Civis Mundi Digitaal #104
In alle democratieën op onze planeet hebben de burgers vrijheid van meningsuiting verworven. Dat betreft ook het recht te getuigen over kwalijke gedragingen, met inbegrip van die van publieke wetshandhavers, op voorwaarde dat hun waardigheid niet te grabbel gegooid wordt of dat de terechte geheimhouding van een onderzoek niet aangetast wordt. Dit fundamentele recht wordt nu ter discussie gesteld door een wetsvoorstel voor « une sécurité globale », ingediend door twee parlementariërs van LRM: de partij van Macron. En dit natuurlijk met duidelijke instemming van en wellicht ook voorgekookt met de regering.
Dit wetsvoorstel, gericht op de gemeentelijke politie en privé-veiligheid wordt gecomplementeerd met een tekst inzake de bescherming van politiefunctionarissen die in principe het filmen van in actie zijnde ordetroepen verbiedt, alsook het uitzenden van beelden daarvan. Een vrijheid die een beslissende rol speelt om politioneel geweld aan de orde te stellen en dus ook om burgerrechten te verdedigen. Deze tekst wordt vanaf 17 november in het parlement bediscussieerd. Het wetsvoorstel, aangekondigd na een serie aanvallen op de politie, verbiedt « kwalijk gebruik » van beelden van politie op straffe van één jaar gevangenisstraf en een boete van 45.000 euro. De auteurs van het wetsvoorstel proberen daarmee oproepen tot geweld tegen leden van de ordetroepen in de sociale media te voorkomen. Zij refereren aan gevallen van op video’s geïdentificeerde functionarissen die vervolgens bedreigd werden in hun privéleven. Zij verzekeren dat er geen sprake van is om filmen of uitzenden te verbieden. De wet zou alleen maar a posteriori en onder voorbehoud van een bewijs van « kwalijke bedoelingen » voor een rechtbank toegepast kunnen worden.
Maar de realiteit is natuurlijk heel anders: uit angst voor een veroordeling zullen de media naar alle waarschijnlijkheid geen beelden van incidenten met de politie meer laten zien. Want wie kan bewijzen dat een amateurfilmer die werkelijk misbruik, gebruik van veel en grof geweld gefilmd heeft geen « kwalijke bedoelingen » voedt? Ieder beeld vergezeld met kritisch commentaar zou « beschuldigd kunnen worden van een poging politieagenten schade te berokkenen », laat « Reporters sans frontières » weten. De minister van binnenlandse zaken, Gerald Darmanin, heeft zijn mond voorbijgepraat toen hij zich op 2 november op de borst klopte door te zeggen dat hij zijn belofte had gehouden met het verbod « beelden van politieagenten in de sociale media » te verspreiden. Als de tekst de verwachte zegen van het parlement krijgt, dekt deze de politie, die nu al vaak het filmen verbiedt. Dit in tegenstelling tot de circulaire van 2008 van de toenmalige minister van binnenlandse zaken, waarin vermeld wordt dat « politieagenten zich niet mogen verzetten tegen een opname van hun beelden als zij een opdracht uitvoeren ».
Niemand kan ontkennen dat het werk van de politie steeds moeilijker is. Ontkend kan ook niet worden dat er verderfelijk gebruik gemaakt kan worden en af en toe ook wordt van beelden die uit hun context zijn gerukt. Maar van de manifestaties van de « gilets jaunes » tot die tegen de hervorming van de pensioenen gingen ontegenzeggelijk gepaard met vaak uitzonderlijk politiegeweld en zware verwondingen. Dat maakt solide tegenmachten nodig. Geredigeerd als een politiek « klantenbindings-antwoord » op de eis van anonimiteit van de politievakbonden straft het wetsvoorstel elke filmactie af en is zo strijdig met een democratisch recht. Niet helder, tweeslachtig en moeilijk toe te passen brengt dit wetsvoorstel het risico met zich mee de verhouding tussen politie en burgers nog meer te verscherpen, terwijl het er juist om gaat deze te kalmeren.
Je mag hopen dat het parlement zijn gezond verstand gebruikt en zich niet mee laat slepen door verkeerde emoties of partijpolitiek belang en voor alles ook hier het democratisch recht op vrijheid van meningsuiting laat prevaleren.
Geschreven op 14 november 2020