Civis Mundi Digitaal #103
Sinds 25 jaar kent de Democratische Republiek Kongo (RDC) een ernstige politieke en veiligheidscrisis, die tot en met de dag van vandaag een serieuze bedreiging voor de vrede en de veiligheid op onze planeet is. Oorlogen, gewelddadigheden en represailles hebben tot een van de grootste humanitaire crises in de moderne tijd geleid, met verschrikkelijke gevolgen: miljoenen slachtoffers en honderdduizenden verkrachte vrouwen. Louise Arbour, speciale vertegenwoordigster van de algemeen secretaris van de Verenigde Naties voor migraties, en Denis Mukwege, Congolees gynaecoloog, die in 2018 de Nobelprijs ontving voor zijn engagement tegen genitale verminkingen en verkrachtingen van vrouwen in de RDC, hebben dezer dagen een dringende oproep aan de internationale gemeenschap (en de Congolese regering) gedaan om een einde te maken aan de straffeloosheid van de daders en initiatiefnemers van deze wreedheden. Dit artikel is gebaseerd op deze dringende oproep om via justitie een weg naar vrede en ontwikkeling in de RDC in te slaan.
De verschillende pogingen om in de RDC vrede te brengen droegen allemaal kiemen van nieuwe conflicten in zich, omdat zij politieke oplossingen op korte termijn voorstonden in plaats van duurzame perspectieven. De rechtvaardigheid werd geofferd op het altaar van de vrede, de daders geïntegreerd in de veiligheidstroepen en het leger; promoties werden toegekend aan hen die in feite door de nationale en internationale justitie verhoord zouden moeten worden voor hun daden. Dat alles heeft geleid tot rampzalige gevolgen voor de bescherming van burgers en heeft alle inspanningen om een rechtsstaat te installeren ondermijnd.
De straffeloosheid die de daders en initiatiefnemers van de zwaarste misdaden genoten is een van de terugkerende oorzaken van moordpartijen en verkrachtingen die dagelijkse kost zijn. Een in juli gepubliceerd rapport van een aan de Verenigde Naties toegevoegd bureau voor de mensenrechten in de RDC waarschuwt voor de verergering van de situatie in de provincies waar de conflicten zijn en maakt melding van 1300 doden in de loop van de eerste drie maanden van 2020. Het imperatief om recht te doen is dus een eerste vereiste om de cyclus van geweld en instabiliteit te doorbreken en een « conditio sine qua non » om verder te kunnen gaan op de weg naar duurzame ontwikkeling en vrede.
Tien jaar geleden werd het rapport « Mapping » van de Verenigde Naties gepubliceerd over de ernstige schendingen van mensenrechten en het internationale humanitaire recht in de RDC tussen 1993 en 2003: een van de somberste perioden in de moderne tijd van dit land. Dit rapport maakt onder meer gewag van 617 gewelddadige incidenten die als « oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide » bij een competente rechtbank beoordeeld zouden zijn, maar waarop tot nu toe geen enkele actie is ondernomen. Bij deze incidenten wordt gesproken van moordpartijen door het levend begraven van vrouwen nadat deze verkracht en met een spies doorboord waren, van verkoolde gelovigen die hun toevlucht zochten in een kerk, van vermoorde zieken op hun bed in het ziekenhuis… Deze zware misdaden mogen niet vergeten worden en ook niet onbestraft blijven.
De experts van de Verenigde Naties hebben ook geconcludeerd dat de middelen waarover het Congolese juridische systeem beschikt om het hoofd te bieden aan de veelvoud van gepleegde misdaden totaal onvoldoende zijn. Zij hebben een serie aanbevelingen geformuleerd ter attentie van de Congolese autoriteiten om het klimaat van straffeloosheid af te breken met de steun van de internationale gemeenschap. Het rapport stelt voor om een internationaal strafhof voor de RDC in te stellen en gespecialiseerde kamers binnen de Congolese rechtsmacht te creëren. Het rapport dringt ook aan op de noodzaak van een werkwijze van een « instelling van waarheid » en programma’s voor herstelbetalingen. Het land zou eindelijk institutionele hervormingen moeten doorvoeren, met name in de sectoren veiligheid en justitie, evenals een zuivering van de publieke functie om herhaling van de wreedheden uit te bannen.
Het is uitermate triest om te constateren dat tot op vandaag de dag geen enkel initiatief is genomen, laat staan is gerealiseerd om deze aanbevelingen ten uitvoer te brengen, hetgeen des te choquerender is gezien de ernst en de omvang van de begane misdaden. Het schijnt overigens dat de huidige Congolese president, Félix Tshisekedi, die niet in verband gebracht kan worden met de misdaden in het verleden, deze straffeloosheid wil bestrijden.
Maar voordat alle wreedheden onder het vloerkleed worden geschoven en de misdadigers vrij uitgaan, is het voor de toekomst van de Democratische Republiek Congo van het grootste belang dat de oproep van Louise Arbour en Denis Mukwege gehoor krijgt en zich in actie gaat vertalen. En voor die actie – een kwestie van politieke wil – is er het rapport « Mapping » van de Verenigde Naties.
Geschreven op 12 oktober 2020