Civis Mundi Digitaal #103
De afgelopen weken schoot het mij al een paar keer door het hoofd, “zal ik nu op de valreep voor de Amerikaanse verkiezingen alsnog mijn commentaar op papier zetten?”. Bijna iedereen in Nederland heeft een mening over wat zich elders in de wereld en zeker in de Verenigde Staten afspeelt. De kranten staan er bol van, sociale media volgen alles op de voet en het aantal Nederlandse Amerika-kenners is niet meer op de vingers van twee handen te tellen. De situatie in Amerika is echter zo dramatisch, dat ik toch nu zo’n week voor de belangrijkste Amerikaanse verkiezingen in de moderne geschiedenis besloten heb mijn observaties te beschrijven.
Bezorgde obeservaties
Hoewel ik vooropstel dat wat u dadelijk zult lezen mijn mening weergeeft en op mijn jarenlange waarnemingen rust, wil ik toch voorkomen dat dit bij sommige lezers tot ad hominem beschuldigingen zal leiden. Zoals financiële analisten ook aangeven of zij een belang hebben in een aandeel dat zij in een analyse beschrijven, kan ik gerust stellen dat mijn belang in de Amerikaanse verkiezingen zich beperkt tot die van bezorgde observeerder. Ik heb nooit in de VS gestemd en kan dat nu ook niet doen. Ik ben ook geen Amerika-kenner in de zin van een deskundige, die zich vanuit een studeerkamer of denktank bezighoudt met Amerikaanse politiek en met gelijkgestemde academici gegevens uitwisselt op conferenties en bijeenkomsten.
Evenmin ben ik een Amerika-correspondent, vaak journalisten die een paar jaar in het land verblijven en onder de indruk zijn van alle nieuwigheden en bekende personen die ze nu in levenden lijve kunnen zien en spreken. Nee, ik ben geen van beiden, wel heb ik een jarenlange ervaring in het land. Eerst als student aan een voorname universiteit in het noord-oosten van de VS. Daarna als bankier op Wall Street, waar ik gewerkt heb met Amerikanen van verschillend pluimage, vaak meer conservatieve en zakelijke professionals die uit allerlei delen van de VS naar het financiële Mekka New York kwamen. Daar leerde ik hoe het Amerikaanse bedrijfsleven zich kenmerkt door directheid, resultaten en een vertrouwen in de Amerikaanse droom van hard werken en succes bereiken.
Ervaringsdeskundige met eigen bedrijf
Op een gegeven ogenblik was ik in het begin van deze eeuw aan iets nieuws toe en heb tijdens de dotcom boom met een aantal Amerikaanse partners een internetbedrijf opgericht dat zich richtte op informatie op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, spiritualiteit en duurzaamheid. Via mijn collega’s en werkzaamheden, kwam ik toen in aanraking met wat je progressieve en alternatieve Amerikanen zou kunnen noemen. Ik reisde bijeenkomsten en conferenties af van San Franscisco tot Las Vegas, van Vermont tot New Orleans, waar ik ook mensen die in Nederland bekend zijn, tegen kwam zoals de New Age arts Deepak Chopra, de zelfhulp guru Wayne Dyer, en spiritueel leraar en bij deze voorverkiezingen democratische presidentskandidaat Marianne Williamson. Bij deze gurus en de vele deelnemers bij hun conferenties, kwam ik een heel ander beeld van Amerika tegen dan daarvoor op Wall Street. Er heerste optimisme over een nieuwe richting voor Amerika: naar een meer vooruitstrevende, milieubewuste, gezonde en duurzame samenleving waar het belang van het individu en “small is beautiful” de boventoon voerde in plaats van het meer technocratisch modernisme van Wall Street en het bedrijfsleven.
Na verloop van tijd ontwikkelde ik uit het internetbedrijf mijn eigen digitale uitgeverij, die zich naast de genoemde onderwerpen ook bezighoudt met klassieke werken die de basis van de Westerse beschaving vormen. In mijn huidige werk combineer ik mijn verschillende ervaringen uit de Amerikaanse financiële wereld met de meer vooruitstrevende onderwerpen en doelgroepen van lezers en auteurs. Daarnaast heb ik in de afgelopen jaren vele staten van de VS bezocht en ervaren dat er meer regionale verschillen zijn dan je soms denkt. Ik ben weliswaar geen academische Amerika-kenner, maar kan mijzelf een ervaringsdeskundige noemen die het land en haar inwoners van nabij heeft leren kennen.
Politiek: de presidenten Clinton en Bush
U zult zich dan wellicht afvragen, maar hoe zit het met je politieke voorkeuren, want die zullen toch je mening over het land kleuren. Zoals gezegd heb ik nooit in de VS gestemd, maar natuurlijk had ik wel affiniteit met sommige politici. Ten tijde van het presidentschap van Bill Clinton, bevond ik mij, net zoals veel Nederlanders, iets ter linkerzijde van deze slimme democratische maar conservatieve politicus. Ik was het bijvoorbeeld niet eens met zijn ongelimiteerde steun voor het globalisme avant le lettre, toen hij het NAFTA-verdrag - het vrijhandelsverdrag tussen de VS, Canada en Mexico - ondertekende. Ook zijn nauwe banden met Wall Street spraken mij niet aan. Dit mondde onder meer uit in het opzeggen van de restricties van de Glass-Steagall Act, de wet uit 1933 die effectenhandel en kredietverlening opsplitste.
De volgende president, de republikein George W. Bush, beviel mij nog minder. Tijdens Bush’s ambtstermijn maakte hij de aanslagen van 11 september 2001 mee, begon hij de oorlogen in Afghanistan en Irak en “overkwam” hem de kredietcrisis van 2008. Naar mijn mening is hij de meest desasteuze Amerikaanse president uit de moderne geschiedenis, zoals de gevolgen nu in 2020 nog dagelijks zichtbaar zijn met voortdurende conflicten in het Midden-Oosten en Afghanistan en een vluchtelingencrisis waar Europa dagelijks mee worstelt. Bonter dan Bush kun je het nauwelijks maken en dat vonden veel linkse en progressieve stemmen toen ook, maar diezelfde figuren zijn dat vandaag blijkbaar al weer vergeten en richten hun pijlen nu tegen Trump, als de “slechtste en meest gevaarlijke president ooit.” Je kunt deze critici moeilijk van kennis van de recente geschiedenis betichten.
Obama
Na Bush kwam president Obama, waarvan ik net zoals zovelen in de VS en zeker ook in Europa hoopte dat hij met “hoop en verandering” zou komen. Na een paar jaar werd echter duidelijk dat naast mooie toespraken, Obama niet veel anders kon doen dan het het politieke establishment volgen. Dat gold zowel voor het redden van de Amerikaanse economie, waarbij de Wall Street banken werden ontzien en geen enkele der verantwoordelijke bankiers werd bestraft. Het volgen van het politieke-militaire establishment gold nog sterker voor het voortzetten van het dramatische beleid in het Midden-Oosten: geen oplossingen voor Irak en Afghanistan, het verkeerd inschatten van de situatie in Syrië en het mede veroorzaken van de teneergang van het ooit relatief welvarende Libië.
Obama deed echter nagenoeg niets aan de oorzaken van de fundamentele verzwakking van de Amerikaanse economie: globalisme en neoliberalisme met veel nadruk op marktwerking en aandeelhouderskapitalisme, dat de grote multinationals en Wall Street rijker maakte (1). Maar intussen raakten niet alleen de arbeiders maar in toenemende mate de Amerikaanse middenklasse hun banen en toekomst kwijt. Een middenklasse die in de vorige eeuw nog gewend was aan goede banen, twee auto’s, een eigen huis, vakantie en betaalbare scholen voor hun kinderen, kwam steeds meer onder druk te staan. Zowel Bush junior als Obama negeerden de toenemende rot in de Amerikaanse samenleving van ongelijkheid, uit de hand lopende illegale immigratie, en een vastlopend politiek systeem in Washington.
President Obama, Vice-President Biden bij inauguratie President Trump (2017)
Outsider Donald Trump
Deze summiere voorgeschiedenis was mede een verklaring voor de onverwachte overwinning van Donald Trump in 2016. Ook ik was verrast en hield mijn hart vast, gezien zijn achtergrond als New Yorkse bombastische zakenman, die groot was geworden met hotels, casino’s en een televisieprogramma. Nu bijna vier jaar later heb ik mijn mening over hem enigszins bijgesteld. Niet alleen omdat hij is opgetreden als “interruptor” of onderbreker van de gevestigde politieke belangen, maar met name door het openbaren van het falen van het politieke establishment. Namelijk de politisering van inlichtingenorganisaties zoals de FBI en een impeachment procedure waarmee Democratische politici willens en wetens een politiek doel wilden bereiken dat niet door overtuigend aangetoonde feiten werd ondersteund.
Trump was een outsider die zich opportunistisch en min of meer toevallig bij de Republikeinse partij aansloot. Daarnaast was hij een zakenman die gewend is om zaken gedaan te krijgen. Beide aspecten werden niet gewaardeerd door de carrière politici, vooral niet door de Democraten, maar evenmin door de neo-conservatieven onder de Republikeinen. Deze politici werden de afgelopen jaren gesteund in hun obstructie van Trump door een weinig transparante samenwerking tussen de zogenoemde “deep state”(2), het establishment en de veiligheidsdiensten, die samenwerken met de mediaconglomeraten, waaronder de drie grote omroepen ABC, NBC en CBS, het internationale televisiekanaal CNN en het paradepaard van de intellectuelen The New York Times (3). Ook de sociale media van Sillicon Valley, delen van Wall Street en een aantal multinationals ondersteunden deze samenwerking door middel van bijv. lobbygroepen. Grotere tegenstanders kun je je nauwelijks voorstellen.
Het gevolg was dat de niet altijd goed verklaarbare polarisatie en aversie tegen alles waar Trump voor stond, bijv. al voor Trump’s inauguratie zouden er impeachmentplannen door de Democraten zijn voorbereid en zijn inauguratie werd door een zeventigtal democratische afgevaardigden geboycot, voordat Trump ook maar enig beleid had uitgevoerd. Dit werd ondersteund door een geolied apparaat van veiligheidsdiensten, democratische politieke tegenstanders, en door gevestigde media.
Een extreem voorbeeld is John Brennan, de voormalige voorman van de CIA, die als commentator bij het televisienieuws van NBC opviel door extreme uitspraken over Trump en hem een landverrader noemde, een ongehoorde verklaring door een voormalige topfunctionaris. Ook de democratische voorzitter van de inlichtingencommissie van het Huis van Afgevaardigden, Adam Schiff, regelmatig te gast bij de media, kon daar zonder enige tegenspraak herhaalde malen feiten naar zijn hand zetten over zijn onderzoeken naar Trump’s vermeende samenzwering met de Russen. Van de andere kant valt er veel aan te merken op het de feitelijkheid of het ‘waarheidgehalte’ van uitspraken van Trump.
Het zijn ook de media die dit jaar de problemen van het politiegeweld tegen zwarte Amerikanen en de daarmee gepaard gaande geweldadige protesten hebben benadrukt in hun campagne tegen Trump. Hoewel het bestaan van dit geweld en de achterliggende facoren niet onderschat dienen te worden. De media die in de vorige eeuw juist vaak werden beticht van steun aan het conservatieve establishment, zijn inmiddels vaak spreekbuizen geworden van het zogenaamde progressieve establishment. Zoals de politiek zijn ook de media gepolariseerd. Het onderscheid links en rechts is hierbij echter niet meer toepasselijk. Het gaat nu om een strijd tussen de meer gevestigde groeperingen, die belang hebben bij de bestaande orde – waaronder veel democraten en neoconservatieven – en een meer populistische, conservatieve stroming van Amerikaanse burgers en hun tradities.
De komende presidentsverkiezingen
Zoals zo vaak in Amerikaanse verkiezingen zijn er geen ideale kandidaten. De keus beperkt zich bijna per definitie tot twee personen en daarmee tot een zwart-wit benadering. Ook voor mij is het duidelijk dat Trump vier jaar geleden een gebrekkige kandidaat was en nu nog is. Maar deze verkiezingen zouden niet moeten gaan om het karakter van de individuele kandidaten, maar om fundamentele zaken die het functioneren van de Amerikaanse republiek betreffen.
De keus volgende week gaat niet alleen om de keus tussen de af en toe erbarmelijke Trump en de ervaren, gevestigde politicus Biden, evenmin vrij van (karakter)gebreken, zoals het bezigen van onwaarheden, tot plagiaat en recentelijk beschuldigingen van corruptie, die nog niet zijn bewezen.
Kritiek op Trump is voor een groot deel terecht. Het lijkt moeilijk positieve punten te vinden in het nieuws. Maar het had erger gekund. Er is geen oorlog uitgebroken, wel een economische machtsstrijd met China. Trump zou zich kunnen beroepen op de door hem behaalde resultaten, zoals binnenslands door deregulering het bedrijfsleven weer fors te laten investeren in Amerika; ondanks toegenomen vermogensongelijkheid, groeide het inkomen van de onderste 25% van de bevolking sneller dan in vorige jaren en sneller dan bij de bovenste 25%; ook de werkeloosheid daalde tot de laagste niveaus in decennia. Dit alles is natuurlijk door het coronavirus op zijn kop gezet. Buitenslands heeft Trump China op de agenda gezet en met harde handelsmaatregelen duidelijk gemaakt dat het Chinabeleid van de VS van de afgelopen decennia tekort schoot wat betreft de bescherming van de eigen (kennis)economie.
Daarnaast heeft hij zich aan zijn verkiezingsbelofte gehouden door geen nieuwe oorlogen te starten, anders dan vele voorgaande presidenten. Ook heeft hij diplomatieke overeenkomsten geinitieerd in het Midden Oosten, tussen Israel en de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrain, de eerste vredesovereenkomsten in het Midden Oosten van de afgelopen 30 jaar. De Democraten kunnen daar tegenin brengen dat Trump’s coronabeleid gefaald heeft, maar grotendeels hebben ze zich de afgelopen jaren op Trump’s karakter en vermeende samenzwering met de Russen gericht, waarbij met name het laatste na allerlei lange onderzoeken niet overtuigend is aangetoond.
De Democratische partij is niet meer de partij van John F. Kennedy of Jimmy Carter, of zelfs Bill Clinton, die hun aantrekkingskracht hadden voor de Amerikaanse arbeiders- en middenklasse.Tijdens de afgelopen vier jaar is deze partij sterk beinvloed door een meer radicale stroming, die zich kenmerkt door de reeds genoemde aversie tegen Trump, identiteitspolitiek en een geringschating voor de Amerikaanse rechtsorde: illegale immigratie wordt in toenemende mate ondersteund door verscheidene gouverneurs en burgemeesters. Ook de manier waarop deze Democratische ambtsdragers geweld bij de Antifa en Black Lives Matter rellen in vele steden al dan niet oogluikend toestonden, heeft duidelijk gemaakt dat zij een andere visie hebben op het Amerika van nu dan de Republikeinen en eerder hebben bijgedragen hebben aan verdere polarisatie dan het oplossen van de spanningen (4).
Door deze verdergaande polarisatie tussen links en rechts, en ondanks de gebrekkige karaktertrekken van Trump, is de vraag gewettigd in hoeverre het karakter van de kandidaten van doorslaggevend belang zal worden voor deze verkiezingen. De kans is aanzienlijk dat het veeleer zal gaan tussen Amerikaanse tradities of een teloorgang van Amerikaanse beginselen; tussen het ondersteunen van de gewone Amerikaanse burger of een ongebreideld globalisme, tussen het behouden van een pluriforme republiek of een voortschrijdende regionale ontwikkeling in de richting van een één-partijstaat, zoals nu al het geval is in het democratische Californië en New York en republikeinse staten in de Midwest.
Kortom, er staat veel op het spel en ik ben bang dat deze verkiezingen het begin van een Amerikaans eindspel zullen inluiden. Wie er ook zal winnen, meer dan 50% van de Amerikanen zullen er niet blij mee zijn. Gezien de gevestigde belangen werd de situatie onlangs tekenend verwoord door een onafhankelijke commentator, die zei: “Trump is de slechtst mogelijke kandidaat, met uitzondering van Biden”. Maar ongeveer de helft van de kiezers zal daar anders over denken. Over een week zullen we weten of dat meer dan de helft is en wie het voordeel van de twijfel krijgt.
Noten
(© 2020, Mr A.M. Dake is de uitgever van Cosimo, een uitgeverij van boeken die informeren en inspireren, gevestigd in New York en Den Haag)