Verkiezingen in Bolivia

Civis Mundi Digitaal #104

door Jan de Boer

Op 18 oktober werd de kandidaat van de socialistische beweging (MAS) Luis Arce al in de eerste ronde van de Boliviaanse presidentsverkiezingen gekozen. De vroegere minister van economie van Evo Morales behaalde deze zege met 55,1% van de uitgebrachte stemmen. En gegeven de opkomst van iets meer dan 88% kan men deze overwinning als een referendum beschouwen. Zijn rivaal van rechts, Carlos Mesa (Comunidad cuidadana), kreeg niet meer dan 28,83% van de stemmen, zelfs niet nadat de extreem-rechtse kandidaat Luis Fernando Camacho zich had teruggetrokken.

Hoe deze resultaten te verklaren, aangezien men zei dat de MAS nooit zou overleven zonder de vroegere president Evo Morales, na zijn verkiezing op 20 oktober 2019 beschuldigd van fraude, in de steek gelaten door politie en leger, tot aftreden gedwongen en gevlucht naar Argentinië? Als president en leider van de MAS had Evo Morales zijn opvolging nooit geregeld; hij kon zich niet voorstellen dat er een andere kandidaat dan hemzelf zou kunnen bestaan. Deze verkiezing gaf hem ongelijk. De MAS kan niet alleen zonder hem overleven, maar ook zonder hem winnen. De verkiezing toont aan dat een meerderheid van de Bolivianen het model van economische groei en het bij de samenleving betrekken van de inheemse indiaanse bevolking, dat gedurende 14 jaar door Evo Morales werd toegepast, wil voortzetten. Maar dan wel zonder Evo Morales. De belangrijkste reden voor deze overwinning is dat de MAS zich heeft weten te vernieuwen door jonge leiders als Andronico Rodriguez (31 jaar) en Eva Copa (33 jaar) naar voren te schuiven, en te breken met de praktijk van vriendjespolitiek. De verkiezingsoverwinning van Luis Arce laat zich ook verklaren door de campagne van rechts, die gokte op de verwerping van de MAS, en op de ramp van elf maanden beleid door de overgangsregering van presidente Jeanine Anez.

Carlos Mesa en Luis Fernando Camach voerden geen campagne op basis van hun bij de Bolivianen vrijwel totaal onbekende programma, maar op basis van de demonisering van een partij die zij omschreven als « een narcoterroristische kracht » die publieke hulpbronnen verspilt, en corrupt en autoritair is. Dit beeld klopte niet met de ervaring van een groot deel van de bevolking. De kwaliteit van hun leven was aanzienlijk verbeterd onder Evo Morales (economische groei, minder armoede, minder werkloosheid, minder ongelijkheid…). Bovendien gaf de regering van Jeanine Anez – niet gekozen en aan de macht gekomen door een zeer betwiste uitleg van de grondwet – een verontrustend beeld van conservatief rechts: vriendjespolitiek en corruptieschandalen « versierden » haar beleid en toonden haar onvermogen om het beter te doen dan wat zij de MAS verweet. Haar racistische verklaringen, met het beschrijven van de inheemse bevolking als « onbeschaafde wilden », en het kwalificeren van de democratische mandaten van Evo Morales als « dictatuur », maakten de indianen – die 40% van de bevolking uitmaken – bang voor een terugkeer van de discriminatie. Mijn goede kennis en schrijver Fernando Molina, zonder wie ik dit artikel niet had kunnen schrijven: « De overgangsregering was de woordvoerder van deze blanke traditionele blanken, die sociale revoluties altijd als tragedies beleefden. Wanneer deze elites de macht verliezen, creëren ze altijd het verhaal van een « dictatuur », en verzamelen en vergroten ze de reële fouten van de voorafgaande regering, waardoor zij weer aan de macht kunnen komen ».

De rampzalige behandeling van de pandemie en de economische crisis hebben een deel van de middenklasse ertoe gebracht om te stemmen voor het terugvinden van de stabiliteit die de regeringen van Evo Morales kenmerkte en niet het prolongeren van deze catastrofale ervaring. Ook de kandidatuur van Jeanine Anez voor de presidentsverkiezingen vanaf januari 2020, terwijl zij beloofd had zich niet te presenteren en zich tevreden te stellen met het afdoen van de lopende zaken, maakte haar bij de kiezers ongeloofwaardig.

MAS moet nu niet weer in de fouten van het verleden vervallen, in het bijzonder in de vergissingen die een deel van de jongeren en de middenklasse vervreemd hebben, die Morales zijn minachting voor de stem van het volk niet hebben vergeven. Het is ook aan Luis Arce en zijn vice-president David Choquehuanca om weer respect te tonen voor de scheiding der machten, wat nu niet direct een karakteristiek van de regeringen van Evo Morales was, en nieuwe corruptieschandalen te vermijden. En vooral het weer vormen van een nationale eenheid die verloren ging door polarisatie, haatbetogen van alle kanten en etnische, sociale en regionale tegenstellingen.

Of de MAS daarin zal slagen? Het is geen geringe opgave, maar ik hoop het van harte voor de toekomst van Bolivia.