Civis Mundi Digitaal #111
Vijftig zeer vooraanstaande wetenschappers bevestigen in een op 10 juni gepubliceerd rapport dat afzonderlijke oplossingen voor de biodiversiteitscrisis en de klimaatcrisis niet denkbaar zijn. Een stelling die ik zelf al bijna veertig jaar zonder enig succes heb uitgedragen, waarnaar niet geluisterd werd. Want ach, die Jan de Boer, die Jeremia van de twintigste eeuw, met zijn eindeloos gezeur over biodiversiteit en klimaatopwarming, en dan ook nog eens toenemende armoede… die beste jongen fantaseert maar wat. Helaas geeft dit rapport mij gelijk; ik had in het belang van de generaties na mij graag gewild dat ik ongelijk had.
« De klimaatverandering bedreigt steeds meer de natuur en de diensten die zij aan de volkeren biedt. Hoe meer de wereld opwarmt, hoe minder voedsel of drinkwater er in een talrijke regio’s voorhanden is. De veranderingen in de biodiversiteit tasten op hun beurt het klimaat aan, in het bijzonder door de impact op de cycli van koolstof en water. Een duurzame mondiale toekomst is heel misschien nog haalbaar, maar eist zeer radicale veranderingen, » aldus de klimatoloog Hans-Otto Pörtner, die een belangrijke wetenschappelijk rol bij de totstandkoming van dit rapport had. Dit rapport is de vrucht van de samenwerkende experts van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) en het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES).
De interacties tussen klimaat en biodiversiteit zijn al heel lang bekend, maar deze aspecten worden te vaak gescheiden behandeld, zowel bij onderzoek als in de overheidspolitiek. Aangezien er dit jaar of op zijn laatst in 2022 twee internationale conferenties over gehouden moeten worden (COP15 over de biodiversiteit in China en COP26 over het klimaat in Schotland), was het idee deze « aan te sporen tot een gezamenlijke strijd, om de medevoordelen voor het klimaat, de biodiversiteit en zeker ook de samenleving te maximaliseren », aldus de ecoloog Sandra Lavorel, werkzaam aan de universiteit van Grenoble en lid van het IPBES. Zij vervolgt: « Er is geen magische oplossing, niet voor het klimaat, niet voor de biodiversiteit. Een mogelijke oplossing van deze crises berust op een complexe mengeling van acties, vaak afhankelijk van de lokale context. »
Zo roepen de auteurs van het rapport onder meer op tot het stoppen van de verwoesting van ecosystemen die veel koolstof opslaan en een sterke biodiversiteit herbergen: bossen, vochtige gebieden, veenderijen, weilanden, savannen, mangroven, diepe wateren… Zij zijn bijvoorbeeld van oordeel dat het verminderen van ontbossing bij kan dragen aan het terugbrengen van broeikasgassen met een equivalent van 0,4 tot 5,8 miljard ton CO2 per jaar. De mondiale uitstoot door menselijke activiteiten bedraagt het equivalent van 59 miljard ton CO2. Ook het herstel van ecosystemen maakt deel uit van de « minst dure en gemakkelijkst uit te voeren oplossingen », lees ik in het rapport. De voordelen daarvan zijn talrijk: het opnieuw creëren van woongebieden voor dieren en planten, het tegengaan van overstromingen, het limiteren van bodemerosie, het garanderen van bestuiving voor ons voedsel… Begin juni hebben de Verenigde Naties de internationale gemeenschap opgeroepen om van nu tot aan 2030 een miljard hectare verslechterde grond te restaureren: een oppervlakte groter dan die van China. Beschermde zones moeten uitgebreid en beter beheerd worden. Waar deze nu 17% van het aardoppervlak en 8% van de oceanen beslaan, stelt het rapport 30 tot 50% als doel om onze planeet goed te kunnen beschermen.
Zeer beslissend, zowel tegen de klimaatontregeling als tegen de erosie van de biodiversiteit, is een noodzakelijke en grondige hervorming van het agrarisch systeem door de ontwikkeling van met name de agro-ecologie en de agro-bosbouw, en het diversifiëren van planten- en boomsoorten. Verder zou het verbeteren van het beheer van bebouwde gronden en weilanden door het niet verstoren van bodems en een vermindering van het gebruik van kunstmest volgens de experts de uitstoot van broeikasgassen met 3 tot 6 miljard ton terug kunnen brengen. De afspraken van het nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid gaan hiervoor bij lange na niet ver genoeg.
Waar mogelijk onderstrepen de wetenschappers mogelijke synergieën, maar zij waarschuwen ook voor bepaalde tegen klimaatverandering genomen maatregelen die zeer schadelijk zijn voor de biodiversiteit. Dat is bijvoorbeeld het geval met grote plantages van monoculturen op gronden die voorheen niet bebost waren en nu gebruikt worden voor het vangen en opslaan van CO2. Voorbeelden hiervan zijn de aanplant van pijnbomen in Nieuw-Zeeland en die van eucalyptus in de Cerrado in Zuid-Amerika. Paul Leadley, professor plantaardige ecofysiologie aan de universiteit Paris-Saclay en een van de auteurs van dit gezamenlijke rapport van het IPCC en het IPBES: « Het is echt tijd om heel duidelijk te laten weten dat grote plantages van monoculturen, met name van exotische soorten, niet goed zijn voor de biodiversiteit en ook niet goed zijn voor het klimaat, want zij zijn bijzonder kwetsbaar voor klimatologische wisselvalligheden en aanvallen van insecten. »
Het rapport interesseert zich ook voor de risico’s verbonden aan de massale ontwikkeling van bio-energie. Deze op grote schaal ingevoerde culturen, bestemd voor de productie van elektriciteit, warmte of brandstof – en dus niet voor voedsel – kunnen de energietransitie vergemakkelijken, maar riskeren spanningen inzake het gebruik van gronden, aantasting van de biodiversiteit en verhoging van de uitstoot van CO2 door de veranderingen van grondbewerking. Het gedetailleerde scenario van de AIE om in 2050 CO2-neutraliteit te kunnen bereiken, voorziet bijvoorbeeld een toename van bio-energie met 60%, hetgeen een toename van 25% betekent van aan deze culturen gewijde grond… geen goed scenario voor het klimaat en de biodiversiteit!
Los van alle verschillende soorten te ondernemen acties laat het rapport weten dat het absoluut noodzakelijk is om de uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteiten drastisch terug te brengen. Ana Maria Hernandez Salgar, voorzitter van het IPBES, laat mij weten dat « de aarde en de oceanen al heel wat doen: zij absorberen bijna 50% van de CO2 afkomstig van menselijke activiteiten, maar de natuur kan niet alles doen ». De wetenschappers roepen met name op om te stoppen met subsidies voor activiteiten die voor de biodiversiteit en het klimaat zeer schadelijk zijn: de productie van fossiele brandstoffen, ontbossing, etc. Ook adviseren ze om onze consumptie van dierlijke eiwitten fors terug te brengen, en om nog eens goed na te denken over de manier waarop rijkdom wordt berekend: die mag en moet niet alleen gebaseerd zijn op de groei van het bruto binnenlands product, en daarmee op ons economisch consumptiesysteem.
Het is een duidelijk rapport van vooraanstaande wetenschappers met de boodschap dat radicale maatregelen nodig zijn om de enige Aarde die wij hebben misschien nog een kans te geven om voor onze menselijke beschaving (of wat daar voor door mag gaan) een min of meer blijvend thuis te zijn. Radicale maatregelen die binnen tien jaar in werking moeten treden om het « point of no return » van de klimaatopwarming – rond de 2 graden opwarming in vergelijking met het pre-industriële tijdperk – te vermijden en een verdere verwoesting van ecosystemen en biodiversiteit te voorkomen. Het betekent een totale herziening van ons op oneindige groei gebaseerd economisch en consumptiesysteem… en dat binnen tien jaar. Waar het rapport niet over schrijft, is dat de ellende die de wereld nu over zich afroept met de klimaatopwarming en de verwoesting van ecosystemen en biodiversiteit met honderden miljoenen vluchtelingen door overstromingen, honger, drinkwatertekorten, etc. onherroepelijk leidt tot nieuwe epidemieën en oorlogen.
De vraag is of wij – politiek en samenlevingen – politiek, economisch en psychologisch in staat en bereid zijn deze radicale maatregelen binnen tien jaar te realiseren, waarbij ook nog gezegd moet worden dat de klimatologische veranderingen die nu en in de komende jaren plaats vinden, met alle beroerde gevolgen van dien, niet teruggedraaid kunnen worden. Eerlijk gezegd geloof ik daar niet meer in: wij hebben alle waarschuwingen van meer dan vijftig jaar geleden – « Grenzen aan de Groei » van Dennis Meadows (de Club van Rome) – en later steeds lachend in de wind geslagen. Wij zijn nu in alle opzichten te laat, naar mijn mening en die van anderen, waaronder Dominique Bourg en Dennis Meadows. Natuurlijk, zoals ik bijna veertig jaar geleden schreef: de mensheid zal het met de brandnetel wel overleven, maar de vraag is met hoeveel en onder welke condities. En daar maak ik mij geen illusies over.
Geschreven op 28 juni 2021