Civis Mundi Digitaal #111
Wat we van Bhutan kunnen leren
« Onze kracht danken we aan het feit dat wij klein zijn, » zei half april de minister van volksgezondheid van Bhutan, Dasho Dechen Wangmo, om het succes van haar land in de strijd tegen Covid-19 te verklaren. Dit kleine koninkrijk in de uitlopers van de Himalaya en ingeklemd tussen China en India heeft slechts 1190 besmettingen en 1 dode geregistreerd op zijn 750.000 inwoners. Een succes te danken aan het respect voor de beperkende gezondheidsmaatregelen – ook de zeer populaire competitie boogschieten werd opgeschort – en een bliksemsnelle vaccinatiecampagne. In april was al 63% van de bevolking gevaccineerd, waarmee Bhutan de Verenigde Staten en Israël overtreft. Verplegend personeel ging lopend of met een helikopter naar de hoogten in de Himalaya, waar tenten waren opgezet om als vaccinatiecentra te dienen voor de nomaden en de bewakers van kudden jaks. In de afgelegen regio Lingzhi gingen zelfs vier kluizenaars ermee akkoord om een kort moment hun meditatie te onderbreken om ingeënt te worden.
Een jaar geleden vreesden gezondheidsexperts het ergste voor Bhutan. Hoe zou een land met slechts één arts per 2200 inwoners, één enkele machine om Covid-testen uit te voeren en een grens, zo lek als een mandje, met India waar de pandemie op een verschrikkelijke manier huishoudt, een catastrofe kunnen vermijden? Nu, een jaar later, kan Bhutan als model dienen.
« Wat kunnen wij van dit succes leren, wij, de Verenigde Staten, die deze crisis zo slecht hebben aangepakt? », vroeg de wetenschapsjournaliste Madeline Drexler zich af in een lang artikel in het blad « The Atlantic ». Het land had zich beter voorbereid en de koning wist de crisis te bestrijden. Je zou eraan toe kunnen voegen dat Bhutan voordeel heeft weten te behalen uit zijn kleine omvang, allereerst door de profiteren van de rivaliteit tussen zijn beide machtige buurlanden India en China. Uit vrees dat Peking als eerste het land te hulp zou komen, heeft New Delhi er alles aan gedaan om Bhutan als eerste vaccins te sturen. India, dat zijn macht aan de rest van de wereld wilde tonen, heeft zoveel doses geëxporteerd dat het zelf nu een tekort heeft. Het kleine Bhutan heeft daarvan goed geprofiteerd.
Bhutan is niet alleen het koninkrijk van het door de koning uitgevonden « bruto nationaal geluk » in plaats van het bruto binnenlands product, maar zeker ook het koninkrijk dat geleerd heeft om gelukkig te zijn met zijn kleine omvang. Het kent geen arrogantie, geen streven naar macht. Welk staatshoofd op onze planeet durft openlijk trots te zijn om te behoren tot een miniatuurland? En dat is juist wat Zijne Majesteit Jigme Khesar Namgyel Wangchuck voor de studenten van de universiteit van Bhutan in 2015 verklaarde: « Als klein land kunnen wij veel doeltreffender, veel reactiever en veel besluitvaardiger zijn dan een grote natie ». Hij voegde daaraan zelfs toe dat het de mogelijkheid biedt om zich veel problemen te besparen, zoals de ontwikkeling van megapolen en van een ver van de burgers verwijderde technostructuur.
Gedurende de gezondheidscrisis ging de minister-president van Bhutan, een chirurg, onverdroten voort met het op zaterdag opereren en de boeren brachten levensmiddelen naar de functionarissen van het ministerie van volksgezondheid, die daar tot laat in de avond werkten. Waar in normale tijden een kleine omvang van de bevolking wellicht een verstikkende sociale controle tot gevolg kan hebben, bood deze tijdens de crisis een solidariteit zonder weerga.
« Men moet zich afvragen op welke wijze onze kleine omvang ons kan helpen om problemen op te lossen en andere uitdagingen aan te gaan, » schreef het serieuze dagblad van Bhutan « Kuensel » in een recent hoofdartikel. In Bhutan is het niet de belangrijkheid van de natie die telt, maar de harmonie. Het streven naar belangrijkheid, naar grootheid van een natie, doet alleen maar de ego’s steeds groter worden. Het boeddhistische koninkrijk is daarvan, kijkend naar het gedrag van zijn buren India en China, overtuigd. Bhutan geeft daarom de voorkeur aan geluk boven macht.
Geschreven op 2 juni 2021