Kritisch nadenken over de Vooruitgang is altijd nodig

Civis Mundi Digitaal #103

door Jan de Boer

De ecologische belangstelling in Frankrijk – en dat gaat ook in andere landen op – zaait paniek in het intellectuele en politieke leven. De toenemende gevoeligheid voor de natuur choqueert de oude clerus en geeft aanleiding tot een waterval van spotternijen en beledigingen. Er zijn steeds meer volksvertegenwoordigers en commentatoren in de media die de « groene terreur », de « straffende ecologie », « de groene Khmers » of de « ayatollahs van de ecologie » aanvallen. Emmanuel Macron doet ook nog een duit in deze zak tegen hen die « het Amish model » en de « terugkeer naar de olielamp » prefereren in plaats van het Franse model van « verlichting » en « vernieuwing » aanhangen. Het betreft hier de discussie over de invoering van 5G: de vijfde generatie van standaarden voor mobiel telefoneren.

De meest duistere en diskwalificerende anti-ecologische retoriek in een zich in het algemeen politiek verrechtsende wereld berust allereerst op het idee dat « de groenen » gemaskerde handlangers van een vermomd politiek « rood » zijn. Vandaar de vooral door extreem-rechts gebruikte metafoor van de watermeloen: de ecolo’s zijn groen van buiten, maar rood van binnen. « Ik heb altijd gestreden tegen de rode Khmers, ik buig vandaag niet voor de groene Khmers », zei in 2011 de vroegere burgemeester van Lyon, Gérard Colomb, voordat hij in 2020 verslagen werd door Grégory Doucet, lid van « Europe Ecologie- les Verts » (EELV). Het electorale resultaat van de gemeenteraadsverkiezingen is zonder enige twijfel een van de redenen van deze overdreven polemiek. En de aanval van de president van de Republiek is deels van strategische aard: Emmanuel Macron heeft begrepen dat hij in 2022 tenminste twee tegenstanders op zijn weg naar herverkiezing heeft: de Rassemblement National (het vroegere extreem-rechtse Front National) en de Groenen, met twee elkaar beconcurrerende verhalen. De eerste met als hoofdlijn nationalisme en identiteit, de tweede met als hoofdlijn ecologische transitie en planetaire zorgen.

Maar « het roepen van schande naar de ecolo’s » onthult een veel diepere vrees dan deze verbale aanvallen laten horen. Wat de politici zich realiseren is dat de ecologische transitie niet plaatselijk en niet cosmetisch zal kunnen zijn, verzekert mijn goede vriend, filosoof en ecoloog Dominique Bourg, maar dat « zij een werkelijke verandering van de beschaving en het economische model betekent ». De ecologie is een globaal project dat op alle gebieden vragen stelt over productie en sociaal nut. De ecologie is niet wezenlijk totalitair, maar wel totaliserend. Zij overdenkt het geheel van het bestaan en laat onze vele afhankelijkheden van alles wat leeft, de aarde en de ecosystemen zien.

En dat verklaart deels de anti-totalitaire kritiek die haar ten deel valt, uit vrees dat de ecologie een nieuwe religie wordt. Een teken des tijds: na eertijds ervan beschuldigd te worden te « bruin » te zijn (ecofascisme), wordt haar nu eerder verweten « rood » te zijn (links). Totaal onjuist, want ook als een deel van de ecolo’s zeker afkomstig is uit de linkse kringen van Mei 68, is de ecologie een alternatief voor het verhaal van eindeloze productievermeerdering en vooruitstrevendheid dat net zo goed het liberalisme als het socialisme, het kapitalisme en het communisme heeft gestructureerd. Macron verwijt bepaalde ecolo’s obscurantisten te zijn en anti-Verlichtingsideeën en een terug naar vroeger voor te staan. Een paradoxale kritiek, want de waarschuwingen voor de klimaatopwarming en de strijd voor het milieu, het behoud van ecosystemen en biodiversiteit steunen op rapporten van erkende wetenschappers. De Verlichting is volgens de aan Emmanuel Kant in 1784 toegeschreven definitie: « Durf te weten ». Daarbij zij opgemerkt dat Kant heel wat filosofen van de 18e eeuw niet rekende tot de voorstanders van de vooruitgang. Dat is overigens ook de reden waarom Voltaire Rousseau schreef na de publicatie van zijn « Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi les hommes » (1755), waaruit men de conclusie kan trekken dat de mens niet zijn natuurstaat had moeten verlaten: « Hij krijgt zin om op vier poten te lopen wanneer men uw boek leest ». De olielamp en de Amish zijn dan niet zo ver weg. De filosofie van de vooruitgang, uitgedragen door Condorcet, doet deze veranderen in progressiviteit, in vooruitstrevendheid. En vaak zelfs in een technofiel modernisme: men moet geen tijd verliezen, niet wat een trein, niet wat een oorlog betreft. Alle aarzelingen inzake een technologische vooruitgang onthullen een nostalgische neiging, alle vragen over een techniek een mogelijke teruggang.

Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt de Verlichting gelukkig ook kritisch bekeken en worden over de Vooruitgang voortdurend vragen gesteld. De denkers verlicht door de duistere tijden van de 20e eeuw en de catastrofes van de 21e eeuw waarschuwen tegen de « vooruitgang die letterlijk de mensen scheidt » (Horkheimer en Adorno), leggen de nadruk op de noodzaak om « te breken met de ideologie van de economische groei » (André Gorz, Dennis Meadows van de Club van Rome), nodigen uit om de « mythe van de machine » (Lewis Mumford) en het « technisch systeem » (Jacques Ellul) te bekritiseren. Anderen hebben voorgesteld ons een andere relatie met de wereld in te denken om weerstand te bieden aan deze « versnelling van de tijd » die onze maatschappijen karakteriseert (Hartmund Rosa) en zelfs te werken aan een « bifurcatie », zoals de filosoof Bernard Stiegler zei, om met name te ontsnappen aan de economie van het digitale doorslaan dat volgens hem onze emoties modelleert, vangt en onze aandacht verwoest.

Het vragen kunnen en moeten stellen over de deugdelijkheid, de relevantie van een techniek is evenwel ook duidelijk een erfenis van de Verlichting die het gebruik van het kritische oordeel aanprijst. De kernvraag inzake vooruitgang is toch wat voor een soort samenleving wij willen hebben? Daarom is bijvoorbeeld 5G niet alleen een kwestie van gezondheid, maar ook een keuze van de samenleving. « Een technologie is een « pharmakon », een Grieks woord dat hetgeen aanduidt dat zowel vergif als remedie is », was een geliefde uitspraak van de onlangs overleden filosoof Bernard Stiegler. Tot welke soort van remedie en vergif kan 5G gerekend worden? Macron schijnt daarover al een beslissing te hebben genomen, terwijl de werkelijke vooruitgang beter gediend zou zijn met het voorleggen van deze kwestie aan de hele samenleving.

 

Geschreven op 30 september 2020