Kroniek van de coronacrisis
Deel 6: De rol van de volksaard bij de crisisbestrijding

Civis Mundi Digitaal #103

door Piet Ransijn

https://joop.bnnvara.nl/cartoons/coronabestrijding-nederlanders-versus-duitsers

 

De effectiviteit van het kabinetsbeleid heeft ook te maken met onze volksaard, aangenomen dat iets dergelijks bestaat. Daarover verschenen diverse artikelen: ‘Verschillen in cultuur tellen mee bij slagen coronabeleid’ (NRC 5 okt) en ‘De premier beweegt ook in deze crisis rustig met het publieke gemoed mee’ (NRC 14 okt.), ‘Het is de volksaard die bepaalt of het virus je wegblaast’ (Volkskrant 17 okt).  Hoewel dergelijke artikelen sociologisch zijn te onderbouwen, beperkt dit artikel beperkt zich wat erover wordt geschreven in verband met de coronacrisis.

De term ‘public mood’ werd gebruikt door de socioloog Wright Mills in The Power Elite, zie nr 102 hierover. Collectief bewustzijn is de sociologische term die hiermee te maken heeft. Door Emile Durkheim omschreven als gevoelens en gedachten die mensen met elkaar gemeen hebben. Om ideologische associaties te vermijden, geven we aan deze term de voorkeur. Het begrip volksaard heeft meer te maken met sociaal karakter, een term die o.m. door Hans Gerth en Charles Wright Mills in Character and Social Structure en door Erich Fromm in De gezonde samenleving, een titel die actueel is. Zie ook het werk van Geert Hofstede, Culture’s Consequences: International Differences in Work-Related Values en Allemaal andersdenkenden: Omgaan met cultuurveschillen. Interessant is dat collectief bewustzijn, sociaal karakter en de volksaard medebepalend zijn bij de effectiviteit van richtlijnen en beleid.

 

Verschillen in cultuur, volksaard en collectief bewustzijn en de effectiviteit van het beleid

De vraag van het andere artikel van 5 okt was: “Waarom gaat het in het ene land zoveel beter met de coronabestrijding dan in het andere land? De aanpak van corona verschilt maar weinig per Europees land, de uitkomsten veel. Hoe kan dat?” Voor een deel komt het wel degelijk door significante verschillen in aanpak. “Zo blijkt de kans op succes een stuk groter als maatregelen vroegtijdig zijn genomen. Duitsland bewijst dat al sinds dit voorjaar... Het omgekeerde geldt ook: als maatregelen te snel weer verdwijnen, is de kans op falen groter.” Dat zagen we in Spanje en ook in Nederland: telkens te laat en te vroeg en te snel versoepeld. Italië daarentegen bleef voorzichtig. “Evenzo riskant is wispelturig overheidsbeleid – eerst geen mondkapjesplicht, later weer wel... ‘Daardoor raken mensen in verwarring,’” zegt de Duitse socioloog Werner Schirmer.

“En dan is er nóg een factor die in alle landen meespeelt en die moeilijk grijpbaar is: de politieke en sociale cultuur. Socioloog Schirmer wijst op Zweden... ‘De Zweden hebben extreem veel vertrouwen in de staat... Dat zie je ook, zij het in mindere mate, in Duitsland.” Dit komt overeen met een reportage over Zweden: ‘De Zweedse vrijheid berust op vertrouwen’ (Volkskrant 29 aug.) “De Zweden hebben een lichtere omgang met het virus... zonder een lockdown... met zachte methoden... het zachte coronabeleid past in de Zweedse cultuur van groot sociaal vertrouwen. De Zweede staat vertrouwt zijn burgers... Omgeleerde vertrouwen de burgers de staat en zijn instituties.”

“Dat ieder land zijn eigen coronacrisis heeft gekregen, is vooral een reflectie van hoe een land sociaal en collectief in elkaar zit,” zegt Rudi Westendorp, hoogleraar geriatrie aan de Universiteit van Kopenhagen en voormalig lid van het Deense Outbreauk Team.  (‘Het is de volksaard die bepaalt of het virus je wegblaast’, Volkskrant 17 okt. In Het Parool  van 24 okt stond een dubbelinterview met hem en arts-filosoof Marli Huijer). Op de vraag: “waarin verschilt de Deen van de Nederlander” antwoordt hij: “de balans tussen het collectief en het individu ligt hier veel meer bij het collectief... De essentie is hier: je bent onderdeel van en groep. Me in we is een uitdrukking die we hier veel gebruiken. Jij maakt deel uit van de samenleving, dus moet de samenleving goed voor jou zorgen, maar nog belangrijker is dat jij de samenleving goed moet laten functioneren. Denemarken heeft al 150 jaar een sociaaldemocratie... Er is toch veel meer dan in Nederland een collectief bewustzijn over wat wel en niet gepast is... In Nederland slaat de balans veel meer door naar het individu, naar het eigenbelang...”

Het Parool voegt daaraan toe: “Zij en Westendorp stellen dat een belangrijke stap wordt overgeslagen: de bevolking in gesprek laten gaan over de weg die het land in moet slaan.” Zij pleiten voor een corona-akkoord door gezamenlijk overleg. Nu geven velen hun mening, is er minder unanimiteit en zitten we weinig op één lijn. Autoritair overheidsingrijpen zien zij niet als oplossing, maar samen om de tafel gaan zitten om te komen tot “een breed gedragen uitkomst van een goed gesprek”. Het gevaar is echter dat het verzandt in eindeloos gepraat, terwijl er voor velen acuut gevaar dreigt.

Westendorp denkt dat ”de manier waarop wij de afgelopen decennia met elkaar zijn omgegaan niet meer terugkomt... We zullen ons sociale gedrag moeten inperken... We fixeren ons teveel op een vaccin. Het zal zeker helpen, maar dat betekent niet dat alles goed komt. Ik moet nog maar zien of dat vaccin de kwetsbare mensen wel genoeg beschermt. Van het griepvaccin weten we dat ... het bij ouderen minder effectief is. Elk winterseizoen verliezen we wel vijf- à zevenduizend ouderen aan de griep. We kunnen vaccineren wat we willen, maar het blijft gebeuren. En dan hebben we helaas ook te maken met twijfel over vaccinaties ... Ik bespeur om mij heen nu al onrust over veilgheid.”

“Het centrale vraagstuk voor de komende tijd is: wat moeten we veranderen in ons gedrag, in ons samenleven?” Misschien wat meer zoals in Scandinavische landen, die op diverse indicatoren van welvaart en welzijn hoog scoren? In een eerdere kroniek werd het passende gedrag bij de coronacrisis getypeerd als een combinatie van afstand(elijkheid) of ingetogenheid èn sociale betrokkenheid en verantwoordelijkheid. “Soberheid en matiging moeten ons redden,” schrijft Bert Wagendorp (‘Het soberheidsvirus’, Volkskrant 16 okt.). Een levensstijl wordt ook bepleit om de milieu- en klimaatcrisis het hoofd te bieden (zie bijv. Marius de Geus, Filosofie van de eenvoud, besproken in nr 32).

Terug naar de volksaard. “De Nijmeegse hoogleraar infectiepreventie Andreas Voss, lid van het OMT en van Duitse afkomst, wees hier ook op in een gespek met het AD: ‘Er is [in Duitsland] meer dan in Nederland een enorme discipline in het volgen van landelijk beleid... Als je een Duitser zegt dat hij moet springen, dan zal hij vragen: hoe hoog. Een Nederlander vraagt: waarom? ... Een mondkapje dragen? ... Een Duitser doet dat gewoon. Een Nederlander zal zeggen: waarom moet ik een mondkapje ... Van zo’n enigszins opstandige houding getuigde ook de Britse premier ... ter verklaring van het minder effectieve coronabeleid ... dat resulteerde in het hoogste dodental in Europa: ... ‘Ons land is een vrijheidslievend land’.” (NRC 45 okt.) Als die vrijheid ten koste gaat van discipline en verantwoordelijkheid, kan dit leiden tot een hoger aantal besmettingen en doden. In Duitse media wordt Nederland eveneens als vrijheidslievend maar ook als nonchalant en arrogant land beschreven (Volkskrant, ‘Zo komt de Nederlandse hoogmoed ten val’, Media in Duitsland).

Nu het mis gaat wordt aan van alles en iedereen de schuld gegeven: het ligt aan de volksaard, ... het neoliberalisme, allochtonen, zuipstudenten, mismanagement, de kortetermijnblik, vakantievierders, wankelmoedig beleid, gezeik over mondkapjes, enz., schrijft Sheila Sitalsing. “Al valt een andere zeer impopulaire verklaring niet uit te sluiten: het is niemands schuld, we hebben gewoon domme pech” (Sheila Sitalsing, ‘Pech’, Volkskrant 15 okt.). Daar valt wel iets op af te dingen en aan te vullen.

 

https://www.overheidvannu.nl/actueel/artikelen/2019/02/15/herman-pleij-onze-volksaard-werkt-voor-en-tegen-het-ibp (interbestuurlijk programma)

 

Keerzijde van de Nederlandse mentaliteit en volksaard

De Brits-Nederlandse econoom Ben Coates, die al tien jaar in Nederland woont, auteur van de bestseller Why the Dutch are different: A Journey into the Hidden Heath of the Netherlands en “kenner van de Nederlandse volksaard” is het daar niet (helemaal) mee eens (‘Nederlanders zijn te roekeloos’, Interview, Volkskrant 15 okt). “Doorgeschoten individualisme verklaart de oplopende besmettingen ... ‘Nederlanders laten zich niet vertellen wat ze moeten doen’... Nederland is ... een van de welvarendste landen ter wereld. Het is stabiel, veilig, verzorgd en alles is goed geregeld. Nederlanders denken: ons kan niets gebeuren. Nederlanders voelen zich onaantastbaar ... We zijn zo gewend dat alles goed gaat. Als we er maar gezamenlijk de schouders onder zetten ... We zijn gewend dat we de gevaren van buitenaf kunnen weren en dat de overheid al onze problemen oplost. Dat heeft een vals gevoel van veiligheid gecreëerd. Nu behoren we tot de slechts presterende landen ... Maar nog steeds is er weinig zelfkritiek. ‘Iedereen geeft elkaar de schuld, maar niemand neemt verantwoordelijkheid. Of de verontwaardiging richt zich op kleine groepen. De demonstranten ... of studenten ..., migranten, of moslims. Maar het werkelijke probleem is dat ... het hele land slordig is geweest.”

“De overheid worstelt met met een balans vinden tussen regels en en de wens het leven van de mensen niet te verpesten. Dan krijg je dat rare zigzag-beleid... De media in Nederland zijn mild en veel minder kritisch op de regering, net als de oppositie... Dat is de zwakte van het Nederlandse poldersysteem. Normaliter werkt het heel goed. Maar bij een crisis wordt er onvoldoende druk uitgeoefend op de overheid [en andersom].”

Hij is teleurgesteld geraakt in de Nederlandse reputatie van tolerantie en gemeenschapszin, bijv. tegenover onze gemeenschappelijke vijand, de zee. “De droom spat uit elkaar... We stemmen op populisten... Van ‘samen de schouder eronder zetten’ transformeren we in een samenleving waarin mensen angstig, boos, en minder geëngageerd zijn. We bepalen zelf wel wat we doen en luisteren niet naar de premier, maar naar wat we op internet lezen. Dat stelt me teleur.”

Toch werden er uiteindelijk “nieuwe maatregelen afgekondigd die een goede balans lijken te vinden tussen volksgezondheid en de wens om de economie gaande te houden, en het leven van de mensen niet al te zuur te maken. Maar ik ben bang dat het te laat is.” Het is de vraag hoe lang het gaat duren en hoe ons land zich gaat herstellen. Weer samen de schouders eronder? Een schrale troost is misschien dat de Nederlandse volksaard minder geschikt lijkt voor een totalitaire maatschappij. En dat de verminderende ernst van de coronasymptomen bij de tweede golf totalitair aandoende maatregelen misschien minder nodig lijken te maken.

 

https://www.artsenauto.nl/afstandelijk/

 

Sociale verbondenheid en afstandelijkheid

Ook in Zwitserland waren cultuurverschillen merkbaar. ”Er waren veel meer besmettingen en doden in het Franse en Italiaanse deel dan in het Duitse... De Latijnse cultuur is anders, met meer fysiek contact.” (NRC 5 okt). Dat lijkt ook te gelden voor Nederland, waar in Brabant en Limburg het virus het meest heeft huisgehouden, mede vanwege carnaval. Daar zou de sociale verbondenheid groter zijn met meer gemoedelijkheid en gezelligheid, terwijl men in het Noorden meer afstandelijk zou zijn en wat stugger. Hoewel dat reuze mee kan vallen, als je de mensen beter kent.

In België zijn er opmerkelijke verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië (NRC 26 okt. “Virus loopt steeds langs de taalgrens’). Het wellicht minder om cultuurverschillen dan om sociale verschillen. De eerste golf was heviger in Vlaanderen. Nu zijn er juist meer besmettingen in Wallonië, omdat men daar minder voorzichtig zou zijn geworden omdat er minder besmettingen waren. Over en weer werd en wordt gesproken van laksheid in het noorden of juist in het zuiden. Iets derleijks zagen we in Nederland: na de relatief succesvolle ‘intelligente lockdown’ werden de voorzorgen te snel versoepeld. “Het is niet makkelijk om precies de vinger te leggen op die culturele verschillen... Dat de volksaard een rol kan spelen bij de verspreiding van het virus bewijzen ook de Scandinaviërs. Niemand had daar veel moeite met afstand houden. “In Zweden... hielden ze sowieso al anderhalve meter afstand van elkaar. En in Noorwegen zeiden ze, dat ze door de anderhalve meter wel erg dicht op elkaar kwamen te zitten” (NRC 5 okt).

Naast discipline, volgzaamheid, afstandelijkheid en andere volkskaraktertrekken kan bevolkingsdichtheid ook een rol spelen. Niet toevallig zijn er minder besmettingen in het minder bevolkte Noorden dan in grote steden. In de vorige kroniek werd gesteld dat een meer afstandelijke levenswijze die tegelijk paradoxaal genoeg meer rekening houdt met anderen, dus juist op anderen is afgestemd, nodig is om het virus meer op afstand te houden en anderen niet of minder te besmetten. In termen van de socioloog Norbert Elias in Der Prozess der Zivilization gaat meer onderlinge afstemming en rekening houden met elkaar samen met meer zelfdiscipline en ‘Selbstzwänge’. De coronacrisis vraagt in dit opzicht een versterking van het civilisatieproces. In deel 8 over het herstel en de hervorming van economie en samenleving komen meer sociologen aan bod.

 

‘The common good’

Filosoof en cabaretier Tim Fransen wijst eveneens op het levensbelang van saamhorigheid en samenwerking, een thema dat ook in kronieken in eerder nummers naar voren kwam. “Een samenleving die alleen nog denkt in termen van ndividuele vrijheid is weerloos tegenover problemen die een gezamenlijke inzet vragen” (Volkskrant 23 okt. “al die ikjes zullen het echt samne moeten doen’). Hij verwijst naar The Tyranny of Merit, What’s Become of the Common Good?, eenn  kritiek op de doorgeschoten individualistische meritocratie, waarbij het gemeenschappelijke belang ondergeschikt is aan persoonlijke verdiensten, die voor een groot deel te danken zijn aan anderen en aan de samenleving. Dit individualisme werkt ongelijkheid in de hand. Het leidt tot een diepere kloof tussen arm en rijk  en ondermijnt de solidariteit, die we bij een crisis hard nodig hebben. “De nadruk op individuele rechten en vrijheden verdringt het belang van maatschappelijke plichten en verantwoordelijkheden.” Dat zien we ook bij de discussie over coronamaatregelen.

Het applaus voor de zorgverleners is snel verstomd. Ze kunnen weer opdraven en overwerken zonder applaus en zonder loonsverhoging. Fransen stelt loonsubsidies voor bij essentiële banen en “belasting op werkzaamheden die niks wezenlijks bijdragen aan de samenleving, zoals flitshandel” van beursspeculanten. Bij overheidssteun kan het maatschappelijk belang in acht worden genomen door overbodige bedrijven niet te steunen, hoewel het minder eenvoudig is om dat vast te stellen aan de hand van objectieve criteria.

‘The common good’ komt overeen met het algemeen belang en de publiek zaak maar gaat verder dan dat. “Het is het goede dat ons bindt, een gemeenschappelijke betrokkenheid bij wat we belangrijk vinden met een doorlopend democratisch gesprek daarover.” Het is iets anders dan chauvinistisch nationalisme. De balans tussen individuele rechten en  maatschappelijke plichten kan ook naar de maatschappelijke kant doorslaan, zoals vroeger in Sparta en  bij het communisme.

Ons individualisme heeft volgens Fransen ook te maken met de volksgeest. Slaat het te ver door, dan leidt het tot onrechtvaardigheid, zoals bij superrijken en multinationals die “erin slagen hun winsten en vermogens weg te sluizen..., de ultieme ondermijning van the common good. Want als de rijkste en grote bedrijven is toegestaan om welk van alle maatschappelijke voorzieningen  te profiteren – de infrastructuur, de rechtsorde, goed opgeleide werknemers – zonder er zelf een fatsoenlijke bijdrage aan te leveren, waarom zou dan niet iedereen er zo’n instelling op na houden?”

Dit is het freeriders of zwartrijders-probleem dat optreedt bij collectieve actie en collectieve voorzieningen. Het vraagt discipline, verantwoordelijkheidsgevoel en sociale betrokkenheid van de kant van de burgers, en regulering en een zekere controle van de kant van de overheid. Hoe meer verantwoordelijkheid, des te minder controle nodig is, zoals Zweden laat zien. De balans tussen beide lijkt  in Nederland, maar ook in andere landen, nog niet helemaal gevonden bij de crisisbestrijding. Sociale verbondeheid en consensus is een klassiek sociologisch thema, zoals de volgende kroniek toelicht.

 

https://www.desteven.nl/leerdoelen/persoonlijke-leerdoelen/persoonlijke-effectiviteit-leerdoelen/afstand-nabijheid

 

Literatuur

Behalve het eerder genoemde werk van Durkheim, Fromm, Gerth en Wright Mills, Sorokin (wat betreft ‘types of cultural mentality’), Hofstede en anderen, zijn in dit verband de volgende meer specifieke werken ingteressant: W.A. ’t Hart, Karakters van volken: fictie en feit; André Siegfried, Volkskarakters en het baanbrekende tiendelige werk Völkerpsychologie van Wilhelm Wundt, een van de grondleggers van de experimentele psychologie en voorloper van Emile Durkheim. Daarnaast schreef hij nog twee andere boeken over dit onderwerp.