Civis Mundi Digitaal #101
In Frankrijk wordt iedere dag 100 hectare potentiële landbouwgrond opgeofferd aan verstedelijking (41,9%), uitbreiding van het wegennet (27,8%) of aan diensten en recreatieprojecten (16,2%) en dat geeft op zijn minst reden tot overdenking. Deze cijfers werden in 2019 gepubliceerd in een rapport van « France Stratégie ». Iedere maand sluiten 500 landbouwers de deur achter zich zonder dat zij worden vervangen. Een situatie die de onleefbaarheid van het platteland vergroot, evenals de concentratie van grond in handen van grote industriële agrarische bedrijven.
In dat kader herrijst in het publieke debat over ecologie een idee zo oud als de wereld, maar nu vergeten: landbouwgrond niet als privé-eigendom maar als « algemeen goed » waarvan het bestuur gedeeld moet worden om het beter te beschermen. Deze gedachte wordt gedragen door wetenschappers, evenals door burgercollectieven die constateren hoe moeilijk het is om in het moderne recht grond te beschermen tegen overexploitatie en betonnering, met als gevolg verwoesting van de biodiversiteit.
Sinds 2003 brengt zo de beweging « Terre de liens » het idee van « gemeenschappelijke grond » in de praktijk. Om het verdwijnen van landbouwgrond af te remmen, stelt deze beweging burgers voor om actief deel te nemen aan de koop van boerderijen door middel van een grondbelasting, een middel van solidair sparen en investeren waarvan het toenemende kapitaal de mogelijkheid biedt landbouwbedrijven op te kopen die geen opvolger hebben. De beweging garandeert dat de gronden niet weer verkocht worden en dat zij gecultiveerd worden volgens de principes van de biologische landbouw. Het heeft een drievoudig doel: landbouwgrond onttrekken aan de speculatieve markt die grote exploitaties en schulden bevordert, het begeleiden van nieuwe boeren in een biologisch landbouw- of veeteeltproject en het afremmen van de verdwijning van grond vooral bestemd voor betonnering. Sinds 17 jaar hebben 16.000 particulieren ervoor gekozen spaargeld in dit project te steken en bijna 6400 hectare werden zo aangekocht. Tanguy Martin, binnen de beweging verantwoordelijk voor het publieke debat: « Het idee is niet om het privé-eigendom af te schaffen, maar het op een andere collectieve manier vorm te geven om te kijken hoe het beheer van grond als gemeenschapsgoed in de 21e eeuw in Frankrijk gestalte kan krijgen ».
De geschiedenis van grond als gemeenschapsgoed is onverbrekelijk verbonden met de geschiedenis van de landbouw en is al heel oud. Zij begint ongeveer 13.000 jaar geleden, toen de eerste vormen van gemeenschappelijk beheer het licht zagen, terwijl de organisatie van het gebruik van de grond op het begrip eigendom berustte. In die tijd organiseerden de boeren zich om de gronden te delen om er hout te kappen of hun huisdieren er te laten grazen volgens regels die tegelijkertijd de rechten van een ieder te garanderen en de hulpbronnen beschermen. De ontwikkeling van het privé-eigendom aan het einde van de middeleeuwen met de regel deze te omheinen heeft deze praktijken aanzienlijk teruggebracht. Voor een flink aantal economen kondigt het einde van het middeleeuwse gemeenschapsgoed het begin van het kapitalisme aan.
Vanaf de moderne tijd bleef hier en daar gemeenschapsgoed bestaan (in Auvergne, de Cantal en de Limousin), maar een in 2012 aangenomen wet was erop gericht dit snel te laten verdwijnen. De Amerikaanse bioloog Garret Hardin (1915-2003) gaf in 1968 het laatste bestaan van grond als gemeenschapsgoed de theoretische doodsteek. In dat jaar beschreef hij in het blad Science het volgens hem onvermijdelijke mechanisme dat collectief eigendom van weiland het veroordeelt tot overexploitatie, want elke veehouder heeft er belang bij zoveel mogelijk koeien er te laten grazen. Deze conclusie beïnvloedde de economische en politieke gedachten in de volgende decennia: alleen de verdeling van grond in percelen voor de betreffende privé-eigendommen of beheer door de overheid kan een catastrofe vermijden. Ondanks kritiek kreeg deze redenering met name in de Verenigde Staten veel lof in economische kringen, ten gunste van de ontwikkeling van het neoliberalisme.
Aan het einde van de 20e eeuw ontkrachtte de Amerikaanse wetenschapster Elinor Ostrom de theorie van Garret Hardin. Met andere wetenschappers toonde zij aan dat gemeenschappelijk beheer van bezit juist de mogelijkheid gaf om duurzaam de hulpbronnen die zich daar bevinden te beschermen, mits het collectief beschikt over beheersregels die de verdeling van de gebruiksrechten van een ieder bevestigt. Sindsdien inspireert het werk van Elinor Ostrom talrijke wetenschappers die in de collectieve burgerlijke actie een goed alternatief voor publieke interventie of de markt zien. Sinds 2016 heeft de juriste Sarah Vanuxem het concept van grond als gemeenschapsgoed afgestemd op het moderne grondrecht (« La Propriéte de la terre », wildproject 2018). Niet overbodig, want de praktijk van het beheer van grond als gemeenschapsgoed is in onze tijd niet eenvoudig. Sarah Vanuxem roept de wetgevers dan ook op om juridische vormen van gedeeld beheer uit te werken.
Wellicht zouden de doelstelling en aanpak van het Franse « Terre de liens » ook Nederlandse initiatieven voor een ecologisch gemeenschappelijk duurzaam biologisch beheer van grond met behoud, ja zelfs verbetering van de biodiversiteit kunnen inspireren.
Geschreven op 9 augustus 2020