Hoe oud is het universum?

Civis Mundi Digitaal #113

door Jan de Boer

In vroegere tijden discussieerde ik met mijn beste vriend, helaas veel te vroeg overleden, mijn « broertje » Jacques Sambrink, een begenadigd Fries musicus en fotograaf, over ons zonnestelsel, de negende planeet en het universum dat – zoals men vandaag de dag zegt – ongeveer 13 miljard jaar oud is. Om heel precies te zijn 13,7 miljard jaar. Maar ik besef nu dat deze precisie illusoir, denkbeeldig is. Erger nog, of beter: de zo aangekondigde kennis heeft alles van een trompe-l’œil, een bedrieglijke schijn, ja zelfs van een val waar wij intrappen. Zij doet ons in onze naïviteit geloven dat er een vertrekpunt, een oorsprong, een verschijning was gevolgd door een meetbare, uniforme en constante opeenvolging van momenten. Kortom, de kosmos is op een zekere dag begonnen en sindsdien is de tijd verstreken… tot aan vandaag.

Dit alles is fout, heb ik begrepen, is een drogreden, want er is geen uurwerk geweest dat op « tijdstip nul » is gaan lopen en nu nog loopt. Dat heeft ermee te maken dat het bestaan van de tijd zelf afhankelijk is van de toeschouwer en van zijn plaats, zoals Einstein met zijn relativiteitstheorie ons heeft laten weten. Deze veronderstelde leeftijd resulteert uit een serie hypotheses en berekeningen, maar in geen enkel geval uit observaties en ook niet uit een zekerheid van welke aard ook. Ik heb dus – net als jullie? – mijn naïeve hersenspinsels in moeten wisselen voor verbijstering en verwarring.

Marc Lachièze-Rey, een emeritus kosmologie-specialist inzake haar geschiedenis en haar relaties met filosofische concepten, liet mij allereerst weten dat de vraagstelling van de leeftijd van het universum zeer recent is. Onze verre voorouders in de Oudheid maakten zich druk over de beweging van de sterren, maar nooit over hun geboortedatum. Een dergelijke vraagstelling was totaal niet aan de orde, want de kosmos werd bij de Grieken bijna altijd beschouwd als eeuwig en ongeschapen. We moesten tot het jaar 1650 wachten tot de Anglicaanse bisschop James Ussher de geboortedatum van de kosmos bepaalde en vastlegde. Volgens de eerbiedwaardige prelaat, die de bijbel en zijn opvolgende geschriften doorvorste, was het in het jaar 4004 voor Christus op 23 oktober en om precies te zijn om 9 uur ‘s avonds dat de wereld het licht zag.

De moderne wetenschappelijke sage begint iets later met de « Principia » van Newton in 1687, daarna met de berekeningen van de paleontologen in de negentiende eeuw, en vooral met de verandering van het paradigma van de relativiteit die de theorieën van de Big Bang als gevolg had. Het is werkelijk zeer interessant om deze mentale revoluties te bestuderen en te volgen, met name daarbij ook de rol van de kanunnik-astronoom Georges Lemaître (1894-1966), één van de beslissende geleerden van het scenario van de expansie van het Universum en van zijn datering.

Het nut van het weten van dit alles is niet alleen het historisch maar ook het filosofisch karakter ervan. Want dat stelt ons in staat om te begrijpen dat op dit punt niets duidelijk is: de leeftijd van het Universum komt niet overeen met welke fysieke tijdsduur ook en refereert slechts aan de « kosmische tijd » die niet te meten valt en alleen berekend kan worden via theoretische modellen. De leeftijd van het Universum correspondeert dus in niets met feitelijkheid in de gebruikelijke betekenis van het woord. Deze tijd en deze « leeftijd » doen zelfs niet veronderstellen dat het Universum is begonnen…

Alles bij elkaar genomen zijn deze miljarden jaren nauwelijks meer dan het verplaatsen van lucht. En dan nog moeten we begrijpen waar deze wind vandaan komt en hoe hij blaast. Dat impliceert zeer wel het ter discussie stellen van concepten waar het moment en de eeuwigheid, de tijdsduur en het buiten de tijd zijn en verder alle paradoxen waarmee de tijd zich voedt, zich met elkaar confronteren en combineren. Het is al lang geleden dat de fysica, de natuurkunde, grotendeels een spel van ideeën is geworden…

Het is doodjammer dat ik mijn « bekering » wat betreft de duur van het Universum niet meer met Jacques Sambrink in nachtelijke samenspraken onder het genot van een goed glas wijn kan bediscussiëren. Ik ben er haast van overtuigd dat wij samen DE oplossing van het probleem in deze nachtelijke uurtjes zouden hebben gevonden. Het heeft helaas niet zo mogen zijn!

 

Geschreven in augustus 2021