Civis Mundi Digitaal #114
Peking en videogames
De Taliban aan het roer in Afghanistan
De Taliban geconfronteerd met geldgebrek
De ideologie van de Taliban
Wat de Taliban willen: de sociale verdwijning van de Afghaanse vrouw
Het in de steek laten van Afghanistan is een waarschuwing voor Oekraïne
Na het Amerikaanse debacle in Afghanistan zal Peking Washington testen inzake Taiwan
De veiligheid van Seoel en Tokyo na het Amerikaanse echec in Afghanistan
Spanningen tussen Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten
Peking en videogames
Wat te zeggen van een « oppas-staat » die kinderen verbiedt om doordeweeks videogames te spelen en die hun bedtijd bepaalt? Op 31 augustus heeft de Chinese regering besloten dat het voor kinderen verboden wordt om doordeweeks videogames spelen, en in het weekend mag dat voortaan niet meer dan drie uur. Lach niet te hard om deze maatregel van de totalitaire staat China, die maar al te graag via onverbiddelijke censuur de geesten formatteert. Deze Chinese beslissing zou een keerpunt kunnen zijn voor een belangrijk geworden industrie. De mondiale markt van videogames vertegenwoordigde in 2020 inkomsten ter hoogte van 300 miljard dollar (bron: Accenture), meer dan bioscopen en muziek samen. Men schat het aantal spelers op onze planeet op 2,7 miljard, waaronder 720 miljoen Chinezen. China is zo het land met verreweg de meeste spelers en heeft ook de grootste mondiale leider op dit gebied, Tencent: kampioen van media en communicatie, met zijn chat-app « WeChat », een mengsel van Facebook, Vivendi en Ubisoft. Tencent bezit en beheert twee topgames: « PUBG » en « Honor of Kings », die ieder 2,5 miljard dollar aan inkomsten hebben opgeleverd.
« Niet zo gek, » haastte Tencent te zeggen, om daarmee zijn instemming met de beslissing van Peking te betuigen, want met Xi Jinping valt niet te spotten. Ach, minderjarigen vertegenwoordigen slechts een minderheid van de spelers in China, ongeveer 15%, en nog minder wat betreft de inkomsten van Tencent. Maar ik las dat kenners het risico voor Tencent van het opdrogen van haar bron van nieuwe spelers zien. De dertigjarigen die voor de onderneming het meest profijtelijke reservoir vormen, beginnen ook al minder talrijk te worden.
Het probleem voor de industrie van videospelletjes is dat deze Chinese beslissing eigenlijk niet meer is dan een karikaturale uitdrukking van een in de hele wereld begonnen ongerustheid inzake de verslaafdheid van de allerjongsten aan deze maar al te vaak verwoestende praktijken. In 2019 classificeerde de Wereldgezondheidsorganisatie gameverslaving, « gaming disorder », als een echte ziekte, gegeven haar consequenties voor de gezondheid, scholing en socialisatie. Volgens onderzoeken betreft het hier slechts enkele procenten van de spelers, maar hun aantal is in het laatste decennium fors gestegen met de verspreiding van multiplayer games op smartphones.
Er wordt al heel lang over deze kwestie gesproken, maar de Chinese beslissing zou heel goed de bewustwording over dit probleem kunnen activeren. Te meer waar een toenemend aantal ouders er niet meer in slaagt om het gebruik van videogames door hun kinderen in de hand te houden als deze pubers worden en hun eigen smartphone bezitten. Deze kwestie dringt zich op bij de komst van elke nieuwe vooruitgang in de verspreiding van informatie, maar met digitale apparaten in elke broekzak en tas verschijnt er een nieuw probleem, waarvan de omvang bepaald wordt door sociale media en de bescherming van het privéleven. De « oppas-staat » heeft naar mijn mening zo nog een mooie toekomst in het vooruitzicht, niet alleen in China.
Geschreven in september 2021
De Taliban aan het roer in Afghanistan
De Taliban zijn aan het roer in Afghanistan, maar de vraag is aan welk roer. Om te proberen het rampzalige effect tegen te gaan van duizenden Afghanen die op de vlucht zijn en nog willen gaan, uit angst voor gewelddadigheden en de invoering van de meest conservatieve islam, hebben de Taliban een regering beloofd waarin ook de belangrijkste politieke en etnische krachten van het land vertegenwoordigd zijn. Om dit proces te versnellen hebben de belangrijkste leiders van de Taliban zich verenigd in de stad Kandahar, het historische centrum van de beweging, om daar de precieze inhoud van deze belofte te bepalen. De Talibanleiders hebben aan vertegenwoordigers van de Verenigde Naties verklaard dat het hier gaat om het bekrachtigen van de beslissingen van de hoogste religieuze leider van de beweging, de mollah Haibatullah Akhundzada. Deze bijeenkomst moet zich ook over de spanningen binnen de Taliban uitspreken, aangezien drie richtingen elkaar bestrijden. Geen eenvoudige zaak. De richting van Kandahar verenigt de voorstanders van de harde islamistische lijn die de opening naar andere politieke figuren in het land maximaal willen beperken.
De tweede richting is die van de mollah Baradar, mede-oprichter van de beweging en hoofd van de politieke commissie die met de Amerikanen onderhandelde over het terugtrekkingsverdrag dat op 29 februari 2020 in Doha (Qatar) werd ondertekend. Hij is voorstander van een brede opening met ook de vroegere president Hamid Karzai, de vroegere chef van de regering, Abdullah Abdullah, en de zoon van commandant Massoud die de Taliban bestreed in de vallei van de Panchir en in 2001 gedood werd. Baradar zou dan premier worden.
De derde richting wordt vertegenwoordigd door het islamistische netwerk Haqqani in het oosten van het land, waar het aan Pakistan grenst. De Haqqani zijn ware islamisten en goed getrainde militairen met contacten met groepen jihadisten. Maar het zijn ook goede zakenmensen, die willen dat het land openblijft om hun zaken voort te kunnen zetten.
Hoe dan ook, de Taliban zijn genoodzaakt de drie richtingen op één lijn te krijgen. Eén van de rechterhanden van Barradar, de mollah Mohammad Abbas Stanekzai, vatte deze absolute prioriteit van de komende dagen samen in de zin: « Wij moeten erin slagen een regering te vormen die zowel binnenlands alsook in het buitenland geaccepteerd wordt ». De Taliban zitten in de klem. Zij hangen af van de wil van met name de Verenigde Staten, die nog maar net uit het land vertrokken zijn onder niet zo prettige omstandigheden, om weer geld, dat nu bevroren is opnieuw in de Afghaanse economie te injecteren. Hetzelfde geldt voor andere noodzakelijke internationale financiële steun van diverse landen, het IMF, etc., terwijl zij ook de bedreiging van Daesh moeten weerstaan, waarvan de leiders hebben beloofd hun aanvallen op de nieuwe leiders van het land voort te zetten.
De Taliban zitten stevig in de klem: een nationale, ook door het buitenland erkende regering, die een gematigd islamitisch beleid voert, is op korte termijn noodzakelijk, willen de Taliban hun leiderschap in Afghanistan waar kunnen maken. Of dat ook echt lukt? Of zal het schone schijn zijn, en gaat het gezegde van de Romeinse satiricus Gaius Petronius ook hier weer op: « Mundus vult decipi » oftewel: de wereld wil bedrogen worden. Ik ben daar haast zeker van!
Geschreven in september 2021
De Taliban geconfronteerd met geldgebrek
Hoe lang kan Afghanistan het uithouden met een bijna geheel bevroren financieel systeem? Eén voor één drogen de internationale financieringsbronnen van Afghanistan op. De internationale hulp, die 42% van het bruto binnenlands product (BBP) uitmaakt, is grotendeels opgeschort, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft zijn overboekingen bevroren en de Amerikaanse autoriteiten hebben overboekingen van dollars geblokkeerd.
Het land ontving tot nu toe iedere week een grote lading dollars, vervoerd vanuit de Verenigde Staten en afkomstig van de reserves van de centrale bank van Afghanistan, de DAB, wiens waarnemend gouverneur Ajmal Ahmady op 15 augustus het land is ontvlucht. Op 13 augustus, even voor de val van Kabul, hield de Amerikaanse regering de laatste zending met verzegelde pallets vol met de groene biljetten tegen. Deze dollars zijn evenwel essentieel voor het functioneren van de Afghaanse economie. Iedere week organiseert de centrale bank een verkoop bij opbod van dollars tegen Afghanis, de lokale munt. Wisselbureaus uit het hele land gaan daarheen om zich te bevoorraden. Het Amerikaanse geld wordt dan verzonden naar de provincies, en dient daar om de handel met buurlanden te financieren en om het spaargeld van de allerrijkste inwoners niet te hoeven aanspreken.
Hoe lang kan Afghanistan overleven zonder deze manna, dit « hemelse voedsel »? Ik denk zeker een paar weken. Zonder dollars blijft een groot deel van de in hoofdzaak informele economie voortduren. Maar het is als het gooien van zand tussen de raderen van de economie: dan loopt hij al gauw vast. Een andere geldbron waarop Afghanistan met smart wacht, is het geld van het IMF. Dat keurde een steunpakket van 450 miljoen dollar goed. De overboeking zou in principe maandag 23 augustus plaatsvinden, maar ook deze werd bevroren. « Er is een gebrek aan helderheid in de internationale gemeenschap over de erkenning van de regering in Afghanistan, en als gevolg daarvan heeft het land geen toegang tot de bronnen van het IMF, » aldus het Fonds.
De andere grote bron die opdroogt, is die van de internationale hulp. Wat dat betreft is de positie van de Westerse landen toch wat dubbelzinnig. Duitsland, dat dit jaar 430 miljoen euro zou overmaken, heeft de opschorting van haar hulp aangekondigd, maar niet de annulering ervan. De reden: hulptegoeden zijn het laatste middel waarover de internationale gemeenschap beschikt tegenover de Taliban. Dit geld is een pressiemiddel om te proberen hun gewelddadigheden in te perken. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken zei het met de volgende woorden: « De sancties worden niet opgeheven, de Taliban zullen niet kunnen reizen, als zij niet de basisrechten van het Afghaanse volk respecteren of als zij weer beginnen met het ondersteunen en verwelkomen van terroristen ». Ik ben evenwel van mening dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen ontwikkelingshulp en dringende humanitaire hulp, die de bevolking zonder enige twijfel snel nodig heeft. De Verenigde Naties zouden bijvoorbeeld een humanitaire corridor in kunnen stellen, om te vermijden dat dit wordt vermengd met internationale schenkingen voor ontwikkeling van het land.
De Taliban zijn evenwel niet geheel geïsoleerd. China en mogelijk ook Rusland kunnen hen te hulp schieten, blij om te kunnen interveniëren waar het Westen zich terugtrekt. Hun belangen daarbij zijn het voorkomen van islamitisch terrorisme op hun grondgebieden vanuit Afghanistan (derhalve geen vrijblijvende steun voor de Taliban), en voor China ook grondstoffen, bijvoorbeeld hulp bij de verdere ontwikkeling en financiering van een gigantische kopermijn: koper is een metaal waar mondiaal een groot tekort aan is. De nieuwe meesters van Kabul zouden ook kunnen proberen de hand te leggen op de reserves van de Centrale Afghaanse Bank (DAB), die 9,5 miljard bedragen. Maar ook wat dat betreft is verreweg het grootste deel in bewaring gegeven in het buitenland, met name bij de Federal Reserve van New York en bij de Wereldbank. Volgens haar laatste jaarlijkse balans bezat de DAB 1,25 miljard dollar aan goud in New York, meer dan 3 miljard dollar in bewaring gegeven bij buitenlandse banken en meer dan 4 miljard aan Amerikaanse staatsobligaties. Al dit geld is bevroren. Het enige wat overblijft is een geringe hoeveelheid deviezen en goud in de brandkasten van de DAB in Kabul ter waarde van 0,1% of 0,2% van de internationale reserves.
Natuurlijk hebben de Taliban ook eigen geldbronnen, voornamelijk de heroïnehandel en de « belasting », pure afpersing, van 10% die de lokale middenstand is opgelegd. Maar deskundigen menen dat het geld uit deze bronnen vooral dient voor hun oorlogsinspanningen, en absoluut onvoldoende is om een staat draaiende te houden. In de huidige omstandigheden heeft Afghanistan derhalve alles om heel snel een failliete staat te worden.
Geschreven in augustus 2021
De ideologie van de Taliban
Hoe meer dagen er voorbij gaan, hoe minder hoop dat de Taliban zich bekeert tot de deugden van een gematigde politiek. Maar toch is het niet geheel uitgesloten dat de nieuwe meesters van Afghanistan een zeker politiek pragmatisme blijven tonen, met uitzondering van hun religie. Voor een beter begrip van de Taliban hier een artikeltje over hun ideologie.
De Taliban behoren tot een zeer specifieke dogmatische stroming in de islam, waarop ze zich vanaf de oprichting van hun beweging in 1994 steeds beroepen. Puritanisme, een letterlijke uitleg van de Koran, en een absolute « imitatie » van de Profeet; en dat in de kleinste details, zoals de lengte van zowel de baard als de broek.
Het is gebruikelijk de term « islamisten » te gebruiken om hen, de « religieuze studenten », aan te duiden tijdens hun eerste machtsperiode (1996-2001). Maar deze term is toch te algemeen om de visie weer te geven van de Talibanleiders, allen religieuzen die gestudeerd hebben aan de « madrasas », de Koranscholen in Pakistan. De vijanden van de Taliban, sinds het einde van de communistische periode en de inname van Kabul door de strijders van de befaamde commandant Ahmed Chah Massoud in 1992, waren ook « islamisten ». De belangrijkste partijen van het Afghaanse verzet tegen de bezetting door de Sovjet-Unie (1979-1989) behoorden tot de moderne stromingen van de politieke islam, om te beginnen met de in 1928 in Egypte geboren Mohammedaanse Broederschap. Het is dus onvoldoende of te vaag om de Taliban als « islamisten » te kwalificeren. Men moet rekening houden met de religieuze ideologie van de « religieuze studenten » en hun conceptie van de sharia, de islamitische wet.
De Taliban zijn beïnvloed door de in 1867 in het noorden van Brits-Indië gestichte Koranschool « Deobandi » en door het wahhabisme: de officiële vorm van de islam in Saoedi-Arabië. De Koranschool Deobandi vertegenwoordigt een hervormingsgezinde beweging die bij de mohammedanen in India een strenge versie van de religie propageerde. Het betrof het « reinigen » van de van het goede pad afgeweken islam en de terugkeer naar de oorsprong van de religie. Deze ideologie van de stichters van de school was niet vrij van achterliggende gedachten: de school werd gesticht na de eerste grote antikoloniale opstand in India. De ophemelaars van het « deobandisme » hadden een dubbel doel, religieus en politiek. Streng en puriteins kende deze school ook haar paradoxen: in de eerste jaren van haar onderwijs stond zij open voor een religieuze dialoog met hindoes en christenen en stelde zij de eenheid van het volk van India boven hun religieuze bijzonderheden. Bijna anderhalve eeuw later, in de jaren 1990, werd bij de Taliban alles wat bij kon dragen aan deze theologische en intellectuele uitwisseling totaal uitgewist. Elke mogelijkheid voor een gesprek werd gezien als ketterij (bron: « Taliban: militant Islam, Oil and Fundamentalism in Central Asia », Yale University Press, 2000). Het is een terugkeer naar de letterlijke lezing van de oorspronkelijke teksten van de Koranschool Deobandi.
Dit puritanisme vond een goed onthaal bij de miljoenen Afghaanse vluchtelingen die onder beroerde omstandigheden in Pakistaanse vluchtelingenkampen leefden sinds de inval van de Sovjet-troepen in 1979. Geïndoctrineerd door de leiders van de Pakistaanse fundamentalistische partij Jamiat Ulema-e-Islami (JUI), waarvan de religieuze ideologie verwant is aan die van de deobandis van de vorige eeuw, maar ook aan die van de Saoedische Wahhabistische predikers (die ook een retour naar de wortels van de islam propageren), werden de jonge vluchtelingen aangetrokken door het Talibaanse project. Zij waren met nog veel meer toen de partijen van de vroegere anti-sovjet jihad zich onderling afscheidden in Kabul. De Afghanen hadden meer dan genoeg van de bloederige twisten tussen de in oorlogsleiders veranderde moedjahedien, die onderling het klatergoud van het post-communistische Afghanistan betwistten.
Heel veel Afghanen verwelkomden zo de Taliban als ware redders toen deze zich in 1996 meester maakten van Kabul met de slogan « Er is maar één God en Mohammed is zijn profeet ». De Taliban privilegieerden een fundamentalistische interpretatie van de islam, beschouwden de « ijtihad », de mogelijkheid van een uitleg van de Koran als een anathema, een banvloek, en verboden iedere rol van vrouwen in de publieke ruimte.
Misschien nog verwonderlijker is het aspect « sociale hervorming » van de Taliban boven de theologische en religieuze dimensie. De « bevrijde » religieuze studenten uit de vluchtelingenkampen, afkomstig van de belangrijkste etnische groep, de Pashtun, gingen de Afghanen een nationaal project opleggen dat als doel had de tribale verschillen te overbruggen. De « Pashtunwali » is het gewoonterecht van de Pashtun, een morele en legale erecode die kwesties van gastvrijheid, rechtvaardigheid, wraak en ook de « bescherming » en de « eer » van vrouwen regelt, die in het traditionele Afghanistan tot handelswaar zijn teruggebracht vanaf het moment dat er sprake is van een huwelijk.
Waar de Taliban zich in de tribale Pashtun maatschappij vestigden, waren zij « in strijd met de tribale Pashtun structuren », namen ze « de tribale traditionele instituties in de tang en vervingen ze de « jirgas » (de vergadering van de ouden) door de « chouras » die de mollahs verenigen ». (bron: « Understanding the Taliban and insurgency in Afghanistan » T.H. Johnson en M.C.Mason, Orbis, vol 51, nr 1, 2007). Hun interpretatie van de Koran is regelmatig in strijd met de gebruikelijke Pashtun-code, de Pashtunwali, bijvoorbeeld wat betreft het erfrecht van vrouwen. Geobsedeerd door het lichaam van vrouwen, het extreme puritanisme en het nationale trans-etnische project voor een nieuw Afghanistan, hebben de Taliban geen andere theologische horizon dan die van een zeer precieze « imitatie » van de Profeet: de enige religieuze referentie waarop de sokkel van hun visie op de wereld berust. En ik garandeer de lezers dat dat nooit verandert!
Geschreven in september 2021
Wat de Taliban willen: de sociale verdwijning van de Afghaanse vrouw
Ik schreef eerder al een artikeltje gewijd aan de ideologische achtergrond van de Taliban. Als vervolg daarop een artikel over de nieuwe heersers van Kabul, die niet alleen de « sociologische uitsluiting » van vrouwen nastreeft, maar ook de « verdwijning van hun geslachtsidentiteit » in de officiële collectieve verbeelding. Ik schreef dit artikel met dank aan de antropologe Véronique Nahoum-Grappe.
Zarifa Ghafari, de eerste vrouwelijke Afghaanse burgemeester, verklaarde op 4 september in « Figaro Madame » dat de Taliban « proberen de identiteit van de vrouwen te laten verdwijnen, hen uit de maatschappij te laten verdwijnen. Zij bedekken zelfs hun gezichten op affiches op muren. Zij weigeren dat vrouwen werken, studeren en uitgaan ». Zij definieert wat de Taliban met de Afghaanse vrouwen probeert te doen: hen uitsluiten van elk onderwijs en betaald werk, en hun beeld overal in de publieke ruimte elimineren. Verjaagd uit de sociale instituties, moeten ze ook uit de wereld buitenshuis verjaagd worden en als vrouw niet op straat herkend worden. Deze macht beoogt dus een dubbele verdwijning van vrouwen in de maatschappij: aan een effectieve sociologische buitensluiting wordt een poging tot verdwijning van hun geslachtsidentiteit in de officiële collectieve verbeelding toegevoegd. De middelen voor deze dubbele sociale uitsluiting zijn een drastisch autonomieverlies niet alleen op straat, maar ook in de rest van hun leven, met het verbod op het celibaat, met de verdwijning in de publieke ruimte van alle zichtbaarheid van vrouwelijke lichamen en gezichten dank zij het totaal ondoorschijnend en ontmenselijkend gewaad en de gedwongen afzondering in de familiale privésfeer.
Het is onmogelijk geworden voor vrouwen om zich in de publieke ruimte vrij te kunnen bewegen en anderen aan te kijken met onbedekt gezicht, want zij mogen niet meer in de gemeenschappelijke buitenwereld gezien worden – waar men overigens wel geboren wordt, leeft en sterft, waar men werkt en waar men, soms, stemt. Zelfgekozen eenzaamheid is ook verboden: elke vrouw moet een bewaker, een man aan haar zijde hebben, wat een idiote ontkenning van het volwassen bestaan van vrouwen is. Zeker zij gebruiken listen om hieraan te ontkomen, maar de strikval van traditionele religieuze geloven doet ook de instemming van vrouwen met deze situatie ontstaan, vooral op het platteland, en met name wat betreft de huwelijksnoodzaak van hun dochters, zodat zij beschermd zijn. Vergeet daarbij niet de terreur van de islamitische wet, de sharia. Langzaam maar zeker verdwijnen de Afghaanse vrouwen uit de sleutelsectoren van de economie en worden zij ver gehouden van alle technische en theoretische kennis. Zij worden dus niet alleen verjaagd uit de fysieke buitenwereld, maar zelfs uit het functioneren van hun eigen sociale wereld.
Met de boerka verwordt het vrouwelijke lichaam tot een ding, en het verbergt haar silhouet: er blijft slechts een rechthoekig blok over, zonder stem en zonder gezicht. Het uitwissen van lichaamsvormen is het ontkennen van het leven in het algemeen, waarop elk persoonlijk leven haar stempel drukt. Het verhinderen van zelfs de meest vluchtige oogontmoetingen op straat is het verwoesten van de uitbundige schoonheid die de diversiteit van menselijke aanwezigheid met zich brengt.
Hetzelfde geldt voor het verbieden van muziek door de Taliban. Het is een onbeschrijfelijke verarming wanneer er geen mogelijkheden meer bestaan om je vreugde en je verdriet te kunnen bezingen, om door muziek menselijke emoties te beleven waarvoor de taal geen expressiemogelijkheden biedt. Het is meer dan zomaar een verbod van de Taliban, voor wie alles wat echt leven onmogelijk maakt, een bewijs van deugd is. Het verbieden van muziek is een misdaad tegen de schoonheid en het beleven van het leven.
De karikaturale terugkomst van deze harde religieuze versie van politieke mannelijke dominantie doet mij specifieke misdaden definiëren die de Taliban tegen vrouwen plegen. Het betreft niet alleen reactionaire schendingen van fundamentele mensenrechten, maar ook een bijzondere poging om ze uit het sociale domein te verdrijven, een soort symbolische verdelging met gedwongen verbanning achter de muren van de privéruimte; vrouwen hebben in deze visie vanaf hun geboorte inferieur sociaal statuut. Vrouwen zijn altijd schuldig aan het vrouw-zijn, hun lichamelijke identiteit wordt officieel als satanswerk afgeschilderd. Maar het is natuurlijk onmogelijk om alle vrouwen fysiek uit te roeien, want de Taliban zijn verplicht hen te bewaren om zonen op de wereld te zetten en zich in huis af te beulen. Omdat de Taliban ze niet allemaal kunnen laten verdwijnen, blijft de obscene ontkenning van hun zichtbare bestaan over: zo laten de Taliban zien dat vrouwen in feite niet meer bestaan.
In de loop van de tijd komen vrouwen steeds vaker in een slechte gezondheidssituatie terecht: het tekort op lange termijn van vitamine D, de consequentie van de bedekking van elke vierkante centimeter huid buitenshuis, voegt zich bij de verwoestende effecten van veelvuldige gezondheidsproblemen door hun uitputtende opgesloten bestaan. De sterftecijfers van vrouwen bij de bevalling exploderen. Het vrijwel niet bestaande gezondheidssysteem, vooral voor vrouwen die gedwongen binnenshuis leven, doet het gesloten familiehuis veranderen in een plaats van frustratie en wrok bij alle Afghanen, vrouwen en mannen van iedere leeftijd, maar wel in een kader dat alle macht bij de mannen in de familie legt. De vrouwen ondergaan de verwoestende en perverse effecten van een vorm van familiale intimiteit waar voortdurende systemische onrechtvaardigheid op alle niveaus hun dagelijks leven ondermijnt. Sociale en familiale onrechtvaardigheden, verergerd door een potentiële dimensie van seksueel sadisme waarvan zij maar al te vaak de slachtoffer zijn. Onrechtvaardigheden tegen de meisjes en vrouwen van de familie, soms zelfs begaan door hun eigen zonen – voor wie ze toch door het vuur gaan. Vandaar deze bijzonder tragische verscheuring van de vrouwelijke positie binnen een familie waar een masculiene dominantie heerst, geheiligd door het geloof en geïnstitutionaliseerd door de politiek.
De condities van het disfunctioneren binnen de gesloten familiale ruimte worden omvangrijker en keren zich automatisch tegen de Afghaanse vrouwen. De geforceerde opsluiting in de privéruimte kan zo veranderen in een verschrikkelijke valstrik, waar wat een plaats van troost zou moeten zijn, verandert in een infernale cyclus van de ergste misdaden begaan tegen vrouwen door mannen, echtgenoten en zonen, vaders, moeders en vaak schoonmoeders in het kader van een absolute straffeloosheid, want alle schuld van de misdaad wordt bij het slachtoffer gelegd.
De Afghaanse vrouwen zijn sterk en intelligent en zullen er alles aan doen om weerstand te bieden, en 2021 is geen 1996: ze zijn al begonnen met grote historische manifestaties. En digitale communicatie biedt contact met de buitenwereld. Gelukkig zijn er nu ook Afghaanse mannen die met gevaar voor eigen leven de vrouwen steunen en samen met hen weerstand bieden aan de Taliban. De vraag is wel hoe lang deze weerstand kan duren bij toenemend geweld door de Taliban.
Met het staatsracisme van Afghanistan is er sprake van een misdaad tegen de mensheid. Wanneer de Westerse landen daar in hun contacten met de Taliban niet met woord en vooral ook daad tegen optreden, zijn zij mede verantwoordelijk voor deze misdaad!
Geschreven in september 2021
Het in de steek laten van Afghanistan is een waarschuwing voor Oekraïne
Op maandag 24 augustus nam een honderdtal vliegtuigen en helikopters, tanks, raketlanceerinstallaties en 5000 soldaten deel aan het defilé in Kiev ter herdenking van de dertigste verjaardag van de onafhankelijkheid van de Oekraïne. Het is een symbolische viering voor deze vroegere Sovjetrepubliek, die nu al zeven jaar in oorlog voert in de Donbass tegen door Rusland gesteunde separatisten. Dertig jaar na de val van de Sovjet-Unie blijft de Oekraïne aan de deur kloppen van de Europese Unie en de NAVO, in de hoop te ontsnappen aan de greep van Rusland. In juli verklaarde de Russische president Poetin nog in een lange tekst over de « historische eenheid » van beide landen dat de Russen en de Oekraïners « één volk » vormen. Oekraïne is dus gewaarschuwd.
Gegeven de dreiging van hun « vroegere broer », die nu hun vijand is geworden, rekende Kiev op de aanwezigheid van buitenlandse leiders tijdens de onafhankelijkheidsviering, om zo het bewijs te leveren dat de Oekraïne kan rekenen op hun steun. En inderdaad waren er verschillende aanwezig, waaronder de Poolse president Andrzej Duda, de Franse minister van buitenlandse zaken Jean-Yves Le Drian, de Amerikaanse minister van energie Jennifer Granholm… De avond tevoren waren buitenlandse vertegenwoordigers aanwezig op het eerste speciale forum georganiseerd voor de oproep aan Rusland om een einde te maken aan de bezetting van het schiereiland de Krim, dat het in 2014 heeft geannexeerd. Des duivels oefende het Kremlin druk uit op verschillende landen om niet naar die protestdag te gaan. Bij mijn weten gaf alleen Azerbeidzjan aan deze druk toe. Ondanks de afwezigheid van Joe Biden en Angela Merkel, die zich door ministers lieten vertegenwoordigen, werd de balans van dit forum, dat een « consultatief en coördinatiecentrum » moet worden om de Krim weer bij de Oekraïne te krijgen, als bemoedigend beoordeeld. De steun van de bondgenoten van Kiev bij deze twee symbolische gebeurtenissen was overigens niet van dien aard dat de Oekraïners volledig gerustgesteld waren. Sinds enige maanden voelden zij dat deze onvoorwaardelijke steun in de Verenigde Staten en in Europa gevaarlijk wankelde. Het Frans-Duitse voorstel om de dialoog met Moskou met een topontmoeting van de EU-27 met de Russische president weer nieuw leven in te blazen, verraste Oekraïne op onaangename wijze. Het project werd afgeblazen door tegenstand van de rest van Europa, maar het liet een bittere smaak achter.
Een maand eerder hadden de Verenigde Staten hun strategische partner Oekraïne al een koude douche bezorgd door tegen alle verwachtingen in geen sancties op te leggen aan de belangrijkste figuren van « Nord Stream 2 », de gasleiding die Rusland met Duitsland verbindt via de Baltische Zee, om zo Oekraïne te vermijden. Deze gasleiding wordt door Kiev beleefd als verraad; de Oekraïense autoriteiten waarschuwen al jarenlang voor het « uiterst ernstige » economische en veiligheidsgevaar dat deze gasleiding voor het land betekent.
De Verenigde Staten hopen een pragmatische en stabiele relatie met Rusland aan te knopen na de turbulente tijden van Donald Trump. Zij willen ook goede betrekkingen met « key partner » Duitsland. Dat land is zelf een partner van Rusland in het « Nord Stream 2 » project; de pijpleiding is al voor 95% klaar, maar Rusland heeft Duitsland nodig om Europa over te halen tot een harde lijn tegenover China. Hun beslissing om hun troepen uit Afghanistan terug te trekken na twintig jaar aanwezigheid en 2000 miljard dollar aan kosten, klinkt ook als een waarschuwing voor de Oekraïne: de steun van de Verenigde Staten is niet eeuwig en onvoorwaardelijk; het Amerikaans nationaal belang bepaalt alles.
Maar Afghanistan is geen Oekraïne, dat voor de Verenigde Staten een troefkaart tegenover Rusland is. Zij hebben er geen belang bij om het land in de steek te laten: dat zou door Moskou als een bewijs van zwakheid worden uitgelegd, zo wordt gedacht. Maar zoals de jonge Oekraïense president Zelensky, een vroegere acteur en volkomen nieuw in de politiek, begint te begrijpen, zal Washington geen confrontatie met Rusland aangaan als dat tegen haar eigen belangen is. Amerikaanse beslissingen kunnen derhalve ongunstig voor de Oekraïne uitvallen.
Het is op alle fronten « America first », en dat moet ook voor Europese landen reden zijn om de Europese Unie te versterken: eenheid maakt macht.
Geschreven in september 2021
Na het Amerikaanse debacle in Afghanistan zal Peking Washington testen inzake Taiwan
Een supersnelle overwinning van de Taliban na de aankondiging van het terugtrekken van de Amerikaanse troepen, een levensgevaarlijke chaos bij de evacuaties vanaf het vliegveld van Kabul: een mooie gelegenheid voor China om de onomkeerbare neergang van de Verenigde Staten in haar toespraken te verkondigen. Met Taiwan in het vizier is de bekende boodschap, die in het tumult van de Afghaanse actualiteit sterker dan ooit weerklinkt, dat de Amerikaanse vastbeslotenheid om Taiwan te beschermen tegen Chinese annexatie aan onvermijdelijke erosie onderhevig is.
De Chinese leiders werken zeer methodisch aan een zo’n einde. Het is zeker dat zij Afghanistan zien als een teken van verzwakking van de Verenigde Staten. Maar hoewel het echec van interventies om de democratie te bevorderen voor China voortreffelijk nieuws is, moet zij daaruit dan ook de conclusie trekken dat de Verenigde Staten bestaande democratieën niet zullen verdedigen? Het betreft hier zeer verschillende zaken. Het is naar mijn overtuiging veel waarschijnlijker dat deze terugtocht uit Afghanistan door China beoordeeld wordt als een Amerikaanse herijking, als het uitzetten van een nieuwe koers richting beperktere en realistischer defensieve doelen.
De terugtocht uit Afghanistan bevrijdt bronnen die ingezet moeten worden bij de defensie van de status quo in de wateren van Azië, met name in de zeestraat van Taiwan, waar de Chinees-Amerikaanse competitie een hoogtepunt vindt. De regeringen van Trump en Biden hebben de defensieve samenwerking met Taiwan al bevrijd van een aantal knelpunten uit het verleden. Het eerste succes van de regering-Biden wat betreft het dossier Taiwan is de samenwerking met Japan. Voor het eerst is onder de regering van Yoshihide Suga de derde wereldmacht Japan bereid om mee te werken aan het veiligheidsevenwicht in de Straat van Taiwan. China houdt deze samenwerking tussen Japan, Taiwan en de Verenigde Staten nauwlettend in de gaten. Haar recente militaire oefeningen, die amfibie-operaties tegen Taiwan nabootsten, werden bovendien gepresenteerd als een « direct antwoord » op deze samenwerking. Dat China speelt met de beelden uit Kabul om twijfel te zaaien over de Amerikaanse veiligheidsgarantie is natuurlijk niet verwonderlijk, maar het zijn niet dit soort activiteiten waarop China het meest rekent in haar politiek inzake Taiwan. De realiteit van de militaire krachtsverhoudingen is een heel wat betere indicator. En wat dit betreft herinneren twee recente beslissingen van Xi Jinping eraan hoezeer China nog in de investeringsfase verkeert om haar kwetsbaarheden te genezen. Sinds juli dit jaar gebruikt zijn leger veerboten bij amfibie-ontschepingsoefeningen op Taiwan. Men wist dat de mobilisatie van burgerlijke boten onvermijdelijk was door de beperkte amfibiecapaciteiten van de Chinese zeemacht. Maar hun directe deelname aan deze militaire oefeningen en de infrastructurele inspanningen – havens in de provincie Fujian recht tegenover Taiwan – tonen aan dat er een fikse stap is gezet in de voorbereidingen voor een bezetting van Taiwan.
Tezelfdertijd wordt er door China hard gewerkt aan nucleaire capaciteiten. Hoewel het Chinese leger over niet meer dan een twintigtal lanceersilo’s voor intercontinentale raketten beschikt, onthullen satellietbeelden dat er meer dan 200 in aanbouw zijn. Het is de eerste keer dat China op kwantiteit speelt, waar de modernisering van zijn nucleair arsenaal tot dusverre op kwaliteit gericht was. Volgens de Federatie van Amerikaanse wetenschappers heeft China nu 350 atoomkoppen voor raketten, maar is zij kwetsbaar op het gebied van anti-raketverdediging en conventionele aanvallen, alsook in de bestrijding van onderzeeboten. Het verschil met de 5500 atoomkoppen van de Verenigde Staten is frappant (bron: de officiële Amerikaanse inventarisatie in het kader van het « New Start » verdrag). Hoewel niets aangeeft dat deze bouw van lanceersilo’s een stap naar kwantitatieve gelijkheid is, is het zeker dat China probeert het evenwicht te veranderen. Wat betekent dit? Dat de Chinese berekening van de huidige asymmetrie ten gunste van de Verenigde Staten de Chinese opties op Taiwan beperkingen oplegt, want zij biedt Amerika de mogelijkheid om elke escalatie van het conflict te beheersen. Investeren om dit te verhelpen, is het begin van het machtsspel. Voor China zou het vandaag de dag een volkomen idiote gok zijn om te rekenen op een preventieve capitulatie van de Verenigde Staten. Ik geloof ook niet dat Xi Jinping een vergissing maakt à la Kim Il-sung van Noord-Korea, die in 1950 dacht dat de Verenigde Staten, niet in Korea zouden interveniëren. De Chinese benadering inzake territoriale conflicten bestaat tot nu toe uit het nemen van berekende risico’s voor beperkte overwinningen.
In dit stadium is er geen enkele zekerheid. China probeert de Amerikaanse en Taiwanese vastbeslotenheid om weerstand te bieden te testen door zich voortdurend voor te bereiden op een groot offensief. Zij kan daarin alleen slagen door crisissituaties te creëren: een lucht- of zee-incident, straaljagers boven Taiwanees grondgebied laten vliegen, een crisis betreffende één van de eilanden in de Straat van Taiwan (die door de Taiwanese regering worden bestuurd), een gerichte cyberaanval op de Taiwanese infrastructuur… Ieder scenario betekent een complexe uitdaging voor Taiwan en de Verenigde Staten. Hoe daar op een evenredige manier op te reageren? Hoe een einde aan de crisis te maken door een vastbeslotenheid voor weerstand te tonen, met ook alle daaraan verbonden kosten?
Het spel is nog lang niet gespeeld, de testen zijn doorslaggevend. Het is dus onvermijdelijk dat China in het komende decennium crises forceert om niet alleen de geloofwaardigheid van de Amerikaanse houding te evalueren, maar ook om deze te niet te doen. Maar haar eigen vastbeslotenheid vis-à-vis Taiwan zal wellicht afgeremd worden als zij in een crisis een nederlaag lijdt. Hoe dan ook, de komende tien jaar worden er rond Taiwan levensgevaarlijke spelletjes gespeeld, en de vraag is in hoeverre deze beheerst kunnen worden en niet uit de gewapende, wellicht nucleaire hand zullen lopen.
Geschreven in september 2021
De veiligheid van Seoel en Tokyo na het Amerikaanse echec in Afghanistan
De Amerikaanse terugtrekking uit Afghanistan is voor bondgenoten in Noordoost-Azië reden om hun eigen situatie nog eens goed te bekijken. Zuid-Korea en Japan, rijke democratische landen die beschikken over goede militaire strijdkrachten, zijn via bondgenootschapsverdragen verbonden met de Verenigde Staten. Zij hebben voor Washington, dat er sinds zeventig jaar 80.000 soldaten legert, vooral strategische waarde. Maar toch doet het Amerikaanse echec in Afghanistan bij deze landen vragen rijzen over hun afhankelijkheid, die geen voldoende garantie biedt voor hun veiligheid als zij zelf niet over de capaciteiten beschikken om zich te verdedigen, vooral als zij geen andere opties regelen dan het blindelings de Verenigde Staten volgen. Het is niet zozeer de betrouwbaarheid van het Amerikaanse engagement waarover Seoel en Tokyo zich ongerust maken, maar wel de steeds eenzijdig door Washington genomen beslissingen.
Natuurlijk zijn er duurzame redenen voor de Amerikaanse aanwezigheid om de hypothese van een Amerikaanse terugtrekking ter zijde te leggen: de Koreaanse oorlog, die slechts met een wapenstilstandsovereenkomst in 1953 werd beëindigd, en de nucleaire bedreiging door Noord-Korea, dat bovendien over intercontinentale raketten beschikt. Vanuit Seoel en Tokyo gezien geeft de terugkeer van de Taliban in Kabul weinig of geen zorgen inzake een nieuwe terroristische haard, in tegenstelling tot de blik vanuit de Verenigde Staten. Zuid-Korea en Japan zijn nog nooit het doelwit van islamistische aanvallen geweest.
Op de ochtend na een ander Amerikaans echec, de val van Saigon in 1975 in de Vietnamese oorlog, hebben Zuid-Korea en Japan, die in deze oorlog de bases in het achterland waren, hun kaarten opnieuw geschud. De Zuid-Koreaanse president Park Chung-hee lanceerde een clandestien programma van nucleaire bewapening – dat Washington liet stoppen – en Japan tekende in 1978, na normalisatie van de relaties in 1972, een vredes- en vriendschapsverdrag met China.
Maar deze keer is de versterking van hun defensiecapaciteit een absolute prioriteit voor Tokyo en evenzeer voor Seoel, dat zich voorbereidt op een leven in een meer of minder door China gedomineerd Azië, en nu zoekt naar een evenwicht tussen Peking en Washington. De Zuid-Koreaanse bevolking is in meerderheid vóór handhaving van de Amerikaanse aanwezigheid en het echec in Kabul zal zeker gebruikt worden door het conservatieve kamp om de voorstanders van een Amerikaanse terugtrekking te bekritiseren. Overigens denk ik dat Peking niet in alle opzichten, althans op dit moment, de Amerikaanse aanwezigheid in Zuid-Korea verfoeit: het is een stabiliteitsfactor in haar randgebieden en dat is één van haar aandachtspunten. Om redenen van nationale soevereiniteit wil de huidige progressieve regering in Seoel daarentegen proberen op korte termijn de « operationele controle » van haar strijdkrachten in tijden van oorlog – nog altijd in handen van de Verenigde Staten – terug te krijgen.
In Japan is de Amerikaanse terugtrekking uit Afghanistan met voorzichtig optimisme begroet als een herijking van de Amerikaanse strategie ten voordele van de regio. Politiek rechts, dat aan de macht is, wil de banden met Taiwan aanhalen, omdat het van oordeel is dat elke actie van China tegen Taiwan een bedreiging vormt voor de veiligheid van Japan. De strategie van de democraten in de regio vis-à-vis China is, wanneer men minder op de Verenigde Staten kan rekenen, het aangaan van een verbond van Australië, India, de Verenigde Staten en Japan.
Ondanks de verzekering van vice-president Harris van de Verenigde Staten inzake « het duurzame engagement van de Verenigde Staten » in dit deel van de wereld, geven de herhaalde echecs van de Amerikaanse interventies in het kader van de « oorlog tegen het terrorisme », waaraan ook Zuid-Korea en Japan hun bijdrage leverden, beide landen te denken. Het zal Seoel en Tokyo aansporen om een zekere marge van autonomie te verkrijgen, teneinde het risico te vermijden om opnieuw, zoals dat het geval was in Irak en Afghanistan, meegesleept te worden in een reeks avontuurlijke escalaties.
Geschreven in september 2021
Spanningen tussen Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten
Het was in de laatste jaren het meest invloedrijke verbond in het Midden-Oosten, dat tussen Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, dat zwaar woog op het evenwicht in de regio. De sterke mannen van deze twee oliemonarchieën, de Saoedische kroonprins Mohammed Ben Salman, en zijn collega uit Abu Dhabi, Mohammed Ben Zayed, zijn het meest ondernemende duo van de Arabische wereld. Zo zijn zij deelgenoten in de oorlog in Jemen, bij het blokkeren van Qatar en in de strijd tegen de politieke islam. « MBS » en « MBZ », zoals ze genoemd worden, adepten van « hard power », wilden het Midden-Oosten remodelleren. Maar sinds twee maanden begint dit verbond scheuren te vertonen. Op de laatste top van de OPEP (de organisatie van olie-exporterende landen en negen andere landen geleid door Rusland) hebben de Emiraten de politiek van productiebeperking van Arabië, bedoeld om de olieprijs te stabiliseren, laten ontsporen, met het argument dat het hun toegewezen quotum onvoldoende is. De besprekingen op 5 juli zijn tot een nader te bepalen datum opgeschort na een ongewoon publiek meningsverschil tussen de Saoedische minister van energie, Abdelaziz Ben Salman, de broer van MBS, en zijn collega van de VAE, Souheil Al-mazrouei, vazal van sultan Al-Jaber, de baas van de oliemaatschappij van de VAE en een van de rechterhanden van MBZ.
Op dezelfde dag was er een ander teken van de verkoelde relatie tussen deze buurlanden: het Saoedische koninkrijk herijkte haar douanepolitiek, zonder de VAE daarbij te betrekken. Riyad besloot dat de import vanuit de vrije zones, net als onder andere alle in Israël gefabriceerde producten, niet meer de voorkeurstarieven van de Raad voor Samenwerking van de Golf zouden genieten. Deze beslissing was duidelijk gericht tegen de VAE. Op 10 juli was er een andere kink in de kabel: Saoedi-Arabië kondigde de opschorting aan van de vliegverbindingen met de VAE, waar besmettingen van de deltavariant van het coronavirus gesignaleerd waren. Deze beslissing, die ook Vietnam en Ethiopië betrof, viel op het beroerdste moment voor de VAE, die bezig was de verkoop te regelen van toegangsbewijzen voor de Wereldtentoonstelling die dit najaar in Dubai georganiseerd wordt. De Saoediërs zouden het grootste contingent bezoekers vormen van deze commerciële en technologische megamarkt, die wegens de mondiale gezondheidscrisis al met een jaar uitgesteld was.
De laatste twee jaren zijn de verschillen tussen beide bondgenoten, doordat de diplomatieke en militaire activiteiten van Riyad en Abu Dhabi tegen grotere moeilijkheden aanlopen dan voorzien, steeds duidelijker geworden. De in de zomer van 2019 aangekondigde terugtrekking van de VAE-strijdkrachten uit de Jemenitische modderpoel was niet naar de zin van MBS, de baas van de Arabische coalitie die de Houthi’s, pro-Iraanse rebellen, bestreed. In januari dit jaar ging MBZ tegen zijn zin akkoord met het opheffen van de blokkade van Qatar, die door de was ingesteld om de zegeningen van de nieuwe Amerikaanse regering te krijgen. Bij wijze van verzoening stelden de VAE zich tevreden met het herstel van de vluchten naar Doha, maar lieten vooralsnog hun ambassade gesloten.
Wat betreft 80% van de onderwerpen zitten de VAE en Saoedi-Arabië op dezelfde lijn, maar wat betreft economische kwesties is er een spanning die sinds tien jaar niet meer is gezien. De herrie tussen beide partners is het resultaat van hun groeiende macht, van een tegengestelde positie op de oliemarkt en een steeds zichtbaarder concurrentie in de jacht op post-Covid en post-olie hulpbronnen. MBZ wil de Emiraten uit de schaduw halen van Saoedi-Arabië, de traditionele grootmacht van de Golfstaten. Bewust van het begin van de verkoeling van de liefde voor fossiele energie en met een reeds goed ontwikkelde non-olie-sector, zoekt de VAE naar mogelijkheden om zo snel mogelijk haar enorme reserves aan zwart goud ten gelde te brengen. MBS daarentegen heeft een verhoging van de olieprijs nodig om zijn gigantische programma van economische diversificatie, dat nog in een embryonaal stadium verkeert, te financieren. Dit plan, dat bedoeld is om het ultra-conservatieve land te veranderen in een centrum van handel, toerisme en regionale ontspanning, confronteert Saoedi-Arabië rechtstreeks met Dubai, dat deze rol al twintig jaar heeft. Een duidelijk teken: de Saoedische kroon heeft in februari jongstleden aangekondigd dat buitenlandse ondernemingen die hun regionale zetel niet in Riyad hebben geïnstalleerd vanaf 2024 niet langer publieke contracten van het koninkrijk kunnen krijgen. En dat terwijl Dubai, met zijn zeer liberale atmosfeer, de meest geprefereerde vestigingsplaats is voor in de regio opererende multinationals.
Goede kenners van de Golf sluiten elke breuk tussen de twee kampen uit. Sinds de creatie van de VAE in 1971 zijn haar relaties met grote broer Saoedi-Arabië altijd gekenmerkt door hoogte- en dieptepunten, met name door een slecht geregeld geschil over de demarcatie van hun grens. Het is de « Arabische lente » van 2011, door beide kampen gezien als een groot gevaar, die de VAE en Saoedi-Arabië hun rijen heeft doen sluiten.
Gaat de verwijdering van deze bedreiging, en het economisch nationalisme dat de leiders van beide landen uitstralen, een nieuwe, heel wat minder hartelijke fase in hun relaties geven? In tegenstelling tot veel experts ben ik daarvan overtuigd. Wij staan naar mijn idee pas aan het begin van de spanningen tussen deze landen, die ongetwijfeld groter worden en duidelijke politieke gevolgen zullen hebben. Later maar eens kijken of ik dat goed gezien heb.
Geschreven in september 2021