Vluchthaven Europa

Civis Mundi Digitaal #113

door Erik Jansen

Samenvatting van Bruno Latour, Waar kunnen we landen? Politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime, Octavo, 2018.

 

 

Bruno Latour stelt dat er drie grote wereldproblemen zijn die direct op elkaar inwerken: de ongelijkheid, de immigratie, en de klimaatcrisis. Met het tekenen van het Parijse klimaatakkoord weet iedereen nu dat voortgaande economische groei niet meer mogelijk is. Maar de politici hebben gekozen om het probleem nog even te parkeren om niet voor de kiezer uit te lopen, of net te doen of er nog technische oplossingen mogelijk zijn in de komende tien jaar om het tij te keren. De bevolking van de rijke landen ziet onder aanvoering van de populistische partijen liever de grenzen gesloten voor immigranten en hoopt dat de branden en overstromingen hun land voorbij zullen gaan. Ondertussen maakt de rest van de wereld, die ten gevolge van de armoede, droogte of oorlogen, weinig overlevingskansen meer heeft op eigen continent, zich op om de oversteek naar de VS en Europa te maken.

 

Mondialisering

Door de voortschrijdende technologische ontwikkelingen is er alleen nog een economisch front van industriële bedrijven dat zich autonoom voortbeweegt in de tijd en steeds meer grondstoffen, energie en aarde verbruikt. Het beweegt zich van het Lokale (de traditionele samenleving) naar het Globale (de moderne wereldomvattende cultuur). Waar vroeger ‘mondialisering’ nog een soort van verrijking betekende met andere culturen zoals het overnemen van gerechten uit de Thaise keuken of kleurpatronen uit Afrika, zorgt de globalisering ervoor dat er steeds meer één soort mondiale beschaving aan het ontstaan is, die zich in tot in alle hoeken van de aarde verspreidt. Waar mondialisering een verveelvoudiging van gezichtspunten zou betekenen, dat we meer variëteit registreren en rekening houden met meer mensen en culturen, daar leidt de globalisering tot een vermindering van alternatieve visies over het bestaan en de waarde van goederen. Alles bij elkaar lijkt het wel alsof je zicht op de wereld steeds beperkter wordt naarmate je mondialiseert!

Terwijl de uniforme beschaving steeds meer gedeeld wordt (of in ieder geval zichtbaar is op de smartphones all-over-the-world) weet iedereen dat we minstenswel drie aardes nodig hebben, als we iedereen een redelijk deel willen geven –. Wij staan dan voor de volgende vraag: blijven we dromen van ontsnapping of komen we in beweging om een territorium te vinden dat wij en onze kinderen kunnen bewonen? Ofwel we ontkennen het bestaan van het probleem, of wel we zoeken een plaats om te landen.

 

Ongelijkheid

In de jaren tachtig was er een kleine elite van wetenschappers, economen, intellectuelen en activisten die doorkregen dat er wat scheef was in de verhouding met de Aarde. Ondanks vele moeilijkheden slaagde deze voorhoede erin voldoende bewijs te vergaren voor de stelling dat die verhouding scheef was en dat de Aarde uiteindelijk ook zelf in verzet zou komen. Maar door de Modernen was het besluit genomen om deze signalen te negeren – de bodem hield zich immers nog koest! Maar we moeten veronderstellen dat de elites toen al donders goed hebben begrepen dat de waarschuwing gegrond was. Zowel bij Shell als bij Exxon was al lang bekend dat het gebruik van fossiele brandstoffen het klimaat zou opwarmen. Zij waren verlicht genoeg om het alarmsignaal op te vangen, maar niet verlicht genoeg om het resultaat ervan publiekelijk te delen. Integendeel, ze trokken er twee conclusies uit: Ja, die ommekeer zal duur moeten worden betaald, maar wij gaan er niet voor opdraaien dat mogen anderen doen. Ten tweede: die steeds minder betwistbare waarheid gaan we gewoon zo lang mogelijk glashard ontkennen. De conclusie is dat het volk zonder scrupules is verraden.

Het ontkennen van het probleem wordt vereenvoudigd door de ongelijke verdeling van de economische macht en rijkdom. Het lijkt erop dat de superrijken en de CEO’s van grote bedrijven het idee hebben dat ze aan de komende klimaatramp kunnen ontkomen met hun ‘gouden parachute’ waarmee ze naar Mars kunnen ontkomen als het hier te onleefbaar wordt. Maar praktisch gesproken, iedereen kan denken: die ene aarde ks voor ons en voor de rest van de wereldbevolking is er geen aarde meer. Zo hebben de kiezers van Trump wellicht het idee dat als we de VS afsluiten met een muur en ons terugtrekken uit de wereldpolitiek dat ze dan best nog wel een behoorlijk deel van die ene aarde kunnen bezitten, waar ze kunnen blijven dromen van hun American Way of Life. De Britten, ook beducht voor te veel Oost-Europese immigranten, hebben ook maar besloten zich terug te trekken op hun eiland en zich los te maken van Europa. Wij als Europeanen hebben weinig keus en zullen ons moeten instellen op miljoenen immigranten.

 

Waar te landen?

Gehechtheid aan de bodem, de voorliefde voor het lokale, de gehechtheid aan het land, wordt vanaf het begin van de modernisering gelezen als teken van een reactionaire grondhouding. Geen wonder dat de elites, die zoveel profijt hebben van de mondialisering en globalisering, maar moeilijk kunnen begrijpen waarom mensen die houvast, bescherming en geruststelling verwachten van hun traditie, cultuur of identiteit, zo overstuur zijn. Ze beschuldigen hen ervan te zwichten voor de lokroep van het ‘populisme’. Zoveel is zeker, de ‘reactionairen’ vergissen zich in de mondialisering, maar de ‘progressieven’ vergissen zich evenzeer in de reden waarom de gewone mensen zo aan hun zeden en gewoonten gehecht zijn. We moeten onder ogen zien wat letterlijk een probleem van dimensies, schaal en behuizing is: de planeet is veel te krap en te beperkt voor het Globale, maar te groot, veel en veel te groot, te complex, om opgesloten te blijven binnen de beperkte grenzen van welke lokaliteit ook, het Lokale. We worden allemaal twee keer ingehaald: door wat te groot is en door wat te klein is. Daarom heeft niemand een antwoord op de vraag: hoe vinden we bewoonbaar land.

Tegenover het dreigende gevaar heeft men besloten het niet onder ogen te zien, maar te vluchten. Sommigen trekken zich terug in de gouden kooi en gated communities van de 1%, anderen klampen zich vast aan de vaste grenzen, weer anderen ten slotte, de ellendigsten van allemaal, kiezen de migratie en de weg van de ballingschap. Diegenen die zich aan de vaste grenzen vastklampen vergeten dat de klimaatcrisis geen grenzen kent. We staan blootgesteld aan alle winden. Voor diegenen die zich aan het land binden, zal blijken dat het land onder water zal verdwijnen of dat door warmte en droogte er geen gewassen meer zullen groeien. De uitstoot van het ene land zal ook gevolgen hebben voor alle andere landen. Niemand zal zich kunnen verschuilen. 

De politiek van ontkenning voert niet langer naar een glorieuze toekomst van het Globale waar iedereen in welvaart zal leven, nee, het buigt af naar het Bodemloze. Strijd van allen tegen allen, en het oppompen van de laatste olie en gasvoorraden, tot de hele aarde onleefbaar geworden is. Eigenlijk is er helemaal geen toekomst, het moderniseringsfront zal tot stilstand komen. Maar ook het Lokale, de traditionele gemeenschappen waar de populisten naar terug willen, bestaat niet meer. Die situatie hebben we verlaten en er is geen weg terug. Miljoenen vluchtelingen uit economisch verliezende regio’s en regio’s die door de klimaatverandering onleefbaar worden, zullen op zoek gaan naar een nieuwe plek om te wonen, op zoek naar de gaten in de muur om de weinige plekken te bereiken waar de welvaart nog tijdelijk standhoudt.

 

Een verzoening tussen het Aardse en het Lokale

De groene partijen zijn blijven hinken op twee gedachten. Wanneer ze mobiliseren op milieukwesties dan worden ze bestreden door de traditionele partijen, die het naar eigen zeggen opnemen voor de mensen. Wanneer ze mobiliseren op ‘sociale kwesties’ dan maken ze zich overbodig, want andere partijen doen dit al. Na vijftig jaar groen activism wordt de ecologie nog steeds tegenover de economie geplaatst, de eisen van ontwikkeling tegenover die van de natuur, kwesties van sociale rechtvaardigheid tegenover de ontwikkeling van de levende wereld. Het is jammer dat de ecologische beweging niet het elan van het socialisme heeft kunnen overnemen, dat tot de jaren zestig krachtig was, maar daarna is gedoofd door de veranderende (productie)verhoudingen en  andere factoren.,

Om het hoofd te bieden aan deze verdeelde situatie, dienen we een gemeenschappelijke heroriëntatie te vinden. Hoe moeten we ons politiek opstellen als links-rechts aan betekenis verliest en het nu in de eerste plaats gaat om solidariteit en behoud van de aarde? Daarvoor is een nieuwe kaart nodig met nieuwe posities in het politieke landschap. Het gaat erom een verzoening te vinden tussen het Aardse, de dunne laag van de aarde waar het leven zich afspeelt, en het Lokale, de gehechtheid aan de eigen cultuur. Het Aardse verschilt van de aarde en natuur die door de eeuwen is gebruikt voor extractie van grondstoffen en energie. De wetenschap stelt zich tot nu toe op buiten de wereld en kijkt als het ware vanaf de ster Sirius naar de aarde, en genereert kennis om de natuur als grondstof te exploiteren. De wetenschap kan ons van alles zeggen over het heelal en over de fundamenten van de materie. Maar de dunne ‘Gaia’ schil rond het aardoppervlak met de complexe levens en klimaatprocessen is voor ons nog altijd voor een groot deel terra incognita en we zullen moeten achterhalen hoe de situatie feitelijk is en hoe we de achteruitgang kunnen keren.

De overleving zit in het zich keren tegen het Moderne en zich richten op het Aardse, waar ook het Lokale tot zijn recht kan komen. Dat vraagt andere vormen van markt, staat en democratie. We zullen ons in de eerste plaats moeten verhouden tot het Aardse. Hoe daar te komen?

Ten eerste zal de politiek zo moeten worden ingericht dat het Aardse ook een stem heeft, dat het niet als iets buiten onze samenleving wordt gezien maar als een integraal onderdeel van de samenleving met recht op bestaan [1].

Ten tweede zal de wetenschap zich meer moeten interesseren voor de mysteries van het leven.

Ten derde moeten we ons keren tegen een ontwikkeling waarin alle culturen versmelten tot een grijze moderniseringssoep waarin niemand zich meer kan herkennen. In die zin vormt de huidige mondialisering een verlies aan identiteit en is het Globale in dat opzicht ook helemaal niet meer zo nastrevenswaardig.

 

Europa

Bruno Latour zou zich ten slotte willen bekennen tot wat hij met enige aarzeling het Europese vaderland noemt [2]. Weliswaar staat Europa alleen, maar alleen Europa kan de draad van zijn eigen geschiedenis weer oppakken. Europa’s gebreken zijn ook zijn sterktes. Middels een verbijsterende hoeveelheid geknutsel en geknoei is de Europese Unie erin geslaagd de overlap, het gedeeltelijk samenvallen van nationale belangen te materialiseren.

Europa heeft zich eeuwenlang bezondigd aan imperialistische politiek en twee wereldoorlogen en heeft mede daardoor een natuurlijke terughoudendheid ontwikkeld om als wereldmacht op te treden, afgezien van verdeeldheid en andere redenen. Door eeuwenlang andere landen en continenten binnen te vallen en te koloniseren is Europa ook de meest passende plek om nu de miljoenen vluchtelingen uit die ontspoorde gebieden op te vangen. Het is alsof Europa met potentiële migranten een honderdjarig pact heeft gesloten: wij zijn naar jullie gekomen zonder jullie iets te vragen; jullie komen nu naar ons toe zonder ons iets te vragen. Gelijk oversteken.

Ten slotte beschikt Europa over een enorme cultuur. Het is een archipel van schitterende steden! Het is groter dan het Lokale en groot genoeg om de goede aspecten van de mondialisering in zich op te nemen. Het is bijna onvoorstelbaar: Europa heeft op alle mogelijke manieren de interne grenzen aan elkaar gebreid en weer losgetornd. Het eet al eeuwenlang het brood van de democratie. Het heeft meegedaan aan de globalisering maar toch haar verzorgingsstaten niet ontmanteld.

Ziezo, Europa pakt de draad van zijn geschiedenis weer op. Het heeft willen samenvallen met de hele wereld. Het heeft een eerste zelfmoordpoging gedaan. Toen een tweede. Die zijn bijna gelukt. Vervolgens heeft het gemeend aan de geschiedenis te kunnen ontsnappen door te schuilen onder Amerika’s paraplu. Maar die morele paraplu, tevens atoomparaplu, is inmiddels dichtgevouwen. Europa staat alleen, zonder beschermer. Het is precies het goede moment om weer toe te treden tot de geschiedenis, zonder daarbij over wereldheerschappij te fantaseren. Europa kan een van de vaderlanden worden voor allen die op zoek zijn naar een bodem. ‘Europeaan is wie Europeaan wil zijn’. Ik zou het mijn land – hun toevluchtsoord willen noemen.

 

Noten

[1] Bruno Latour, Oog in oog met Gaia. Acht lezingen over het Nieuwe Klimaatregime. Octavo, 2017.

[2] Bruno Latour, Vluchthaven Europa, In: De grote regressievijftien grote denkers over de geest van de tijd. Atlas Contact, 2017. Vertaling van: Die grosse Regression. Edition Suhrkamp. 2017.