, als je ziek bent, kun je beter rijk zijn dan arm. Dat geldt in versterkte mate bij het coronavirus. Vier Franse economen hebben in een nog niet officieel gepubliceerd onderzoek aangetoond dat Covid-19 allereerst en in bijzondere mate de armste bevolking doodt. Door gegevens over sterfte, inkomen per gemeente en lockdownzones te combineren, hebben ze voor het eerst in een systematisch onderzoek de buitensporige sterfte door de epidemie in gemeenten met de laagste inkomens duidelijk gekregen.

De vier economen van de « Ecole d’économie de Paris » (PSE) en van het Studiecentrum werkgelegenheid van de Norwegian School of Economics luisterden naar een radio-kroniek die liet horen dat Covid-19 sterk leek op een « ziekte van de armen ». En dat schudde hen wakker. « Er zijn onderzoeken in verschillende landen die de oververtegenwoordiging van minderheden onder de zieken aantonen, maar waarin niets systematisch over de ongelijkheden inzake rijkdom wordt vermeld », laat mijn goede kennis Simon Briole (wetenschapper aan de PSE en de Europese afdeling van het J-PAL, het laboratorium van de Nobelprijswinnares Esther Duflo, gespecialiseerd in de strijd tegen de armoede) mij weten. « In Frankrijk levert het Insee (het Nationaal Instituut Statistiek en Onderzoek) unieke statistische gegevens die ons in staat zouden moeten stellen het bewijs te leveren. »

De goede gegevens moesten gekozen worden. Om de impact van de ziekte te bestuderen, waren onder meer de resultaten van de tests – absoluut onvoldoende in Frankrijk – ongeschikt. Het Insee verschaft daarentegen iedere week ruwe sterftegegevens op gemeentelijke schaal, en meer in het bijzonder inzake de oversterfte in 2020 in verhouding tot 2018 en 2019. « Het is dat gegeven dat wij hebben gekruist met het mediane inkomen van iedere in een stedelijke zone gelegen gemeente », aldus Briole.

Hun resultaat is spectaculair. Driekwart van de rijkste gemeenten kent een gemiddelde oversterfte te wijten aan Covid-19 van 50 procent voor het jaar 2020. In een kwart van de armste gemeenten is dat gemiddeld 88 procent. « Wij hebben ons afgevraagd of deze oversterfte ook andere oorzaken zou hebben, in het bijzonder de lockdown, » zegt de onderzoeker. Hij en zijn collega’s hebben zo de resultaten van de gebieden (de groene zones) waar het virus minder circuleerde vergeleken met die van de meest geïnfecteerde zones (de rode zones). Het verschil werd steeds duidelijker: in de groene zones, die toch zeven weken strenge lockdown achter de rug hadden, registreerden de rijke en arme gemeenten een beperkte en bijna gelijke oversterfte. In de rode zones was daarentegen de – door de armen betaalde – tol ontegenzeggelijk veel hoger.

Met deze drievoudige vergelijking – rijke tegen arme gemeenten, zeer geïnfecteerde zones tegen weinig geïnfecteerde zones, 2020 tegen 2018/2019 – blijft er in feite weinig twijfel over: Covid-19 verschijnt niet alleen als een zware ziekte voor ouderen, voor zwakkeren met bijkomende ziekten, en voor minderheden, maar ook als een zware ziekte voor de armste bevolking.

Voor de vier economen is hun werk nog maar halverwege. « Wat ons wellicht het meest interesseert zijn de vectoren, de overdragers van het coronavirus, » zegt Briole. Anders gezegd, het begrijpen van de mechanismen die de armen tot een dankbaar doel van het virus maken. De literatuur biedt hun in de woorden van Briole « twee potentiële blootstellingskanalen »:de overbevolking in woningen en het karakter van de betaalde banen. Aan de hand van de jaarlijkse aangifte van sociale gegevens bij fiscale diensten is het gewicht van de verschillende soorten betaald werk in elke gemeente te meten.

De resultaten zijn niet voor discussie vatbaar. Deze twee « kanalen » verklaren 60 procent van de oversterfte. De econoom Eric Maurin, professor PSE en directeur onderzoek « Ecole des hautes études en science sociales » (EHESS) ziet overigens dit onderzoek als een sterk punt: « Het is niet alleen zo dat arme mensen vaak een slechte gezondheid hebben die hen blootstelt aan oversterfte door Covid-19, maar vooral hun huisvestingsomstandigheden en banen spelen daarbij een grote rol ».

Woonruimte waar men op elkaars lip zit – « de overbevolking in woningen heeft een sleutelrol op veel gebieden, met name de opvoeding van kinderen » laat Eric Maurin weten – en banen met een sterke interactie met het publiek. Kassiers, verplegers, veiligheidspersoneel, politieagenten… Een aantal van dit soort banen zijn flink aan het virus blootgesteld tijdens de lockdown. « Maar zonder twijfel heeft deze interactie met het publiek in de weken voorafgaand aan de lockdown het zwaarst gewogen, » vult Simon Briole aan. Een periode waarin het ontbrak aan testen, waarin de regering zei te twijfelen aan het nut van maskers… Dat was vier maanden geleden: een eeuwigheid.

Wat in Frankrijk geldt, geldt natuurlijk ook in andere landen. Sociologen voorspellen dat als de politiek na de Covid-19 epidemie geen structurele maatregelen neemt om de positie van de armen, die ook door de werkloosheid het meest worden getroffen, met een sterk stijgend aantal suïcides, op ieder gebied duidelijk aan te pakken en te verbeteren, dit uiteindelijk tot grote volksopstanden zal leiden. Mondiaal, bijvoorbeeld in Chili, zijn daarvan al de eerste duidelijke tekenen te zien.

Ik zal dit ook vanuit historisch oogpunt niet weerspreken; ik heb altijd gezegd dat het democratisch gehalte van een democratie in sterke mate afhangt van de mate waarin de formele democratie door een materiële democratie gedekt wordt. Dus…

 

Geschreven op 28 juli 2020