Verdeelde Palestijnen en de Israëlische annexatie van een deel van de Westelijke Jordaanoever

Civis Mundi Digitaal #101

door Jan de Boer

Op 1 juli, de door Israël vastgestelde datum voor het annexatieproces van een deel van de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever – een blijk van minachting voor het internationale recht, maar gesteund door de Verenigde Staten – waren er slechts enkele tientallen Palestijnen die protesteerden. Niet genoeg om het verkeer te blokkeren op het belangrijkste plein in Ramallah. Een apathie, die deels te wijten is aan de Palestijnse Autoriteit, heeft het verzet verzwakt. Ramallah heeft sinds het schisma met Hamas in 2007 de duimschroeven weer aangedraaid. Alle op de Westelijke Jordaanoever aanwezige organisaties die niet aangesloten zijn bij de Palestijnse Autoriteit zijn doelwit. Dat heeft een situatie gecreëerd waarin de Palestijnen zeer verdeeld zijn. Er is zo geen sprake meer van sociale cohesie.

Het verzet heeft eigenlijk geen leider meer. « De echte leiders van Palestina zitten gevangen. Zij die nu regeren zijn corrupt, handhaven de status quo en zullen nooit de revolutie ontketenen, want zij profiteren van de situatie, » zegt mijn internetcontact, de advocate Diala Ayesh, die de Palestijnse politieke gevangenen op de Westelijke Jordaanoever verdedigt: een aantal jongeren, klem zittend tussen Hamas en de partij van president Mahmoud Abbas – Fatah, dromen van een « derde weg ». In de gesprekken duikt vaak de naam Bassel Al Araj op. Deze apotheker, inwoner van Al-Walajeh dichtbij Betlehem, werd in 2017 gedood door de Israëlische veiligheidstroepen. Hij was 33 jaar. « Bassel was een intellectueel, maar riep op tot gewapende strijd » zegt Diala Ayesh: « Hij leverde kritiek op de Palestijnse Autoriteit, die hij beschuldigde van samenwerking met de Israëliërs ». Hij werd door de Palestijnen gearresteerd en zonder proces weer vrijgelaten, voordat hij door de Israëliërs werd gedood. Bassel is het symbool geworden van de veiligheidscoördinatie tussen Ramallah en Israël, van de vernietiging van een alternatieve politieke mobilisatie. Arrestaties, doelgerichte moorden, kleine vernederingen en wat genoemd wordt « sociale moord », dat wil zeggen het misbruik maken van het privéleven van actievoerders, druk op hun uitvoeren, leiden ertoe dat jongeren vandaag de dag bang zijn.

Het romantische beeld van de eerste Intifada (1987-1993) met een gezamenlijke Palestijnse en over het algemeen pacifistische strijd tegen de bezetting blijft fascineren. Een door de volksverzetscomités verpersoonlijkt ideaal, vaak aangemoedigd of ingekapseld door de Palestijnse Autoriteit… Abdellah Abu Rahmeh heeft in 2005 zo’n verzetscomité opgericht in zijn dorp Bil’in, waarin de inwoners strijden tegen de scheidingsmuur die hun grond stukje bij beetje heeft doen verdwijnen. De manifestaties blijven georganiseerd worden. « Wij hebben een forse prijs betaald: twee martelaren zijn door de Israëliërs gedood, meer dan honderd mensen zijn gearresteerd en het dorp is volledig geblokkeerd, » laat deze 49-jarige, acht keer gearresteerde actievoerder weten. « Maar het vreedzame volksverzet is machtiger en heeft meer invloed dan gewapend verzet. » Hij noemt verscheidene overwinningen op de Israëliërs uit de laatste jaren, waaronder het terugkrijgen van een deel van de gronden waarvan het dorp beroofd was. Kleine stappen, vaak heel begrensd en symbolisch.

« De bewegingen die wij in het algemeen op de Westelijke Jordaanoever zien, zijn zeer plaatselijk en gericht op een enkel doel. Wanneer de Palestijnen het hoofd moeten bieden aan veel grotere bedreigingen, zoals de annexatie, missen zij de noodzakelijke infrastructuur om zich te mobiliseren, » aldus Diala Ayesh. Als andere bewegingen er in de toekomst in slagen zich in de marge te ontwikkelen en zo ontsnappen aan de controle van de Palestijnse Autoriteit, dan, vervolgt ze, « dreigt dat op een zeker niveau te evolueren naar geweld. Een niet gewelddadige mobilisatie vereist veel organisatie, ongecontroleerd geweld niet. »

 

Geschreven op 6 augustus 2020