Civis Mundi Digitaal #106
Inleiding
2020 zal ongetwijfeld de geschiedenis zijn ingaan als het jaar waarin de wereldwijde Covid-19 pandemie uitbrak. 2020 was ook het jaar waarin, na schier eindeloos onderhandelen (lees: touwtrekken), een overeenkomst tussen het “Verenigd Koninkrijk” uit de “Europese Unie” tot stand kwam en het doek voor het Brexit-drama definitief (?) viel. Het overlijden van oud-president Valérie Giscard d’Estaign op 2 december (aan de gevolgen van een Corona-complicatie) is echter een gebeurtenis geweest waaraan in ons land weinig aandacht werd besteed. Toch is deze gebeurtenis voor mij aanleiding om, tegen de achtergrond van de Brexit-saga, enkele kanttekeningen te plaatsen bij de slepende controverse tussen de voorstanders van Europese integratie (Europeanen) en de pleitbezorgers van herwinning van nationale soevereiniteit of behoud van nationale identiteit (anti-Europeanen). Tot nu toe zijn wij immers enkel getuigen geweest van een dialoog der doven.
Ik weet dat ik mij op gevaarlijk terrein begeef. Er zullen vast lezers zijn die zich – hun vaste overtuiging niet bevestigd ziende – aan enkele van mijn woorden zullen storen. Toch meen ik in een land waar het publieke debat in borrelpraat dreigt te ontaarden mijn gedachten te moeten en ook te kunnen uiten. Volgens Spinoza (1632-1677) mag iedereen in een vrij land denken en zeggen wat hij of zij wil (Tractatus theologico-politicus, hoofdstuk XX). Misschien zullen de hier geuite gedachten iemand aan het denken zetten. Mijn werk zou dan ruimschoots zijn beloond.
Giscard d’Estaing
Oud-president Valérie Giscard d’Estaing heeft het traditionele Frankrijk op belangrijke punten gemoderniseerd. Tijdens zijn presidentschap werden echtscheiding, abortus en contraceptie wettelijk geregeld. Ook op technologisch terrein maakte hij zijn land klaar voor de toekomst. Zo werd een begin gemaakt met de aanleg van het omvangrijke TGV (Train à Grande Vitesse)-netwerk. Er werd verder besloten dat kernenergie de belangrijkste energiebron van Frankrijk zou worden. Tijdens zijn presidentschap kwam echter uit dat D’Estaign diamanten had aangenomen van keizer Bokassa, de beruchte heerser van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Mede door deze affaire verloor D’Estaign in 1981 de presidentsverkiezingen en werd hij verslagen door zijn aartsrivaal, de socialist François Mitterrand. D’Estaign bleef echter actief, onder meer in het Europese Parlement, waar hij zich uitsprak voor verregaande samenwerking tussen Europese landen.
Lang daarvoor had hij een doorslaggevende rol gespeeld bij de instelling van de Europese Raad, die voor het eerst in 1976 in Parijs bijeenkwam. Drie jaar later werden, voor het eerst, rechtstreekse verkiezingen voor het Europese Parlement gehouden bij de totstandkoming waarvan D’Estaign een belangrijke rol had gespeeld, en In 1979 werd het Europese Monetaire Systeem ingesteld waarvoor hij samen met Helmut Schmidt, de Duitse Kanselier, plannen had uitgewerkt.
In 1986 richtte Giscard d’Estaign, wederom met Helmut Schmift, de Commissie voor de Europese Monetaire Unie op. Deze bestond uit 17 deelnemers uit de Europese Economische Gemeenschap (EEG): politici, bankiers en topmannen in het zakenleven. In julie 1988 publiceerde deze Commissie een actieprogramma op basis waarvan Jacques Delors[i] voorstellen indiende tot oprichting van een Europese Unie (EU) die zouden uitmonden in het Verdrag van Maastricht dat op 7 februari 1992 werd ondertekend. Met de ondertekening van dit verdrag gaven de lidstaten een deel van hun soevereiniteit op, kreeg het Europees Parlement wetgevende macht en werd op termijn de euro als gezamenlijke munt geïntroduceerd. Op 29 maart 2017 gaf de Britse regering formeel te kennen uit de EU te zullen treden. Eind vorig jaar voegde zij de daad bij het woord.[ii]
Roep om samenwerking niet nieuw
Giscard d’Estaign was niet de eerste die pleitte voor samenwerking tussen Europese landen.
Een zekere economische eenheid bestond al in de oudheid, in de vorm van het Romeinse handelsnetwerk. Dit besloeg echter in hoofdzaak het zuidelijk deel van het Europese continent. Sinds de opmars van de islam in het Middellandse Zeegebied (en als reactie hierop de kruistochten in de middeleeuwen) en de strijd tegen het Ottomaanse Rijk in Zuidoost-Europa in de 16e en 17e eeuw werd een groeiende culturele eenwording waarneembaar. Deze ging gepaard met de verspreiding van het christendom over het gehele continent. In 1795 ontvouwde Immanuel Kant (1725-1804) in Zum ewigen Frieden (https://www.sgipt.org/politpsy/vorbild/kant_zef.htm) een omstreden en nooit gerealiseerde visie waarin de wijsbegeerte zich in dienst stelt van het ideaal van een Europese vrede.
Enige mate van economische samenhang, vergelijkbaar met die in de Romeinse tijd, werd pas weer bereikt in de 16e eeuw, toen het kapitalisme opkwam, een economisch systeem dat is gebaseerd op investeringen van kapitaal in de verwachting winst te maken. Toch werd Europa nooit de staatkundige eenheid welke o.a. Karel de Grote (748-814), Karel de Vijfde (1500-1558) en Napoleon Bonaparte (1769-1821) voor ogen stond. Het continent, waarvan de bewoners voortdurend met zichzelf (en hierdoor met anderen) overhoop liggen,[iii] is het bloedige toneel geweest van een langdurige strijd tussen staten. Deze “burgeroorlog” bereikte zijn dieptepunt in de Eerste en Tweede Wereldoorlog, waarvan de “causes and reasons” onvoldoene zijn onderzocht.[iv] Samen met de opkomst van de Verenigde Staten (van oorsprong een Europese kolonie) en de Sovjet-Unie (die deels in Europa lag) verdeelden die oorlogen het continent in twee gescheiden economisch-politieke blokken, de ene groepering geregeerd vanuit Washington, de andere vanuit Moskou. De droom van een Europese eenheid leefde echter voort.[v]
Paneuropese Unie
De Paneuropese Unie, die in 1923 door graaf Richard Coudenhove-Kalergi (1894-1972) werd opgericht, is de oudste beweging die tot doel heeft om de Europese staten politiek en economisch te verenigen. De beweging werd van officiële zijde koel en zelfs afwijzend ontvangen, maar kreeg enthousiaste bijval van o.a. Paul Claudel, Don Salvador de Madariaga, Albert Einstein, Sigmund Freud, Gerhart Hauptmann, Bruno Kreisky, Heinrich en Thomas Mann, José Ortega y Gasset, Rainer Maria Rilke, Arthur Schnitzler, Richard Strauss, Paul Valéry, Franz Werfel en Stefan Zweig. De Paneuropese Unie is nauw met de CSU verbonden en draagt hierdoor een christelijke signatuur, d.w.z. is religieus vooringenomen.
In het programmatische boek Pan-Europa (1923) brengt Coudenhove-Kalergi het idee van een verenigde staten van Europa naar voren — een idee dat in 1946 door Winston Chrurchill zou worden overgenomen. Interessant is dat de schrijver van Pan-Europa nadrukkelijk waarschuwt voor het gevaar dat Europa „in eine sowjetische Kolonie und ein amerikanisches Protektorat“ zou kunnen worden verdeeld. In 1950 verleende de stad Aken de Vader van de Paneuropa-gedachte de eerste Internationale Karelsprijs. Deze prijs is vernoemd naar Karel de Grote, de vrome en heilig verklaarde Koning der Franken die door zijn tijdgenoten als „vader van Europa” werd gezien.[vi]
Na de Tweede Wereldoorlog kwam het idee op dat Europese integratie door middel van overleg op basis van argumenten de enige manier was om af te rekenen met het nationalisme dat het continent had geteisterd. Jean Monnet, Robert Schuman en Konrad Adenauer, die het tijdperk van de globaliserering niet voorzagen, presenteerden in een toespraak in 1950 het zogenaamde Schumanplan. Een jaar later werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht door ondertekening van het Verdrag van Parijs. België, de Bondsrepubliek Duitsland (West-Duitsland), Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland verklaarden zich met de overeenkomst akkoord. De EGKS bleek zo succesvol dat in 1957 werd besloten tot verdere integratie. Het Verdrag van Rome, dat door dezelfde zes landen werd ondertekend, richtte Euratom en de Europese Economische Gemeenschap (EEG) op. In 1967 werden de drie organisaties (EGKS, Euratom en EEG) door tekening van een fusieverdrag samengevoegd, waarna ze verder werkten onder de naam Europese Gemeenschap (EG). In 1973 werden Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk lid van de EG. Griekenland werd lid in 1981, Spanje en Portugal in 1986. Na de val van de Berlijnse Muur, in 1989, traden de deelstaten uit de voormalige DDR in 1990 toe tot de Bondsrepubliek en daarmee tot de EG. Het Verdrag van Maastricht, met de ondertekening waarvan (in 1992) de Europese Unie werd opgericht, legde de basis voor verdere vormen van samenwerking. De Verdragen van Schengen (1985/86) zorgden voor een Europese interne markt. In 1995 werden Oostenrijk, Finland en Zweden lid van de EU.
European Cultural Foundation
Intussen was in 1954 de “European Cultural Foundation” (ECF) geïnaugureerd. Robert Schuman (zie boven), Denis de Rougemont (een denker uit Zwitserland die een betwistbare visie op het federalisme ontwikkelde) en Prins Bernhard (wiens ondeugdzaam gedrag aan de kaak zou worden gesteld) stonden aan haar wieg. Zij geloofden dat cultuur van doorslaggevend belang was voor de na-oorlogse genezing en wederopbouw van Europa. Er waren echter twee niet onbelangrijke problemen: de begrippen Europa en cultuur werden niet duidelijk gedefinieerd.
• Waar liggen de grenzen van Europa?
In het zuiden? De Middellandse Zee heeft Europa en Afrika meer verbonden dan gescheiden. Zie Fernand Braudel, La Méditerranée et le monde méditerranéen à l’époque de Philippe II (1949).
In het westen? Behoort het “Verenigd Koninkrijk” ondubbelzinnig to Europa of voelen de bewoners van deze goep eilanden zich geestelijk meer verbonden met de Amerikanen, de bewoners van de Angelsaksische wereld?
In het oosten? Behoort Israël, waar het christendom is ontstaan, tot Europa en haar beschaving? Behoort Turkije, het gebied waar de Presocratische filosofen Thales, Anaximander, Anaximenes, Xenophanes, Anaxagoras en eraclitus vandaan kwamen Heraclitus vandaan kwamen, ertoe? Behoort Europees Rusland, waar de Russiche-Orthodoxe Kerk domineert, ertoe?
• Wat is cultuur?
Verwijst het veel gebruikte en vaak misbruikte woord cultuur naar de diverse vormen van kunst? Wat is echter kunst en waar ligt de grens tussen kunst en kitsch?
Omvat cultuur ook de wetenschappen en hiermee de diverse vormen van techniek? Wat is wetenschap? Wat is de relatie tussen wetenschap en techniek? Zijn de cultuurwetenschappen echte wetenschappen? Hoe wordt wetenschap van enerzijds filosofie en anderzijds religie onderscheiden?
Refereert het woord cultuur aan alle manifestaties van de menselijke geest? Is die geest en hiermee cultuur kwantificeerbaar? Betreft het een optelsom of is er meer aan de hand? Zijn wij ons brein (zoals met name Dick Swaab ons wil doen geloven) of zijn wij meer dan ons brein, meer dan soort machine? Hoe verhoudt “mind” zich tot “matter”? Wat is de essentie van en het verband tussen cultuur en natuur?
In 2019 vierde de European Cultural Foundation haar 65ste verjaardag, maar de hier aangeduide problemen worden niet onderkend en zijn nog steeds niet opgelost, zodat de ECF niet meer is dan een gezellige praatclub of gewichtig doend babbelgezelschap. Het kind in de wieg is niet volwassen geworden.[vii]
Europeanen
Wie, zoals Jean Monnet, Robert Schuman, Konrad Adenauer, Alcide de Gasperi, Altiero Spinelli, Antonio Segni, Jacques Delors, Paul-Henri Spaak, Walter Hallstein, Walter Scheel, Hendrik Brugmans, Johan Willem Beyen, Wim Duisenberg, Max Kohnstamm, Sico Mansholt, Leo Tindemans, Herman van Rompuy, Guy Verhofstadt, Helmut Kohl, Jean-Claude Juncker, Martin Schulz, Frans Timmermans en vele anderen, teveel accent legt op het belang van Europese samenwerking toont aan geen of niet voldoende oog te hebben voor:
• de aanzienlijke verschillen tussen noord -, zuid -, oost -, west - en centraal of midden Europa,
• de sterk uiteenlopende filosofische tradities van Griekenland (Plato), Frankrijk (Descartes), Groot-Brittannië (Locke) en Duitsland (Kant), en
• de in velerlei opzicht grote verschillen tussen Italië en Spanje, Polen en Portugal, Ierland en Hongarije, Griekenland en Duitsland, Kroatië en Letland, Finland en Frankrijk, Malta en Zweden, Slovenië en Litouwen, Luxemburg en Tsjechië, Bulgarije en Oostenrijk, Cyprus en Denemarken, Estland en Roemenië of België en Nederland.
Elk van deze landen heeft, onmiskenbaar, een individueel karakter[viii] en is een complex (niet: gecompliceerd) en dynamisch geheel dat deel uitmaakt van een nog groter geheel. Hun eigenheid kan alleen worden miskend door lieden die wel het bos willen zien maar niet de verschillende bomen, door lieden die alleen overeenkomst maar geen verschil kunnen of willen zien, door lieden dus die niet goed kijken, niet opletten en met hun hoofd in de wolken lopen.[ix] Europeanen zijn niet realistisch; ze zijn kleurenblind en hebben geen oog voor de historisch gegroeide concrete situatie in afzonderlijke landen. Noord -, Zuid -, Oost -, West - of Centraal Europa, het maakt hun niet uit, want het is alles, bestuurlijk gezien, één pot nat. Voor de bureacraten in Brussel is alles grijs.
Churchill’s redevoering
Winston Churchill (1874-1965) is een sprekend voorbeeld van die kleurenblindheid. In een beroemd geworden redevoering in Zürich, op 19 september 1946, stelde hij zich teweer tegen nationaalsocialisme, fascisme en communisme, en pleitte – zonder bronvermelding! – voor oprichting van de “Verenigde Staten van Europa”. Hij vermeldde echter niet voorstander te zijn van een politiek bestel dat de soevereiniteit van Europese landen sterk zou beknotten, van een centrale regering dus die weinig ruimte zou laten voor nationale identiteit en zeggenschap, net zoals de heersers in totalitaire regimes die zich niets gelegen laten liggen aan nationale of lokale belangen. Wie zal het zeggen, misschien was Churchill, wiens rol in de Boerenoorlogen in Zuid-Afrika niet onbesproken is, wel een dictator in de dop (https://www.bbc.com/news/magazine-29701767 en https://winstonchurchill.hillsdale.edu).
Anti-Europeanen
Anderzijds, anti-Europeanen, zoals Geert Wilders, Paul Cliteur, Thierry Baudet, Marine Le Pen, Matteo Salvini, Nigel Farage, Filip Dewinter, Mary Lou McDonald , Viktor Orbán, Norbert Hofer en Pablo Iglesias Turrión , die teveel nadruk leggen op de betekenis van nationaal erfgoed en behoud van de nationale identiteit, zijn lieden die enkel verschil doch geen overeenkomst kunnen of willen zien. Zij lopen het gevaar de eigenheid van Europa over het hoofd te zien, een eigenheid die met de historisch ontwikkelde en cultureel diep verankerde sleutelbegrippen logos (rede), leges (wetten) en fides (geloof) kan worden getypeerd (zie onder). Anti-Europeanen hebben geen of onvoldoende oog voor deze drie steunpilaren van "de Europese beschaving". De "nationale identiteit" van een land is in feite slechts een variatie op een algemeen, Europees thema. Anti-Europeanen zijn niet voldoende in staat om werkelijk te abstraheren van de concrete situatie in hun land. Hoewel zij voorvechters van het behoud van nationale identiteit zijn, blijken zij geen benul te hebben van de betekenis van het begrip of het woord identiteit.[x]
De culturele geschiedenis van Europa en dus van haar lidstaten kan niet worden geschreven zonder (a) melding te maken van de schatplichtigheid van het christendom aan de joodse traditie en (b) de invloed van de islam bij die geschiedenis te betrekken.[xi] Jodendom, christendom en islam zijn geen onverzoenbare godsdiensten. Het zijn slechts verschillende (en zeker niet de enig denkbare) wegen naar de top van de berg, naar het absolute. Mogen Wilders c.s. Lessing’s prachtige parabel Nathan der Weise (1779) lezen!
Anti-Europeanen, die van de EU vinden dat het "een ondemocratische moloch" en "een kartel bovenop een kartel" is, zijn voorstander van het houden van referenda of volksraadplegingen: het voorleggen van een vraag met betrekking tot de wetgeving aan de kiesgerechtigden in (een gebied van) een land.[xii]
Anti-Europeanen en populisten worden vaak klakkeloos en meestal door hun tegenstanders over één kam geschoren. Dit schept verwarring. Terwijl anti-Europeanen iets tegen Europa hebben en tegen de regionale of lokale identiteit vermorzelende bureaucraten in Brussel ageren, kiezen populisten voor het volk, zonder echter duidelijk te maken welk volk zij precies bedoelen en waarom de belangen van het ene volk wel en die van een ander volk niet of in mindere mate moeten worden behartigd. De keuze van populisten is dus onduidelijk (waar zijn zij ondubbelzinnig voor?); die van anti-Europeanen niet (ze zijn tegen Europa). De Belgisch culuurhistoricus David Van Reybrouck is – getuige zijn pamflet Pleidooi voor Populisme (Querido, 2008) – ongetwijfeld een populist, maar is hij ook een onvervalst en uitgesproken anti-European?
Het gedachtegoed van anti-Europeanen riekt naar politieke intolerantie en het onthouden van rechten aan bepaalde groeperingen, dus naar onverdraagzaamheid, die slechts één kleine stap is verwijderd van openlijke geweldpleging.
Een niet te verwaarlozen punt
Toch hebben de anti-Europeanen een punt. Wie de geschiedenis van bijvoorbeel Nederland kent zal begrijpen waarom de bewoners van de Lage landen aan de Noordzee trots zijn op hun culturele erfgoed.[xiii] De verschillen tussen Groningen en Brabant, Drente en Overijssel, Limburg en Flevoland, Vlaanderen en Wallonië, Noord- en Zuid-Italië, Noord- en Zuid-Frankrijk, de deelstaten Beieren en Westfalen, of Catalonië en Andalusië zijn groot en mogen niet worden veronachtzaamd of weggepoetst. Wie zijn ogen sluit voor de idealen van de Vlaamse Beweging of het Ierse streven naar onafhankelijkheid schiet tekort. Cor Bruijn, Ernest Claes, Antoon Coolen, A. Den Doolaard, A.M. de Jong, Herman de Man , Toon Kortooms, Jan Mens, Stijn Streuvels, Felix Timmermans en Anne de Vries hebben onsterfelijke romans geschreven over een streek met een geheel eigen karakter. Wie zich verdiept in de regionale verschillen in een van de lidstaten van de Europese Unie zal het duizelen. In Lapland, Andalusië, Vlaanderen, Friesland, Silezië, Toscane, Tyrol, Normandië, Bretagne. Beieren, Zeeland, Bourgondië, Karinthië, Connaught, Calabrië, de Ardennen, de Povlakte, Attica en Sleeswijk-Holstein leven de mensen anders. Om een woord van Edmund Husserl te gebruiken, hun “Lebenswelt” is totaal verschillend en dit komt tot uiting in alle facetten van hun dagelijkse leven: taalgebruik, klederdracht, woningbouw, keuken, kunstbeoefening enz. Iedereen gelijkschakelen en volgens Europese wet- en regelgeving op dezelfde wijze behandelen zou een enorme verarming betekenen. Het culturele gezicht van Europa zou erdoor verdwijnen. Brussel faalt, niet alleen omdat het regionale verschillen platwalst maar ook omdat het in dit kwalijke gedrag volhardt.
[i] Ga naar https://institutdelors.eu.
[ii] Op het Internet is uitvoerige informatie beschikbaar over (a) het leven en de politieke loopbaan van Giscard d”Estaign, (b) de totstandkoming, ratificatie en aanpassing van het Verdrag van Maastricht, (c) de geschiedenis van de EU, (d) de invoering van de euro en (e) het Brexit-drama. Het Verdrag van Maastricht is een een soort Europese Grondwet, die echter geen politieke unie inhield, een manco dat de landen van de Europese Unie nog steeds parten speelt, omdat de EU geen echte unie (Verenigde Staten van Europa!) is. Struikelblok is de soevereiniteit: is zij deelbaar of niet?
[iii] Dit interne conflict, deze inwendige verscheurdheid houdt verband met de mythos van het christendom die maar geen logos kan worden.
[iv] Voor het belangrijke verschil tussen “oorzaak” en “reden”, zie Samuel Guttenplan (red.), A Companion to the Philosophy of Mind (Blackwell, 1994, blz. 531-535) en Sergio Tenenbaum (red.), Moral Psychology (Rodopi, 2007, blz. 279-298).
[v] Over de geschiedenis van Europa zijn talloze boek en tijdschriftartikelen verschenen. Zie European History Quarterly (1971 e.v.), IABLIS: Jahrbuch für Europäische Prozesse (2002 e.v.) en de Cambridge History of Europe (CUP, 2013 e.v.), “a new textbook series covering the whole of European history from c. 600 to the present day”. Wie in primaire bronnen is geïnteresseerd ga naar https://eudocs.lib.byu.edu/index.php en http://primary-sources.eui.eu. Een bezoek aan de websites https://www.europa.clio-online.de, http://aei.pitt.edu, https://guides.lib.uw.edu/friendly.php?s=research/europe en https://www.euratlas.net/index_de.html is aan te raden. Een historisch-vergelijkende studie van de stadsburger, staatsburger, Europese burger en wereldburger (civis mundi) is een desideratum primum.
[vi] Ga naar http://www.international-paneuropean-union.eu. Voor de Internationale Karelsprijs, ga naar https://www.karlspreis.de/nl. Voor Karel De Grote, “Vader van Europa”, zie Ariaan Bredero, De Ontkerstening der Middeleeuwen (Agora, 2000, blz. 129-174).
[vii] Ga naar https://www.culturalfoundation.eu/our-history. Vermelding verdient ook het in 1949 gestichte, postuniversitaire Europacollege, dat twee campussen (in Brugge en Warschau) heeft en is gespecialiseerd in Europese zaken (https://www.coleurope.eu).
[viii] Toeristen zullen dit beamen. Zie ook Ethnologia Europaea (1967 e.v.).
[ix] Zie Hans Kuijper, Comprehending the Complexity of Countries (verschijnt binnenkort bij Springer).
[x] “Identiteit” is een betwist begrip. Ga naar https://plato.stanford.edu/entries/identity, https://iep.utm.edu/identity en https://philpapers.org/s/identity.
[xi] Zie Henri Pirenne, Mahomet et Charlemagne (Alcan, 1937), Abderrahim Lamchichi, Islam-Occident, Islam-Europe: Choc des civilisations ou coexistence des cultures (L’Harmattan, 2000), Franco Cardini, Europa und der Islam: Geschichte eines Mißverständnisses (C.H. Beck, 2004), Georges Corm, Missverständnis Orient: Die islamische Kultur und Europa (Rotpunktverlag, 2004), Jack Goody, Islam in Europe (Polity Press 2004), Ahmet Yukleyen, Islam in Europe (OUP, 2010) en Robert Pauly, Islam in Europe: Integration or Marginalization? (Routledge, 2016).
[xii] Over het onderwerp referendum zijn in Civis Mundi tientallen artikelen verschenen.
[xiii] Ga naar https://www.canonvannederland.nl en zie o.m. Erfgoed van Nederland (Reader’s Digest,1979), Nederlandse Cultuur in Europese Context (SDU, 1999-2000) en Hans Blom en Emiel Lamberts (red.), Geschiedenis van de Nederlanden (Prometheus, 2014). De andere lidstaten van de EU kunnen op soortgelijke standaardwerken bogen.