Civis Mundi Digitaal #103
Het eerste Portugese slavenschip dat in 1448 met onderdeks een paar honderd Afrikaanse slaven voor de plantages op de Azoren aanlegde, kunnen we zeker als een nieuwe en bijzonder tragische episode in het menselijke avontuur zien. Maar de slavernij en de handel in slaven hadden toen al een heel lang en wreed feuilleton in de geschiedenis van de mensheid achter de rug.
Men heeft lang gedacht dat de eerste « grote beschavingen » aan de wieg stonden van de slavernij. We weten nu dat de eerste samenlevingen die vaak gepresenteerd worden als « het verloren paradijs » geen enkele aarzeling kenden om er gebruik van te maken. In zijn boek « l’Esclave, la dette et le pouvoir » toont de antropoloog Alain Testart aan dat slavernij voor schulden vrijwel universeel was in de eerste samenlevingen die nog geen staatsvorm hadden. De slavernij van oorlogsgevangenen verschijnt direct bij de eerste stadstaten, zo’n 5.000 jaar geleden. Het fenomeen werd algemeen bij « de eerste grote beschavingen », maar vandaag de dag weten we dat het beroemde « oosters despotisme » van China tot Egypte minder echte slavernij kende dan de Griekse Stadsstaten of het Romeinse imperium. In dat laatste imperium vertegenwoordigden slaven 35 tot 40 procent van de bevolking. Hoewel de meeste slaven oorlogsbuit waren, kwam er toch ook al een soort illegale slavenhandel van de grond die in Oost-Afrika de voorloper was van slavenhandel op grote schaal.
Vanaf deze tijd waren er ook talloze slavenopstanden. De beroemdste, met als leider Spartacus, eindigde met de kruisiging van tienduizend opstandige slaven. Van de grote opstand in Mesopotamië in de negende eeuw, die vijftien jaar duurde en ten minste 500.000 slachtoffers maakte, tot aan de slavenopstand op Haïti aan het einde van de achttiende eeuw, met als leider Toussaint Louverture met de bijnaam ‘de zwarte Spartacus’, was het verzet van de slaven op alle continenten een blijvend verschijnsel.
« De slavernij bestond al voor de slavenhandel in Afrika », laat de in Afrika gespecialiseerde historica Catherine Coquery – Vidrovitch weten. « En hun statuut was beslist niet benijdenswaardiger dan elders ». Het is goed dat zij ons daaraan herinnert, want sinds lang probeert een stroom van literatuur ons ervan te overtuigen dat de binnenlandse slavernij in Afrika een soort slavernij « met een menselijk gezicht » zou zijn geweest, in tegenstelling tot de Atlantische slavenhandel. De levensomstandigheden van de slaven afkomstig uit Afrika ten zuiden van de Sahara om te werken voor lokale potentaten waren niet benijdingswaardiger dan die van de slaven die de Sahara doorkruisten om te eindigen in de mohammedaanse wereld, of later de slaven die de Atlantische Oceaan overstaken om te eindigen in de Amerikaanse plantages.
De poging om het tegengestelde aan te tonen lijkt mij eerder overeen te komen met een oud racistisch vooroordeel. Het idee was dat er in Afrika een Afrikaanse solidariteit bestond, maar het gevoel van een gezamenlijk lot werd pas in de twintigste eeuw in de strijd tegen de kolonisatie geboren. Tot dat moment kregen de symbolische identiteiten vorm door stamverband, etniciteit of/en staten. « De leden van een andere Afrikaanse bevolkingsgroep tot slaven maken was dus niet moeilijker voor de bewoners van het zwarte Afrika dan voor de Grieken die niet-Grieken tot hun slaven maakten, » aldus de historicus Olivier Grenouillau in zijn indrukwekkende studie over de slavenhandel.
De afschaffing van de slavernij in Europa en vervolgens in de Amerikaanse landen vond maar zeer ten dele plaats in het al of niet gekoloniseerde Afrika. De slavernij in Afrika werd formeel alleen in Europese ministeriële verklaringen afgeschaft. De laatste wet die slavernij verbood, die van Mauretanië, dateert van 2012 en de uitvoering van deze wet is twijfelachtig… De laatste video van een openbare verkoop van slaven werd opgenomen in 2017 in Libië… In hun « Atlas des esclavages » noemen de auteurs nog 19 landen op onze planeet waar nog slavernij voorkomt. De antropologe Myriam Cottias schat de opbrengst van de slavenhandel vandaag de dag op 150 miljard dollar.
In de zevende eeuw vond de spectaculaire expansie van het mohammedaanse imperium plaats. Dat ging vergezeld van handel in mensen op grote schaal. Een mohammedaan mag geen andere mohammedaan tot slaaf maken. Men moest dus elders zoeken. De Afrikanen werden zo de voornaamste slachtoffers, maar er werden ook winstgevende razzia’s georganiseerd in de Kaukasus, Oost-Europa en Centraal-Azië.
In de loop der tijd werd in de Arabische wereld dankbaar gebruik gemaakt van het verhaal van « de vervloeking van Cham » om deze slavenhandel te rechtvaardigen. Volgens een zeer misleidende interpretatie van het boek Genesis durfde Cham, één van de zonen van Noach, hem te bespotten. Hij werd vervloekt, evenals zijn nazaten, en de zwarte kleur van hun huid zou het merk van deze vervloeking zijn. De Frans-Senegalese spécialist op dit gebied, Tidiane N’Diaye, aarzelt niet om van een « génocide voilé » te spreken: inderdaad was de castratie van slaven een bijna systematisch gebeuren in de Arabisch- mohammedaanse wereld. Dat niet alleen voor de harems maar ook om ieder nageslacht uit te sluiten. En de meerderheid overleefde deze operatie niet. « Een geprogrammeerd etnisch uitsterven via massale castratie. In de Arabisch-mohammedaanse wereld heeft een schuldig stilzwijgen altijd het martelaarschap van zwarte volkeren toegedekt ».
De slavenhandel in de Arabische wereld werd niet minder belangrijk door de ontwikkeling van de westerse slavenhandel of de afschaffing daarvan. De handel vond zijn hoogtepunt in de negentiende eeuw door de opkomst van mohammedaanse theocratieën in West-Afrika. De handel breidde zich via de Sahara uit en vond ook nieuwe uitbreidingsmogelijkheden via de Indische Oceaan. Cathérine Coquery-Vidrovitch: « In het sultanaat van Zanzibar, dat de oosterse kust van Afrika domineerde, organiseerden islamitische Indiërs, Swahilis en Afrikanen de slavenhandel naar Azië (ongeveer 4 miljoen slachtoffers) en verveelvoudigden de lokale slavenplantages: kruidnagel, suikerriet, sisal… De Afrikaanse slavenhandelaren die de Europese schepen bevoorraadden, stonden aan het hoofd van uitgebreide, machtige, en volledig legale netwerken: een belangrijke inkomstenbron van de lokale elites.
Gezien vanuit Europa kent de komst van de slavenhandel een zekere continuïteit. Hoewel op een nog beperkte schaal was de slavenhandel ook al actief in de middeleeuwen. Afrikanen, joden en Slavische volkeren waren de belangrijkste slachtoffers. De Middellandse Zee was lange tijd favoriet bij alle slavenhandelaren. Piraten en zeeschuimers vonden er een lucratieve bezigheid en leverden begeerde arbeidskrachten aan handelssteden als Venetië en Genua en aan de talrijke vorstendommen als Catalonië en Sicilië.
De keuze van negers als slaven is van origine een zeer pragmatisch racisme. De indianen waren gedecimeerd (oneindig meer door de microben en virussen van de Europeanen dan door hun wapens), Men kon geen boeren uit de Europese velden losrukken, gebruik van mohammedanen zou tot represailles leiden en joden werden uitgesloten om de kolonies in religieus opzicht puur katholiek te houden », aldus de in dit onderwerp gespecialiseerde Amerikaanse historicus Seymour Drescher. De westerse slavenhandel steunde dus op de uitgebreide netwerken van de Afrikaanse slavenhandel. Geschat wordt dat de Europeanen zelf niet meer dan 2 procent van de zwarte slaven gevangen hebben genomen en gedeporteerd.
Sinds verscheidene decennia wordt er stevig gedebatteerd over de demografische consequenties van de slavenhandel voor Afrika, waarin iedereen vooral zijn of haar eigen gedachten lijkt te projecteren. Er is inderdaad een grote onbekende factor bij de vergelijking van de ideeën: de onmogelijke evaluatie van de Afrikaanse bevolking in verschillende periodes. Ook de economische voordelen voor Europa zijn onderwerp van tegengestelde meningen. Ik merk op dat de vroegtijdigheid van de door de Portugezen en Spanjaarden bedreven slavenhandel hun geen met andere landen vergelijkend voordeel lijkt te hebben opgeleverd. De slavenhandel heeft geen werkelijke economische hoge vlucht tot gevolg gehad, en was daarvoor vaak een obstakel door het handhaven van een totaal verouderde economische en sociale orde.
Op het hoogtepunt van de derde-wereldgedacht was het gewoon om de industriële ontwikkeling van Europa alleen maar te zien in het kader van het uitbuiten, het beroven van de rest van de wereld. Maar deze gedachte wordt nu door de meeste historici en economen als veel te simplistisch verworpen. De rentabiliteit van de slavenhandel is naar beneden bijgesteld en waar de winsten gigantisch waren, bleven ze toch sterk geconcentreerd in een aantal grote havensteden en werden ze niet of nauwelijks in een in die tijd ontstane industrie geïnvesteerd. Daarentegen heeft de slavenhandel onmiskenbaar een schat van technieken mee doen ontstaan die het kapitalisme gevormd en versterkt hebben: aandeel-maatschappijen, verzekeringssystemen, wisselbrieven, bankkredieten…
Voor de inkadering van mogelijke verdere debatten over slavernij en slavenhandel nog een paar cijfers uit de meest betrouwbare onderzoeken. De westerse slavenhandel heeft 11 tot 13 miljoen slaven naar de Amerikaanse landen gedeporteerd. De oosterse slavenhandel, dat wil zeggen de Arabisch- mohammedaanse slavenhandel, wordt geschat op 14 tot 17 miljoen slaven. De binnenlandse slavenhandel in Afrika wordt eveneens geschat op 14 tot 17 miljoen slaven. Hoe groot ook de door de Europeanen bedreven afgrijselijke verschrikkingen zijn, zij hebben niet het monopolie en ook niet het primaat van de slavernij en de slavenhandel. De grote historicus Fernand Braudel: « De slavenhandel is geen duivelse uitvinding van Europa geweest ». Maar de afschaffing van de slavernij was een emancipatie-uitvinding van onze Europese beschaving, wordt algemeen gezegd. Ik teken daarbij aan dat met de industrialisering van de maatschappij ook economisch gezien de slavernij een onvoordelige zaak voor de industriëlen was want slaven moeten hoe dan ook onderhouden worden… Dus afschaffing van de slavernij als emancipatie-uitvinding heeft ten minste een dubbel gezicht.
We hoeven ons voor de afschaffing van de slavernij inderdaad niet op de borst te kloppen: de eigenaren van slaven werden ruimschoots schadeloos gesteld, de slaven zelf kregen niets en werden onderworpen aan uiterst strenge regels bij hun intrede in de vrije democratische wereld en vormden een nieuw proletariaat dat goedkope arbeidskrachten leverde zonder dat de werkgevers voor hun voedsel en onderdak hoefden te zorgen: een nieuwe vorm van slavernij.
Geschreven op 1 oktober 2020