Civis Mundi Digitaal #111
Boeken bieden een podium vanwaaruit wereld bekeken kan worden
Inleiding
Boeken die ooit indruk op mij maakten, werken door in mijn artikelen, die geregeld gaan over boeken die me troffen. Daarom is het misschien aardig er een samenhangend overzicht van te geven. Het geeft de contouren van een intellectuele biografie in de vorm van een bibliografie. Tijdens mijn werkende leven had ik weinig tijd om te lezen, alleen in studieperioden en na mijn pensioen. De artikelenserie over Capra, met name zijn intellectuele biografie Het nieuwe denken en de boeken die hij schreef, hebben mij ertoe gestimuleerd dit overzicht samen te stellen van boeken, die invloed op mij hebben gehad. Het overzicht loopt parallel aan mijn opleiding. Alleen toen kon ik veel lezen. Doorgaans is het te weinig geweest, dat probeer ik nu in te halen.
Een tendens om het leven en samenleven in een kosmisch totaalkader te plaatsen toonde zich al jong. In wezen is dat een religieuze en mystieke neiging, maar toont ook een wetenschappelijke, filosofische en dichterlijke tendens, die zich in diverse voorkeursboeken manifesteerde. Deze interesse werd gecombineerd met een maatschappelijke belangstelling en betrokkenheid, zoals een socioloog past.
In de tendens om het onderliggende patroon te vatten, vormen de boeken onderdelen van groter verband, waarin wij een plek hebben en op weg om zijn deze plek te ontdekken en ons ervan bewust te worden. Deze plek dient m.i. niet een dominerende positie te zijn die het andere leven vernietigend exploiteert. Het gaat om bewustwording van het onderliggende verband, in het inzicht dat we vervulling kunnen vinden in verbinding met de bron van al het leven en van ons bewustzijn en dat van onze medemensen.
Natuurlijk waren er veel meer invloeden dan levenloze boeken, die tot leven komen als ze worden doorgenomen. Er waren vele levende contacten in onderwijs en wetenschap, poëzie en meditatie, een gezin met vrouw en kinderen en levendige werkkringen, die weinig tijd voor lezen lieten.
Een boek is voor mij veel meer dan bundel bedrukt papier. Veeleer een venster naar een ander werkelijkheidsgebied dan het beperkte leven op een bepaalde plaats en een bepaald moment. Het opent perspectieven, vergezichten en inkijkjes in gebieden die we gewoonlijk niet zien met de schrijvers als gidsen en begeleiders. Een aantal van hen heb ik persoonlijk ontmoet als leraar, metgezel of geestverwanten, die mij begeleidden op mijn weg door het leven in de richting naar meer inzicht en verlichting. Dat was vaak een dankbare ervaring. In het geven van titels ben ik niet al te zuinig geweest. Het is vrijblijvend en het kost niets om de titels te lezen. De inhoud vraagt meer, maar geeft ook meer aan inzicht, inspiratie en vaak fascinatie.
Jeugd
In mijn vroege jeugd was een atlas het enige boek in huis naast kerkboeken. In de atlas keek ik vaak geboeid. Daarom kreeg ik toen ik 9 jaar was met Sinterklaas een atlas met een geïllustreerde bijlage met plaatjes over allerlei landen en volken. Er kwamen meer boeken toe mijn ouders lid werden van een boekenclub. Ze lazen vooral streekromans, die ik niet las. Toen er een katholieke bibliotheek werd geopend in de parochie, werden we daar lid van. Na de mis werden er stapels boeken mee naar huis genomen. Er was nog geen TV, dus werd er thuis veel gelezen.
Welke boeken las ik? Ik had al vroeg een voorkeur voor klassieke evergreens uit de wereldliteratuur van blijvende betekenis in de vorm van jeugdboeken, zoals Gullivers reizen, een satire wat betreft te ver doorgevoerde rationaliteit; Daniel Defoe, Robinson Crusoe, Mark Twain, De avonturen van Tom Sawyer en Huckleberry Finn, Harriet Beecher Stowe, De hut van Oom Tom, James Fennimore Cooper, De laatste der Mohikanen, Hector Malot, Alleen op de wereld, Alexandere Dumas, De drie musketiers; Herman Melville; Moby Dick en Cervantes, Don Quichotte, niet te vergeten. Eén van de meest intrigerende boeken was Dokter Jekyll en Mister Hyde van R.L. Stevenson, die ook Schateiland schreef. Het gaat over een meervoudige, gespleten persoonlijkheid.
Daarnaast las ik natuurlijk vooral jongensboeken van Arendsoog, Winnetou en Old Shatterhand, die ongetwijfeld model hebben gestaan voor Arendsoog en Witte Veder. Recentelijk is een nieuwe vertaling verschenen van Winnetou van Karl May, die opkwam voor de indianen. In een bespreking in de NRC is de volgende opmerking van de recensent veelzeggend: “Al lezend heb ik ontdekt dat mijn kinderjaren weliswaar nog ergens bestaan, maar dat er geen kans is ze opnieuw te beleven. Op een totaal andere schaal geldt dat ook voor de geschiedenis van een volk: een voorbije fase is uniek en zal nooit terugkeren, anderzijds zijn de sporen ervan blijvend.” Mogelijk is Karl May beïnvloed door het romantische idee van de ‘edele wilde’ en de natuurmens van Rousseau en door de geromantiserde ervaringen van pioniers in het Wilde Westen. Verder las ik vooral de boeken over de Kameleon, originele Nederlandse jeugdliteratuur, net als Dik Trom, Ciske de Rat, Pietje Bell, Pim Pandoer, enz. . En niet te vergeten boeken over ontdekkingsreizigers: vooral Livingstone, maar ook Stanley, Amundsen en Scott.
Voortgezet onderwijs
Daarna ging ik naar het voortgezet onderwijs, het Waterlant College en las ik vooral populair wetenschappelijke Prisma- en Aulaboeken, Phoenix pockets enz. In de etalage van de plaatselijke boekhandel lag het geïllustreerde boek Prehistorische dieren van Kai Petersen, dat mijn aandacht trok, daarnaast Zoogdieren der wereld van Hans Hvas, eveneens rijk geïllustreerd met tekeningen, die nog sprekender waren dan foto’s. Favoriete en kostbare boeken, want ik kreeg geen zakgeld en heb ze zelf verdient. Daarna volgden nog meer boeken over dieren en evolutieleer, waar ik zeer in geïnteresseerd was. In de tweede klas zat ik in de uiterste hoek van de klas naast een jongen die was blijven zitten. Onder de les las hij zijn eigen populair wetenschappelijke boekjes en ik deed met hem mee. Hij werd mijn beste vriend. We deelden een diepe interesse.
Van alle boeken overevolutie sprongen Mens, aarde en kosmos van A F Marfeld en Het verschijnsel mens van Teilhard de Chardin eruit en ook Het onstaan van het leven van S T Bok. Mens, aarde en kosmos doet denken aan het klassieke werk van Alexander von Humboldt, Cosmos: A Sketch of a Physical Description of the Universe, en gaat naast sterrenkunde en kosmologie ook over geologie, paleontologie en evolutieleer, wat wil je nog meer? Allemaal boeiend en begrijpelijk beschreven in 2 deeltjes, minder moeilijk dan Teilhard en Bok, die zijn besproken in CM 98-101 en 105. Het plaatst de mens in een evoluerend kosmisch geheel. Verder las ik de filosofieboeken Antoon Vloemans, Leven en leer der grote denkers en H J Störig, Geschiedenis van de filosofie. Ze worden nogsteeds geraadpleegd als heldere en goed geschreven overzichtswerken.
Voor de literatuurlijst moesten we boeken lezen. Dat deed ik met interesse. Het meest raakten me de verhalen Larrios en Het einde van het lied van Slauerhoff, over een geïdealiseerde liefde waarin ik mijn eerste liefde herkende (zie CM 57). Al zijn romans en gedichten ben ik toen gaan lezen plus twee biografieën. De kleine Johannes van Frederik van Eeden is ook een prachtig boek. Later las ik zijn boekje Over dromen, ook heel boeiend, net als De raadselachtige wereld van de droom door André Sonnet, ook gelezen in die tijd en boeken van W H C Tenhaeff over parapsychologie, zoals Telepathie en helderziendheid. Van de dichters spraken A Roland Holst, J C Bloem en de Tachtigers me het meest aan naast Slauerhoff. Van de romanschrijvers Louis Couperus en Arthur van Schendel.
Wat betreft de Duitse literatuur is de Faust van Goethe mijn favoriete werk gebleven (zie CM 34). Later ontdekte ik Novalis (zie CM 35-37). Als Franse literatuur las ik Albert Camus, die toen eigenlijk te moeilijk voor mij was in het Frans, mijn zwakste vak. Later heb ik Camus herontdekt. Zijn lyrische essays spreken met het meest aan, vooral De zomer met als hoogtepunt Terug naar Tipasa. In zijn essays combineert hij zijn literaire, filosofische en journalistieke kwaliteiten (zie CM 98 en mijn hele artikelenserie over Camus). Wat betreft Engelse boeken hoefden we geen lijst van boeken te lezen, maar lazen we wel George Orwell, Animal Farm. Het heeft de basis gelegd voor mijn bespreking van Nineteeneightyfour en zijn biografie (zie CM 103 en 104). Wuthering Heights van Emily Brontë behoort tot de meest intrigerende Engelse boeken die ik heb gelezen, intense romantiek en tragische passie. Natuurlijk heb ik veel meer gelezen, maar deze boeken troffen mij het meest.
Universiteit
Na vijf jaar Waterlant College volgde de Universiteit van Amsterdam. Veel colleges werden gegeven in het gebouw bij de Oudemanhuispoort, waar veel boekestalletjes waren en ik vrachten boeken kocht. Voor een oriënterend gesprek over mijn studiekeuze was ik een keer naar het spreekuur van cultureel antropoloog André Köbben gegaan. Tevens de toenmalige spirituele boekhandel Allert de Lange bezocht op het Rokin. Daar kocht ik Verborgen wijsheid uit de Oepanishaden van Dr H Groot, Tau Tse Tsjing van Lau Tse (en Woorden van de Boeddha van J A Blok), vanwege mijn interesse in oosterse wijsheid.
Ook yoga en meditatie haaden mijn actieve belangstelling. In mijn tweede studiejaar leerde in transcendete meditatie, dat werkte beter dan wat ik daarvoor probeerde en gaf ervaringen van diepe vrede en transcendentie, die ik soms ook spontaan had gehad. Van mijn meditatielerares kreeg ik de Bhagavad Gita met commentaar van Maharishi Mahesh Yogi, een prachtig complement bij zijn boek The Science of Being and the Art of Living. Iemand vroeg eens welk boek ik zou meenemen naar een onbewoond eiland: vermoedelijk deze Bhagavad Gita met commentaar. Als tweede boek het Nieuwe Testament, dat ik voor mijn 16e verjaardag had aangeschaft om tijdens de verplichte zondagsmis te lezen. Ik wilde het mijn ouders niet aandoen om niet naar de kerk te gaan, maar wilde mijn tijd er wel zinvol besteden. Ik heb het nogsteeds niet helemaal gelezen. Het ging me om de Evangeliën en de woorden van Jezus zelf. De overige teksten zou ik dan op het eiland kunnen lezen.
Welke boeken zijn me bijgebleven uit die tijd?
- Gustaf Stömberg, De ziel van het heelal, later gevolgd door Man, Mind and the Universe;
- F W H Myers, De menschelijke persoonlijkheid een verloren gegane gedeeltelijke vertaling van The Human Personality and Its Survival of Bodily Death (zie CM 74 en 75);
- W H C Tenhaeff, Beknopte handleiding tot de Psychical Research;
- A Vloemans, Profetische gestalten in de wijsbegeerte over de voorsocratische filosofenen
- De heroïeke wijsbegeerte van de Renaissance over Erasmus, Luther, Nikolaus van Kues (Cusanus) , Paracelsus, Giordano Bruno en Michel de Montaigne, interessante figuren;
- Herman Wolf, Levensproblemen in Goethes Faust (zie CM 34);
- Gerardus van der Leeuw, Godsdienstgeschiedenis.
- Het heilige van Rudolf Otto
- Een weg tot Nietzsche door F. Reddingius-Salomonson, nog altijd mijn meest gewaardeerde boek over Nietzsche, naast Nihilisme en Cultuur van J. Goudsblom.
- Also sprach Zarathustra is het meest bevlogen boek van Nietzsche, tevens een dichterlijk meesterwerk.
Wat betreft de studie zat het aanvankelijk niet mee. Psychologie kreeg mijn voorkeur boven culturele antropologie, mede onder invloed van een boek van Gustav Morf over psychologie, een zoekgeraakt boek over psychoanalyse en het boek Kampvuren langs de evenaar door de Belgische arts Dr Paul Juliën. Wat me daarin trof was hoezeer men daar nog onder invloed was van magie en bijgeloof. Daardoor werd mijn idee dat we veel konden leren van zgn. primitieve volkeren bijgesteld en koos ik voor psychologie ipv culturele antropologie. Maar de psychologiestudie beviel mij niet. Het ging niet over dieptepsychologie en psychoanalyse, maar over gedragsleer, methodenleer, functieleer, persoonlijkheidsleer, fysiologie en statistiek.
Sociologiestudie
Culturele antropologie en sociologie van de niet-westerse volken was het daarna ook niet helemaal. Ik richtte me bij die studie vooral op India, een blijvende interesse. Bij mijn doctoraalstudie, omgezwaaid naar westerse sociologie, kreeg ik mede door professor Goudsblom de smaak te pakken. Hij behandelde interessante boeken zoals
- The Sociological Tradition van R A Nisbet, een soort geschiedenis van de sociologie aan de hand van de grondleggers en
- The Sociological Imagination, een inspirerende kritiek op de sociologie van Charles Wright Mills, boeken die mijn blijvende belangstelling kregen.
De socioloog die met het meest aansprak was P A Sorokin, met name zijn boek Social and Cultural Dynamics: A Study of Change in Major Systems of Art, Truth, Ethics, Law and Social Relationships. Een veelomvattend encyclopedisch en systematisch overzichtswerk. Het plaatst diverse instituties in een kritisch, cyclisch en spiritueel ontwikkelingsperspectief. Het maakte ook indruk op mij, omdat hij ook oosterse beschavingen vergeleek met het ideële en idealistische cultuurtype, dat hij onderscheidde van het materialistische cultuurtype. Daarna probeerde ik zoveel mogelijk van hem te lezen: o.m. The Reconstruction of Humanity, The Crisis of Our Age en The Power of Love: Types, Factors and Methods of Moral Transformation, boeken die blijven inspireren.
De grondleggers van de sociologie Auguste Comte, Karl Marx, Emile Durkheim en Max Weber vond ik ook interessant.
- Van Marx vooral zijn vroege Economische en filosofische geschriften.
- Bij Durkheim trof mij vooral zijn artikel Het individualisme en de intellectuelen dat zijn persoonlijke spirituele visie weergeeft. Zijn Rules of Sociological Method vormde een basis voor mijn boek Bewustzijn als bewapening en mijn proefschrift over Collectief bewustzijn. Socialism and Saint-Simon heb ik besproken; het oorspronkelijke ‘utopische’ socialisme lijkt me een interessante stroming (zie CM 31).
- Bij Max Weber vond ik zijn interculturele visie in Sociology of Religion in het bijzonder interessant en zijn lezing Wissenschaft als Beruf, waarin hij zijn persoonlijke visie bevlogen weergeeft (zie CM 67 en 71).
Interessante overzichtswerken zijn
- Masters of Sociological Thought door Lewis Coser en
- Grootmeesters van de sociologie door M J de Jong en
- Hoofdfiguren van de sociologie (red. Rademaker en Bergman).
Daarin komen leven en werk van grote sociologen boeiend tot leven.
Het meest de moeite waard vond ik Norbert Elias (o.a. Het civilisatieproces), Jurgen Habermas (zie CM 74), Peter Berger (o.a.The Social Construction of Reality), George Herbert Mead (Mind, Self and Society), Thorstein Veblen (The Theory of the Leisure Class, een sociologische satire met literair gehalte) en Karl Mannheim (Man and Society in an Age of Reconstruction (zie CM 108).
Als bijvak volgde ik literatuurwetenschap, mede omdat ik Dostojevski en Tolstoi wilde lezen, daartoe aangemoedigd door het boek Existentialisme van William Barrett. De Gebroeders Karamazow had ik gekocht bij de Oudemanhuispoort. Het ism, met Oorlog en vrede van Tolstoi, mijn favoriete roman. Andere 19e eeuwse romans - het gekozen onderwerp van het bijvak - konden me minder boeien, alleen Wuthering Heights van Emily Brontë en De klokkenluider van de Notre Dame van Victor Hugo, dat weer aandacht kreeg na de brand aldaar. Als keuzevak deed ik andragogie. In overleg van prof T T Ten Have las ik o.m. Erich Fromm, De gezonde samenleving en Ernest Becker, Beyond Alienation. Beide waren een schot in de roos.
Boek en proefschrift
Enige tijd na mijn studie heb ik met een vriend een boek geschreven: Bewustzijn als bewapening (1982, in de tijd dat de kruisraketten de gemoederen beroerden). Daarin heb ik o.m. een aantal boeken besproken, zoals het werk van E F Schumacher, Emile Durkheim, B. Röling en verder onder meer
- P A Sorokin, The Reconstruction of Humanity
- Quincy Wright, A Study of War
- Carl Friedrich von Weizsäcker, Wege in der Gefaht: Eine Studie über Wirtschaft, gesellschaft und Kriegsverhütung / The Politics of Peril: Economics, Society and the Prevention of War
- Richard Barnet, Roots of wars over de buitenlandse politieke van de VS,
- Ernest Becker, Beyond Alienation en The Stucture of Evil
- Bart Landheer, Pause for Transition: An Analysis of the Relation between Man, Mind and Society, het vergeten hoofdwerk van deze opmerkelijke socioloog, met wie ik bevriend raakte na een bijdrage van hem op een symposium waarbij ik was betrokken. Wim Couwenberg, de voormalige hoofredacteur van Civis Mundi, kon zijn werk en zijn visie pas waarderen nadat hij mijn samenvatting had gelezen.
Het boek Bewustzijn als bewapening was een soort voorstudie voor mijn niet gepubliceerde proefschrift Collective Consciousness and Peace: A Sociolgical Study (University of Rajasthan, Jaipur. India, 1984). Daarin zijn natuurlijk ook een aantal interessante boeken verwerkt, ook van Indiase denkers zoals
- Sri Aurobindo, War and Self-determination en The Life Divine, en
- Swami Ranganathananda van de Ramakrishna Mission, die ik daar en in Nederland ontmoette, Science and Religion.
- verder is Autobiografie van een yogi door Paramahansa Yogananda vermeldenswaard en
- The Teachings of the Mystics door Walter Stace, een vergelijkende filosofische studie van mystiek, en
- Cosmic Consciousness door R M Bucke over de ervaring van verlichting of samadhi, waar veel Indiase geschriften aan zijn gewijd (zie CM 101).
Daarnaast kreeg door de dissertatie mijn interesse voor wetenschapsfilosofie een stimulans door boeken van Herman Koningsveld, Het verschijnsel wetenschap; Thomas Kuhn, De structuur van wetenschappelijke revoluties en Harry Kunneman red. Wetenschap en ideologiekritiek, met name de bijdragen van Paul Feyerabend.
Civis Mundi
Bij het schrijven van artikelen voor Civis Mundi zijn uiteraard ook veel interessante boeken gepasseerd waarvan er een aantal reeds zijn genoemd. Daarbij zijn de volgende toe te voegen. De belijdenisssen van Augustinus zijn beslist een filosofisch, literair en spiritueel meesterwerk dat zijn weerga nauwelijks kent. Het is buitengewoon persoonlijk, maar stijgt ook boven het persoonlijke uit om te reiken naar het goddelijke licht. Symposium is mijn favoriete dialoog van Plato over liefde op verschillende fysieke en spirituele niveaus. Een boekje over Mythen van Plato is ook zeer de moeite waard en beter leesbaar dan zijn vaak moeilijke dialogen. De biografie van Paul Scheffer van zijn grootvader Herman Wolf Alles doet mee aan de werkelijkheid inspireerde me om diens boeken te lezen en te bespreken: Onsterfelijkheid als wijsgerig probleem over reïncarnatie en postmortaal voortbestaan, en De ziel van het Oosten en de geest van Het Westen. Beschouwingen over Chinese en Indische wijsbegeerte en hun betekenis voor het Westen.(CM 80, 84,86). Zeer de moeite waard. Dit geldt ook voor Filosofie met de vlinderslag: De daoïstische levenskunst van Zhuangzi door Woei-Lien Chong. Het doet me soms denken aan het werk van mijn favoriete Perzische dichter Rumi, die niet onvermeld mag blijven.
Er zijn ook enkele boeken te noemen die ik heb vertaald
- samen met filosoof Harrie Pieron: Geschiedenis van de natuurkunde door L Motz en J H Weaver en
- samen met arts Janneke Segaar: Perfect Health / Balans in je leven door Deepak Chopra over de Indiase ayurvedische gezondheidsbenadering. Beide interessant, anders zou ik ze niet hebben vertaald.
- De Hymnen aan de nacht en de Geestelijk liederen van Novalis heb ik opnieuw vertaald, samen met Helena Bloem, van wie Duits haar moeders taal is. Het was een bijzondere ervaring dit hoogtepunt van de Romantische poëzie in het Nederlands opnieuw vorm te geven (zie CM 35 en 37).
Er zijn ook een aantal zorgwekkende boeken besproken wat betreft de gezondheidszorg, farmaceutische en agrochemische industrie, die het vermelden waard zijn:
- Trudy Dehue, Betere mensen: Over gezondheid als keuze en koopwaar (CM29 en 30);
- Peter Götzsche, Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad (CM35);
- C F van de Horst, Dodelijke leugens: Artsen en patiënten misleid (CM77,79);
- Marie-Monique Robin, De wereld volgens Monsanto: Van dioxine tot techgewassen, een multinational die het goed het u voorheeft;
- Carey Gilam, Giftig spul: Over het pesticide Roundup, kanker, Monsanto en corruptie (CM88). Het is stevige, om niet te zeggen onverteerbare, giftige kost.
Er zijn vast meer boeken geweest die indruk maakten, zoals
- Oosterse en westerse wijsbegeerte door P T Raju
- De boeken van Hans Laurentius, Zelfrealisatie en De vreugde van Verlichting gevolgd door
- Douwe Tiemersma, Non-dualiteit: de grenzenloze openheid en Naar de openheid over de Advaita Vedanta-filosofie, en
- Otto Duintjers, Onuitputtelijk is de waarheid en Rondom regels
- De zielenreis door Michael Newton, een grensverleggende onderzoek naar postmortaal voortbestaan;
- De verzamelde werken van de mystieke filosoof en theoloog Dionysius de Areopagiet
- de boeken van godsdiensthistorica Karen Armstrong.
- Edward Kelly, Irreducible Mind: Toward a Psychology of the 21th Century, een overzicht van onderzoek naar bewustzijn, automatismen, geheugen, genialiteit, bijna-doodervaringen en mystieke ervaringen.
Dit overzicht is niet compleet. Wat opvalt is dat er weinig fictie in staat. Het betreft vooral boeken die inzicht geven in de evolutie, de samenleving en het totaalverband met een interculturele filosofische en spirituele tendens. Het gaat om een omvattend evolutionair inzicht, dat perspectief biedt in de huidige crisis, die zich vroeger al aankondigde. Je kon de bui als het ware zien hangen als je goed keek, want hij hing er al lang. Sociologen en filosofen hadden hem al lang zien hangen. Het is nu zaak om het zonlicht van het inzicht te laten schijnen waarin de wolken kunnen oplossen.
Noten
1. Zie NRC 29 april, ‘Winnetou is terug: kan dit boek eigenlijk nog wel?’ https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/29/terug-naar-een-prairie-van-drukinkt-a4041811: “Onomwonden veroordeelt deze korte tekst – ondertekend met ‘de schrijver’, niet ‘Karl May’ – de verdrijving van de Noord-Amerikaanse indianen door Europese kolonisten: ‘Het land dat ze bewoonden was ontegenzeglijk van hen, het werd hun afgenomen [...] Van tijd tot tijd werden hun “eeuwige” rechten op “hun” territorium verleend, maar binnen de kortste keren werden ze daaruit weer verdreven [...] Men “kocht” hun land, maar betaalde of helemaal niet of met waardeloze spullen waar ze niets aan hadden.’ Als de oorspronkelijke bewoners voor hun rechten opkwamen, werd dat ‘beantwoord met kruit en kogels’, stelt de schrijver verder, en ondertussen werden de onafzienbare kuddes bizons waarvan ze leefden uitgedund. Dat is, in het eerste deel van de Winnetou-trilogie, een duidelijke stellingname; de Duitse schrijver Karl May (1842-1912) zag de zaken in 1893 scherp.” In de Volkskrant Boeken en Wetenschap van 22 mei staat dat “hij zich afzette tegen de uitwassen van het kolonialisme [en] “in zijn veroordeling van de systematische uitroeiing van de bizon betoont hij zich een ecostrijder avant la lettre.”
https://verkenjegeest.com/vijf-meest-invloedrijke-boeken-psychologie/